Uit de NRC:
Er is reden tot bezorgdheid over de kwaliteit en objectiviteit van toetsen en examens. Middelbare scholen, roc’s, hogescholen en universiteiten blijken er keer op keer moeite mee te hebben goede toetsen en examens af te nemen.[…] Een van de aanbevelingen luidt dat „aansturing door het management” nodig is om ervoor te zorgen dat scholen de gewenste maatregelen voor toetsing en examinering nemen.
Lees verder in de NRC.
Reacties zijn gesloten.
Onderwijsmisnieuwling
Weer een onderwijsvernieuwling die gierend uit de bocht is gelopen.
Terug naar de oude situatie: één landelijk centraal eindexamen en in de eindexamenklassen ‘gewone proefwerken’ die voorbereiden op het examen.
Aansturing 🙁
Aansturing, en al helemaal door management, leidt in het onderwijs zelden tot iets goeds. En als er nu reeds van een dergelijke aansturing sprake is, is er eerder een zachte drang om de toetsen toch vooral niet te moeilijk te maken, of om bij een slecht resultaat de score te herzien, want de school wordt afgerekend op resultaten (lees: hoge slagingspercentages).
Ik denk zelfs dat ooit, toen het maken van toetsen tot de professionele autonomie van de (toen nog goed opgeleide) docent behoorde, de kwaliteit van de toetsen beter was dan nu. In diezelfde tijd telden die toetsen overigens NIET mee voor het examen…
Aansturing op dit terrein leidt tot een verdere uitholling van de positie van de leraar.
Meer ‘aansturing’
Geen hond die je kan vertellen wat er wordt bedoeld met ‘aansturen’, een woord dat zelf pas een jaar of 10 in die non-betekenis bestaat. Voor die tijd zei men ‘aansturen op‘ (bv. de wal, of een ongeluk), waarmee dus altijd ook een richting aangegeven werd. Tegenwoordig is het ‘aansturen’, zonder meer. Dit illustreert precies het doorgeschoten managementsdenken: men vindt het alleen nog maar belangrijk om het stuur in handen te hebben. Waarhéén er wordt gestuurd doet er niet toe.
Nu doet iemand de aanbeveling dat het management meer ‘aanstuurt’ om te komen tot ‘gewenste’ (door wie?) maatregelen voor toetsing en examinering.
Wat een inhoudsloze kletspraat. Mijn management zou niet weten wat differentiëren is, waarvoor de constante van Planck dient of wat het foto-electrisch effect is, maar die moeten volgens die aanbeveling wel de baas over mij spelen (want dat is de enige betekenis die je aan dat ‘aansturen’ kunt geven) wanneer ik mijn toetsen maak. Welke malloot gelooft nu serieus dat de toetsing daar ‘beter’ (wat dat dan ook moge zijn) van wordt?