Een interessant artikel in de Volkskrant van vandaag. De oordelen van de inspectie over zwakke scholen blijken nogal eens niet te kloppen. Vooral bij kleine scholen kan het soms veel schelen als gegevens van een paar leerlingen verkeerd worden verwerkt.
Reacties zijn gesloten.
Wordt de rechter te weinig gebruikt?
Wat mij vreemd voorkomt is dat alleen het opleidingsniveau van de ouders en niet de intelligentie van de leerlingen als corrigerende factor genomen wordt bij het vaststellen van de prestaties van een school. Er bestaat tussen die twee wel een positieve correlatie maar dat is daarvoor geen rechtvaardiging. Een onderwijzer zou intelligente leerling uit een zwak milieu tot grotere prestaties moeten kunnen brengen dan een leerling met een laag IQ. Dat een inspecteur geen kennis heeft van het verband tussen steekproefgrootte en de betrouwbaarheid van een steekproef (bij kleine klassen zou men naar het gemiddelde van meerdere jaren moeten kijken) geeft aan dat de inspecteurs onvoldoende opgeleid zijn. Maar ja, een belangrijk criterium voor geschiktheid was en is nog steeds het sympathiseren met onderwijsvernieuwlingen.
Ik hoop dat er een school het lef zal hebben om de inspectie aan te klagen wegens laster.Seger Weehuizen
correctie voor opleidingsniveau
In het artikel in De Volkskrant wordt gesproken over een correctie op de analyse op basis van het opleidingsniveau van ouders.
Een van de neveneffecten van de invoering van de Nieuwe Gewichtenregeling in 2006 is dat het opleidingsniveau van ouders strikt genomen enkel (administratief) vastgelegd mag worden indien hieruit aanvullende bekostiging voortvloeit. Is dit niet het geval, dan is het vastleggen van het opleidingsniveau van de ouders in strijd met de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De Commissie Bescherming Persoonsgegevens heeft, nav klachten van ouders, dit vastgelegd in een uitspraak in de richting van de toenmalige minister, mevrouw Van der Hoeven.
Hoewel er andere dan administratieve redenen kunnen zijn die het vastleggen van opleidingsgegevens van ouders zouden kunnen rechtvaardigen, kan bij een analyse van schoolresultaten het opleidingsniveau van ouders dus niet meer systematisch en betrouwbaar worden meegenomen, daar deze gegevens officieel niet in administratieve systemen aanwezig kunnen zijn.
Voorheen, in de oude Gewichtenregeling mochten er binnen de school meer gegevens over ouders worden vastgelegd (behalve gegevens over opleidingsniveau ook over werkniveau). Doordat deze elementen uit de administratieve eisen zijn verdwenen staat de term “achterstandsleerlingen” tegenwoordig gelijk aan de term “leerlingen met ouders met een lage opleiding”. De kwalificatie van de opleiding van ouders kent evenwel slechts 3 administratieve “niveau’s” en is voor de meeste doeleinden niet of nauwelijks significant te noemen.