Een historisch besluit

Column, 16 september 2008

“Autonome school is historische fout”, schrijft Aleid Truijens in de Volkskrant van 9 september. De autonomie maakt dat schoolbesturen beslissen over salarissen en bevoegdheden van leraren. De minister van onderwijs staat aan de zijlijn: “Plasterk moet een werkelijk historisch besluit nemen. Het is van tweeën één. Neem als overheid weer de volledige verantwoordelijkheid voor het onderwijs en regel de salarissen en bevoegdheden centraal, óf laat de onderwijsmarkt vrij, opdat leraren en ouders zelf scholen oprichten en besturen en verschillende onderwijsmethoden hun succes moeten bewijzen.”

Dit dilemma geldt in feite voor de hele publieke sector. In de jaren negentig zijn publieke diensten door de overheid op afstand gezet: zorg, openbaar vervoer, woningbouw, onderwijs. Er werd een grijs gebied tussen markt en overheid gecreëerd: de semi-publieke sector. Neem de NS. Loopt het uit de hand met de vertragingen? Gaan de prijzen te veel omhoog? De minister wijst naar de NS, want hij gaat er niet meer over. Ook minister Vogelaar heeft grote moeite om afspraken te maken met woningbouwcorporaties over haar prachtwijken. Hetzelfde geldt voor het onderwijs. Schoolbesturen hebben enorme vrijheid om te bepalen wat er op de scholen gebeurt. Zij bepalen de hoogte van het salaris en zij bepalen welke leraren bevoegd zijn.

Het probleem is dat de democratische controle hiermee is opgeheven. De spoorwegen, de scholen, de corporaties: ze laten zich niet zomaar door de regering vertellen wat ze moeten doen. Als het misgaat, roepen Kamerleden en ministers moord en brand, maar macht om het te veranderen hebben zij steeds minder. Dus de cruciale vraag waar de politiek voor staat, is: laten we publieke diensten nog meer los of nemen we de zeggenschap weer terug in handen?

Een volledige privatisering lijkt me geen goed plan. Het leidt tot het recht van de sterkste met als gevolg grote ongelijkheid. Publieke diensten worden particuliere diensten, uitsluitend beschikbaar voor mensen met geld. Zaken die van ons allemaal zijn moeten bestuurd worden door mensen die democratisch gekozen zijn. Vandaar dat ik kies voor de eerste optie van Aleid Truijens.

31 Reacties

  1. Een systeemcrisis
    In de financiële wereld kun je zien hoe de prediking van de vrije markt uit de hand is gelopen. Zonder overheidstoezicht en controle zijn een aantal gladjanussen erin geslaagd om het hele financiële systeem aan het wankelen te brengen. Het gaat de overheden en burgers veel geld en moeite kosten om deze zaak te repareren.
    In het onderwijs is er niet gespeculeerd met geld maar met de opvoeding van komende generaties. De effecten daarvan komen pas op langere termijn aan het licht en ze kunnen niet meer worden gerepareerd. Daarom verwacht ik pas van hun schade en schande een fundamentele herziening van het onderwijs.
    Of de flaphoed op onderwijs in staat is om hieraan vorm te geven betwijfel ik. En zolang er niets gebeurt gaan de raden en managers ongehinderd door met het verkopen van hun praatjes voor de vaak en het graaien uit de onderwijspot.

    • Vanmorgen twee voorbeelden uit de gezondheidszorg
      NRC next viel in de bus met een verhaal over het gefuseerde ziekenhuis in Flevoland. Kapot gemaakt door zeer dure (45 000 euro per maand) bestuurders en Harry B, de Groen Links commissaris van de Koningin van Noord Holland, die kennelijk naast zijn primaire baan ook nog topdog kan zijn van twee ziekenhuizen in rampspoed.
      Goeie artsen vertrokken en zetten een prive kliniek op op korte afstand van het Ziekehuis.

      Tweede voorbeeld:
      Het vroegere Bosch en Duin Ziekenhuis in het Utrechtse (psychiatrisch) werd gereorganiseerd en daar zijn, net als bij andere inrichtingen hoogst waarschijnlijk mensen gestorven omdat het geld naar de managers ging in plaats van naar de zorg. Reorganisaties e.d. Het verhaal werd uit de doeken gedaan door een psychiater die er jarenlang had gewerkt, maar is vertrokken. Vanmorgnen bij het ochtendprogramma van de publieke omroep (TV)

      Zomaar een gewone donderdag, en weer twee voorbeelden. Identiek. Verschil met het onderwijs: wij hebben ook nog te maken met een laag van goeroes, boomaanbidders en sterrenwichelaars die de wiskunde leraar vertelt hoe hij de stof moet uitleggen. Maar… misschien zijn die er ook wel in de zorg, de jomandas die de oncoloog op de vingers tikken

      Het is inderdaad een systeemcrisis, van financiële wereld via politiek naar zorg en onderwijs.

