CITO in NRC en TROUW

Volgens Ton Duif, voorzitter van de Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) kunnen de scholen
heel goed zonder een CITO-toets een goed schoolkeuzeadvies geven. Omdat hij het daarbij laat
moeten we 2 vervelende conclusies trekken. Een goed schoolkeuzeadvies is blijkbaar geen perfect schoolkeuzeadvies en toch hij vindt het niet de moeite waard om te zeggen hoeveel missers er bij dat advies zitten. De 2-de conclusie is dat hij blijkbaar niet weet dat in een democratische samenleving de mogelijkheid van (hoger) beroep hoort te bestaan. Maar ja denk je, eigenlijk is dat niet belangrijk nu onze minister van onderwijs er ons op gewezen heeft dat je via het VMBO kunt worden opgeleid voor prachtige beroepen van meubelmaker tot buschauffeur. Het onderwijs is ziek tot en met de minister van onderwijs toe. De hoogleraar Jaap Dronkers schrijft daarover in de NRC van 31-01-09.
Leo Prick vermeldt overigens in de NRC van 31-01-09 dat brugklascoördinatoren hem verzekerd hebben dat de kwaliteit van de adviezen sterk varieert en in hoge mate afhankelijk is van de persoon van de beoordelaar.
Ik ben tegen verplaatsing van de CITO-toets naar het einde van het schooljaar maar dat daar problemen voor het voortgezet onderwijs uit zouden voorkomen begrijp ik niet. Het aantal leerlingen dat geschikt is voor een bepaald type onderwijs zal geen grote jaarlijkse fluctuaties vertonen. En dat een vervolgschool de beste leerlingen er uit wil pikken is alleen maar acceptabel als zij ook een extra zwaar programma aanbiedt. Die school kan daarvoor beter eigen toetsen ontwikkelen.
Dan komen wij bij Prem R..n (TROUW 31-01-09). Als het hem lukt om zijn 10-tal een hoge score op de CITO-toets te laten halen heeft die toets sowieso op dit moment als meetinstrument voor het vaststellen van het in potentie maximaal haalbare niveau van het vervolgonderwijs afgedaan. Als de leerlingen op grond van de bij de toets gehaalde resultaten op een onderwijsniveau komen dat hoger ligt dan de school geadviseerd heeft en daar goede resultaten halen is het basisonderwijs tekort geschoten. Dat kan natuurlijk slechts zijn in het motiveren van de kinderen en het voorbereiden op de CITO-toets (ik neem aan dat de school terecht van de leerlingen verwachtte dat ze toets zonder extra training voor de CITO-toets slecht zouden scoren) maar er is daar waarschijnlijk iets ernstigers aan de hand. Als de leerlingen slecht presteren op het hoogste niveau waarvoor zij volgen de CITO-toets mochten worden toegelaten heeft die toets afgedaan als betrouwbaar meetinstrument voor toelating tot een bepaald schooltype.

Mijn uitgangspunt is dat leerlingen met VWO-potentie vanaf de eerste klas secundair onderwijs op vwo-niveau moeten kunnen les krijgen. Indien je tot die klas veel twijfelgevallen toelaat moet het mogelijk zijn om leerlingen die niet meekomen het vragen stellen te verbieden en veel leerlingen niet te bevorderen naar VWO-2. Of die leerlingen aan het eind van het jaar tot HAVO-2 kunnen worden toegelaten is dan maar de vraag. Het gaat hier dus om een heel ander soort klas dan een HAVO-VWO-brugklas. Daarom is het veel beter om aan alle leerlingen die mogelijk geschikt zouden kunnen zijn voor het VWO in groep 8 een leerprogramma aan te bieden dat kan worden afgesloten met een examen dat er speciaal op gericht is om de aanwezigheid van een VWO-potentie vast te stellen.
Het vaststellen van het juiste niveau en het bij de belangstelling van de leerling passende type onderwijs zal nooit perfect worden. Hersenonderzoek toont volgens Prof Michiel Westenberg aan dat dat het verwerven van zelfinzicht, van het inzicht in anderen en van zelfstandigheid wel tot aan het 25-ste leerjaar kan doorgaan. Hij concludeert daarom naar mijn inzicht terect dat we meer flexibiliteit in het huidige stelsel moeten inbouwen. Met meer vluchtwegen en verbindingswegen tussen profielen, schooltypes en studierichtingen. (Eveline Brandt, TROUW 31-01-09)
Seger Weehuizen

