Het einde van de standaardtaal ?

Volgens de taalgeleerde Joop van der Horst is het einde van de standaardtaal nabij; nou ja, het duurt misschien nog wel een paar honderd jaar maar deze evolutie is niet tegen te houden. Het is een proces dat al in de negentiende eeuw begonnen is. “Gesproken taal werd belangrijker, onder meer door de uitvinding van de telefoon en allerlei technieken om spraak op te nemen. De laatste twintig jaar gaat het pas echt hard. De standaardtaal moet wijken voor een taalgebruik dat aangepast is aan de doelgroep., en wie zich krampachtig vasthoudt aan de norm wordt een beetje als marginaal beschouwd”.
“Het einde van de standaardtaal”, het boek waarover zondag met de auteur werd gesproken in Boekenetc., lijkt me een interessante studie van een gerenommeerd wetenschapper. Toch zit ik er wel een beetje mee in mijn maag voor wat het taalonderwijs betreft. Weliswaar geeft het boek een visie voor de lange termijn en hoeft het niet direct consequenties te hebben voor het huidige taalonderwijs. Toch lijkt het me koren op de molen van diegenen die roepen dat aandacht voor correcte spelling en grammatica eigenlijk een beetje uit de tijd is. Ook Van der Horst geeft daartoe aanleiding waar hij zegt:”dat computergebruik heeft trouwens ook invloed op onze omgang met de taal. Om iets op te zoeken, moest je vroeger het alfabet kennen, want woordenboeken en encyclopedieën waren alfabetisch geordend. Nu tik je gewoon een los trefwoord in een zoekmachine in. Je hoeft zelfs niet meer correct te spellen: Google, bijvoorbeeld, geeft bij een spelfout zelf al enkele correcte suggesties”. Het mag zijn maar in hoeverre moeten we in het onderwijs nu al meegaan met deze “onvermijdelijke” evolutie.
Daarop is nog geen antwoord behalve bij diegenen die de standaardtaal nu al bij het oud vuil hebben gezet. Het lijkt ook een beetje in de mode om van iets in een historische analyse het einde te proclameren. Zo verordonneerde de Franse literatuurwetenschapper William Marx niet zo lang geleden in een overigens fraaie studie “het afscheid van de literatuur”.
Wat gaan we doen met die taalevolutie ? De laatste decennia is daar op gereageerd met een paar nogal ongelukkige spellingshervormingen waar niemand echt blij mee is. Misschien bevestigt dat enigszins het gelijk van Van der Horst. Je hoeft je ogen niet te sluiten voor het gegeven dat oude standaarden onder allerlei invloeden eroderen. Maar daarop antwoorden met: dat is een onvermijdelijke ontwikkeling waarover we ons maar niet al te druk moeten maken vind ik in hoge mate onbevredigend, in de eerste plaats voor degenen die het taalonderwijs moeten verzorgen Die staan a.h..w. met lege handen.
Daarom mijn vraag op dit forum: moeten in het onderwijs strikt de vigerende taalregels worden geleerd en voorgehouden of (en in hoeverre) moet er nu al ruimte worden gecreëerd voor een meer divers taalgebruik ?

6 Reacties

  1. Ik zie die
    Ik zie die spellingshervormingen nu juist als een voorbeeld van waarom je dit soort dingen beter gewoon op z’n beloop kunt laten en vooral niet krampachtig willen ‘meegaan met de eisen van de moderne tijd’.
    Dus ik zou zeggen: “ik vindt” gewoon fout blijven rekenen, tot het moment dat niemand het meer als fout beschouwt. Vooral niet op de door onderzoekers voorspelde zaken vooruitlopen. Dat doet vaak meer kwaad dan goed.

  2. Rekenen en taal
    Op de basisschool leer je spellen (als het goed is). Het nuttig effect daarvan is niet alleen dat je dan goed kunt spellen. Je leert ook regeltjes toepassen, logica doorzien, omgaan met uitzonderingen op de regel, nadenken in het algemeen.
    Hetzelfde kan je zeggen van leren rekenen. Ook daar strekt het nuttig effect veel verder dan dat je naderhand een kassabon kunt natellen.

    Ik leer mijn leerlingen scheikunde. Wie van hen doet later ooit nog iets met pH-berekeningen? Wie tekent er ooit nog een mooie structuurformule?
    En toch vind ik het hartstikke nuttig dat die leerlingen zich verdiepen in scheikunde. Je leert er namelijk wel van nadenken – en wel op een andere manier dan bij andere vakken.