  2. Ook bij Aleid-2 gelijke kansen
    Het verheugt mij dat Jasper van Dijk hier een pleidooi houdt voor optie Aleid-1. Het helpt om lezers van deze site ervan te overtuigen dat hoe dan ook aan de huidige organisatiestructuur snel een einde moet worden gemaakt. Verder ben ik niet principieel tegen Aleid-1 maar vanuit praktische overwegingen: De overheid zal niet krachtig genoeg zijn om al die daardoor overbodig geworden managers en bestuursleden zonder een cent op straat te zetten en zal de gemeenten niet willen laten zitten met grote overbodig geworden en voor ouderwets onderwijs verkeerd ingerichte nieuwbouw voor mega-scholen. (Dit lijkt op de bankcrisis in Amerika: Speculanten en bankmanagers hebben zich verrijkt en de gewone belastingplichtigen betalen de schade). Van hen over te nemen bij de invoering van Aleid-1 verwacht ik niet veel goeds.
    “Volledige privatisering” is een benaming voor de optie Aleid-2 die haar een smet geeft. Er is daarin plaats voor commerciële scholen maar er zullen ook scholen komen die door een stichting of een vereniging zijn opgezet. De bedoeling is dat de overheid voor elke leerling die opgeleid wordt voor een bepaald diploma hetzelfde bedrag ter beschikking stelt. Zo lang het ouders niet toegestaan wordt om daarnaast aan het instituut waar hun kind als leerling is ingeschreven extra te betalen heeft dat geen prikkel om extra diensten te verlenen aan kinderen van rijke ouders. Publieke diensten worden zo geen particuliere diensten die uitsluitend beschikbaar zijn voor mensen met geld
    Seger Weehuizen

    • @malmaison en Jasper
      Naar mijn ( bescheiden) mening is een mix van de twee oplossingen de beste oplossing. Er is niets tegen marktwerking waarbij scholen vanuit een eigen visie het onderwijs willen verzorgen dat zij voor ogen hebben. De markt zal inderdaad duidelijk maken of er genoeg belangstelling is. Een gezonde concurrentie tussen verschillende onderwijsstromen zal al snel het kaf van het koren scheiden. Voorwaarde darbij is dat megafusie en de daarmee gepaarde machtsconcentratie worden tegengegaan. En daar komen we dan bij de eerste optie. Zou het geen goed idee zijn om ( desnoods uitgesmeerd over een aantal jaren) alle gelden die beschikbaar worden gesteld aan de besturen te oormerken. Een geoormerkt deel voor lerarensalarissen, een geoormerkt deel voor management salarissen, een geoormerkt deel voor de bureaucratie enz…. De standaard hierbij is het leerlingenaantal, op X aantal leeringen y aantal managers en Z aantal bureaucratische medewerkers. Ik weet het een tamelijk eenvoudige voorstelling van zaken, maar jullie begrijpen wel waar ik naar toe wil, en dat hier nog een aantal haken en ogen aanzitten is duidelijk, maar het is maar een optie. Een en ander natuurlijk om het onmogelijk te maken dat gelden voor het pimaire proces en leermiddelen besteed worden aan management en bestuurderensalarissen. Ik ben er bijna zeker van dat de focus terug moet naar het primaire proces en indamming van de bureaucratische kerstboom. Dan pas zullen managers hun oren minder laten hangen naar de zweefliegers gewoon omdat ze te duur zijn er er weinig of geen gelden meer beschikbaar zijn voor experimenten.

      • De mix wordt een chimaera
        Naar mijn mening, Jeronimoon, moeten de megafusies niet alleen worden tegengegaan maar ook ongedaan gemaakt worden. En het oormerken van de post salarissen is ontneemt directeuren niet de mogelijkheid om leraren gedwee te houden door middel van een promotiebeleid.
        Op dit moment heb ik nog geen vertrouwen in de door jou voorgestelde mix.
        Seger Weehuizen

