8 Reacties

  1. Je kunt maar beter je mond houden…of toch niet?
    Citaat:’Met een voor je school lastige criticus als Giebels moet je iets als bestuurder, en liever iets anders dan de boel stilzwijgen. Het had ook anders kunnen gaan. Het Commanderij had bijvoorbeeld de discussie kunnen openen. Zichtbaar, in levende lijve of via een website, daarmee alle onrust een uitweg biedend. Als een lerende organisatie die het debat over onderwijs niet schuwt. Helaas is het allemaal anders gegaan.’

    Je kunt maar beter je mond houden…in alle situaties. Voor de een ben je een klokkenluider, voor de ander een nestbevuiler, of je brengt je eigen school in diskrediet. Nee, een gulden regel is: wees in alle opzichten loyaal met je werkgever, anders komt je salaris en positie in gevaar.
    Of toch niet?
    Mogen en moeten we zelfs de wantoestanden niet aan de kaak stellen?
    Is het niet beter voor een bedrijf of instelling dat de werknemers kritisch meedenken?
    Zegt men niet altijd dat ‘de verkeerde leiders’ (Hitler in het ergste geval) door een gebrek aan kritiek van de mensen om hen heen door die mensen zelf ook (mogelijk) gemaakt zijn?
    Is het niet zo dat ook de ondergang van het onderwijs mogelijk is gemaakt doordat de werknemers, de docenten in dit geval, vergeten zijn voldoende weerstand te bieden aan verkeerde ontwikkelingen?
    Ze hebben natuurlijk wel geprotesteerd tegen middenschool en wat al niet, en ze hebben ook binnen hun klaslokaal (bijna) altijd toch gedaan wat ze zelf wilden, maar toch…?
    Was dat wel voldoende?
    Is het ook nu niet zo dat we met ons allen onvoldoende weerstand bieden aan ongezonde situaties?
    Of laten we het eens omdraaien: nemen docenten wel voldoende initiatieven ook in onderwijskundige vraagstukken en door leidinggevende posities in te nemen, de goede natuurlijk niet te na gesproken?
    Immers de docenten maken het onderwijs. Wie zijn de anderen dat zij ons op kunnen opdragen dingen te doen die indruisen tegen ons gezond verstand?

    • Die anderen
      Die anderen betalen ons salaris en delen ons mee dat we de dienstopdracht dienen uit te voeren. De meeste collega’s hebben geen moed en energie om er tegenin te gaan. (Bovendien gaat het vanzelf wel weer over, hebben ze al vaak genoeg meegemaakt). Daarnaast willen ze hun baan niet riskeren.

      • Het is waar
        Het is waar wat Hals en Hinke stellen en dat is juist het punt van zorg. De ouders, de belastingbetaler, de toekomstige werkgever en de leerling zijn allen gebaat bij de gedreven kritische docent. De enigste die er geen baat bij heeft is de bestuurder en middels het machtswoord snoert hij deze docent de mond.
        Samen met de politiek zullen wij dus een veel betere klokkeluidersregeling moet bedenken en die zijn daar gelukkig op dit moment mee bezig en dat geeft hoop. Nog veel belangrijker is echter dat wij van de stichtingsstructuren afkomen waarin ons onderwijs gevangen zit. Deze rechtsvormen maakt dit wangedrag mogelijk dit natuurlijk naast een enorm mentaliteitsvraagstuk, want een gelegenheid rechtvaardigt nog geen wangedrag.

        • Gelegenheid rechtvaardigt geen wangedrag
          De top van het AIG concern in de VS viert feest nadat de naïeve samenleving 85 miljard in het bedrijf heeft gestoken om het overeind te houden, kosten € 320000
          Sjoerd claimt en krijgt meer geld voor het onderwijs van de naïeve samenleving en verhoogt zijn eigen salaris met 38%.

