Bang voor het eindexamen

Bang voor het eindexamen

Het is voor mij toch nog een verrassing dat de eisen voor het eindexamen worden aangescherpt. Het was immers bekend dat de vertegenwoordigers van de schoolbesturen en van de leraren liever alles bij het oude wilden laten. Alleen Beter Onderwijs Nederland was vóór ontkoppeling van schoolonderzoek en centraal schriftelijk. Waarschijnlijk heeft het oordeel van deskundigen uit het hoger onderwijs de doorslag gegeven. En dat is, als je er even over nadenkt, ook juist. Het diploma van het middelbaar onderwijs heeft niet alleen een afsluitend karakter maar verschaft ook toelating tot hogere opleidingen, het is in zekere zin een toelatingsexamen.
De huidige regeling levert teveel studenten op met een tekort aan kennis en vaardigheden, dat is vaak zonder meer aantoonbaar, en men wil daarom dat de toelating niet meer vergemakkelijkt kan worden doordat de in principe harde criteria van het CSE worden aangelengd met zachte en oncontroleerbare gegevens van het schoolonderzoek.
Men moet de feiten onder ogen durven zien. Degenen die tégen de ontkoppeling waren zeggen nu dat ze vrezen voor grotere uitval. Dat kan nog wel eens meevallen. De leerling is nu eenmaal een ‘homo economicus’ op het punt van leren en cijfers halen. Het kan absoluut geen kwaad als er harder gewerkt wordt door de leerlingen, op school èn thuis. Er is ook niets op tegen dat minder leerlingen voor de ‘hoogste’ opleidingen kiezen. Er zijn al te veel studenten die niet verder komen dan een ‘level of incompetence’. Trouwens, al bij de invoering van de Tweede Fase was het bedoeling dat
leerlingen beter gedetermineerd zouden worden.
De scholierenbond LAKS vindt dat het raar is dat exameneisen omhoog worden geschroefd ‘zonder dat de staatssecretaris iets doet om het onderwijs te verbeteren’. Dat is een beetje rare opmerking. De bedoeling is immers dat het niveau van het onderwijs verhoogd wordt, zowel in middelbare als in hogere opleidingen.
Dat alles neemt niet weg dat er op scholen met een traditie van een goed en degelijk schoolonderzoek een gevoel van teleurstelling kan zijn. De goeden moeten met de kwaden lijden, helaas. Gestreefd moet echter worden naar behoud en honorering van waardevolle elementen uit dat schoolonderzoek. Groot voordeel voor docenten is dat ze niet langer een morele druk hoeven te voelen als ze voor de vraag – ook van de schoolleiding – gesteld worden of ze leerlingen via het schoolonderzoek het voordeel van de twijfel moeten geven.
Tenslotte, in de nieuwe examenregeling moeten ook de opgaven voor het centraal schriftelijk aan hoge eisen van niveau en relevantie voldoen en mag de beoordeling niet, zoals nu het geval is, aangepast worden aan de prestaties van de populatie van het jaar waarin het examen plaats vindt. Laat men het nu eens fatsoenlijk regelen.

Cornelis Verhage

5 Reacties

  1. Heel terecht
    Deze opmerkingen: Geen gesjoemel meer met SO-cijfers en geen glijdende normen meer bij het CSE.
    Maar er is meer nodig. De onderwijsvernieuwlingen hebben ook gezorgd voor een ernstige uitholling van (harde) vakinhouden.
    Er moet ook worden ingegrepen bij al die vage competenties en werkstukken. Een grondige opschoning van examenprogramma’s kan er voor zorgen dat nutteloos gefröbel wordt vervangen door ‘goed onderwijs’.

  2. Drogredenering, Cornelis…en het bestuur heeft zich vergist…
    Je zegt:’Dat alles neemt niet weg dat er op scholen met een traditie van een goed en degelijk schoolonderzoek een gevoel van teleurstelling kan zijn. De goeden moeten met de kwaden lijden….’