    • Vrije markt is de DOOD!
      Wie pleit voor vrije markt mag het griezelscenario uit de thuiszorg voor ogen houden. Ook het werk van CDA-kabinetten!
      Kort: Thuiszorg overgeheveld naar gemeenten. Die krijgen geld naar rato inwoners en KUNNEN dat aan thuiszorg besteden. Particuliere bedrijven en traditionele instellingen mogen intekenen wie het goedkoopste levert. De indicaties voor hulp verzorgt de gemeente: vooropgestelde quota voor zo laag mogelijke indicatie = lage kosten. Gevolg: Gekwalificeerde krachten verliezen massaal baan of kunnen voor voor veel minder nog werken. Meeste hulpbehoevenden kunnen nog hooguit wat laagst/ongeschoolde schoonmakers krijgen. Meeste werknemers zijn nog alpha-hulpen: minimaal betaalde “zelfstandigen” zonder opleiding die – geen risico voor de gemeente- wat komen poetsen.
      Toegepast op onderwijs: geen leraren meer nodig. Hooguit nog wat die zich voor een minimum bedrag per uur als kleine zelfstandige mogen verhuren. De prijs regeert: onderwijs wordt uitverkocht. Alleen Aleid-1 is een optie! Een overheid die verantwoordelijkheid neemt! Vrije markt = uitverkoop en de dood voor onderwijs!

      • beste weknow
        Helemaal gelijk wat betreft de vrije markt die jij beschrijft. Ook ik heb deze vrije markt niet voor ogen. Wat ik bedoelde met vrij markt is de vrijheid om het onderwijs in te vullen. Met de verplichte invoering van CGO op het MBO, de riducule didactiek die door de inspectie werd opgelegd aan het basisonderwijs, de geinstrueerde fusies en je kan er zelf nog wel wat bijdenken en de invoering van de lumps sum is geen vrije markt gecreerd, al beweren onze graaiende bestuurderen anders. Hun vrije markt bestaat uitsluitend uit zoveel mogelijk belastingeld innen. Daarom trugdraaien van de lumps sum en oormerken van de gelden, maar ook geen opgelegde didactiek van de overheid.

        • Invulvrijheid in het onderwijs
          Aanleiding om mij in te zetten voor beter onderwijs in Nederland, Jeronimoon, was mijn onvrede over de mogelijkheden voor mijn kinderen in het secundair onderwijs en de intolerantie van vooral de linksen wat betreft de invulling van het onderwijs, De basisvorming was toen pas ingevoerd en de intolerantie en de gelijkschakeling in het onderwijs beleefden hun hoogtepunt. Voor mijn kinderen wilde ik graag echte wiskunde en taalonderwijs met grammatica en vertalen. Ik wilde het hoge leertempo in de onderbouw terug zodat mijn kinderen eindexamen konden doen in Latijn EN Grieks en toch een diploma konden halen weermee ze natuurwetenschappen konden studeren. En vrijwaring van de flauwekul van het nieuwe leren. Ik hoop dat jij ook aan dit soort dingen denkt als je het hebt over de vrijheid om het onderwijs in te vullen. Als een voldoende groot aantal ouders van VWO-leerlingen om echte wiskunde voor hun kinderen in de onderbouw vraagt moet een school verplicht zijn om daarvoor te zorgen. Hetzelfde geldt voor grammatica en vertalen. Of nu Aleid-1 of Aleid-2 of iets er tussenin gekozen wordt er moet ook een grotere keuzetolerantie ingevoerd worden. Seger Weehuizen

      • Een heel ander soort vrije markt
        Waarom, Weknow, zou ik met mijn pleidooi voor een vrije markt voor het gesubsidieerde onderwijs het griezelscenario uit de thuiszorg voor ogen moeten houden? De vrije markt die ik voor ogen houd is geen markt waarin aannemers inschrijven op een aanbesteding en de aannemer met de laagste offerte de grootste kans maken dat hen het werk gegund wordt. Het moet een markt worden waarbij elke onderwijsinstelling voor leerlingen in dezelfde omstandigheden eenzelfde bedrag per leerling krijgen. De overheid bekostigt het onderwijs en de ouders kiezen een school. Als ze niet tevreden zijn over de keuzemogelijkheden kunnen ze zelf een school stichten die, mits zij voldoende resultaten levert, eveneens per leerling gesubsidieerd wordt. Om te voorkomen dat er scholen ontstaan die alleen toegankelijk zijn voor leerlingen met bemiddelde ouders wordt het voor door de overheid gesubsidieerde scholen verboden om schoolgeld of een ouderlijke bijdrage te vragen. Misschien is het goed om het dragen van een schooluniform te eisen om te voorkomen dat kinderen van arme ouders op bepaalde scholen worden weggekeken. Om goede resultaten te halen op centrale schriftelijke examens zullen de scholen voor goede resultaten moeten zorgen want anders raken ze hun subsidie kwijt en moeten ze sluiten. Ze kunnen wel onbevoegde docenten aannemen maar geen onbekwame en daarmee is het afgelopen met vele dure managers en directeuren. Voor ouders, leerlingen en goede docenten zou mijn markt zeer aantrekkelijk moeten zijn.Seger Weehuizen

        • De vrije markt van Seger
          De vrije scholenmarkt van Seger wijkt nauwelijks af de traditionele ‘vrijheid van onderwijs’. Door o.a. het stichten van scholen vrijwel onmogelijk te maken heeft het de overheid dit grondrecht verkwanselt.

