20 Reacties

  1. Komp prima voormekaar
    Een veelzeggende reaktie uit de markt:
    “Het MBO is de hofleverancier van het bedrijven. Voor instroom van nieuw (schaars) personeel zijn bedrijven voor een belangrijk deel afhankelijk en tegelijkertijd ook partner van het MBO.Het MBO is bereid en goed in staat samen te werken met bedrijven in de regio. Deze samenwerking in de uitvoering van het competentiegerichte onderwijs is inmiddels vanzelfsprekend. De uitdaging ligt in een betere organisatie van het beroepsonderwijs; het sociaal innoveren van de personeelsvoorzieningsketen. “Meer mensen uit bedrijven op de P-rol van het onderwijs”, roept de voorzitter van de HBO-raad, Doekle Terpstra.”

    • Uit de markt?
      Ik vraag me af of deze reactie ‘uit de markt’ komt. Een kreet als ‘het sociaal innoveren van de personeelsvoorzieningsketen’ wordt alleen gebruik door onderwijskundigen en human resources mensen. Beide geen `markt’ zou ik zeggen. Human resources is in het bedrijfsleven wat onderwijskunde is in het onderwijs: het object van haat en spot en bron van oneindige incompetentie.

      • Contact gelegd
        Degene die op Trouw.nl over ‘sociaal innoveren’ spreekt is uitgenodigd om de ideeën hier te komen toetsen.

        • Re: contact gelegd
          Na wat zoekwerk naar aanleiding van het emailadres op de trouw site zie ik dat deze persoon beleidsaviseur onderwijs en arbeidsmarkt is bij een branche-organisatie. In het algemeen zijn dat mensen die pretenderen namens `de markt’ te spreken, maar het tegenovergestelde zeggen van wat de echte mensen in de markt vinden. Een beetje zoals Sjoerd Slagter en de leraren….

  2. Inzake veranderende leerlingen
    In het eerste artikel lees ik:
    „Deze tweede vernieuwing is vooral ingegeven door veranderende leerlingen”, zegt lector Onstenk. „Opleidingen zien dat leerlingen van nu zich niet lang kunnen concentreren op een leraar voor de klas of op het bestuderen van een boek. Met nieuwe onderwijsmethoden willen ze daarop inspelen.”
    En dan de volgende stap:
    Bazen zien dat werknemers zich niet meer op hun werk kunnen concentreren (denk eens aan een lasser die geen zin heeft om twee minuten aan dezelfde naad te werken). Met nieuwe werkmethoden willen ze daarop inspelen.
    En dan de laatste stap:
    Klanten zien dat bedrijven (bijvoorbeeld lasbedrijven) zich nog onvoldoende op hun werk kunnen concentreren om behoorlijk werk te kunnen leveren. Met nieuwe leveranciers (Poolse bedrijven?) willen ze daarop inspelen.
    Die klanten zijn niet gek natuurlijk. En trouwens, die bazen denk ik ook niet. Die ongeconcenteerde sukkels, waarop zo mooi is ingespeeld, krijgen gewoon geen baan of vliegen er al in hun proeftijd uit. Wat zullen ze blij zijn dat er zo goed op hun ongeconcentreerdheid is ingespeeld.

    • Toch hebben die nieuwe werknemers één groot voordeel
      Toch hebben die nieuwe werknemers één groot voordeel: ze kunnen multitasken.
      Ze kunnen tegelijkertijd een factuur samenstellen, een telefoon beantwoorden, een berekening uitvoeren, een software programma aanpassen, met een collega problemen bespreken en een bestelling plaatsen.

      • Stelt men multitasken op prijs?
        Mijn zoon van 16 moet het karige gezinsinkomen aanvullen door vakken te vullen bij een zeer bekende kruidenier. Hij had daar tot voor kort een collega die zeer goed kon multitasken. Zij kon vakken vullen, met collega’s overleggen, mobiel telefoneren, klanten te woord staan, en dat allemaal tegelijk. Inmiddels is ze ontslagen. Reden: ze kletste teveel. Kortzichtig bedrijf; geen enkele waardering voor dat multitasken.

