Dat krijg je nou met dat aansluiten bij de belevingswereld…

Uit Elsevier:


Toekomstige intellectuelen lezen Donald Duck
dinsdag 8 juli 2008 10:53

Studenten lezen in hun vrije tijd niet over wereldproblemen of intellectuele vraagstukken, maar verdiepen zich liever in de avonturen van Kwik, Kwek, Kwak en hun ‘gekke oom’ Donald Duck.

Donald Duck met zijn eigen ster op de Walk of Fame in Hollywood
Uit het Nationaal Studentenonderzoek (pdf), gedaan onder 1.775 hbo’ers en WO’ers blijkt dat een op de tien studenten de Donald Duck leest. Daarmee is het stripblad het meest gelezen blad onder studenten.

Uit het onderzoek blijkt ook dat een student gemiddeld drie uur per dag televisie kijkt en dagelijks 5,5 uur surft op internet.

Studeren
De studenten werd ook gevraagd naar hun financiële situatie. Een student zegt gemiddeld per maand 575 euro te besteden, waarvan 300 euro aan vaste lasten. Ruim 70 procent van hen zegt nooit rood te staan.

Hbo’ers steken gemiddeld 25,5 uur per week in hun studie, wetenschappelijke studenten ruim 27 uur. Studenten werken ongeveer tien uur per week voor een gemiddeld uurloon van 8,50 euro.

Gelukkig dat de generatie Einstein dat allemaal tegelijk kan doen en dan ook nog samen met eten, drinken, feesten en slapen. Dus er blijft nog ruim voldoende tijd over om te studeren (en te werken natuurlijk).

18 Reacties

  1. wat een pedante zin:
    Studenten lezen in hun vrije tijd niet over wereldproblemen of intellectuele vraagstukken, maar verdiepen zich liever in de avonturen van Kwik, Kwek, Kwak en hun ‘gekke oom’ Donald Duck.

    Dat had ik zonder onderzoek ook kunnen bedenken. Waarschijnlijk komen de tv-gids en Kijk op plek 2 en 3. Wat verwacht men dan? Dat iedereen hetzelfde handboek leest over moleculaire biotechnologie..
    Nutteloos, geldverspillend en tijdverkwastend.

    Historia vitae magistra

  2. What is a name?
    Toen ik studeerde op een Technische Hogeschool (Nu Technische Universiteit genaamd maar ook daarvóór gerechtigd om de doctorstitel te verstrekken) heetten alleen de aan een Hogeschool en de aan een universiteit studerenden student. De Vlamingen spraken toen van hoogstudenten. Nu het Hoger Beroepsonderwijs ook “Hoger Onderwijs” is geworden noemen de daar studerenden zich ook student. Dat sommige “studenten” fervente Donald Duck lerzers zijn zegt in de eerste plaats iets over de naamsinflatie van “student”.
    Seger Weehuizen

    • Niet zo geringschattend over de Donald Duck
      Het lezen van de Donald Duck vereist het uiterste van een mens. Allereerst dien je te begrijpen dat dit geen echte eenden zijn terwijl het wel echte eenden lijken: zijn en schijnen!

      Vervolgens is de Donald Duck bijzonder diepgravend. Alleen het verschil al tussen rijk en arm. Zo is er een eend met een rood jasje (frisser ware het als deze eenden broeken droegen) die doorgaat voor miljonair. Natuurlijk, het is geen echte miljonair, want het is een eend. Dat moet je toch steeds in de gaten houden. Moeilijk, moeilijk. Allerlei werkelijkheidslagen op elkaar gestapeld.

      Nee, ik heb wel vertrouwen in deze generatie. Als ze maar niet afglijden tot het niveau van Bommel. Want een beer die doorgaat voor een heer, dat is banaal.

    • HBO
      is toch hetzelfde als een hogeschool?
      Wat opvallender is, is dat mbo-scholieren studenten worden genoemd. Verder zal het mij een worst wezen of men iemand een professor, docent, leraar, meester of magister noemt. Zolang die lieden maar lesgeven en de leerlingen, studenten, scholieren maar leren.