          • Zoek de verschillen
            Als we ”nauwelijks” niet als al te beperkend opvatten is de uitspraak “De vrije scholenmarkt van Seger wijkt nauwelijks af de traditionele ‘vrijheid van onderwijs’” juist. Deze uitspraak gebruik ik als kapstok om de verschillen aan op te hangen. Het is dan aan de lezer om voor zichzelf uit te maken of het woord “nauwelijks” door mark79 terecht gebruikt is.
            Nieuw in vergelijking van vroeger is de wijze waarop het recht op het verkrijgen of het behouden van subsidie voor een school wordt vastgesteld. Het hoofdkriterion om dat te bepalen worden de resultaten die leerlingen op centraal schriftelijke examens halen. Dat moeten meer examens zijn dan het eindexamen dat soms pas na 6 jaar wordt afgelegd zoals bij het VWO. De hoofdreden is dat het voldoen aan dit kriterion volkomen objectief te meten valt. Verder heeft het gebruik van dit kriterion tot gevolg dat een school het cognitieve aspect van haar onderwijs niet kan verwaarlozen: De leerlingen moeten weer veel leren (en begrijpen en/of kunnen toepassen). Daar staat tegenover dat de scholen verder een vrijwel volledige vrijheid kunnen krijgen voor het inrichten van hun onderwijs. Zelfs de opleiding en de bevoegdheid van de leraar wordt voor de overheid volkomen onbelangrijk. Alleen het gemeten resultaat geldt. De ouders kunnen daar natuurlijk wel ontevreden over zijn maar weinig belet hen om zelf een gesubsidieerde school op te richten die aan hun eigen eisen voldoet. Die ouders kunnen dan leraren aanstellen die goed passen in HUN idee over goed onderwijs. Het kan zowel om een hoge vakbevoegdheid gaan als het aanhangen van een bepaalde didaktische of sociale opvatting.
            De positie van een leraar die er voor zorgt dat de leerlingen aan de cognitieve eisen van de centrale examens voldoen zal sterk blijven. Hij zal meestal ook een hoog honorarium kunnen bedingen want hij houdt de school wat betreft de subsidie uit de gevarenzône. 2000 tekens grens,
            Seger Weehuizen

          • Zoek de verschillen-voortzetting
            Om diezelfde reden zal een school een lastige leerling hard aanpakken wat de taak van de docent verlicht. Een school zal ook moeten kunnen besluiten om een leerling definitief te verwijderen. Het is beter de subsidie voor die ene leerling kwijt te raken dan, omdat die leerling de docent verhindert om efficiënt les te geven, alle subsidie.
            Er geldt een minimum eis voor de resultaten die de leerlingen op de centrale, bij voorkeur schriftelijke, examens halen. Anders zou ongewild de examentrainingen de andere activiteiten van de school marginaliseren. Maar scholen zoals het Lussac-college die zich helemaal op het halen van examens richten zijn wel toegestaan. Mogelijk is het terecht dat instellingen voor afstandsonderwijs, zoals het LOI, een geringere subsidie ontvangen. Mogelijk moeten aan scholen die selecteren bij de aanname van leerlingen, zoals de zelfstandige gymnasia, hogere eisen gesteld worden wat betreft de resultaten op de centrale examens. Concurrentie moet eerlijk blijven.
            De HOE-vrijheid van de scholen moet aangevuld kunnen worden met een beetje WAT-vrijheid. HOE en WAT kun je immers niet helemaal loskoppelen. Zo moet voor VWO-scholen de verplichting vervallen om in de onderbouw realistische wiskunde te geven. Dat betekent dat er ook bij de centraal schriftelijke examens keuzes gemaakt moeten kunnen maken. Het zou fijn zijn dat op de eindexamens ook vertalen getest zou kunnen worden.
            Seger Weehuizen

        • De markt is niet vrij
          Kenmerkend voor de markt is juist dat de macht bepaald wordt door het geld. Dus wie geld heeft heeft macht, en wie veel geld heeft heeft veel macht.

          Daarom moet de overheid een stevige controlefunctie hebben. Niet op het terrein van de inrichting van het onderwijs, maar wel ten aanzien van:

          – Eindtermen, helder geformuleerd in termen van kennis en vaardigheden (en niet in vage competenties), en daarmee samenhangend: Centrale examens

          – Regels voor de vereiste bevoegdheden, inclusief gedegen controle op het niveau van de lerarenopleidingen, en controle in de scholen of de lessen bevoegd gegeven worden.

          – Bindende regels, gekoppeld aan de bekostigingsvoorwaarden, met betrekking tot de betaling van leraren (naar bevoegdheidsniveau).

