Toch geen generatie Einstein!

Er schijnt werkelijk onderzoek voor nodig te zijn om tot deze conclusie te komen, maar een TV in de huiskamer leidt werkelijk af, ook al kijk je er niet bewust naar. In ieder geval bij kleuters, maar die behoorden toch tot de generatie Einstein?

Uit de Telegraaf:

Televisie op de achtergrond leidt peuters af
AMSTERDAM – Een televisie die aan staat kan schadelijk zijn voor peuters ook al zijn ze niet echt aan het kijken. Dat blijkt uit een recent onderzoek aan de Universiteit van Massachusettes.

Ouders die de hele dag de televisie aan hebben staan kunnen de ontwikkeling van hun kinderen belemmeren, is de conclusie van het onderzoek. Dat geldt vooral voor kleintjes van één, twee en drie jaar.

Psychologen zeggen dat jongen kinderen het moeilijk vinden om zich te kunnen concentreren als de televisie op de achtergrond aan staat, ook al schenken ze er weinig aandacht aan.

Tijdens het onderzoek werden vijftig kinderen bestudeerd. Elk kind werd uitgenodigd om naar het laboratorium te komen en een uurtje te spelen. Gedurende een half uur van de speeltijd was de televisie aan en werd er een Amerikaanse spelletjesshow vertoond en enkele commercials. De andere helft van de tijd was de televisie uit.

Ook al schonken de peuters weinig aandacht aan de tv, ze speelden toch kortere periodes en waren minder geconcentreerd met hun speelgoed bezig vergeleken met het half uur waarin de televisie uit stond.

Uit eerdere onderzoeken kwam al vaker naar voren dat televisie een slechte invloed heeft op jonge kinderen. Zo zou televisie ervoor zorgen dat kinderen later moeite krijgen met lezen. Ook zou meer dan twee uur per dag tv kijken ervoor kunnen zorgen dat kinderen gedragsproblemen krijgen.

11 Reacties

  1. baby-tv
    Dankzij digitale ontvangst beschikken wij over 24/7 baby-tv. Zodra dat aan staat kijkt Erik (nu 9 maanden) er gebiologeerd naar en is niet meer af te leiden. Ik vind het zelfs een beetje eng gezicht, hij raakt volledig gehypnotiseerd! Bij mijn nichtje van anderhalf heeft het hetzelfde effect. Erik heeft nu in zijn hele leven misschien 10 minuten tv gekeken en ik ben niet van plan om daar veel meer van te maken.

  2. feiten uit empirisch onderzoek
    Het zou weleens leuk (mag ik dit woord hier gebruiken?) zijn om onderzoek te doen naar mensen die stelselmatig weigeren feiten/conclusies uit empirisch onderzoek te aanvaarden. Wat gaat er in zulke mensen om? Hoe denken zij? Vinden ze het niet onprettig dat hun modellen/theorieen niet met de werkelijkheid overeenkomen?

    In dit bericht van 1945 gaat het om multitasken. Het plannen (waar volgroeide frontaalkwabben voor nodig zijn, als ik het mij goed herinner) is hier ook al aan de orde geweest. Een natuurkundige denkt: “jammer, mijn theorie is in strijd met de feiten, onderzoeksresultaten. Volgende keer beter”. Waarom blijven die onderwijskundigen (blijkbaar) *geloven* in hun theorieen? Wat voor een proces is hier gaande? Is het inderdaad geloof?

    • niet alleen onderzoeksresulktaten weerspreken de theorieën
      Het is nog erger. Iedereen weet uit eigen ervaring dat het onmogelijk is om twee dingen tegelijk te doen. Lees een tekst en neem deel aan een gesprek tegelijkertijd. Dat kan niet, niemand kan dat. Ik heb het vaak laten ervaren als dergelijke onzin weer eens werd verkondigd. Je kunt alleen twee dingen tegelijk doen als een van de activiteiten volledig is geautomatiseerd. Autorijden en praten bijvoorbeeld.
      Zangers die zichzelf op een instrument begeleiden moeten het instrument-deel geautomatiseerd hebben. Het aanleren gaat gescheiden.
      Het zijn ervaringen die iedereen heeft. Vandaar dat het zo volslagen idioot is dat de -kundigen anders beweren. Het kan niet anders dan een irrationaal proces zijn. Een drang tot de ontdekking van de heilige graal van het leren. En als je die niet hebt ontdekt, dan verzin je er eentje. Als iedereen dat dan maar beaamt, dan ben je slimmer geweest dan al die arrogante vakdocenten die het vroeger altijd beter wisten. Het blijft simpelweg de kift van de medeleerlingen met een beperkt denkraam die onderwijskunde zijn gaan studeren.

