Waartoe dient de school?

Waartoe dient de school?

Wanneer men, zoals nu in Nijmegen, van gemeentewege wil ingrijpen in de aanmelding van leerlingen voor scholen, probeert men, zoals zo vaak, het onderwijs te gebruiken om een sociaal probleem op te lossen. Men heeft een idee en wil het meteen gaan uitvoeren. Het punt is natuurlijk of er serieus is nagedacht over de vraag of de voorgestelde oplossing ook werkt. Waarschijnlijk niet. Immers, ouders , en in het bijzonder ouders van ‘kansrijke’ kinderen, hebben er heel veel voor over om hun kind of kinderen naar een school te sturen waarvan zij denken dat die goed is voor hun kind. Men is daartoe bereid te verhuizen naar een andere wijk of andere gemeente, men heeft er eventueel voor over de kinderen elke dag een behoorlijke afstand te laten reizen. Desnoods heeft men er ook veel geld voor over – dan maar naar een particuliere school- om onder de dwangmaatregelen uit te komen.
Hoe dit verschijnsel werkt kan men niet alleen in het buitenland waarnemen maar ook in eigen land: er rijden vast nog wel bussen voor Reformatorische scholen.
Aan het plan zit ook een onderwijskundige kant. De voorstanders van het spreidingsplan zeggen dat het gunstig is voor kansarme kinderen om samen met kansrijke kinderen in de klas te zitten. Terwijl de kansrijke kinderen er niet onder hoeven te lijden. In Nijmegen streeft men naar een ‘mix’ van 70 procent kansrijke leerlingen en 30 procent kansarme leerlingen. Overigens, in een stad als Rotterdam is een dergelijke mix al niet meer haalbaar.
Maar goed, nu de praktijk. Niet veel leraren hebben het talent om binnen een klas drie of vier subgroepen tot hun recht te laten komen. De meeste leraren zijn geen duivelskunstenaars en passen het tempo en de diepgang van hun onderwijs aan aan het gemiddelde van de klas, zeg maar driekwart van de klas. Een bredere spreiding van de begaafdheid betekent dat de meer begaafde leerlingen tekort komen evenals trouwens de zwakste leerlingen.
Bedenk wel, het gaat in de klas niet alleen om ‘kansrijk’ en ‘kansarm’ maar doodgewoon ook om slim en niet zo slim, in feite een andere categorie, want ook kinderen uit bevoorrechte milieus kunnen dom zijn.
De oplossing die men in Nijmegen denkt gevonden te hebben is geen echte oplossing, niet in sociaal opzicht en niet in onderwijskundig opzicht. Het is een overschatting van wat men kan bereiken door het manipuleren van ouders, kinderen en leraren. Als men streeft naar ‘gelijke kansen’ kan men beter een ander aangrijpingspunt kiezen, dan is het in ieder geval nodig duidelijke eisen te stellen aan het te bereiken niveau, aan toetsbare eindtermen, niet alleen in het basisonderwijs maar ook daarna en daar dan ook hard aan te werken. Van de kansrijke leerling mag niet zomaar aangenomen worden dat er ‘wel meer’ inzit en de kansarme moet de gelegenheid krijgen te laten zien waartoe hij in staat is. Geen positieve discriminatie op subjectieve gronden. Een sfeer van vrijblijvendheid, van ‘we menen het goed en de kinderen krijgen bij ons alle gelegenheid zichzelf te ontplooien’ is niet toereikend, noch voor de kansrijken, noch voor de kansarmen.

Cornelis Verhage

5 Reacties

  1. Onder in, boven uit
    In Nijmegen wonende ouders van “kansrijke” kinderen die bovendien zeer intelligent zijn, hoeven volgend schooljaar niet meer voor beter onderwijs aan hun kinderen naar andere plaatsen uit te wijken. Er komen in die stad 2 à 3 Leonardoscholen Dat zijn basisscholen voor leerlingen met IQ >= 130. De op deze school toegelaten kinderen hoeven blijkbaar niet door hun aanwezigheid in een gemengde klas bij te dragen aan beter onderwijs voor kansarme kinderen.
    Het voornaamste toelatingscriterium voor een Leonardo-school is een IQ van minimaal 2 keer de standaardafwijking boven het gemiddelde. Zo lang alleen bij vermoeden van hoogbegaafdheid een IQ-meting wordt uitgevoerd zijn hoogbegaafde sociaal kansarme scholieren in het nadeel.
    Het is natuurlijk bizar dat eerst kinderen met leerproblemen naar een gewone basischool gestuurd worden en voor hoogbegaafde kinderen vervolgens speciale scholen worden opgericht.

    Seger Weehuizen

      • Blij dat ze überhaupt bekostigd worden
        Conexus, die 14 basisscholen bestiert, heeft een initiërende rol op zich genomen. Zoals jou bekend zal zijn zijn er toch nog probleemkinderen die niet op de basisschool komen. Vandaar de toelichting van Conexus: “Voor moeilijk lerende kinderen is er ook speciaal onderwijs. Dit is een nieuwe vorm, voor kinderen die speciale aandacht verdienen aan het andere kant van het spectrum.”
        Ik sta achter het oprichten van scholen voor hoogbegaafde kinderen maar ik verbaas mij over het incconsistent en zwalkend beleid van landelijke en stedelijke overheden.
        Seger Weehuizen

        • Leonardo basisscholenscholen
          zouden leerkrachten hebben, met academische achtergrond. Uiteraard kleine groepen en vakken, die veel verder gaan dan ’t huidige pakket. E.e.a. bekostigd via bedrijven/sponsors. Zo vertelde mij tenminste onlangs ’n bestuurder.
          Klopt dat allemaal, denk je?

  2. nijmegen en de vrije keuze voor scholen
    ref : Verhage, hierboven

    Een uitvoerig exposé over de situatie in Nijmegen ; thnx. Ik mis daarbij nog dit ene aspect, kort door de bocht, maar toch :

    De gemeenteraad noch de wethouder hebben enige businezz in de schoolkeuze van ouders voor hun kinderen ; noch in de kanalisatie daarvan ; en eigenlijk niet in welk opzicht dan ook m.b.t. onderwijs. De grondwet garandeert dat. Ze zijn onbevoegd, ergo onbekwaam, inzake onderwijs. En die jurist, die zegt dat “het wel kan” ? Kan beter een ander baantje gaan zoeken.

    Gemeentelijke bevolkingspolitiek is iets anders dan onderwijs. Soort poreuze condooms. Net zoiets als die klusser, die mijn geijser repareert met een hamer, voor het vastzetten van de schroeven. Staat in de handleiding dat dat niet goed is.

    maarten

Reacties zijn gesloten.