          – Oormerking van de beschikbare financiële middelen, met een bepaald maximum voor niet-onderwijzend personeel.

        • Beste Seger,
          Deze discussie hebben we al eerder gevoerd. Ik ken je gedachten in grote lijnen. Het gaat je om de vrijheid en het recht om een school te kunnen kiezen/stichten die aan je hoge onderwijskundige wensen voldoet. Die behoefte past in de context dat de algemene kwaliteit van onderwijs zo ondermaats is geworden. In DEZE situatie is het goed dat – als de overheid zijn verantwoordelijkheid niet neemt garant te staan voor kwaliteit – dat jij en te weinig anderen naar wegen zoeken om dat wel te creeren! In dezelfde context kan ik niet tegen prive-onderwijsinitiatieven zijn voor goed onderwijs, omdat ze prive-initiatief zijn. Het risico is echter dat dit de oplossing is voor een bewuste/happy/bemiddelde few. Goed onderwijs zie ik als een RECHT voor iedereen en een plicht voor de overheid om daarvoor te zorgen. Kwestie van overleven als samenleving en voorkomen dat cultuur en welvaart teloor gaan. Deze verantwoordelijkheid weggeven aan een ongecontroleerde elite, jongens van de vrije markt en de eigen portemonnee, die “ons” wel zullen redden, is een verschrikkelijke historische vergissing en de kern van alle problemen in het onderwijs! Daarom ben ik voor Aleid-1.

          • nog een kleine aanvulling op weknow
            Wat mij betreft komt daarbij dat de érgste problematiek in het VMBO zit. Heel toevallig gaat dat samen met niet al te bewuste, weinig initiatiefrijke en niet al te draagkrachtige ouders. Voor hen zal er dus zelden een oplossing komen.

            Ik zie een wereld van verschil tussen hen met diploma VMBO-T en het diploma basis. Het laatste biedt een diep- en dieptreurig niveau, je kunt beter zeggen: bijna geen niveau qua lezen, rekenen, studievaardigheden, etc. etc.

  3. Het middenveldmoeras
    Ik ben het helemaal eens met Jasper, alleen het vervelende is: juist het middelveld, dat dus geen veld of polder is maar een moeras waar alle efficiency, menselijkheid en kwaliteit in wegzinkt, is de kern van de CDA-ideologie. Kom je aan het middenveld, dan kom je aan het wezen van het CDA.

    Juist dat middenveld, als alternatief voor overheid en markt, is bij hun “herbronnings”-fase, de oppositiefase gedurende de paarse kabinetten, naar boven gekomen als hún thema. En argumenten, hoe goed ook, willen nogal eens een gering effect hebben op iemands politieke geloofsovertuiging. Grootschalig zetelverlies werkt meestal beter, maar daar heeft het CDA juist veel minder sterk mee te maken dan de andere middenpartijen.

    Zagen ouders, patiënten en huurders maar eens wat beter in dat ze elke verkiezing weer hun eigen gijzelnemers op het paard hesen. Het wordt tijd voor een pakkende film hierover die alles goed in beeld brengt. Of heeft iemand een beter idee om de mensen die het middenveld de hand boven het hoofd houden van gedachten te laten veranderen?

  4. De overheid zou wel moeten maar kan niet meer…
    Vanzelfspreken zou de overheid zijn verantwoordelijkheid moeten kennen en de nutsvoorzieningen, de gezondheidszorg en het onderwijs (Grondwettelijke plicht), opnieuw naar zich toe moeten trekken.
    Want iedere domoor weet dat bij marktwerking de zwakkeren ten alle tijde het onderspit delven.
    Echter: is de overheid er nog wel toe in staat?

    Twee punten wijzen er in ieder geval op dat de overheid zelf daartoe niet meer voldoende toe in staat is:
    1. De kosten, die verbonden zijn aan alle adviezen die de overheid van buitenaf binnenhaalt, zijn in de laatste jaren verzoveelvoudigd, omdat de deskundigeheid bij de overheid zelf niet meer aanwezig is.
    2. Ook in de Kamer zit over het algemeen te weinig deskundigheid om dezelfde overheid te kunnen corrigeren.

    We zitten in een vicieuse circel, want de overheid zou wel moeten, maar kan niet meer. De burger ziet dat ook.
    Daarom moeten we dan ook niet vreemd opkijken van de vertrouwenscrisis die er is tussen de burger en de overheid.

    • Waar een wil is, is een weg
      “1. De kosten, die verbonden zijn aan alle adviezen die de overheid van buitenaf binnenhaalt, zijn in de laatste jaren verzoveelvoudigd, omdat de deskundigeheid bij de overheid zelf niet meer aanwezig is.”