        • luchtgitaar en autorijden gecombineerd
          Ik heb het luchtgitaar spelen in mijn auto geautomatiseerd. Maar heb niet zo’n grote auto, dus is het meer lucht ukelele 😉

      • onderwijskunde
        Het is dan toch wel ernstig dat onderwijskunde bestaat als studie aan onze universiteiten. Op psychologie is ook veel commentaar, maar psychologen doen tenminste nog onderzoek. Dat doen die onderwijskundigen niet eens.

        Even terzijde (dit is wel leuk om te vermelden): bij stichting skepsis hebben ze ook commentaar op psychologie, maar in artikelen die niet over psychologie gaan gebruiken ze wel citaten/onderzoeken van psychologen om hun skeptische argumenten kracht bij te zetten… Zie het artikel “Dim Mak en de kracht van qi”. Ze halen Massimo Polidoro aan. Hij is psycholoog. En ze hebben een hele sectie artikelen over psychologie… Beetje inconsequent. Tot zover dit uitstapje…

        Eigenlijk zijn die onderwijskundigen maar een beetje aan het filosoferen. Ja, daar krijg je ongelukken van. Leonardo Da Vinci zei al dat je experimenten moet doen als je ook maar iets te weten wilde komen..

      • Bestaat er onderwijskunde?
        Bij mij is het monotasken zelfs zo erg dat ik al pratende steeds langzamer ga autorijden.
        Vandaag heb ik maar weer eens het enige boek over onderwijskunde dat ik in huis heb ter hand genomen.
        In het hoofdstuk ‘Didactische werkvormen en media’ vind ik onder het kopje ‘Huiswerk’ de verrassende mededeling ‘dat vage, ruime opdrachten minder effect sorteren dan goed afgebakende en overzichtelijke deeltaken’. Goed dat iemand dat eens uitgezocht heeft.
        Bij ‘Groepswerk’ lees ik: ‘Door samenwerking verwerft men cognitieve vaardigheden, zoals informatie uitwisselen, problemen oplossen, nieuwe ideeën genereren, maar ook sociale doelen, zoals leren discussiëren, luisteren, uiteenlopende meningen accepteren, zich aan afspraken houden, anderen positief waarderen en zichzelf blijven’. Amen. Vooral dat ‘zichzelf blijven’ vind ik mooi; bijna was ik na het lezen van zo’n zin veranderd in Prof. Dr. Simons, maar daar kan er natuurlijk maar één van zijn.
        Het is een wonderbaarlijke wereld waarin dergelijk proza als serieuze studiestof wordt aangeboden.

        • motto uit een opleidingsgids
          Zo las ik in een studiegids voor een (pabo) opleiding de volgende onvergetelijke zin: “deze opleidiging schenkt u het belangrijkste wat er is, namelijk uzelf”

          • Ha
            Wat valt er hier vrolijk te zijn, heren Wijntuin en 1945? Ik weet niet wie ik meer verafschuw, lieden als Simons die deze dunne bagger afscheiden of de veel grotere groep imbecielen bij wie dit naar binnen gaat als God’s woord in een ouderling. Recent lees en hoor ik dat bij deze of gene bank of instelling 30 miljard is verdampt. Bij een andere nog meer. Dat kan niet, geld verdampt niet, maar kennelijk snapt men niet wat er gebeurt: de econometristen (beta-jongens dus deze keer) hebben nu eens de verkeerde onbegrijpelijke adviezen gegeven op basis van rare wiskundige modellen en zo kreeg overal de hebzucht teveel ruimte. In een virtuele werkelijkheid kun je alles verwachten maar het eindigt in rampspoed als deskundig en gezond oordeel ontbreekt. Dat laat de sector zien die hier voorop loopt, het onderwijs en het nieuwe leren is dus geen lachwekkende uitglijder.
            Simons was een redelijk onderzoeker maar omdat hij ging zwetsen werd hij professor. Hij werd gehoord door de cie Dijsselbloem en zijn opmerking dat er OOK geen wetenschappelijke evidentie is dat het traditionele onderwijs werkt, en dat dit dus niet alleen voor het nieuwe leren geldt, bleef onweersproken. (Verslagen deel A, pagina 178-179).
            De rampen in het onderwijs zijn de voorbodes van wat ons in Nederland op andere terreinen te wachten staat.
            Redde wie zich redden kan, ratten eerst, dan vrouwen en kinderen.

            Willem Smit

    • De onderwijskundige
      De onderwijskundige theorieën ontberen iets wezenlijks wat aan natuurwetenschappelijke theorieën zo eigen is; ze (die onderwijskundige theorieën) zijn zo vaag geformuleerd, en met behulp van dermate abstracte concepten, dat zij zich aan directe toetsing aan de feiten plegen te onttrekken. Wiskunde onttrekt zich ook aan toetsing, maar bedient zich van de zegeningen van het zuivere verstand om tot haar waarheden te komen. Aangezien de onderwijskunde zo vaag is geformuleerd, echter, baat ook het zuivere verstand haar niet.

      Voor sommigen zijn dit onvergeeflijke tekortkomingen; anderen verdienen er hun brood mee;-).

Reacties zijn gesloten.