33 Studeren in Frankrijk : Vladimir Nabokov

21 maart 2008
Een minimale annonce in het littéraire supplement van Le Monde kondigde een ééndaagse conferentie aan over Vladimir Nabokov in de provinciale universiteitsstad T**** hier in de buurt. Het was gepland op 3 maart 2008, bij nader onderzoek 7 maart, een typisch hoofdstedelijke drukfout, slordigheden als het om de provincie gaat. Wie ‘Ada’ ooit tot zich heeft laten doordringen is voor de eeuwigheid aan Nabokov verslingerd. Ik kan me een halve dag vrijmaken. Het wordt een avontuur. De séances vinden plaats in een groot en modern en totaal sfeerloos amfitheater. Vlak voor het podium heeft een cluster van een 20-tal afstuderende juffrouwen plaatsgenomen, want litteratuur is ook hier vooral een dameszaak, al is de professor op het podium gelukkig nog een echte man. Die littéraire nieuwsgierigheid maakt hen in mijn ogen al sympathiek, ze nemen nog de moeite om echt te lezen, ze laten de tekst tot haar doordringen)*. Om die cluster zitten her en der een dozijn personen zoals ikzelf. Er wordt niets gedaan om die buitenstaanders op te vangen, zich te laten voorstellen of zelfs zich in te schrijven. Het is vakantietijd. Ik stel me voor dat normaliter het amfitheater vol zit met in meerderheid balende recidiverende eerste jaars medici die schunnigheden te berde brengen, de meisjes lastig vallen en andersoortig kattenkwaad uithalen (althans zo heb ik dat ergens gelezen, wil het graag geloven, maar weet niet of het waar is), maar nu is alles kalm, héééél kalm. De juffrouwen houden mummelend thematische voordrachten, en U begrijpt dat wel, het gaat vaak over Lolita. Dat boek heb ik nooit gelezen, maar heb wel flarden van de gelijknamige film en van de Zweedse opera gezien. Ik zou graag willen meevibreren, zoals ik dat ook probeer als onze kinderen tirades van Le Cid of Bérénice uit het hoofd op dreunen, maar om mee te voelen moet de dictie goed zijn en de toon passend. Zo is het helaas nu ook niet. Na iedere voordracht is er een lauwe discussie, die de professor probeert te animeren. Het bijzondere van Nabokov is ook (voor zover ik weet) dat hij de Franse vertalingen zelf gecorrigeerd heeft en het origineel misschien verbeterd heeft, want zo te horen is Nabokov bij de Franse litteratuur ingelijfd. Om iets zinnigs bij te dragen, vraag ik hoe ‘violet’ en ‘purple’ van Nabokov in het Frans vertaald moeten worden (ik heb alles in het Engels gelezen), want kleur, humeur, geur zijn uiterst belangrijk in het œuvre van de Meester, dat herinner ik me nog, evenals het ritme, de subtiliteiten, de woordspelingen, de dubbele bodems. De vraag valt in het water, glazige ogen zijn mijn lot… Tijdens de pauze dolen we wat rond in de lange, lange lege, hoekige gangen met een laag plafond, er is ergens een koffieautomaat, voor € 0,30 krijg je een brouwsel dat nog slechter is dan wat je vroeger in Londen kreeg. Helaas kan ik er ’s middags niet bij zijn, een Russische Prins met een Dekabristen-glorie zal dan de discussies leiden.

In de parking is de kassa moeilijk te vinden, die bevindt zich in een mezzanine. Een andere Meneer van mijn leeftijd doolt daar ook rond, hij spreekt mij aan, oh mon Dieu…. Gelukkig blijkt dat ook hij bij de conferentie is geweest, hij is een Nabokov-fanatiekeling, weet er alles van. En zegt dan: ‘volgens mij is ‘violet’ geen Engels woord en hoe het ook zij, de gebruikte vertaling moet passen in de sfeer van het verhaal en mag het ritme van de zin niet verstoren. Het zou wel eens ‘mauve’ kunnen zijn’. Hij vertelt me ook waar hij woont, niet zover van ons vandaan, en loopt te snel weg. Me voilà déstabilisé. Ontmoette ik nu voor het eerst van mijn leven een Fransman die het Engels beter beheerst dan ikzelf? Gelukkig stelt een Britse filoloog, gespecialiseerd in de comparatieve literatuur aan de Sorbonne, die wij toevallig tijdens een concert ontmoetten, mij gerust. ‘Violet als kleur bestaat, maar wordt nooit als zodanig gebruikt, het is geheel verdrongen door het gebruik als voornaam. In de litteratuur zijn kleuren niet bestendig, ‘marron’ was vroeger ‘light brown’ en nu ‘dark brown’; ‘pourpre’ moet vertaald worden als ‘deep purple’. En wat Nabokov betreft, ‘his perversity is so much more interesting, Lolita could as well be an ephebe…’, blijkbaar geeft hij er de voorkeur aan het op die manier te lezen. En hij zal ook wel aan Violet Trefusis gedacht hebben, peut-on s’imaginer un caractère plus nabokovien? Ik ben er nog niet van af, krijg wat correspondentie van de Universiteit, ze heffen aan met ‘Cher Monsieur’ iets wat ikzelf nooit doe, dat laat ik over aan Notarissen (die beginnen altijd zo) of aan klanten die iets van me nodig hebben. Die kleurenkwestie percoleert kennelijk door. Na een paar dagen krijg ik het laconieke bericht dat het ‘lilas’ moet zijn (mauve tirant sur le rose ou le bleu). Het is ook het Franse woord voor seringen. Oerdom dat we daar niet aan gedacht hebben. Lilas=seringen=bloei, Lente, overvloed, geurige bedwelming= zwoele verwachting, hoe poëtisch. Het effect van ‘pourpre’ of ‘violette’ zou heel wat minder zijn geweest. Sacré Nabokov, che sprezzatura! zijn hele œuvre is met dit soort dingen doordrenkt, hij representeerde het beste wat Europa te bieden had.

Beschouwt de denkmeesters die zich al gauw als ‘near native English speakers’ op de borst slaan en die alles willen monopoliseren en verplatten met de grootste argwaan, ‘un peuple qui n’ose plus défendre sa langue est mûr pour l’esclavage’, daar zijn ze enthousiast mee bezig.

)* Wat is het verband tussen de literatuur en de economie? Een Duitser die ‘Die Leiden des Jungen Werthers’ had herlezen formuleerde dat zo: ‘Jungs warten auf den Film. Mädchen lesen das Buch. Deswegen werden nach und nach die deutschen Chefpositionen mit Frauen besetzt’.