Het VWO wiskunde B eindexamen

Na het wiskunde A eindexamen van 2008 zal ik ook het wiskunde B eindexamen van 2008 kort bespreken. Over het wiskunde B eindexamen ben ik wat positiever dan over het wiskunde A eindexamen. Ook hier werden echter belangrijke dingen niet getoetst:

  • Klassieke onderwerpen uit de oude `onderzoek de functie en teken de grafiek’ vraag: asymptotisch gedrag, maxima en minima.
  • In het B12 examen: integratie `met de hand’ (het B1 examen bevat wel 1 zo een vraag, ook wat mager).
  • In het B1 examen: (elementaire) meetkunde. Op het B12 examen was er naar mijn mening dan weer teveel meetkunde.

En wat mij betreft was 1 kansrekening en statistiek vraag op het B1 examen (zoals op het B12 examen) genoeg geweest. Hieronder een wat diepgaandere analyse met ook wat positieve punten.


Het eindexamen is o.a. hier te vinden.

In het B1 examen kwamen de 19 vragen verdeeld over 6 delen.

  • Landing
  • Schijn bedriegt
  • Achtkromme
  • Heupoperaties
  • Stangenvlinders
  • Vier vragen over de natuurlijke logaritme.

In het B12 examen kwamen de 20 vragen verdeeld over 7 delen.

  • landing (zelfde als voor B1)
  • Een parabool vouwen
  • Heupoperaties (zelfde als voor B1)
  • Achtkromme (deels hetzelfde als voor B1)
  • Vier vragen over de natuurlijke logaritme (deels hetzelfde als voor B1)
  • De quotientrij van de rij van Fibonacci
  • Twee gelijkzijdige driehoeken

De `landing’ vraag gaat over machtsfuncties, er moet wat gedifferentieerd en gerekend worden. Niet moeilijk, aardige inkomer. Wel weer een onzincontext.

Schijn bedriegt en heupoperaties zijn kansrekening en statistiek vragen. In het B1 examen had net als in het B12 examen beter gekozen kunnen worden voor 1 van beide vragen. Dit onderwerp heeft nu in het B1 examen teveel gewicht.

De achtkromme vraag was goed geweest als het `met de hand’ had gemoeten, nu is het voor een groot deel intikken van waarschijnlijk onbegrepen dingen in de grafische rekenmachine.

Stangenvlinders is een hele behoorlijke opgave. Wel jammer dat de meetkunde weggegeven wordt.

Bij de vragen over de natuurlijke logaritme moet er geintegreerd en gedifferentieerd worden en de leerlingen moeten de rekenregels voor logaritmen en exponenten kennen. Al met al een goede opgave, maar door de keuze in B12 om een volume uit te laten rekenen (met de rekenmachine) in plaats van een oppervlakte (met de hand) zoals in B1 mist in het B12 examen een opgave over met de hand integreren, en dat kan echt niet.

Met `een parabool vouwen’ en `twee gelijkzijdige driehoeken’ is er wat te veel meetkunde in het B12 examen. Rekenen in driehoeken is belangrijk, maar de parabolen en koordenvierhoeken hadden de examenmakers van mij links mogen laten liggen.

De opgave over rijen is te makkelijk, de eerste twee vragen zijn weggevers. De derde vraag is onderbouwstof: de abc-formule. Wel goed dat deze getoetst wordt.