15 Reacties

  1. @malmaison
    Vergeef me als ik het niet goed zie, maar ik denk dat de hele hetze tegen de cito-toets meer is ingegeven door het afschaffen van min of meer objectieve meetinstrumenten dan om gelijk welke andere redenen die meer te maken hebben met organisatie, verdoezeling van incompetentie, slecht onderwijs, vernieuwingsdrang, enz… Dat zien we ook bij het Competentiegericht onderwijs in het MBO waar competenties op een willekeurige manier worden toegewezen en taal en wiskunde uit het curriculum zijn verdwenen. Bestuurderen en de overkoepelende organen willen op geen enkele manier bemoeienis. Dit is het gemakkelijkst te bereiken als er geen instrumenten meer zijn die aangeven dat het mis gaat. Het is daarom dat de bestuurderen het zogezegd opnemen voor de bloedjes van kinderen, de persoon Prem aan de schandpaal nagelen maar eigenlijk wel weten dat het systeem zoals zij dat gecreerd hebben omdat dat heel veel geld opbrengt uiteindelijk helemaal fout zit. Prem levert samen met de makers van het programma het bewijs, het systeem ( of te wel het nieuwe leren) is misselijkmakend slecht onderwijs waar de leerling slechter maar de bestuurder beter van wordt.

  2. Meer paarden dus
    Wedden op meer paarden is dan het beste:

    1. Uitgaan van het advies van de basisschool én een onafhankelijke test, waarbij niet alleen gemeten wordt wat geleerd is, maar ook de leerpotentie. Dat is in principe de huidige situatie en dit moet zeker zo blijven, aangezien schooljuffen en -meesters ook feilbaar zijn (soms wel erg feilbaar)

    2. Leerlingen waarover geen twijfel bestaat in een homogene klas op het voortgezet onderwijs zetten. Leerlingen waarover wél twijfel bestaat in een bredere brugklas, desnoods uit te breiden tot twee jaar.

    3. De doorstroommogelijkheden VMBO van basis naar kader naar TL naar HAVO en naar VWO weer openen. Dit voor de laatbloeiers. Hierbij dient wel aangetekend te worden dat dit alléén zinvol is als er objectieve kriteria* gehanteerd worden bij de diplomering.

    *Citaat van een leerling van mij deze week: ‘Mevrouw ik heb in de eindexamenklas van het VMBO een half jaar gespijbeld en tóch mijn diploma gekregen……….’

    • Is een standpunt van BON opportuun?
      Ik meen dat het principiële standpunt van het Ministerie van Onderwijs is dat Groep 8 niet bedoeld is om te selecteren voor het vervolgonderwijs en dat het doel van de CITO-toets is om vast te stellen in welke mate een school de officiële onderwijsdoelen gehaald heeft. De “huidige situatie” waarover jij spreekt is dan dus niet in overeenstemming met het principe van OKW. ´ Uitgaan van het advies van de basisschool én een onafhankelijke test” is, althans bij de meeste basisscholen, slechts de praktijksituatie. De resultaten bij een CITO-toets worden bepaald door leerlingafhankelijke factoren zoals intelligentie en werkhouding maar helaas ook door de voortreffelijkheid van de basisschool. Dat laatste is dus in overeenstemming met de principiële doelstelling van OKW maar een storende factor bij het bepalen van de geschiktheid van een leerling voor een bepaald onderwijsniveau. Een IQ-test is goed om de om vast te stellen welk niveau een bepaalde leerling aankan. Een voorbereidende cursus voor het VWO, afgesloten met een toelatingsexamen voor dat schooltype, biedt de mogelijkheid om het resultaat van de voor het VWO benodigde factoren intelligentie, werkhouding en belangstelling te meten.
      Dit, Hinke, naar aanleiding van jouw punt 1
      Naar aanleiding van de voorstellen om het tijdstip van de CITO-toets te verplaatsen zou ik willen dat BON een standpunt over deze quaestie inneemt en haar opvatting aan Plasterk mededeelt. Het is nu een geschikt tijdstip daarvoor en door het succes bij de strijd tegen realistisch rekenen heeft BON zoveel gezag opgebouwd dat door het ministerie en het onderwijsveld serieus op haar mening gereageerd zal moeten worden

