Een mooie dag in Leiden

Ik kijk met een grote tevredenheid terug op deze 4 april in Leiden. Inmiddels weten wij allemaal dat je tevreden moet zijn met kleine stapjes voorwaarts. Wat zie ik dan gebeuren als gevolg van o.a. de heel slim geformuleerde vragen van Ad Verbrugge.
1 Er waren veel politici
2 De analyse van wat er fout is in het onderwijs wordt breed gedeeld
3 Naast de SP had ook de PVV verstandige (bonachtige) antwoorden of
opmerkingen
Gaan we dan iets doen en zo ja wat dan? Tja dan slaat de verdeeldheid toe. Voor de VVD zijn de besturen en raden niet fout maar vooral ondeskundig. Hier verwacht ik dus helemaal niets van. De SP en PVV willen er gewoon vanaf.
De PvdA wil kleine scholen en zegt dan feitelijk hetzelfde. Resteert het CDA en die willen eigenlijk niets veranderen en daar zit steeds de grootste pijn omdat er zonder het CDA niet te regeren valt.
Door deze verdeeldheid gebeurt er niets en dus gaan de besturen en raden door met hun plannen.
Hier ligt dus op dit moment de uitdaging voor ons als BON. De noodzaak voor de ontmanteling van de huidige machtsstructuren is geen vraag meer maar het hoe is de vraag.
Wat ik wel heel bedenkelijk vond was om politici zo geringschattend over de eigen ambtenaren te horen praten. Nooit willen ze de macht weer terugleggen bij het ministerie. Heel raar toch dat je het idee hebt dat een ambtenaar een ander mens is dan een lid van een staf van een schoolbestuur of van een of andere Raad. Het CDA e.a. vinden dat de Raden, als werkgever, vooral moeten gaan over de arbeidsvoorwaarden en niet over de inhoud van het onderwijs. Zijn die twee vraagstukken te splitsen dan? Jasper van Dijk sloeg de spijker op de kop toen hij stelde dat de minister en zijn ambtenaren misschien dan wel veel nadelen hebben maar je kunt ze tenminste nog wel democratisch corrigeren.
Een Zonnenkoning zoals Doekle is helemaal nergens mee te corrigeren.

5 Reacties

  1. Wat en Hoe
    Ik heb ooit een Zendingsverklaring (mission statement) van een schoolbestuur met veel basisischolen onder zich gelezen. Die basisscholen waren wel wat groter dan vroeger maar wat mij vooral opviel was dat ze volgens het statement niet echt een eigen koers konden volgen. Het willen van kleine scholen in het basisonderwijs zie ik daarom niet als neerkomend op het afschaffen van de macht van de grote schoolbesturen. En daarmee ook niet op het afschaffen van de Raad voor Primair Onderwijs. De PvdA hoeft dus helemaal niet “om” te zijn.
    Maar zelfs al zou de PvdA voor het afschaffen van de raden zijn, het CDA is dat niet. Het CDA is geen quantité négligable in het politieke krachtenspel en is zelfs unumgänglich. Tenzij je bedoelt dat het CDA en de VVD samen nooit boven de helft van het aantal Kamerzetels uit zullen komen blijft jouw onderscheid tussen de noodzaak van het ontmantelen en het hoe van het uitvoeren voor mij onbegrijpelijk. Bij een voor ontmanteling wenselijke politieke keuze van BON tegen het CDA valt het overtuigen van de noodzaak samen met het hoe van de uitvoering.
    Seger Weehuizen

    • Paradigmashift
      Beste Seger,
      Waarschijnlijk zijn wij het eens met elkaar. Wat ik poog te stellen is dat ook de Pvda terug wil naar de menselijke maat. Zij willen echter niet terug naar het ministerie. Nu liet Ad Verbrugge de term coóperatie(coóperatieve vereniging) al vallen als een mogelijk idee voor een alternatieve juridische structuur. Ik denk zelf vooral aan maatschappelijke ondernemingen met centrale examens. Ad zal ongetwijfeld hier een keer over publiceren. Het is aan ons allen om hier met suggesties te komen en zo met iets te komen wat voor de, politieke, meerderheid aanvaardbaar is en de meeste garantie geeft voor kwalitatief goed onderwijs. Dit zou ook echt vernieuwend zijn, een paradigmashift in het machtsdenken.

      • ad Corginem
        Ik heb even moeten nadenken wat je bedoelde met “Zij willen echter niet terug naar het ministerie”. Maar toen herinnerde ik mij dat sommige docenten graag de toestand van de vijftigerjaren wilden herstellen en dat Bijsterveldt daarover verbaasd was. De PvdA wil dus niet teruggaan naar de situatie waarbij alles vanuit Den Haag geregeld en besloten werd. Zelf heb ik al over de mogelijkheden die een maatschap van leraren zou kunnen bieden nagedacht (het idee van een maatschap was al eerder door iemand genoemd). Die centrale examens zijn volgens mij cruciaal omdat de kwaliteit en de subsidiabiliteit van een school in de eerste plaats aan de hand van goed meetbare resultaten bepaald moeten worden. Het HOE moet vooral een zaak zijn van de organisatie, of dat nu een collectief, een coöperatie of een maatschap is.
        Seger Weehuizen

  2. S. Depla
    Ik vond vooral de opstelling van S. Depla schokkend. Die hield ons voor dat de leraren in opstand zouden moeten komen! In feite wil hij daarmee zeggen dat de leraren zijn werk moeten doen, d.w.z. als volksvertegenwoordiger opkomen voor de mensen die hij vertegenwoordigt. Slap, laf, onverantwoordelijk en ondemocratisch!

    (Zo’n J.J. van Dijk verdedigt gewoon zijn CDA-vrindjes bij de ‘raden’, dat verbaast me niks. Het viel me wel op dat het woord ‘raad’ voor deze christelijk denker vrouwelijk is, terwijl het toch in het echt een mannetje is…)

    • te generiek argument
      Ik ben het met je eens Bram, maar vind je argument wat te generiek geformuleerd.
      In principe is het niet aan de overheid om problemen voor burgers op te lossen. Dat is aan de burgers zelf. De overheid moet echter de randvoorwaarden scheppen waardoor dat mogelijk is en op elk aspect van het maatschappelijk verkeer zorgen voor checks and balances, zoals het jargon luidt. Dat laat de overheid na en omdat het nu ook nog eens gaat om een taak onder overheidsverantwoordelijkheid is dat extra kwalijk. Depla zou beter moeten weten.

Reacties zijn gesloten.