  3. Verbazing!
    Ik lees het volgende „Opleidingen zien dat leerlingen van nu zich niet lang kunnen concentreren op een leraar voor de klas of op het bestuderen van een boek. Met nieuwe onderwijsmethoden willen ze daarop inspelen.”
    Nu had ik begrepen dat de Einsteiners konden multitasken en dan stelt lector Onstenk dat ze zich juist helemaal niet kunnen concentreren laat staan op meerdere dingen tegelijk.
    Wat moeten we hier nu mee?
    Corgi

    • Bedrijven zijn blij …
      … zegt het Financieele Dagblad in DIT ARTIKEL. Wat die bedrijven kennelijk (nog) niet weten is dat deze mbo-ers misschien wel sneller inzetbaar zijn, maar – soms aanzienlijk – minder kennis met zich meedragen. En als een nieuwe methode leidt tot een betere motivatie van de leerling kan toch niemand daar tegen zijn? Alleen jammer dat die betere motivatie wordt opgevoerd door de “manager techniek en ICT van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs” en niet door een mbo-leerling …..

  4. Het bedrijfsleven
    Het bedrijfsleven (dat CGO zou willen) bestaat niet, net als de mens, de jeugd van tegenwoordig etc.

    Mijn stagebedrijven willen echt geen CGO. Ze willen een leerling die doet wat hen opgedragen wordt zonder al te veel te discussiëren. Een leerling die begrijpt wat met de opdracht bedoeld wordt.

    Onze stagebedrijven willen ook helemaal niet zo intensief betrokken zijn bij onderwijs en beoordelingen van de leerlingen. Dat kost ze veel te veel tijd en energie. ‘Ik ben niet voor niks geen leraar geworden’ zei onlangs één van hen.

  5. Standpunt Radio over CGO
    In standpunt café, een zenuwachtig programma over actualiteiten op radio 1, was op woensdag 4 juni ook een kort gesprek over de invoering van het competentieleren in het MBO. Te gast was Jan van Zijl (?), de baas van de MBO-raad.
    Wat niet verraste was de stroom nietszeggende platitudes die hij produceerde. Wat mij echter verbijstert is hoe de geschiedenis zich ook hier weer gaat herhalen. Uiteraard had men niet gezorgd voor iemand die de mening van de werkvloer kon verkondigen. De journalist vroeg dus maar of men niet voorzichtig moest zijn met weer een grote vernieuwing. En van Zijl: nee, deze keer zou het echt heel goed gaan. Iedereen was weer enthousiast: ‘het bedrijfsleven’ (bestaat niet), de leerlingen, de scholen, allemaal even enthousiast. En de leraren? Ja, de leraren…..die moesten nog even omgeschoold worden, maar dan zouden ze ook wel enthousiast worden. Uiteraard kwam niemand op het idee om die leraren zelf iets te vragen.
    VERBIJSTEREND met welk een precisie ALLE fouten uit het verleden weer herhaald worden:
    – niets vragen aan de docenten
    – onwillige docenten eruit pesten
    – ten onrechte claimen namens de afnemers (het bedrijfsleven) te spreken
    – journalisten die wel met hotemetoten praten maar niet met de werkvloer
    – suggereren dat de afnemers graag een bepaald soort didactiek zouden willen
    – geen enkele interessse voor de realiteit (bv. dat dat CGO voor een groot deel allang is ingevoerd) bij de betrokkenen
    – geen interesse voor de opbrengst van de vernieuwingen
    – het moedwillig onder het tapijt vegen van de koppeling tussen competenties en een funeste non-didactiek
    – een kamerbrede steun voor evident kwalijke ideeën (alleen de SP tegen, begrijp ik)
    Waarom wordt Harm Beertema in zo’n programma niet opgebeld? Waarom kijken die journalisten niet op deze site? Waarom komt geen mens op het idee dat je een anonieme enquête onder docenten kunt houden? Kennen ze Maurice de Hond niet?

