Het consortium beroepsonderwijs

Het consortium beroepsonderwijs

Mijn collegaatje, een zweefteef van het ergste soort heeft ons vanochtend verheugd met het bericht dat zij het onderwijs gaat verlaten. Er klonk net geen hoera geroep door de koffiekamer maar de vreugde die deze blijde boodschap met zich meebracht was op de gezichten af te lezen. Dat ze zelf heel graag naar een andere baan vertrok onderstreepte de zweeflieger met drie afscheidstaarten die ze zelf op een of andere manier in elkaar had gepunnikt en waar niemand dan ook zijn gezondheid aan wou opofferen. Na de koffiepauze betrapte ik in de gang mijn collega op een klein huppeltje voor hij het ‘lokaal van de samenwerking’ in ging.

Later op de dag hoorde ik de bezemberijder miespelen met de opleidingsmanager ad interim dat het o zo leuk was bij de stichting consortium beroepsonderwijs. Daar kon ze al haar talenten ontplooien, daar hadden ze een luisterend oor voor haar vooruitstrevende onderwijsvisie, daar kwam ze in contact met mensen die op haar golflengte vibreerden, eindelijk had ze een bestemming gevonden waar wat gedaan werd met haar feedback. Het had er al een tijdje ingezeten haar overgang naar het consortium en nu werd ze beloond voor haar visionaire visie op het competentie gericht leren.

Het voelde als een overwinning voor het jarenlang opboksen tegen conservatieve docenten die mokkend haar vernieuwingsdrift in de weg hadden gezeten. Was zij het niet geweest die persoonlijk de feedbackformulieren in elkaar had gezet? Leidend was geweest bij de invoering van de POP en PAP gesprekken? Was zij het niet geweest die na veel soebatten die nukkige docenten uit hun klaslokaal had gejaagd en de workshops had bedacht. Het was een hele verbetering geweest voor zowel de school als de deelnemer.

Onze opleidingsmanager ad interim, een sulletje eerste klas, luisterde en knikte. De neuro linguïstische programmeur was nu niet meer te stoppen. Ze roemde haar bemoeienissen met de eind assessments, het instellen van de presentatieavonden waarbij de ouders naar het powerpointgeklungel van hun pupillen mochten kijken en luisteren. Ze liep rood aan van opwinding over de reorganisatie van de afdeling waarin zij een hoofdrol had gespeeld en er persoonlijk voor had gezorgd dat de AVO docenten met zijn allen boventallig werden verklaard omdat in het échte competentieleren de algemene vorming ‘bewezen’ dient te worden door middel van een portfolio en niet door het slagen voor een oerdom maar vooral saai examen.

Het consortium, haar nieuwe werkgever, voelde aan als een warm bad van gelijkgestemden. Allemaal mensen die begaan waren met de ontwikkeling van het competentieleren. Daar liepen geen leraren en docenten rond die het alsmaar hadden over ‘bevoegd zijn’. In het consortium is niemand bevoegd, heeft niemand ooit voor een klas gestaan en wordt niet nagedacht over vakken en vakkennis. Iedereen gelijk. De hele sfeer is er eentje van ‘competenties voor het leven’, daar hebben de deelnemers later ten minste wat aan en dat zij daarbij een vinger in de pap had stemde haar vreugdevol. Even dacht ik een roze wolk onder haar voeten waar te nemen.

Na de workshop kwam de opleidingsmanager ad interim het computerlokaal in en vroeg me of ik een afscheidswoordje voor de vertrekkende luchtfietser wou schrijven. Waarschijnlijk ben ik een beetje te enthousiast geweest want ik zit nu met de laptop op schoot en er komt maar geen enkele zin opborrelen in mijn hoofd.

Een klein beginnetje kostte mij al een half uur en ik heb nog niet meer dan: “Onze collega gaat straks door de voordeur naar buiten om langs de achterdeur weer binnen te komen. Nu niet als een onbevoegde docent maar als lid van een consortium dat werkelijk geen flauw benul heeft van de werkelijke sociale, culturele en opvoedende waarde van onderwijs. Een consortium aangestuurd door het bedrijfsleven en geflipte, graaiende, hebzuchtige adviseurs die hun onzinnige bedenksels en fantasieën verkopen aan de schoolbestuurderen die vanuit hun ivoren torens neerkijken op hun werknemers.”

Zoals ik al schreef, het is een beginnetje. Of het in goede aarde zal vallen bij de omhooggevallen afscheid nemende peuterleidster? Ik betwijfel het.

J. Jeronimoon

3 Reacties

  1. beetje hulp 🙂
    Als je wat hulp nodig hebt …….. 🙂 , ze heeft zelf aangegeven wat “haar grote verdiensten zijn”, je collegae zullen je bewonderen voor je empathisch vermogen.
    Begrijp ik goed dat je nu de komende tijd verlost zult zijn van al die verworvenheden die ze jullie nalaat of staat haar opvolger al te trappelen om zich waar te maken? In dat geval lijkt me het bovenstaande niet raadzaam!
    Ik verwonderde me erover dat je zonder woorden kwam te zitten, want zoals ik je ken ben je iemand met een opmerkelijk talent zaken te verwoorden! Sprakeloos van vreugde?

  2. Met een kwaaie kop
    Woede is een waardevolle brandstof voor overtuigende teksten, getuige uw beginnetje.

  3. aiaiai
    Jeronimoon,
    altijd ben ik het diep en hartgrondig met je eens. Vandaag echter niet. Ik ken diverse mensen die bij genoemd consortium werken en zij kennen het lesgeven wel degelijk vanuit eigen ervaring. Sommigen gaven kort geleden zelf nog les, anderen combineren het werk bij dit instituut met lesgeven in het beroepsonderwijs.

    Ik ben een tegenstander van competentiegericht leren, maar het is niet verstandig om de voorstanders af te doen met dit soort argumenten. Sommigen (ook als ze wel praktijkervaring hebben) zijn, hoe onbegrijpelijk ook, voorstander op basis van overtuiging en argumenten. Die argumenten deel ik geenszins, maar ik respecteer ze wel.

Reacties zijn gesloten.