      Als er deskundigheid voor nodig is, dan haal je die in huis door die te kopen (zoals nu), of door die in dienst te nemen (wat wellicht op langere termijn voordeliger is). Als er nu al veel geld wordt uitgegeven aan advies, is er dus ook genoeg geld om goeie mensen in dienst te nemen; je geeft het alleen anders uit. Mensen die bij een reorganisatie overbodig worden (procesmanagers met te weinig deskundigheid), gaan zich heroriënteren op de arbeidsmarkt. We hebben voor deze mensen een goed vangnet, en sowieso is er werk zat.

      “2. Ook in de Kamer zit over het algemeen te weinig deskundigheid om dezelfde overheid te kunnen corrigeren.”

      Dit lijkt me lastiger om op te lossen. Misschien toch maar een forse loonsverhoging, ingaand vanaf de volgende verkiezingen. Kwaliteit aantrekken en vasthouden kost nu eenmaal geld: ook in de politiek. En als je het als Kamerlid gênant vindt worden, dan stort je het maar terug, of geeft je het aan een goed doel, of aan je partij. Misschien is het ook gewoon wel nodig dat Kamerleden betere inhoudelijke ondersteuning krijgen; dat ze makkelijker dingen kunnen laten uitzoeken of zo, net als op een ministerie. Ik weet niet hoe dit nu geregeld is. Ook dat kost natuurlijk geld, maar ook dat verdient zich als het goed is terug.

      • 2 x fout (@Em)
        Ad 1. Het wemelt in Den Haag van de incompetente ambtenaren. Dat schijnt inherent te zijn aan dat beroep.
        De afgelopen jaren is het ‘advies van buiten’ gestegen van 300 miljoen [300.000.000] tot over het miljard [>1000.000.000] om het gebrek aan deskundigheid van het ambtenarenapparaat te compenseren.
        Ad 2. Geen forse loonsverhoging voor parlementariërs. Juist niet!
        Liever, zoals Plato zei, helemaal geen loon. Plato:”De overheid zal ervoor zorgen dat hen niets tekort komt”. (maar ook niet meer!)
        Want de volksvertegenwoordigers zouden ‘om niet’ de staat en het volk moeten dienen.
        Dat zou de juiste mensen op de juiste plaats brengen. Iedere euro salaris voor parlementariërs is teveel. Kortom vrijwilligerswerk in de Kamer.

        Zo heb je er vast nog niet tegenaan gekeken:-)

        • Hals schrijft: Ad 1. Het
          Hals schrijft: Ad 1. Het wemelt in Den Haag van de incompetente ambtenaren. Dat schijnt inherent te zijn aan dat beroep.

          Wat een kinderachtige manier om een hele beroepsgroep in een kwaad daglicht te stellen. Ik weet wel dat het ‘advies van buiten’ drastisch is gestegen maar dat is m.i. meer omdat de bovenbazen binnen de overheid zelf geen beslissingen durven te nemen. Mijn ervaring met Haagse ambtenaren (beperkt tot Min. van V&W, dat wel) is dat er vele hardwerkende en goed geïnformeerde lieden rondlopen. Ongeveer evenveel – verhoudingsgewijs – als in commerciële bedrijven, schat ik zo in. Met dat verschil dat een fout van een ambtenaar heden ten dagen ongeveer tot molecuulniveau wordt uitvergroot in elke krant en een fout van een medewerker in een commercieel bedrijf vaak niet bekend wordt.

          Ad 2. Geen forse loonsverhoging voor parlementariërs. Juist niet! [KNIP] Iedere euro salaris voor parlementariërs is teveel. Kortom vrijwilligerswerk in de Kamer.

          Ook op deze categorie is het tegenwoordig goedkoop prijsschieten. Ik zal niet beweren dat meer geld automatisch toppers in de Kamer brengt, maar ik vermoed dat het wel zou helpen. Vrijwilligerswerk is flauwekul.

          • collateral damage
            Als ik mij goed herinner stond er in de NRC dat het een onderdeel van het personeelsbeleid voor rijksambtenaren is om ter bestrijding van verkokering binnen deze ambtenarij hen vaak van baan te laten veranderen met als gevolg dat er weinig ambtenaren een gedetailleerde specialistische kennis op een bepaald gebied opbouwen. Daardoor wordt het steeds vaker nodig om een adviebureau in te schakelen. Gebrek aan deskundigheid bij de ambtenaren wordt dus gezien als acceptabele collateral damage van het personeelsbeleid.
            Seger Weehuizen

          • ….kinderachtige manier…@Marten?
            Ad 1. Je bijvoeglijk naamwoord is misplaatst, want het is geen persoonlijk opvatting. De cijfers staven het.
            Ad 2. Is je het theater in de Kamer nooit opgevallen?
            Maar lees m’n reactie maar op Bernard.