    • Fouten zijn geen vergissingen
      Je denkt toch niet dat de fouten uit het verleden werkelijk fouten waren in de zin dat de bedenkers zich hebben vergist? Mensen die beslissingen doorvoeren doen dat omdat ze er belang bij hebben dat die beslissingen worden doorgevoerd.
      Dat kan persoonlijk belang zijn, maar het kan ook zogenaamd professioneel belang zijn: goed voor de organisatie waar je voor werkt en je behoort loyaal te zijn als werknemer. Wie van ons heeft niet op open dagen een prachtig verhaal gehouden en daarbij op zijn minst de problemen die er ook zijn weggelaten?

      Ik ben er van overtuigd dat bijna iedereen die de fouten uit het verleden heeft ingevoerd wist dat men over de fouten heen walste. Daadkrachtig bestuur heet dat. Of loyaliteit aan regeerakkoord, programma uitgangspunten of wat dan ook.

      Datzelfde geldt nu ook. Er is een besluit gevallen in MBO land. Dat besluit moet uitgevoerd worden. Dát is het doel. Daarop wordt Jan van Zijl afgerekend en daarop rekent hij zijn ondergeschikten af.

      De belangen zijn duidelijk. Daaraan verandert helemaal niets als kritische docenten aan het woord worden gelaten, ongeacht hoeveel gelijk ze inhoudelijk hebben.

      Tenslotte: ik vrees steeds meer dat in ieder geval elke niet anonieme vraag aan docenten van Zijl gelijk zou geven. Soms zelfs dat elke wel anonieme enquête dat ook zal doen. Er zijn simpelweg te veel docenten die er belang bij hebben dat van Zijll zijn zin krijgt. Iedere on(der)bevoegde docent, iedere docent die moe is van het orde houden, iedere docent die hogerop wil. Dat is geen geringe groep, vrees ik.

      • Geen vergissing, dus opzet
        Wanneer er opzet in het spel is bij het maken van fouten kan je wat mij betreft spreken van kwade trouw. Dat heeft Dijsselbloem met zijn commissie echter niet boven water gehaald.
        Als u gelijk heeft (en ik denk van wel) dan zouden er vanwege die kwade trouw dus wel degelijk koppen hebben moeten rollen. Maar niemand is belast met een gerechtelijk vooronderzoek, en dus zal er niemand gaan bewijzen dat er boze opzet in het spel was en dat die er nu opnieuw weer is.

        • kwader trouw of opportunisme
          Ik denk niet (direct) aan strafrechterlijke zaken. Misschien zelfs niet direct aan kwader trouw. De wellicht meest ethisch begrijpelijke variant levert genoeg ellende op.

          Stel je bent een medewerker (manager/bestuurder/politicus) die een vinger in de pap heeft bij het aansturen van en besluiten over onderwijsvernieuwing. Je kunt dan denken aan een docent die een project binnenhaalt voor zijn school of aan een minister die een regeerakkoord heeft getekend (en alles daartussen in).
          Ik kan me voorstellen dat die persoon uit loyaliteit, of omdat hij werkelijk gelooft in zijn organisatie (politieke partij, didactisch instituut of wat dan ook), met klussen akkoord gaat die geld opleveren, die zijn organisatie versterken, maar waaraan grote risico’s kleven voor onderwijs of maatschappij.
          Ook weet hij, dat als hij zelf niet direct inspringt er wel een ander is die het zal doen.

          Ik herinner me een krantenartikel over een dergelijke situatie bij de HBO raad (meen ik) waarin door iemand besloten is om maar mee te doen, want zo is de tijdgeest nu eenmaal.

          Zonder personen te willen vrijwaren, denk ik dat een belangrijke drijfveer achter deze bewuste fouten niet zozeer de personen zijn als wel de gekozen systematiek (van besturen, van overleg, van financieren, van diplomeren etc). Veel van dergelijke mechanismen werken foute beslissingen (bewuste fouten) in de hand.

