Onderwijsfuturologie

Onderwijsfuturologie

Deze week was er een programma op de kwelbuis waarin een voor mij tot nu toe onbekend persoon met een tot nu toe mij onbekend beroep ten tonele verscheen, een onderwijsfuturoloog. Het aanhangsel ‘futuroloog’ duidt er op dat de goede man in kwestie zichzelf zesde-zintuig-achtige competenties toedicht. Deze man kan in de toekomst kijken, op zichzelf al heel interessant en tegelijkertijd een beetje griezelig maar hij heeft zijn uitzonderlijke gave weten te verdiepen en toegespitst op het onderwijs. Eindelijk een echte ziener, een echte visionair, een echte voorspeller en dat is heel andere koek dan de visionaire bestuurderen van de VO-raad en HBO-raad die alleen maar kunnen voorspellen dat er hoe dan ook in de toekomst geld bij moet. Toch is er iets raars, iets eigenaardigs aan de futurologie van de onderwijsfuturoloog.

Voorspellen is iets heel moeilijks, kijk bijvoorbeeld naar de voorspeller bij uitstek dhr. Krol. Alhoewel deze man een andere tak van de futurologie bestrijkt, namelijk het weer, overlaadt hij ons elke dag met zijn voorspellingen en de feiten waarop hij deze voorspellingen baseert. Regelmatig overkomt het mij dat ik ’s ochtends wakker wordt en gesterkt door de weersvoorspelling van dhr. Krol glimlachend de gordijnen open trek om mij te laven aan de beloofde zonneschijn in het Westen van het land, in de wetenschap dat de weerfuturoloog voor het Oosten van het land kletsende regen had voorspeld. De dikke regendruppels op het ochtendraam doen mij dan ook versteld staan, waarna ik mezelf gelukkig prijs voor het feit dat ik de enorme aardverschuiving die er plaats moet hebben gevonden tijdens mijn schoonheidsslaap heb overleefd.

Dat gevoel had ik ook bij de onderwijsfuturoloog. Hij fantaseerde en luchtfietste er maar op los en om de drie woorden klonk het woordje ‘ de toekomst’ uit zijn mond. Nu is dat in de moderne zweefteverij een normaal verschijnsel. Laatst las ik in het plaatselijke sufferdje dat mijn dorp moet fuseren met een ander dorp want “dan zijn we klaar voor de toekomst”. In het hele crisisdebat gooit men de kredietcrisis op een hoop met de milieucrisis, energiecrisis, klimaatcrisis, watercrisis en dat de overheid dat alles aan elkaar moet koppelen omdat we, eenmaal uit de crisis, klaar zijn voor de toekomst. Het is alles toekomst wat de klok slaat.

Kijk, dat de wereld verandert naarmate het inzicht toeneemt, niks mis mee, maar op het ogenblik dat de futurologen en hun volgelingen hun beweringen doen op een manier die gelijk staat met de weersvoorspelling krijg ik het op mijn zenuwen en moet ik aan het zuurstof. De glazen-bol-kijkers doen alsof we met zijn allen morgen wakker worden, we uit het raam kijken en een volstrekt nieuwe wereld zich voor onze ogen ontrolt, ‘de toekomst’ heeft ’s nachts plaats gevonden. Zo ineens, helemaal uit het niets worden we onvoorbereid met de toekomst geconfronteerd en we zijn er niet klaar voor. Een nachtelijke tijdsverschuiving heeft ons ineens twintig jaar in de toekomst geworpen, het kan, er is niets meer dat mij verbaast. Dit heeft natuurlijk tot gevolg dat ik, en velen met mij, op slag volstrekt functioneel analfabeet zijn, volledig digibeet, en alleen nog de beschikking hebben over armzalige competenties zoals ‘opzoeken op Google’. Allemaal niet meer nodig. Taal zit in een doosje net zoals cijfertjes, kennis en meer van dat soort verouderde dingen die we in de toekomstige wereld niet meer nodig schijnen te hebben. Alleen nog weten hoe het doosje werkt zoals een timmerman moet weten hoe een hamer werkt. De rest gaat vanzelf.

Mijn grootvader, van het uitstekende wijnjaar 1896, heeft nooit moeite gehad om zich te handhaven in zijn eigen toekomst. Langzaam kabbelde het leven aan hem voorbij. Hij zag de eerste fiets,het begin van de electrische verlichting, de overgang van turf naar kolen naar gas, de eerste auto, de eerste computer, twee wereldoorlogen en nog veel meer aan hem voorbijgaan. Hij nam deel aan de voortschrijdende toekomst en leerde als een volwaardig autodidact om gaan met de dingen die hij nodig had in zijn beroep en in zijn dagelijkse leven. Op zijn 96 is de man in de Heer ontslapen en nooit heb ik, in al die jaren die ik van hem en zijn verhalen mocht genieten, kunnen betrappen op “niet klaar voor de toekomst”.

Doet u mij in de plaats van de onderwijs futuroloog maar een oude Griek. Die geloofde dat de toekomst achter hem lag en hem inhaalde, hoe hard hij ook liep. Heerlijke mensen die Grieken.

J. Jeronimoon

2 Reacties

  1. Oude Griek
    All men by nature desire to know. Een prachtige zin waarmee Aristoteles Metafysica opent.
    Hij vervolgt met: An indication of this is the delight we take in our senses;
    Omdat de zintuigen ook zo hun gebreken kennen -die behandelt hij later- vervolgt hij met: By nature animals are born with the faculty of sensation; …
    en serveert hij eigenlijk de door jou opgevoerde futuroloog af:
    …. The animals (en onze futuroloog, ws) other than man live by appearances and memories, and have little of connected experience; but the human race lives also by art and reasonings. Now from memory experience is produced in men; for the several memories of the same thing produce finally the capacity for a single experience.
    En nog veel meer moois. Art betekent vakmanschap, beheersing, excellentie al naar gelang het domein.
    Die futuroloog is daarentegen van mening dat je 75 jaar ervaring in 24 uur onder de knie kunt krijgen. Wat een eikeltje, net als die interviewer trouwens.
    (The works of A. translated into English (W.D. Ross, ed.) vol. VIII, Metaphysica, Book A, I, 980 e.v.)

    Willem Smit

  2. Inzake synoniemen
    Piskijkers, handopleggers, ingewanden-lezers, instralers, waarzeggers en gebedsgenezers kent de mensheid al vele, vele eeuwen lang. Van het orakel van Delphi had ik ook geen hoge dunk. Zo tussen 1950-1960 hebben enkele zigeuners hun glazen bol aan een balzaal overgedaan, zijn gestopt met zwerven en noemen zichzelf sindsdien futurologen. Elke aandacht die ze krijgen is eigenlijk al teveel eer.

Reacties zijn gesloten.