    Ik dacht toch echt dat de leerlingen moesten werken voor het behalen van een diploma en dat dat het doel was waarnaar we streefden. Daar behoren lessen bij, repetities en schoolonderzoek.
    Dat het schoolonderzoek – in feite tussentijdse toetsingen waar behoorlijk mee gesjoemeld kon worden – een tijdje mee mochten tellen om het CS te compenseren was voor een aantal leerlingen, docenten en scholen mooi meegenomen.
    Om nu te redeneren dat het zielig is voor sommige scholen dat dat in de toekomst niet mee zo is, is natuurlijk een vreemde redenering.
    BON was voorstander van een opwaardering van de diploma’s. Nou, dat krijgen ze nu.

    Vreemd dus dat het bestuur van BON even niet in de gaten heeft dat ze dit kadootje op een presenteerblaadje krijgen aangereikt.
    Ik zou nu maar een persbericht uit laten gaan, dat ze zich gisteren vergist heeft.

  3. Goed en degelijk
    Ervan uitgaande dat met een “goed en degelijk schoolonderzoek” bedoeld is: een SE waarvan de zwaarte en de scores vegelijkbaar zijn met het CSE, dan hebben die scholen daar helemaal geen last van. Immers, bij deze goede scholen zijn de eindcijfers ongeveer gelijk aan de SE-cijfers.
    Wie wel wat te vrezen heeft zijn de sjoemelende scholen die veel te hoge cijfers geven voor het SE. Er terecht, daar komen ze in de nieuwe regeling niet meer mee weg.

    • “Daar komen ze in de nieuwe regeling niet meer mee weg.”
      JTS schreef: “daar komen ze in de nieuwe regeling niet meer mee weg”.

      Is dat wel zo? Van Bijsterveldt stuurt alleen de Inspectie naar scholen die over een reeks van drie jaren een verschil van >0,5 punt tonen tussen het *gemiddelde* CE-cijfer en het *gemiddelde* SE-cijfer.

      In een ‘gemiddeld SE-cijfer’ kunnen zeer wel structureel te hoge cijfers voor bepaalde vakken schuilgaan. Als mijn sectie Nederlands jaarlijks het schoolexamen structureel 1,0 punt hoger doet uitkomen dan het CE (wat heel veel is), dan kraait daar geen haan naar. Tenzij nog drie of vier andere examenvakken datzelfde doen. Maar anders zal het gemiddelde SE-cijfer daardoor slechts een tiende punt toenemen.

      Het gaat dus meer om sjoemelende secties dan sjoemelende scholen. Gezien het feit dat secties tamelijk afzonderlijk opereren en zich van elkaars examennormen (streng/soepel etc.) niet zoveel aantrekken, zou de Inspectie beter op sectieniveau (schoolvakniveau) kunnen ingrijpen dan op schoolniveau.

      Dat is praktisch gezien ook helemaal niet moeilijk. Ze hebben de cijfers gewoon tot hun beschikking.

      • Pak eerst de grotere problemen aan
        Natuurlijk zegt een gemiddelde niet alles. Maar als een verschil van één punt voor nederlands geneutraliseerd wordt door veel kleinere verschillen bij andere vakken, is er niet zo veel aan de hand. Slechts weinig leerlingen zullen dan ten onrechte een diploma krijgen. Het lijkt mij in dat geval dan ook meer een zaak waar de schoolleiding de betreffende vaksectie op aan zou moeten spreken.
        Veel belangrijker is dat sjoemelende scholen, die structureel bij allerlei vakken grote verschillen vertonen tussen CE en SE, waardoor veel leerlingen ten onrechte slagen, door de inspectie serieus aangepakt worden.
        En juist deze scholen hebben – terecht! – bij het invoeren van de nieuwe regeling een probleem: er zullen nog maar weinig leerlingen ten onrechte slagen, omdat zij nu aan extra eisen voor het CSE moeten voldoen, waaraan zij tot nu toe structureel niet voldeden.

Reacties zijn gesloten.