        • Inzake vrijwilligers
          U slaat wel een paar stappen over, Hals. Voordat u het salaris van de parlementariërs terug brengt tot nul, zou ik er eerst eens over nadenken of vrijwilligers per definitie beter werk leveren dan betaalde krachten. Ik heb het onbehaaglijke gevoel dat dat wel eens niet zo zou kunnen zijn. Heeft u goede ervaringen met vrijwilligers?

          • Vrijwilligerswerk en samenleving…
            Vrijwilligerwerk is voor een samenleving onmisbaar.
            Ik denk dat er geen cijfers van zijn, – gelukkig niet, want zulke dingen moeten onder de korenmaat blijven -, maar vrijwilligerswerk houdt een samenleving overeind.
            Een bekend voorbeeld van bijna-vrijwilligerswerk is de gemeenteraad. Zo een instituut heeft iedere stad en ieder dorp. Gemeenteraadsleden krijgen een minimale vergoeding van bijna geen betekenis met als gevog dat de heren en dames het daar in ieder geval niet voor de euro’s doen.
            Wat Plato echter bedoelt, is dat de mannen die de schaapjes op het droge hebben zich voor de staat ‘om niet’ zouden moeten inzetten, louter uit ideële motieven en natuurlijk met hun deskundigheid, die ze in de loop van hun leven hebben opgebouwd.
            Nu lopen er kinderen en meisjes in de Kamer – denk maar even aan het huilmeisje van de ‘moeder heeft verdrietpartij’ die over de OV-chipkaart gaat -, zonder enige kennis van zaken en zonder enige ervaring en rijping, die denken te kunnen beslissen over zaken die de gehele samenleving aangaan.
            Gevolg is bekvechterij, verkeerde beslissingen, elkaar de vliegen afvangen om partijpolitieke overwegingen, gratis schoolboeken, basisvorming, studiehuis, privatisering van de nutsvoorzieningen, vechten in Uruzgan, problemen in de gezondheidzorg en ga zo maar door.
            Stel we zetten de de mensen in de Kamer, zoals Plato bedoelt,……………..

          • Die Plato was niet gek..
            Met Plato’s idee ben ik het wel eens. Maar hij heeft het over mensen met veel ondervinding (en denkelijk een werkzaam leven achter zich). Ik dacht bij vrijwilligerswerk, net als u, ook meteen aan de gemeenteraden. Alleen heb ik daar associaties met zwaar verpolitiekte adolescenten, die nog nooit een slag werk in de maatschappij hebben gedaan en alleen het politieke wereldje kennen. Mensen die van jongs af aan (uit ‘principe’) nog nooit een betaalde baan hebben gehad zitten óók vaak in het vrijwilligerswerk. Dit zijn niet altijd mensen die met twee benen op de grond staan. Vaak zijn het ongeneeslijke querulanten die in een gewone baan niet te handhaven zijn. Evengoed zitten ze dan opeens wél in de gemeenteraad.
            Maar het omgekeerde zal vast ook wel voorkomen, en ik ben het met u eens dat het dan een zegen is.

          • Zoals Plato bedoelt?
            Het is een vrome wens van Hals: de belangelozen aan de macht. Maar Plato had toch iets geheel anders voor ogen dan democratie. Hij was allerminst een democraat. Plato was een aristocraat. Men kan niet ongestraft Platoonse elementen plaatsen in een parlementaire democratie. Het idee van een parlement uitsluitend bestaande uit onthechten klinkt daarnaast wel mooi maar is onhaalbaar. De realiteit is en blijft dat politiek – en zeker ook democratie – een kwestie is van clientelisme.
            De onthechte vrijwilligers van Hals zouden in een democratie niet gekozen worden, omdat zij het volk niet naar de mond praten.

          • De onthechte vrijwilligers van Hals….
            ‘De onthechte vrijwilligers van Hals zouden in een democratie niet gekozen worden…’
            Dat weet ik nog zo net niet.
            Het vereist een mentaliteitsverandering, maar daar zijn sommigen nog niet aan toe.
            Wat nu zeker is, is dat de Kamer en het ambtenarenapparaat niet functioneert, bij gebrek aan inhoudelijke kennis. Dat is een algemeen maatschappelijk verschijnsel.
            Nu is de zeepbel van Wallstreet eindelijk uit elkaar gespat. (Herman Wijffels in de VK: ‘hypotheekcrisis was roofpartij’)
            De overige zeepbellen zullen wel spoedig volgen.
            Want wat Vasari (kunstenaar en kunsthistoricus uit de hoog-renaissance) al zei: ‘na een periode van neergang komt ongetwijfeld weer een periode van bloei’.
            De twintigste eeuw was een eeuw vol diepe droefenis.
            Ik heb mijn hoop gevestigd op deze nieuwe eeuw.