      Historia vitae magistra

      • Geschiedenisles
        Een geschiedenislesjes BT. Wat nu de universiteiten van Delft, Eindhoven, Twente, Tilburg en Rotterdam zijn heetten vroeger ‘hogescholen’. De huidige HBO instellingen heetten toen nog geen ‘hogescholen’. Toen de overheid meer universiteiten wilde heeft ze de hogescholen van Delft, Eindhoven, Twente, Tilburg en Rotterdam tot universiteiten omgedoopt. Toen hebben de HBO instellingen de vrijgekomen titel ‘hogeschool’ ingepikt.

        Pas geleden is iets dergelijks gebeurt met de titel ‘lector’. Vroeger (tot in de jaren 80) was dit een positie op de universiteit net onder hoogleraar. Toen de overheid wilde bezuinigen op hooglerarensalarissen heeft ze alle lectoren hoogleraar genoemd en kwamen nieuwe hoogleraren in de salarisschaal voor lector (en niet die voor de oude hoogleraar). Dit is het universitaire equivalent van de HOS. En zoals je waarschijnlijk weet hebben de HBO instellingen inmiddels de in onbruik geraakte titel ‘lector’ ingepikt. Dus net zoals ze eerder de in onbruik geraakte titel ‘hogeschool’ ingepikt hadden.

        Overigens was er in Groningen een paar jaar geleden een conflict tussen de universiteit en de hogeschool. De hogeschool vond dat zij het recht had om in het buitenland ‘University of Groningen’ te heten, de universiteit moest zich maar ‘Research University of Groningen’ of iets dergelijks noemen.

        • lector?
          Op een studiedag in maart jl. heb ik zelfs een lezing gehad van een “lector”, verbonden aan een ROC. Dan spreken we dus over onderwijs van niveau 1 tot niveau 4, onderwijs waar je ook te maken hebt met functioneel analfabeten!

          • Dat argument is inzichzelf niet valide natuurlijk
            Ik neem aan dat de lector zelf geen functioneel analfabeet was. Een lector geeft ook geen les aan de deelnemers (al zou dat best kunnen natuurlijk, waarom niet), maar een lector doet praktijkgerelateerd onderzoek.

            Althans dat is de bedoeling. Nu ebn ik verre van gelukkig met lectoren in het HBO of kennelijk zelfs in het MO, er heerst namelijk geen wetenschappelijke attitude, maar je argument vind ik onjuist

          • lector
            Klopt. Het is geen echt argument. Ik was er echter indertijd spinnijdig over, omdat deze lector met – naar mijn begrip oneigenlijke argumenten – het CGO verdedigde. Bovendien liet hij na afloop door zijn chauffeur de koffer en de gekregen bloemen naar zijn auto brengen. Ook geen argument, maar ik had toch het gevoel dat mijn collega-docenten en ik dit uiteindelijk betaalden. Dus beschouw het maar als algemene onvrede over blaaskaken in het onderwijs.

      • Naamsinflatie en omgekeerd
        Toen de vroegere hogescholen (scholen van Universitair niveau die zich geen universiteit mochten noemen omdat er niet alle hoofdstudierichtingen zoals b.v. theologie werden gedoceerd) zich toch universiteit mochten gaan noemen gingen sommige HBO-instellingen zich hogeschool noemen. Toen de universiteiten de titel lector vervingen door professor waren er plotseling op sommige instellingen voor Hoger Beroepsonderwijs lectoren. Overigens is het niet uit te sluiten dat een HBO-instelling van universitair niveau wordt. In het secundair onderwijs groeide de Hoogere Burgerschool uit tot een volwaardige vooropleiding tot de universiteiten.
        Seger Weehuizen

        • …gingen sommige HBO-instellingen zich hogeschool noemen….
          ?????
          Zo is het gegaan:
          In 1983 publiceerde de toenmalige minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. Deetman, de nota Schaalvergroting, taakverdeling en concentratie in het hoger beroepsonderwijs (STC-nota). 1 Deze nota was de aanzet tot de zogenaamde STC-operatie, een schaalvergrotingsoperatie die het aantal van bijna vierhonderd instellingen voor hoger beroepsonderwijs (kleine heao’s, kweekscholen, verpleegopleidingen, lerarenopleidingen, hts’en en sociale academies) terugbracht tot 57 hogescholen anno 1996. Om deze operatie te bevorderen stelde de minister bij wet de minimumomvang van een zelfstandige hogeschool vast, voerde hij een bekostigingssysteem in dat voordelig uitwerkte voor grote instellingen en vergrootte hij de autonomie van de instellingen.
          *Lees verder…*

          • Dat staat er niet
            Er staat nergens in dat stuk dat Deetman in 1983 het begrip hogeschool voor HBO instellingen introduceerde.