    Laat iedereen vooral het belang blijven inzien van je best doen om goed te spellen. En als dat bij sommige leerlingen nooit helemaal aanslaat, het zij zo.
    En laten we helemaal blijven proberen leerlingen zorgvuldig te leren formuleren. (Wat een hopeloze zin is dit …)
    Waar blijven we als leerlingen niet meer hoeven nadenken bij wat ze doen?

    • Reaktie
      Een wat late reaktie maar ik ben niet elke dag op deze site. Ik ben het natuurlijk met Classica en H2SO4 eens. En het zal waarschijnlijk zo’n vaart niet lopen zo lang er genoeg mensen zijn die zo verstandig zijn het belang van een bepaalde standaard in te zien. Ik zie de analyse van Van der Horst daar min of meer los van.Die geldt de langere termijn. Misschien heeft hij gelijk, misschien niet. Ik heb het boek overigens nog niet integraal gelezen. Het is op dit moment in herdruk.
      Maar toch, geheel zorgeloos ben ik niet. Lees wat op onze onvolprezen rubriek “Onderwijskundigen en onderwijsbobo’s aan het woord” een echte professor en onderwijskundige hierover zegt. “Een hoogleraar als Ad Verbrugge klaagt dat zijn studenten niet kunnen spellen, maar hij vertelt er niet bij wat ze allemaal beter kunnen dan vroeger: presenteren, formuleren, Engels spreken. Is goed spellen belangrijk ? De jongere generatie vindt dat helemaal niet. Die laat de computer de spelling controleren We moeten het dus nog eens worden over de leerdoelen.”
      Ik besef ook dat dit onderwerp uiteraard niet alleen leraren Nederlands en andere talen aangaat maar iedere docent, die te maken krijgt met schriftelijk werk van leerlingen/studenten. In hoeverre maken die zich nog druk over spelfouten, verkeerde d’s en t’s etc. en laten ze dat meewegen bij de beoordeling ? Ik zelf vind dat je correct Nederlands minstens als basisnorm mag stellen voor schriftelijk werk. (Goed, we maken allemaal wel eens een foutje). Ben ik dan nu toch al niet een beetje een ouwe zeur ?

  3. het is onvermijdelijk…..
    en dus stimuleren we…
    – de afbouw van de landbouw en veeteelt in NL
    – het volledig verdwijnen van de zware industrie
    – de sloop van de Nederlandse cultuur
    – de sluiting van de kolenmijnen
    – kaartautomaten in plaats van een conducteurs
    – het xtc gebruik op feestjes
    – dat kinderen geen boeken meer lezen
    – de ultieme globalisering
    – de overdracht van de zeggenschap over ons land aan Brussel
    – de verkoop van NL bedrijven aan hedgefunds
    – het spelen van games in de klas (doen we net of het onderwijs is)
    – het de baas spelen van de eerste de beste puber over leraar en opleiding
    en zo zou ik nog wel wat minder politiek correcte veranderingen kunnen noemen ook.

    Hetzelfde geldt voor de teloorgang van de Nederlandse taal.

    Al die zaken hebben gemeen dat het de volledige ongeïnteresseerde en ultieme slappe lullen mentaliteit is, maar dat er kennelijk een zweem van barmhartigheid en het zich wegcijferen, gecombineerd met wanstaltig pragmatisme aan kleeft. Kijk eens hoe onzelfzuchtig wij zijn, niks zware industrie hier, dat mogen die arme jappanners/koreanen/… wel van ons doen.

    En iedere keer blijkt het eigenlijk helemaal niet zo onvermijdelijk en blijkt de zooi bewust de vernieling in gewerkt.

    Het is simpelweg decennialang een vlucht naar voren. Wat dat aangaat passen de onderwijsvernieuwingen perfect in dit beeld

    • Onvermijdelijke stijging
      Gelukkig worden al die nare onvermijdelijkheden opgelost door de onvermijdelijke stijging van de waterspiegel, waardoor Nederland (en nog een paar andere landjes) onvermijdelijk zullen verzuipen.

      • Groen-links…
        …aanhangers zijn de enigen die dat geloven.
        De rest van Nederland weet wel beter.
        Kortom: het probleem blijft.

Reacties zijn gesloten.