Het basisonderwijs en de vrije markt.

Het basisonderwijs en de vrije markt.

Na de universiteiten, het HBO, het MBO en VO is nu het Primair onderwijs aan de beurt om de zegeningen van de vrije markt over zich te laten neerdalen. De bovenschoolse bestuurderen zaten er al een tijdje op te wachten en met de brede school zijn de eerste stappen op de ‘vrije markt’ gezet. Samenwerkingsverbanden met kinderopvangers zijn in duurzame contracten vastgelegd waarbij de scholen zich verbonden hebben tot het aanleveren van het kleine grut dat opgevangen moet worden, liefst van ’s ochtends zeven tot ’s avonds zeven. Het mes snijdt aan alle kanten. Ouders blij omdat ze niet meer hoeven na te denken waar hun pyamakind heen te brengen bij het krieken van de dag. De kinderopvanger-ondernemer blij omdat hij voorzien wordt van een eeuwigdurende stroom op te vangen platte kinderen, voor-, tussen, en nablijvertjes van de basisschool. School blij, omdat de doorverwijzing naar de ondernemer een zekere, contractueel vastgelegde geldstroom oplevert. Tijd voor de volgende stap op de vrije markt.

In 2011 zal het ‘passend onderwijs’ zijn intrede doen. Dit gaat nog een stapje verder dan het debacle van Weer Samen Naar School. Alle kinderen, maar dan ook alle kinderen naar de basisschool. Blind? Geen probleem. Doofstom? Ook geen probleem. Psychiatrisch patientje? Nee, maken we geen probleem van. Hoogbegaafd, laag begaafd, syndroom van Down, Adhd’er, simpelen van geest? Geen probleem allemaal samen naar de basisschool. Het doembeeld van groep 4 waarin het hele en halve grut bij elkaar zit in een zompig lokaaltje waarin juf al handgebarend voor de stomme en tegelijkertijd roepend voor de dove leerling, haar best doet om ieder kind de individuele aandacht te geven, doemt op. Niets is minder waar natuurlijk.

De bedoeling van ‘passend onderwijs 2011’ is duidelijk. Het primair onderwijs wordt overgeleverd aan de tucht van de vrije markt. Wat staat er te gebeuren? Als we de hedendaagse situatie schetsen kunnen we in alle eenvoud stellen dat er twee soorten van basisonderwijs zijn. Het ‘gewone’ basisonderwijs met ‘gewone’ kinderen en het speciaal basisonderwijs met ‘kinderen met een mankementje’. In het ‘ gewone’ basisonderwijs zitten nu al een klein aantal ‘kinderen met een vlekje’. Dank zij Weer Samen Naar School vinden kinderen met ADHD, PDD-NOS, depressie, en meer van dat soort toestanden een plekje binnen het reguliere basisonderwijs, natuurlijk met een PGB een persoonsgebonden budget, in de volksmond ‘het rugzakje’. Een ‘rugzakje’ is een buideltje gevuld met geld om het ‘vlekjeskind’ in de school beter te ondersteunen, te begeleiden, extra lessen te geven. Aangezien een rugzakje nooit genoeg gevuld blijkt te zijn, innen de basisscholen met alle graagte het geld maar zetten daar weinig of niets voor in de plaats, er moet geld bij, begrijpt u. Het oorspronkelijke idee van WSNS om het dure speciaal basisonderwijs ten dele af te bouwen, is niet gelukt. Ondanks de rugzakjes werden nog te veel kinderen doorverwezen naar het speciale onderwijs. Bij vele bovenschoolse bestuurderen was het dan ook een doorn in het oog, al die rugzakjes die verdwenen naar de concurrentie, dat kon dus niet. Hardere maatregelen waren nodig.

Dank zij ‘passend onderwijs 2011’ halen de bovenschoolse bestuurderen de rugzakjes binnen en liquideren het speciaal onderwijs. We kunnen verwachten dat in de komende jaren er basisschoolconcerns zullen ontstaan die zoals in de andere onderwijstakken ‘bedrijfsmatig’ aangestuurd zullen worden. Binnen zo een concern, geleid door een raad van bestuurderen, een raad van toezicht, en een steeds uitdijende bureaucratie, denk aan model VO, MBO, HBO worden alle vormen van basisonderwijs geïncorporeerd. Een basisschool heeft dan een afdeling kinderopvang, een afdeling doven en slechthorenden, een afdeling gedragsgestoorden, een afdeling ‘niet CITO’, een afdeling CITO, een afdeling hoogbegaafden, een afdeling zwarte kinderen, een afdeling witte kinderen, een afdeling… Apartheid is niet voor niets een Nederlandse woord.

In de toekomst zullen de basisschools concerns intensief samenwerken met het bedrijfsleven. Grote, minder grote en kleine bureautjes, adviseurs en de geprivatiseerde schoolbegeleidingsdiensten nemen dan de zorg voor de speciale leerling op zich. Ondernemende kinderopvangers nemen de brede school voor hun rekening en de oude basisschool neemt het gewone lesprogramma op zich maar dan niet gestoord door ‘ de kinderen van een mindere God’. Natuurlijk gaat de poet die vanwege de overheid verstrekt wordt in de grote pot van het basisschoolconcern die het dan beheert en verdeelt en hoe dat in zijn werk gaat weten we ondertussen wel.

Het is zover, passend onderwijs 2011 is de laatste loot aan de onderwijsstam dat wordt overgeleverd aan de nukken, graaizucht, hebzucht en megalomanie van de omhooggevallen onderwijsbestuurder. En de ouders? Die zijn heel blij, immers hun kind krijgt straks het onderwijs dat bij hun al dan niet gemankeerde oogappel past.