  2. Inzake het W-gevoel
    Laten we beginnen met de vaststelling dat dat W-gevoel op veel (de meeste?) scholen in geen velden of wegen te bekennen is (en in plaats daarvan?).
    Wat zo’n school (dus in dit geval de schooldirecteur) als het Commanderijcollege had moeten doen, is de discussie over onderwijsvernieuwingen e.d. gewoon intern voeren, waarbij je duidelijk maakt dat elke mening welkom is, en dat ervaring daarbij meer gewicht in de schaal legt dan zomaar iets vinden.
    Zo’n discussie moet dan meer zijn dan alleen een zogenaamde inspraakronde, waarbij de uitkomst al vast staat. Wanneer men als docentenkorps en ander personeel serieus genomen wordt en wanneer men kan meedenken, dan ontstaat uiteindelijk de gewenste mentaliteit: de school is van ons allemaal, schouders eronder. Veel leidinggevenden weten dat ook wel, maar proberen dit probleem met fopinspraak en manipulatie te omzeilen.
    Het onderwijs is hier natuurlijk niet uniek in. Maar in deze sector is wel al heel lang precies het omgekeerde gebeurd: autoritaire incapabele beslissers, kleinhouders en onzekere schreeuwers bepalen het beleid. Dan moet je niet verbaasd zijn als je op zekere dag vechtend over straat rolt.

  3. wij cultuur
    Een van de meest spraakmakende zaken die hier op bon voorbij zijn gekomen betreft de zaak Straaijer versus Fontys, een onderdeel of direct gevolg van de chaotische reorganisatie bij Fontys Engineering. De namen Houben en Waleson horen als direct verantwoordelijken bij dat drama. Wat blijkt, alles is weer zo als het was.
    Het lid van de Raad van Bestuur, Houben, heeft zijn portefeuille personeel weer gewoon terug en Waleson is elders binnen Fontys weer gewoon directeur. Wij zorgen dus erg goed voor elkaar zowel op het Commanderij als op Fontys als op tal van andere plaatsen binnen het onderwijs.

  4. De wethouders van de 4 grote steden
    De wethouders van de 4 grote steden zien dat de helft van de slechte scholen in hun steden staan en zodoende duizenden kinderen geen goed onderwijs krijgen. Zij spreken zelfs van een maatschappelijke onderklasse waar de kenniseconomie aan voorbij gaat. Volgens hen doen met name een aantal besturen veel te lang veel te weinig om dit tij te keren. En wat blijkt dan, het ministerie durft of kan niet ingrijpen.
    Heel terecht stellen zij daarom de centrale vraag : “van wie is de school”.
    Het antwoord is schokkend en simpel, de school is in handen gegeven van een zeer kleine elite en de leerlingen, de ouders en al de andere belanghebbenden zijn overgeleverd aan de willekeur van deze elite.
    Blijkens de brief van de wethouders is de zittende politiek niet voornemens deze elite te elimineren. Sterker nog het enigste wat de politiek doet is nog meer van die groepjes toestaan tussen het ministerie en de besturende elite van de scholen zijnde de VO- Raad etc.
    Baasjes als zij zijn luisteren de besturen natuurlijk net zo min naar een VO- Raad als naar een wethouder. Voor de leerling maakt het weinig uit of dat hem nu goed onderwijs onthouden wordt door een bestuur of door een Raad.

  5. Het kan ook echt anders, van Meel geschoffeerd.
    Dat de wij-cultuur binnen het management ook erg selectief kan zijn blijkt wel heel erg duidelijk uit de nieuwsdienst van Fontys. Vrijdag 24 oktober was daar te lezen dat de directeur van de Fontys Dansacademie uit zijn functie gezet is. De directeur ,van Meel, blijkt plotseling niet meer in staat de bestaande problemen met roosters en het Onderwijs Examen Regelement op te lossen. Plotseling omdat van Meel al sinds 15 jaar directeur van de Fontys Dansacademie was. Volgens bestuurder van Elderen was tweederde deel van de problemen te wijten aan van Meel en achtte hij van Meel ook niet in staat om deze problemen op te lossen. Deze directeur van Meel is schijnbaar, na 15 jaar, uit de gratie gevallen en dan schroomt men dus niet om deze mens publiekelijk te schande te zetten.

Reacties zijn gesloten.