Over vroeger en zo….

Over vroeger en zo….

Al de hele week ben ik in verwarring en zie ik mezelf als lid van een kleine minderheid van de Nederlandse bevolking. Ik weet, zomaar uit het niets, onbenullige en ontegenzeggelijk volstrekt nutteloze dingetjes en ze overvallen mij op de meest onverwachte ogenblikken. Vanochtend nog bij de vaat, blij met de borstel in het sop en ineens was het er, “in ‘t stille dal in ’t groene dal, waar kleine bloempjes bloeien”, neuriede door mijn hoofd bijna onmiddellijk gevolgd door “als de klok van Arnemuiden”. Heen en weer wiegend besefte ik dat er in heel Arnemuiden geen klok te vinden is. Dáárom zingen we ook “ÁLS de klok”.

Vanmiddag in de supermarkt betrapte ik mijn inwendige rekenmachine er op dat het alle prijzen en prijsjes van de artikelen in het mandje bij elkaar optelde. Volstrekt nutteloos want de kassa doet het nog eens smalletjes over en komt meestal tot dezelfde uitkomst. Het loopt zo stilaan de spuigaten uit. Als ik op de radio de nieuwslezer iets hoor zeggen over overstromingsgevaar van de gele rivier, dan ontvouwt zich voor mijn geestesoog de hele kaart van China en tekent een onzichtbare hand, in blauwe inkt, de kronkelige gele rivier. Ik weet het, volstrekt nutteloos, maar het overkomt me, ik doe het niet bewust.

Er zitten honderdduizenden, misschien wel miljoenen onbenullige, nutteloze en hopeloos verouderde weetjes verankerd in mijn hoofd. Wat moet ik met de wetenschap hoe spruitjes ruiken en smaken, hoeveel een haring kostte zeven jaar geleden, dat er twee wereldoorlogen waren eentje tussen 1914 en 1918 en eentje tussen 1940 en 1945, alles over de bloemetjes en de bijtjes, veel liedjes en versjes, dat de zon opkomt in het Oosten en ondergaat in het Westen, wat moet ik er mee?

Als ik wil weten waar de Amazone stroomt, of het verschil tussen zomer- en wintertijd, wanneer de slag bij Nieuwpoort werd uitgevochten, kan ik dat toch opzoeken? Ik hoef het toch niet te wéten, of wel?

Deze week was er weer een zelfgepunnikte onderwijsdeskundologe op de radio. Onbenullige kennis, halfwaardetijd van kennis, de Google-zegeningen, ándere kinderen die ánders denken en multitasken, de negen vormen van intelligentie. Alle waanzinnige vernieuwingsonzin voor het reddeloos verouderde onderwijs werd voor de zoveelste keer over mijn hoofd uitgestort.

Ik moest denken aan mijn opa, nog van het bouwjaar 1896. Ik hoorde weer hoe hij mij de verschrikkingen van de twee wereldoorlogen verhaalde, met namen, toenamen en plaatsnamen. Hij vertelde over de arme tijd, vroeger, lang geleden, toen de baas zijn ongebreidelde almacht met graagte ten toon spreidde en het werkvolk, samen met de kerk, arm en dom hield. Mijn opa zong vergeten liedjes van Hullebroeck en declameerde verzen van Gezelle, zomaar uit het blote hoofd. Tot een paar jaar voor zijn dood rekende hij de melkboer voor hoe hoog de wekelijkse rekening mocht zijn, niet met een rekenmachientje, uit het hoofd.

Tot op een dag de wet van de halfwaardetijd ongenadig toesloeg en mijn opa beroofde van zijn weetjes, liedjes, verzen, spreekwoorden en rekenkunstjes. In het begin viel het niemand op. De melkboer rekende met potlood en papier alles nog eens na. De tweede strofe van ‘de schoentjes gaan er met paren’ lukte ook niet meer zo goed. ‘Dien avond en dien roze’ van Gezelle en de ‘grote oorlog’ bleven het langst.

Langzaam maar zeker, voetje voor voetje, verlieten alle onbenullige en nutteloze weetjes zijn hoofd en maakten plaats voor het totale niets. Samen met al die wetedingetjes verdween mijn opa en zijn eeuw in een sluier van vergetelheid, stukje bij beetje, hapje na hapje, de laatste helft van zijn rijk gevulde leven eerst, de eerste helft, laatst. In zijn allerlaatste weken droomde hij zijn eigen wereld, waarin ik zijn overleden broer mocht zijn.