De maatschappelijke rekening van deze ongein wordt later gepresenteerd.

J. Jeronimoon

6 Reacties

  1. Als straks basisschoolkinderen
    onderwijs krijgen dat bij hen past, lijkt me dat niet gek! Dat basisscholen tegen die tijd aparte afdelingen krijgen, doven, gedragsgestoorden, witte kinderen, zwarte en hoogbegaafden, en zo, lijkt me ’n enigszins uit de hand gelopen sprookjesachtige voorstelling van de harde werkelijkheid. Die bestaat uit bezuinigen. Het woord apartheid heeft hier dan ook niets mee te maken en overigens, in het “gewone” basisonderwijs zitten nu niet al ’n paar kinderen met ’n vlekje, daar explodeert ’t aantal groepen dat “verminkt” wordt door taalachterstanden, gedragsproblemen en (nog) ’n enkel rugzakje.

    Dat de rekening later wordt gepresenteerd, helemaal mee eens.

    Leo (onderwijzer)

    • Jammer Leo
      Niets sprookjesachtig aan. Ik volg met argusogen “passend onderwijs 2011” bezoek symposia en voorlichtingsdagen heb contact met bovenschoolse managers en initiatoren van ‘inclusief onderwijs’. Als alles gaat zoals in de planning ligt is het beschrevene in mijn column geen sprookje. Het zal gaan zoals met het CGO in het MBO, uiteindelijk zullen ‘private partijen en ondernemingen’ een hele grote en dikke vinger in de pap krijgen. Ter eer en meerdere glorie van de mammon. En ja, als we kinderen indelen in aparte groep naar bepaalde kenmerken kan men dat een gevalletje noemen van apartheid. Of is dat woord ook voorbehouden voor een of andere politieke partij.

      • Voor zover mij bekend
        moeten alle kinderen voortaan opgevangen gaan worden op reguliere, al of niet brede basisscholen. Lijkt me ’t tegendeel van “apartheid”. Over maatregelen die dit “loffelijke” streven moeten waarmaken, hoor of lees ik niets. Kleinere klassen? Voldoende “gereedschap” voor de leerkrachten? Meer handen in de klas? De suggestie dat “private partijen en ondernemingen” ’n dikke vinger in de pap gaan krijgen is wel interessant. Die lossen de problemen op? Wie betaalt hen?
        Vragen, vragen..

  2. Inzake onderwijsconcerns
    Ik heb het twijfelachtige genoegen om nu al in zo’n onderwijsconcern te werken. De baas (de collega van bestuur) is er apetrots op dat hij alles onder zich heeft: kinderopvang, lagere school, voortgezet onderwijs, de hele reut. Hij adverteert er zelfs mee en dat intrigeert me. Zou het prettig of voordelig zijn voor ouders om hun kind van zijn 2e tot en met zijn 18e bij één instituut onder te brengen?
    Vroeger werkte ik bij een soort OHRA, een bedrijf dat graag wil dat hun klanten alle typen verzekering bij hen onderbrengen. De manier van doen van mijn Collega van Bestuur is een kopie van dat streven. Ooit ging ik het onderwijs in, onder andere om deze machtswellust te ontlopen. Van de regen in de drup. Mijn Collega van Bestuur zoekt intussen naarstig naar een HBO of een Joeneveursetie die hij aan zijn trofeeën kan toevoegen.

  3. De tucht van de onvrije markt is anders
    Het basisonderwijs wordt wel overgeleverd aan de tucht van de markt maar niet aan de tucht van de vrije markt. Een vrije markt laat nieuwkomers toe. Omdat nieuwkomers steeds beter van de markt van gesubsidieerd onderwijs geweerd worden moeten we hier echt spreken van de tucht van een onvrije markt. Een gewone onvrije markt voor een bepaald artikel lokt prijsafspraken uit tussen producenten die elkaar zouden moeten concurreren. De concurrentie op de onvrije onderwijsmarkt leidt tot een regionale verdeling ervan tussen grote scholenorganisaties. Ook in plaatsen waar toevallig twee organisaties (van PO,SO,MBO of HBO) een vestiging hebben wordt het beleid van de vestigingen zo op elkaar afgesteld dat zij elkaar niet beconcurreren.
    De eerste vraag die wij moeten stellen is: Welke politieke partijen zijn ervoor verantwoordelijk dat de volgens ons ongewenste ontwikkelingen op de onderwijsmarkt nog steeds doorgaan? Na het lot van de kamermotie van Jasper van Dijk is het voor mij duidelijk dat dat in de eerste plaats het CDA is. Dat ligt ook voor de hand. Toen het besluit viel om de scholen te verzelfstandigen waren er veel scholen van PC en RK signatuur en deze waren nauw gelieerd aan de vroegere op godsdienst gebaseerde partijen waaruit het CDA voortgekomen is. Het zou mij niet verbazen als CDA-politici en schoolbestuurders vaak van dezelfde partij zijn.
    De tweede vraag die wij is ons moeten stellen is: Is het door BON vasthouden aan een politiek neutraal beleid voor haar wel de beste manier om aan beter onderwijs te werken? Het gaat er dan natuurlijk niet om dat het BON-bestuur een oordeel moet uitspreken over politieke ideeën van een partij die weinig met onderwijs van doen hebben. Maar het waarschuwen van de kiezers dat kiezen voor het CDA slecht voor het onderwijs is lijkt me een verstandige uitzondering op de regel dat BON politiek neutraal is.
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.