Debiliserende docenten

Uit de NRC van 9 mei 2009:

Debilisering hoger onderwijs schuld docenten.

Op de Opiniepagina van 23 april geeft professor Zwalve een verklaring voor de debilisering van het hoger onderwijs. Het komt volgens hem door de bestuurders die zijn gefixeerd op de input/outputfinanciering en daarom zoveel mogelijk studenten willen aantrekken. Dat werkt kwaliteitsverlagend. Ik heb een andere verklaring, namelijk het stilzwijgen van veel docenten. In de jaren zeventig was het aan een aantal universiteiten verboden om aan studenten handboeken voor te schrijven in een vreemde taal. Ik protesteerde. Ik bleek elitair. Docenten zwegen. In die jaren bleek dat
aan een bouwkundefaculteit ingenieursdiploma’s werden afgegeven waarop een eerstegraads bevoegdheid in de wiskunde was aangetekend, terwijl studenten geen daarvoor toereikend wiskundeonderwijs hadden genoten. Ik verbood dat, maar kreeg felle weerstand. Docenten zwegen. Ook werd door vrijwel alle bestuurders, maar gelukkig ook door een aantal docenten, gepleit voor versterking van het vwo en zelfs voor selectie aan de poort, omdat het wetenschappelijk onderwijs er niet was om de deficiënties van het vwo weg te werken. Het werd niet in dank afgenomen. Het was niet democratisch. Er werd toch indringend aandacht voor gevraagd van de politiek. De toenmalige Adviesraad voor het Hoger Onderwijs, waarvan ik voorzitter was, schreef er adviezen over waarbij aandacht werd gevraagd voor de zorgen over de kwaliteit van het wo. Verder bleef het stil in de universitaire wereld. Vorig jaar werd alles nog eens op een rijtje gezet door de commissie-Dijsselbloem; opnieuw indrukwekkende stilte in de universitaire wereld. Zwalve geeft een gemakkelijke en eenzijdige verklaring voor de ontstane situatie. Misschien moet ook bij docenten een deficiëntie worden weggewerkt.

C. DE HART

Oud-voorzitter college van bestuur van de TU Delft

6 Reacties

  1. Andere tijden
    De jaren 70 van De Hart waren andere tijden, toen hadden hoogleraren nog wat invloed. Tegenwoordig zijn hoogleraren productiemedewerkers en ligt alle macht bij de managers.

  2. Een actief motto
    voor BON zou zijn: “de docent eist zijn vak terug”.
    Het huidige motto roept de vraag op “Wie gaat de docent zijn vak teruggeven?”.
    De polderende vernieuwlers en managers hebben andere belangen.

    • Ook andere middelen inzetten
      Om ouders, leerlingen en studenten duidelijk te maken dat BON er ook voor hen is moet er nog iets aan toe gevoegd worden, b.v. “Ouders en leerlingen eisen degelijk onderwijs” Ook ik ben voor actieve motti want BON moet naar mijn idee zich niet meer beperken tot het gebruik van een megaphoon aan de zijlijn maar het onderwijsveld opstormen. Proberen om zelf BON onderwijs naar het veld te brengen.
      Seger Weehuizen

  3. Niet alle docenten zwijgen…
    Een bekend verhaal van C.de Hart, maar niet alle docenten zwijgen.
    Velen worden daarvoor op een zijspoor gezet of tegengewerkt waar dat maar kan.
    Toch zijn er ook gevallen waar tegengas geven wel effect heeft.
    Helaas gebeurt te incidenteel en hebben ze de tijdgeest tegen.

  4. wie verbood het?
    Het werd verboden om handboeken in een vreemde taal voor te schrijven. De docenten kwamen niet in actie, dus de kwaliteitsverlaging lag ook aan de docenten. Maar door wie werd dat verboden? Wie schreef dat verbod voor? Wie kwam er op dat lumineuze idee? Niet de docent. Wie wel? De bestuurders. De onderwijsvernieuwers op het ministerie. Anderen. Niet de docenten.

    • Denk ook aan
      de terreur die uit naam van “democratische” maatschappijvernieuwlers werd uitgeoefend op docenten en (hoog)leraren. De bezetters van de maagdenhuizen hebben via sit-ins” meer kwaads dan goeds veroorzaakt.

Reacties zijn gesloten.