Mijnheer Alzheimer had besloten dat alle weetjes niet meer doorgegeven hoefden te worden, de volgende generatie kon het zelf wel uitzoeken. Onder de bezielende leiding van mevrouw Google.

Sjeekspier

11 Reacties

  1. Ontroerend
    Een ontroerend verhaal Jeronimoon. In de tijd van je opa was meneer Altzheimer nog onbekend en heetten die verschijnselen “kindsheid”. Grote triestheid past voor de mensen die dit overkomt en voor het geraaskal van mejuffrouw Google die kindsheid tot de natuurlijke staat van onderwijs promoveert.

  2. Arnemuiden
    De Arnemuidse bevolking moet het een dikke maand doen zonder het uurwerk van de Nederlands Hervormde kerk op de Markt. De klokken en het carillon zijn toe aan een onderhoudsbeurt. Klokkenspecialist *Koninklijke Eijsbouts* uit Asten gaat de klus klaren. Eijsbouts haalt de wijzers en wijzerplaten weg op maandag 11 februari. Die krijgen in de werkplaats in Asten nieuwe verlichting. In de tweede week van maart hangt de klokkenspecialist het geheel weer terug.
    Bron: PZC 6 februari 2008, *Lees verder…*, en *kijk*

    *Adios*

  3. Overweldigend Nederlands
    Dat overweldigend-Nederlandse gevoel heeft mij soms ook bij mijn lurven. Bijvoorbeeld als ik via Lisse van Den Haag naar Haarlem rijd… Prachtig! (Limburg, waar ik nu woon, heeft ook zijn attracties hoor…)

  4. De vakantie van de nutteloze weetjes
    Ik had het je al gezegd Jeronimoon: wat een prachtig verhaal. Inderdaad ontroerenend en wat mij betreft om nooit te vergeten.
    Ik had het gelezen net voor een weekje kamperen met mn jongste zoon. Nu, net terug, laat ik je even weten dat het de vakantie van het nutteloze weetje is geworden (en van de flauwe grappen, de regen en de tent natuurlijk). De duizend dingen die er voor zorgen dat er wellicht soms zelfs alleen schijnbaar, samenhang lijkt in de wereld waarin je leeft. De Franse landwegen, vol kuilen, die plotseling meer betekenis geven aan dat prachtige automobiel van jaren terug: de lelijke eend die colgens de reclame destijds gebouwd was zijn om er manden met eieren mee over die wegen te kunnen vervoeren. Nutteloos, die kennis. Ik heb geen eend en ben ze ook niet tegengekomen. Maar wel men mn zoon over Franse boeren met alpinopetten die eieren rondrijden in wankele wagentjes gesproken. Nutteloze gesprekken ook. Dient alleen voor: “building memories” zoals de Amerikanen zo fraai zeggen. Memories die betekenis geven aan je bestaan. Dank!

  5. Vandaag, zo vlak voor ’t nieuwe schooljaar,
    zag ik ’n jonge leerkracht/collega dansend bezig met ’t nieuwe (groep 3 t/m 8) digitale schoolbord. M’n krijtjesbord is weggereden. Opgegroeid in het digitale tijdperk toverde hij oh’s en ah’s van collega’s tevoorschijn. Zelf denk ik, dat ik makkelijker de werkwoordsvormen en het vermenigvuldigen met breuken kan uitleggen met ’n krijtje. Daarvoor kan ik MTV of ’n leuk teleblik item helaas niet gebruiken. De jonge collega liet zien hoe hij ’n slordige cirkel door de computer liet omzetten in ’n perfecte.
    Nu nog zichzelf en ik ben overbodig.

      • Ongetwijfeld.
        Vind ik ook niet zo’n item. Wel, dat ouders onder de indruk zullen zijn en denken, dat ’t onderwijs daardoor ernstig beter zal worden.

    • En helpen die nieuwe borden?
      Als je mensen over die borden spreekt hoor je altijd een paar enthousiastelingen roepen wat er allemaal aan nieuwe trucjes mee uit te halen is, zoals een ander zijn nieuwe auto aan iedereen wil tonen. Maar er is geen mens die serieus denkt dat het onderwijs er met die nieuwe borden noemenswaard op vooruit gaat. Ook de leverancier niet. Maar die heeft de zekerheid dat hij er zelf op vooruit gaat. En toch worden die dingen door alle scholen aangeschaft.
      Het lemmingengedrag waarmee het onderwijs deze dingen binnenhaalt is opmerkelijk, en toont in mijn ogen eens te meer aan dat regeren niet vooruitzien, maar ordinair kopiëren is.

Reacties zijn gesloten.