      Seger Weehuizen

      • Ministerie en CITO toets
        Volgens mij is het beoordelen van een school door het ministerie aan de hand van de CITO uitslagen van recente datum. Het oorspronkelijke doel van de CITO toets (onderschreven door het ministerie) is wel degelijk om passend vervolgonderwijs te adviseren.

      • Berperktheid IQ-test
        Een IQ-test meet alleen wat een leerling mogelijk zou kunnen presteren, niet of hij er moeite voor wil doen. Daar zit écht de crux. Je wilt geen leerlingen in het VWO die 130 hebben, maar verder zo lui zijn als de bliksem.

        Seger, zó oud ben jij nou toch ook weer niet. Kwestie schrijven we echt al enkele decennia als kwestie en niet als quaestie……………

  3. Toelatingsexamens….
    ‘..dat de kwaliteit van de adviezen sterk varieert en in hoge mate afhankelijk is van de persoon van de beoordelaar’. Dat is een voldongen feit.
    Dat echter de score van de Cito-toets afhankelijk is van het niveau van de betreffende basisschool, heb ik niemand horen zeggen.
    Ook de Cito-toets is derhalve geen betrouwbaar meetinstrument.
    In mijn jaren werd aan de leerlingen aan het einde van de vijfde klas, dat is nu aan het einde van de zevende groep, de schoolkeuze gevraagd. Let wel gevráágd.
    In mijn geval hoefde ik het antwoord zelf niet te geven. Dat riep mijn klas voor mij in koor.
    Leerlingen die naar de HBS of het Gymnasium wilden, kregen in de zesde klas, cq. achtste groep, extra vakken zoals Frans. Vervolgens was er de test of deden de leerlingen toelatingsexamen voor de betreffende school.
    Moeilijk hè, om dat te verzinnen. Voor die toelatingsexamens heb ik me al eerder sterk gemaakt. Kunnen ze mooi de ratjes buiten houden en zelf het niveau van eigen instroom bepalen.
    Helaas moet bij iedere generatie het wiel opnieuw uitgevonden worden.
    En de minister, die doet niets.
    ‘Nee, natuurlijk niet’, hoorde ik een voorbijganger, die overigens niets met onderwijs te maken heeft, hedenmorgen zeggen:’Die Plasterk wordt op het ministerie niet serieus genomen. Daarom wordt hij overal naartoe gestuurd om lintjes door te knippen. Anders loopt hij alleen maar in de weg.’
    Hé, dacht ik.

    • De ratjesvanger
      Ik ben ook erg voor toelatingsexamens. Maar wat moet er gebeuren met die ratjes die wel leerplichtig zijn en noch voor het toelatingsexamen VWO, noch voor dat van HAVO, MAVO of andersoortig VMBO slagen (omdat ze eigenlijk nog in groep zes moeten zitten)? Heeft u ook een oplossing voor die leerplichtige ratjes?

      • Als je nog in groep 6 moet zitten, dan hoor je niet ingroep 8
        Het taboe op zittenblijven is een ramp. Als een kind een achterstand heeft in groep 3 en dan gewoon “over gaat”, keer op keer, en uiteindelijk in groep 8 terecht komt, dan heeft hij vanaf groep 4 dus niet passend onderwijs gehad. Dan heeft hij vanaf groep 4 nauwelijks meer kunnen presteren.