  5. zogenaamde marktwerking
    Aleid heeft gelijk: het hinken op twee gedachten leidt nooit tot een goed resultaat. Zogenaamde marktwerking introduceren in een in essentie door de overheid geregelde sector leidt tot corruptie en machtsmisbruik, hetgeen BON terecht aan de kaak stelt. Een voorbeeld hiervan is de lumpsum regeling. Eigenlijk is de term “marktwerking” niet op zijn plaats. Beter is te spreken van decentralisatie of uitbesteding, waarbij de overheid de regie over de besteding van belastinggeld deels uit handen geeft.
    Een volledig door de overheid geleid onderwijs houdt in dat de middelmaat regeert: de lat ligt laag, en het onderwijsnivo heeft de neiging in de loop der jaren verder af te dalen. Bovendien is het onderwijs in deze situatie onderhevig aan overheidspropaganda, waar met name het vak geschiedenis kwetsbaar voor is, maar ook andere vakken.
    Onderwijs in een vrije markt kent meer ongelijkheid: er zijn excellente scholen, maar er zijn matige en slechte scholen. De variatie van onderwijs is groter dan in een door de overheid gestuurd systeem.
    Wie gelijkheid hoog in het vaandel heeft, zal voor de overheid kiezen als regelaar van onderwijs, maar zal middelmatigheid op de koop toe moeten nemen. Wie vrijheid verkiest boven gelijkheid, zal de voorkeur geven aan de vrije markt.
    Voor mij is het inmiddels geen vanzelfsprekende zaak meer dat de overheid het onderwijs moet beheren. Echter, aangezien de overheid in Nederland het onderwijs onder haar hoede heeft, is het raadzaam ervoor te pleiten dat zij dan ook de volledige verantwoordelijkheid neemt en geen zaken afschuift naar een middenkader, dat zich vervolgens in een machtspositie kan nestelen. De andere weg, pleiten voor een volledig vrije onderwijsmarkt, is mijns inziens legitiem maar binnen de Nederlandse verhoudingen thans niet realistisch.

    • vroeger lat bij overheid hoog
      De vroegere HBS had een zwaar programma op hoog niveau die ervoor zorgde dat veel kinderen van laag- of matig-opgeleide ouders op de universiteit terecht kwamen. De 5-jarige HBS was van Hoogere Burgerschool geëvolueerd naar Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het niveau van HBS-B was zo hoog dat het 6-jarig gymnasium, vroeger de enige reguliere VWO-opleiding geaplitst werd in een alpha- en een bèta-richting. Kinderen van hoogopgeleide ouders of van ouders van hoog maatschappelijk aanzien gingen meestal naar het gymnasium. Doordat de HBS-opleiding werd afgesloten met (alleen maar)een centraal schriftelijk eindexamen waren alle HBS-en ongeveer even goed. Ook in mijn Aleid-2 zorgen centrale examens voor eenzelfde niveau bij een bepaald type opleiding. Voor het VWO mag dat best hoog zijn.
      Tot en met 6 oktober kan ik niet meer reageren op bijdragen op dit FORUM.
      Seger Weehuizen

  6. De autonomie van scholen
    Er is een bureaucratie ontstaan, die het evenwicht tussen bestuurders, beleidsambtenaren en uitvoerders heeft verstoord. Als remedie werd een terugtredende overheid gezien. Niet een bescheidener ambitie van de verzorgingsstaat, maar een verzelfstandiging en privatisering van overheidsdiensten wordt gepropageerd door een instroom van jonge beleidsambtenaren, universitair geschoold in ‘bedrijfskunde’en ‘bestuurskunde’. Management, beheer en toezicht krijgen een sterkere nadruk binnen het overheidsbestuur, waarbij de inhoudelijke deskundigheid en kwaliteit teruglopen. De bedrijfskundigen en bestuurskundigen missen de inhoudelijke kennis van de aan beroepsopleidingen gebonden werkzaamheden van hun organisatie, terwijl de deskundigen in hun beroepsuitoefening gefrustreerd raken.
    De rijksdienst moest de Kamer, verslaafd als die was geworden aan beleidsnota’s en aan de daaruit voortwervelende reeksen wetsvoorstellen, elke week aan zijn ‘beleidsshots’ helpen. En werd daar compleet gek van; met als gevolg de roep om verzelfstandiging en privatisering van instituties en organisaties, in het leven geroepen bij de ontwikkeling van de verzorgingsstaat. En de scholen werden overgelaten aan schoolbesturen.

Reacties zijn gesloten.