          Er wordt geen noord-zuid lijn of stopera meer aangelegd als je van te voren eerlijk bent over de risico’s. Of beter eigenlijk: als je van te voren eerlijk bent dan worden die zaken nog steeds aangelegd, alleen dan door mensen/organisaties die minder eerlijk zijn en bereid zijn een onwerkelijk beeld te schetsen.

          Als alle betrokkenen corrupt zijn omdat ze hier onvoldoende tegenwicht hebben gegeven, dan zijn er vreselijk veel corrupte mensen (ook dat kan overigens wel waar zijn)

          Persoonlijke noot:
          Ik heb in het verleden meegegeten uit de formatieruif toen er uren waren te vergeven met het vernieuwen van mijn opleiding. Ik vond het inhoudelijk zwak, maar het paste perfect in de gewenste onderwijsrichting. Ik mocht er 200 uur aan besteden. Dat was nog eens anders dan de gebruikelijke peanuts voor lesvoorbereiding. Het maken van een antwoordenboekje voor de cursus analyse 3 was veel nuttiger, maar leverde eigenlijk geen uren op.

          Kortom: je weet dat die uren beter aan iets anders besteed kunnen worden, je weet dat dat wat je maakt niet bepaald geweldig onderwijs oplevert, maar je gaat mee om duizend en een redenen. Niet crimineel (vind ik zelf, of werp me de eerste steen). Maar wel degelijk bewust fout. Niet per ongeluk fout. Ik had niet de heilige overtuiging dat het onderwijs dat ik maakte geweldig zou wezen. Ik zag de manco’s, hoefde er niet eens voor gewaarschuwd te worden. Maar.. al dat geld dat we als opleiding kregen garandeerde de banen van veel collega’s, garandeerde misschien wel het voortbestaan van je opleiding.

      • Boosaardige gedachte
        Als ik in dezelfde trant doorredeneer: Het Nieuwe Leren (en het verwante CGO) is nog lang niet genoeg commercieel uitgebaat. Nog steeds zijn er docenten die de zegenrijke trainingen ($$$$) niet hebben doorgemaakt, nog lang niet genoeg instrumenten en documenten zijn verkocht. Pas als de allerlaatste docent ‘om’ is, kan er opnieuw goud verdiend worden aan de nieuwste trend ‘Lerend onderwijs’: Gerichte instructie door deskundige personen die werken met in concreet gedrag waarneembare eindtermen. Dit nieuwe onderwijs wordt afgerond met examens…..(moeten we nog even een nieuw woord voor bedenken)

        OK: ik geef toe, ik schaar me nu in de rijen der boosaardige zuurpruimen. Soms laat ik me gaan.

        • creatief, boosaardig en Bertold Brecht
          Oei, oei, oei, wat al lelijke gedachten (wel reden voor, dat wel).
          Ik kwam wel op een idee :

          al die inspiraties, kritieken, ingevingen >
          omzetten in een libretto, muziek erbij, en voilà : een tweede Dreigroschenoper, Beggar’s opera, Three Pennies opera ;

          Bertold Brecht en Kurt Weill in neuer Fassung. Graag, toen waren ze ook al goed, en het kan nog steeds !

          www.youtube.com/watch?v=IgLiJ0AokT8

          maarten

    • Dat zou ik nou eindelijk wel eens willen weten
      en ik heb het bést durven vragen, maar nooit een goed antwoord gekregen.

      1. Wanneer hebben wélke bedrijven laten weten dat ze competentiegericht onderwijs wilden? Bewijzen graag!

      Ik denk namelijk dat dit een leugen is. Het enige wat ik nog zou kunnen bedenken is dat de grote bedrijven scholingsmedewerkers (-kundigen of -gogen) in dienst hebben die dit zouden kunnen hebben gezegd.

      2. Vinden bedrijven die CGO-opgeleide jongeren in dienst hebben inderdaad dat ze beter opgeleid zijn dan de generaties ervoor?
      Toelichting: Sinds enige jaren zijn er MBO-scholen die (bijvoorbeeld in MTS-plus) competentiegericht onderwijs bieden. De eerste aldus opgeleide ‘studenten’ zijn al een tijdje op de arbeidsmarkt.