        Overigens is het opmerkelijk dat veel kinderen wordt geadviseerd om nog maar een jaartje door te kleuteren (van groep 2 naar 3) omdat ze nog niet “schoolrijp” zijn. Daar kan het dus kennelijk wel, maar dan op basis van pedagogische argumenten. Als het gaat om onderwijs argumenten, dan is zittenblijven plotseling onmogelijk. Dat verschil in het door de basisschool ervaren belang tussen opvoeden en onderwijzen is tekenend. Een basisschool vindt dat opvoeden kennelijk veel belangrijker dan het onderwijzen.

        Mochten er duidelijke redenen zijn waarom een kind niet mee kan, dan zouden we een soort bijzonder basisonderwijs moeten uitvinden… Go was er vroeger niet zo iets… BLO… Of speciaal onderwijs wat mij betreft ook best.

        Maar kinderen groep 8 laten afmaken en naar het VO sturen met de bagage van een kind van groep 6 lijkt me gegarandeerde ellende. Is ook niet nodig!

        • ’t Lijkt me zinvoller
          om kinderen pas in groep 3 toe te laten, als ’t taalniveau voldoende is. Basisscholen vinden overigens opvoeden niet belangrijker dan onderwijzen. Ze worden gedwongen tot opvoeden. En inderdaad, ’t afschaffen van ’t speciale onderwijs was en is desastreus.

        • Inzake zitten blijven
          Een jaartje blijven zitten komt, dacht ik, toch nog steeds wel voor. Maar er zijn er die als 13- of zelfs 14-jarigen nog steeds heel slecht kunnen lezen, schrijven, spellen of rekenen. Die kun je toch moeilijk in groep 6 of 7 laten zitten tussen kinderen van 9, 10 en 11. Wat dan?

      • Een oplossing voor die leerplichtige ratjes?
        Een eigentijdse vorm van huishoudschool met alle gezinsvoedende, gezinsopvoedende en verzorgende vakken en natuurlijk ouderwets (ja!) beroepsonderwijs.

        • Foei Hals
          Kijk Hals, hier laat je je erg in de kaart kijken: de ratjes moeten naar het beroepsonderwijs. En ondertussen maar roepen dat dit heel erg nuttig en gelijkwaardig is en dat je er zo’n mooi vak mee kan leren. Ook jij ziet het beroepsonderwijs als stalling voor losers.

          Het énige wat mis is met het huidige beroepsonderwijs VMBO is dat dit tevens (maar niet uitsluitend) dient als afvoerputje voor niet-opgevoede leerlingen. Daardoor heeft het VMBO zo’n slechte naam, zo’n slechte leercultuur en zulke abominabele resultaten!!!

          Nee, ratjes horen in speciale opvoedingsscholen. We zouden hiertoe het speciaal onderwijs voor moeilijk opvoedbaren plus het vormingswerk weer in ere kunnen herstellen.

          • @Hinke….
            Als je niet wil of kunt leren, moet je toch echt nog wel ergens aan de bak.
            Zwerven op straat is uit de mode. En handje ophouden ook.
            En, inderdaad, een mooi beroep is een mooi beroep.

          • Eens met Hinke
            Maar of dat nou de taak van het reguliere beroepsonderwijs is ….

            Geld verdienen kun je ook aan de lopende band. Heb je geen opleiding voor nodig … (nou ja, meestal)

            Als je het beroepsonderwijs in ere wilt herstellen; de (bijv.) ambachtsschool weer echt ’n ambacht laten onderwijzen, vakmensen die een VAK willen leren en niet tussen de restanten van de maatschappij hun weg moeten zoeken binnen wilt halen, dan zul je dus aan een andere vorm van onderwijs voor die moeilijke groep moeten denken.

Reacties zijn gesloten.