Pleidooi om te mogen dromen

Pleidooi om te mogen dromen

“ I have a dream”, is voor de naoorlogse generatie tot op heden ten dage een one-liner die zijn weerga niet kent. Meerdere keren heb ik in de afgelopen weken “I have a dream” vergeleken met “Yes we Can”. Niet alleen ik maakte die vergelijking, ook de televisiemakers hadden de oude beelden van dominee King uit de donkerste hoeken van het archief gehaald, afgestoft en naar ik hoop met enige eerbied, de ether ingestuurd om de huidige generatie kennis te laten maken met de droom en de hoop van de indertijd onderdrukte zwarte minderheid van het Amerikaanse volk. Vele, om niet te zeggen alle, hedendaagse Afro-Amerikanen hoorden de slepende dramatische stem van King, telkens “ Yes we Can” versterkt uit de luidsprekers klonk.

Prem is aangevallen, verketterd, beschimpt en in de grond getrapt omdat hij in zijn programma “ de klas van Prem” een van de kinderen heeft voorgehouden dat als je hard je best doet je ook wel minister-president kan worden. De goegemeente sprak schande, hoe durft hij dat kind dingen voor te houden die onmogelijk zijn. Naast het eenvoudige feit dat het inderdaad in dit land mogelijk is het tot minister president te schoppen omdat daar geen diploma’s maar democratisch verworven stemmen voor nodig zijn hoorde ik Prem eigenlijk zeggen “You have a dream”, en daar is niks mis mee, integendeel.

Het “Yes we Can” is zo nieuw leren, zo competentie gericht opleiden, zo ‘streberig’, hebberig en zelfzuchtig, zo doelbewust egocentrisch, zo alles-vertrappend-wat-in-de-weg-staat. In het basisonderwijs worden jonge kinderen doodgegooid met lessen ‘ondernemerschap’. Sjacheren met als doel er vooral financieel beter van te worden. In de jonge hoofdjes worden de eerste beginselen van winst en verlies gepompt, ook al hebben ze moeite om uit te rekenen hoeveel zes keer vier is. De arme schaapjes wordt voorgehouden dat het leuk is om te chatten, liefst in het Engels met collegaatjes uit Singapore, Bogota, Kaapstad en Adelaide, terwijl ze met moeite op de wereldbol Nederland weten te vinden, laat staan de Nederlandse taal degelijk onder de knie hebben. Al die opgeschoten puberjeugd die met duizenden tegelijk zich aandienen bij de voorronden van de X-factor om zich tot op hun veters af te laten branden en te kijk te laten zetten voor de rest van de natie heeft maar een doel, beroemd en rijk worden, dat doen ze effe.

Het “ yes we Can” van het voortgezet onderwijs en het MBO vraagt om een POP een persoonlijk ontwikkelingsplan met een PAP een persoonlijk actieplan. We stellen het doel vast en daar gaan we op af, we bepalen van tevoren wat we gaan doen, met wie we dat gaan doen en hoe we dat gaan doen en we zullen er dan ook alles aan doen om het zo te doen en niet anders. Daarna bepaalt de leerling in samenspraak met zijn coach welke competenties nodig zijn om het doel te bereiken. Die competenties worden verworven middels een gedragstherapie die enkele jaren in beslag neemt en waarbij de deelnemer door het opleidingsinstituut in samenwerking met de werkgever exact gekneed wordt tot een modelwerknemer, wat het doel van instituut en werkgever is, de modelwerknemer creëren. Zoals een slechte therapie betaamt zijn er geen ijkpunten voorzien en is er een willekeurig, niet opgeleid als therapeut, iemand die willekeurig oordeelt over de vorderingen van de deelnemer. De enige motiverende opmerking ligt bestorven in de mond van de nieuwerwetse therapeut die zichzelf coach en begeleider noemt, “ Yes you Can”.

Uit mijn jeugd herinner ik mij het verhaal van de man die zocht naar het einde van de wereld. Het was zijn droom. Jarenlang trok hij door de wereld van stad naar stad, van land naar land. Geen berg was hem te hoog, geen zee te diep. Tijdens zijn reis droomde hij van het einde van de wereld, hoe die er uit zo zien en dat hield hem jaren- en jarenlang overeind om te blijven reizen door weer en wind met tegenslag en voorspoed, tot op een dag hij bij een hele hoge muur kwam, daarachter lag het einde van de wereld. Hij beklom de muur keek er overheen en keerde terug naar huis. Aan ieder die hem vroeg wat hij daar gezien had vertelde hij steeds hetzelfde. Hij kon het niet uitleggen, niet beschrijven, je moest het met je eigen ogen gezien hebben, als je wou weten wat er achter de muur die het einde van de wereld markeerde lag, moest je zelf gaan kijken. De droom leefde voort.

De “doelenstellers” reiken nooit verder dan het bereikbare. De “ dromers” daarentegen bereiken het onmogelijke, met dank aan dominee King.

Sjeekspier

3 Reacties

  1. Inzake ML King
    Heeft King het onmogelijke bereikt? Hij heeft zijn leven lang gestreden voor gelijke burgerrechten. Wanneer je op zoek gaat naar concrete resultaten van Kings inspanningen vind je erg weinig: geen wetten of andere tastbare zaken. Zijn betekenis is blijkbaar meer die van grote inspirator en bieder van hoop. Hoe je zo’n prestatie waardeert is een kwestie van smaak. Een goeie dominee was hij zonder twijfel.

    • Zo’n prestatie lijkt groter dan…
      Op 1 december 1955 weigerde de zwarte Rosa Parks haar plaats in een bus aan een blanke reiziger af te staan. Rosa Parks werd uit de bus gezet en vervolgens gearresteerd. De zwarte gemeenschap van Montgomery, onder leiding van dominee King, reageerde op het incident met een geslaagde busboycot (1955-56) en bereikte een belangrijke overwinning toen de bussen van Montgomery ook aan zwarten moesten toestaan om op iedere plaats in de bus te gaan zitten. Hierna bereikte King spoedig nationale bekendheid vanwege zijn uitzonderlijke charisma en persoonlijke moed. Bij tal van gelegenheden trad hij als spreker op, waarbij hij de discriminatie van de zwarte bevolking aan de kaak stelde.
      Zijn filosofie van niet-gewelddadig verzet leidde tot zijn arrestatie bij talrijke gelegenheden. Hij werd gehaat door aanhangers van de rassenscheiding in de zuidelijke staten. Er werd een aanslag op zijn woonhuis gepleegd en hij en andere zwarte leiders werden op beschuldiging van samenzwering veroordeeld.
      Op 28 augustus 1963 hield hij een toespraak in Washington, waar meer dan 250.000 mensen op af kwamen. Hierin beschreef hij dat blanken en zwarten kunnen samenleven en sprak hij de legendarische woorden “I have a dream”. In 1964 kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. Op 6 augustus 1965 ondertekende president Lyndon Johnson de “Voting Rights Bill” en willigde zo de meeste van Kings eisen in.
      Op 4 april 1968 werd hij doodgeschoten op het balkon van het Lorraine Motel. De moord leidde tot een nationale golf van rellen in meer dan 60 Amerikaanse steden. Vijf dagen later, 9 april 1968, verklaarde President Lyndon B. Johnson als een dag van nationale rouw. Een menigte van 300.000 mensen woonde zijn begrafenis bij op diezelfde dag.

      Hij schiep de voorwaarden voor een rechtvaardiger samenleving en daardoor is zijn betekenis wellicht groter dan die van menig president.

Reacties zijn gesloten.