NRC: Ouderwets rekenen mag weer

In NRC een uitgebreid artikel dat veel scholen aan het twijfelen zijn over realistisch rekenen en overwegen een methode te kiezen die minder realistisch is.
Ook de uitgevers brengen minder realistische methoden op de markt. De niet aflatende aandacht van Jan van de Craats en zijn “bende” heeft effect. Bij dergelijke veranderingen ten goede kan ik niet nalaten op te merken dat dit veel ontzettend veel kinderen ongelooflijk veel betekent. Miljoenen kinderen krijgen straks beter rekenonderwijs dan zon der deze inspanningen het geval zou zijn geweest. Een indrukwekkend succes voor Jan en BON.

U kunt zich nog inschrijven voor de BON rekenconferentie waar Jan van de Craats een van de sprekers is.

7 Reacties

  1. Inzake RR: hoog tijd!
    Op mijn school worden in 3 VWO bij wiskunde de tafels der vermenigvuldiging nu weer ingevoerd. Weliswaar 6 jaar te laat, maar beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Zelf overweeg ik om maar eens een half lesje aan de staartdeling te besteden.
    Overigens is in mijn vak, natuurkunde, het verhaaltjeskarakter van de sommen ook vreselijk toegenomen. Ook daar hetzelfde verschijnsel: een opgave waarvan de natuurkundebasis tamelijk eenvoudig is (maar daarom niet minder nodig!) wordt nodeloos ingewikkeld gemaakt door allerlei context-geleuter eromheen. Het gevolg is, dat bij het maken van dat soort sommen het zicht op wat de leerling werkelijk niet beheerst je wordt ontnomen. Kan hij nu gewoon niet lezen of snapt hij de ntuurkundige principes niet? Meestal is het dat laatste, maar het wanbegrip wordt dan alleen maar verergerd door de tekstuele complicaties van de opgave.

    • Leer jij ze geen wiskunde, dan leer ik ze geen natuurkunde
      Inderdaad: er is een club van natuurkunde didactici die precies dezelfde principes aanhangen als de wiskunde didactici van het Freudenthal Instituut. En de uitwerking is hetzelfde. Natuurkunde is verworden tot verhaaltjes en ontdaan van de wiskundige basis. En dan kom je niet ver natuurlijk.
      Zouden ze samenspannen: “leer jij ze geen wiskunde, dan leer ik ze geen natuurkunde”

  2. Op de voorpagina én openbaar
    In de krant begint het verhaal prominent op de voorpagina.

    Twee citaten:
    Ook uitgever Nicola Brijde van uitgeverij Bekadidakt en uitgeefmanager Else Simons van Malmberg zeggen dat er in de nieuwe methodes die in januari worden gepresenteerd al veel meer oefenmateriaal staat dan voorheen. Kale rijtjes sommen dus. „Verder vallen we zwakke rekenaars niet meer lastig met verschillende oplossingsstrategieën, maar sturen we ze meer in één richting”, zegt Zagers van ThiemeMeulenhoff. „Op verzoek van scholen dat ze meer rust willen op de pagina’s, hebben we opgaven meer naar soort geclusterd.” Maar inzicht blijft ook belangrijk, zeggen de uitgevers. Simons: „We noemen het nu ‘evenwichtig rekenen’.”

    Het ministerie van Onderwijs heeft een onderzoek gelast naar de problemen in het rekenonderwijs. Het wil onderzoek naar wat er bekend is over effectieve rekendidactiek.
    Gert Gelderblom, adviseur bij onderwijsadviesbureau CPS, vindt het jammer dat dat nu pas gebeurt. „Ik had liever dertig jaar geleden, toen het realistisch rekenen werd ingevoerd, zo’n onderzoek gezien naar de effectiviteit, maar helaas. Er is heel veel geld geïnvesteerd in het realistisch rekenen. Maar het is ingevoerd zonder dat men wist of het wel effectief was.”

    “Evenwichtig rekenen” ….. hoe zat dat ook alweer met die voedertroggen?

    Hoe dan ook: op de BON Rekenconferentie van zaterdag 22 november a.s. gaan diverse sprekers (waaronder Jan van de Craats) in op de alternatieven voor Realistisch Rekenen.

  3. NRC heeft ook nog artikel over Meneer Van Dalen.
    In het wetenschapskatern van dezelfde NRC gaat de rubriek “alledaagse wetenschap” van Karel Knip ook over rekenen en rekenles. Hij behandelt daarin de geschiedenis van Meneer Van Dalen die Wacht Op Antwoord en de teloorgang van het staartdelen en het worteltrekken. Er staat een plaatje bij van een kladpapiertje dat door een derdejaars studente Rechten is gebruikt in een poging om 78566 te delen door 183. Die poging is mislukt, ze heeft het uiteindelijk moeten opgeven.