          • Zo beter ?
            Op 1 september 1986 wordt de nieuwe WWO van kracht. Alle instellingen voor wetenschappelijk onderwijs heten vanaf die datum universiteit; de benaming hogeschool is voorbehouden aan instellingen voor hoger beroepsonderwijs. *Lees verder…*, blz. 202.

  3. Gijs, Willie, Lampje, Oma et al.
    Dat ‘Een Vrolijk Weekblad’ nog steeds populair is verbaast mij niets. Dat de ondervraagden zich daar niet voor generen vind ik van een verfrissende eerlijkheid. In mijn studententijd (jaren ’70) had elke (meestal linkse) student een sociaal gedwongen abonnement op de Volkskrant en Vrij Nederland. De VN belandde vaak ongeopend in de vuilnisbak. Men pretendeerde zich bezig te houden met wereldproblemen, maar de realiteit was veel prozaïscher. De kwaliteit van de standpunten van al die buitengewoon maatschappelijk betrokken studenten vond ik van het niveau Luc Stevens. Ik durf te wedden dat de Donald Duck toen net zo populair was onder studenten als nu. Zelf las ik veel stripverhalen naast de Haagsche Post en de Propria Cures. Hoewel je voor zoiets als de Donald Duck niet uit dorst te komen, waren bijvoorbeeld Asterix en Obelix zeker niet verboden. Kuifje mocht ook, mits je je maar realiseerde dat Hergé een crypto-rascist was.
    Ik vind die studenten van nu een stuk minder hypocriet. Maar het zou wel geruststellend zijn als ze naast hun lijfblad ook nog iets voor volwassenen lazen, en daar zijn we niet helemaal zeker van.
    Schelden op de Donald Duck wil ik, als exacte man, zeker niet. Misschien hebben Willie en Lampje wel meer betekend voor de instroom in het NT-profiel dan we ons realiseren.

  4. Een maatschappelijke misdaad.
    Stel dat studenten niet zouden werken en 40 uur zouden studeren dan kan een hbo-opleiding van 4 jaar teruggebracht worden naar 2.75 jaar. Een enorme besparing.
    Je kunt ook de eisen nog opschroeven(weer terug brengen) zodat ze wel 40 uur moeten werken. De laatste variant kost geld(meer studiebeurs, meer docenten en meer gebouwen etc.) en de eerste levert heel veel geld op.
    Zo doormodderen is een maatschappelijke misdaad.
    Corgi

    • Dat ligt er maar aan
      hoe je het bekijkt. Studenten willen graag láng studeren want:
      – comfortabel leven, veel vrijheid, weinig eisen
      – een gratis OV-kaart
      – een riante financiële situatie (met veel bijbanen)

      Het bedrijfsleven profiteert volop van al deze ‘studenten’ want ze zijn flexibel, hoog opgeleid (meestal) en hoeven niet veel betaald te worden. Als ze iets minder jong zijn (minder mooi, duurder) gaan ze bovendien vanzelf weg. Ideaal toch? De situatie is zogenaamd goed voor het CV, maar vooral toch profijtelijk voor de aanbieder van slecht betaalde, flexibele banen zonder enige zekerheid.

      Het is weer de samenleving die het nakijken heeft:
      – studenten kosten langer stufi dan nodig is
      – studenten leren minder dan mogelijk is
      – mensen die aangewezen zijn op laaggeschoolde beroepen vinden geen baan meer. (Ken jij nog iemand die fatsoenlijk het brood voor het gezin kan verdienen met postbode, horecawerk etc.?)

Reacties zijn gesloten.