      3. Hoe blij zijn ‘de bedrijven’ met de grote klussen die ze erbij hebben gekregen door het competentie-onderwijs?
      Toelichting: De deelnemers kunnen niet meer gewoon bij het normale werk meelopen, nee, ze moeten bepaalde opdrachten voor de school op de werkvloer kunnen uitvoeren. Da’s lang niet altijd handig, bijvoorbeeld als je bedrijf nét iets geheel anders doet.
      Ook de beoordeling, vaak met vage kriteria en tot in véél details moet toch lang niet door iedereen op prijs worden gesteld.

      4. Is ‘het bedrijfsleven’ niet met mij van mening dat de opleiding op de werkvloer kan gebeuren als de deelnemer gaat werken?
      Toelichting: De school kan dingen die in het bedrijf niet zo makkelijk kunnen. De school is er juist voor de verbreding van de opleiding én voor de theorie; een stukje waar het bedrijfsleven niet voor toegerust is. Kortom: laat de school doen wat ‘des schools’ is en het bedrijf wat typisch is voor het (in)werken in een bedrijf. Dat leidt tot maatschappelijk erkende diploma’s. Het bedrijfsleven weet dan wat het in huis haalt.

      • @Hinke
        Ik geloof er niet in dat het bedrijfsleven “gevraagd” heeft om CGO. Het is er eigenlijk een beetje ingeslopen. De onderwijsdeskundologen met in de hand “koop een auto op de sloop” verordoneerden meer praktijk tijdens de opleiding. Daar hadden de bestuurderen wel oren naar, meer praktijk is minder docenten is meer winst. Het bedrijfsleven “kreeg” ineens, en net op tijd want de “productieeconomie” begon weer aan te trekken, een heel grote visvijver aan stagairs. “Gratis” werknemers zijn natuurlijk nooit te versmaden. Leerlingen hoeven niks te weten of te kennen, het werk is eenvoudig alleen moet de stagair vriendelijk zijn, kunnen samenwerken ( luisteren naar de baas), op tijd komen en op zichzelf reflecteren( ik heb mijn werk niet goed gedaan). Natuurlijk is “koffie zetten en/of koffie halen” en niet te versmaden bijkomende vaardigheid. Van het een komt het ander, vergelijk het met de “hulp aan de minder bedeelden”, eerst in een klein schuurtje met oud brood van de bakker en bijna weggeggooide groenten van de groentenboer en veel liefdadigheid, tot de politiek er zich mee bemoeit. De voedselbanken zijn een feit, niemand heeft er om gevraagd, het ontstond gewoon. De grootste grutter van Nederland enz. zijn er blij mee, zij besparen dank zij de voedselbanken honderden miljoenen per jaar die anders in de vernietiging van hun overschotten gingen zitten. Nu is er een overkoepelend orgaan voor de voedselbanken, een bestuur, een heuse raad van toezicht en alles wat hoort bij een groot initiatief.
        Het voortbestaan van het CGO is uiteindelijk het blijvend voortbestaan van gratis werkkrachten. Wij zijn nu eenmaal conservatieve docenten die denken dat een diploma belangrijk is, dat is niet zo. Werk is belangrijk en elke korte-termijn-denker zal het daar mee eens zijn.

    • incompetente radio
      Ik heb het ook gehoord. Mijn verbijstering was net zo groot. Een leeghoofd, die niet weet waar de substantie zit, en ook niet van plan is om die boven water te halen. Zou die journalist soms – – – ook – – – eh – – – competentie – – – hebben – – – geleerd ? En – – – Jan – – – – zelf ?
      Zou veel verklaren, inclusief het klitten met de vigerende sprekert.

      Is dit café maatgevend ? Neeh, maar wel maat aanduidend, de onderbuik van Nederland, net zoiets als voetbal, er wordt gestemd tot de onbenulligheid erop volgt. Heel competentieus.

      maarten

Reacties zijn gesloten.