    Groet,

    Paul Huygen

  4. soccon op de helling
    In het artikel wordt ook de link gelegd tussen realrek en sociaal-constructivistisch leren. Nu aangetoond is dat het realrek niet tot de gewenste resultaten leidt, kan het soccon wel op de helling. Aangezien het competentiegericht onderwijs gebaseerd is op het soccon, gooien we over niet al te lange tijd ook het cgo in de prullenbak.

  5. onderwijsvernieuwing = eigenbelang
    Het lijkt erop dat we op de goede weg zijn. De nieuwste wetenschappelijke inzichten tonen aan dat kinderen structuur nodig hebben, en houvast, en goede uitleg, en rust, en duidelijkheid. Het echte nieuwe leren is dus: oefenen, oefenen, oefenen. Het nieuwste nieuwe leren is: echt rekenonderwijs, en echte spelling- en grammaticalessen. De enigen die er niet aan willen, aan de nieuwe inzichten dat oefenen loont, zijn verzuurde oude onderwijsvernieuwerds. Zij zetten de hakken in het zand en houden alle verbetering tegen – puur uit eigenbelang. Maar dat blijft niet lang duren, want ook zij zullen uiteindelijk toe moeten geven dat als het niveau omhoog moet, er gewoon goed les gegeven moet worden. Les door een hoogopgeleide docent die weet waar hij het over heeft.

  6. Discussie op NRC website
    Op de NRC website is ook een DISCUSSIE over dit onderwerp gaande. Op het moment van schrijven staan er al zo’n 130 reacties, het overgrote deel voor “ouderwets” (wat heet …. ) rekenen. Boeiend leesvoer!

    Tekenend lijkt mij deze reactie van ‘Michiel’:
    Na het lezen van veel reacties van (met alle respect) ouderen wil ik ook als lid van de ‘jongere generatie’ graag reageren.
    Ik ben 23 jaar oud, heb in 1997 mijn basisschool afgesloten en ik kan rekenen. Ik kan me nog herinneren dat wij toentertijd wel nog (in groep 4) tafeltjes moesten opdreunen en iets later ook staartdelingen moesten maken. Dat ik een zoon ben van een wiskundeleraar zal ongetwijfeld ook hebben geholpen, maar ik heb nooit problemen gehad door een gebrek aan rekenvaardigheden.
    Nu, 11 jaar later, heb ik het VWO afgerond en vorige zomer mijn HBO-diploma tot docent wiskunde (2e graad) gehaald. Ik ben zelf nu ook leraar wiskunde en wordt dagelijks geconfronteerd met de problemen waarmee de onderwijsfilosofen van Nederland de leerlingen hebben opgezadeld. Alles wordt blind in de rekenmachine geduwd, en er wordt al helemaal niet kritisch naar het resultaat dat deze machine geeft gekeken. Gelukkig zijn de huidige methoden in het VO redelijk opgebouwd, en komt hier wel eerst een duidelijke algebraïsche, of ‘kale’ zo U wil, instap, alvorens toepassingen worden gegeven.
    Even terug naar de HBO-opleiding tot wiskundedocent. Als de HBO-opleiding tot bassisschoolleerkracht vergelijkbaar is met de door mij gevolgde opleiding dan kan ik me voorstellen waar de problemen vandaan komen. Mijn opleiding was namelijk een lachertje. Op de hogescholen (en universiteiten?) lopen docenten rond die, net als de lieden van het Freudenthal instituut, veel te veel overtuigd zijn van het nut van “touchy-feely”-onderwijs (vergeef me de keuze voor deze Engelse term). Onderwijs dat per sé leuk moet zijn, dat aantrekkelijk moet zijn ten koste van pure kennisoverdracht en vakkennis of expertise. Mijns inziens worden leerlingen nog het meest gemotiveerd wanneer je als docent duidelijk laat zien dat jij weet waar je het over hebt, dat jij diepte hebt. Dat merk ik nu al in de klas; ik heb ook minder moeite met de orde in de klas als ik een goed, fatsoenlijk onderbouwde ‘kale’ uitleg geef, dan wanneer ik ze ‘motiveer’ met ‘activerende didactiek’.
    Ik hoop dat de bewindslieden eindelijk eens naar de ‘kale’ cijfers gaan kijken en ingrijpen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden!

Reacties zijn gesloten.