Harm Beertema in Trouw: denk aan het MBO

Lees Trouw:

Harm Beertema , leraar Nederlands in het mbo en bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland

Natuurlijk is er reden om blij te zijn met het eindrapport van de commissie-Dijsselbloem: de politiek heeft het onderwijs schromelijk verwaarloosd en de stroom van vernieuwingen die aan het onderwijs zijn opgedrongen, heeft geleid tot een enorm kwaliteitsverlies.

Toch lijkt er op dat vooral de kansrijke leerlingen van havo en vwo in het post-Dijsselbloemtijdperk mogen rekenen op kwaliteitsonderwijs. Het onderzoek van de parlementaire onderzoekscommissie concentreerde zich op het voortgezet onderwijs (vmbo, havo en vwo). De grootste vorm van onderwijs, met zo’n half miljoen leerlingen, is echter het middelbaar beroepsonderwijs. En dat is buiten beschouwing gebleven.

Juist in het mbo zijn de onderwijsvernieuwingen die in het voortgezet onderwijs nu worden afgeserveerd, het verst doorgedrongen. Juist daar zitten veel kwetsbare leerlingen die hun gebrekkige onderwijs vaak niet kunnen compenseren met aandacht van ouders en een stimulerende omgeving. En juist daar doen zich de meeste maatschappelijke problemen voor rond integratie en emancipatie.

Het middelbaar beroepsonderwijs werkte tot drie jaar geleden met eindtermen die tot in de meest absurde details voorschreven wat de leerlingen onderwezen moest worden en wat er geëxamineerd moest worden. Als er een onderdeel te weinig werd geëxamineerd omdat één van de honderden andere eindtermen voorrang kreeg, dan moest de verantwoordelijke docent zich verantwoorden voor strenge commissies en werd het examen ongeldig verklaard, want de vele procedures en protocollen waren er niet voor niets. Zo moest het van de politiek. En zo werd het door de koepelorganisaties binnen het middelbaar beroepsonderwijs opgelegd aan het veld.

Sinds drie jaar is het roer om, met de invoering van het ’compentiegericht leren’. In het vernieuwde mbo draait het om vaardigheden die jongeren in de beroepspraktijk nodig hebben. Zonder enige wetenschappelijke onderbouwing ging het van de ene dag op de andere niet meer om kennis, maar om competenties. Dezelfde politiek en dezelfde koepelorganisaties die de vele honderden eindtermen hadden bedacht, kwamen tot het inzicht dat houding en vaardigheden veel belangrijker waren dan kennis. Veel regionale opleidingscentra (roc’s) schaften vakken af als rekenen en Nederlands.

Ik bof, want ik mag als leraar Nederlands nog steeds vier toetsen per jaar afnemen binnen de secretaresseopleiding. De cijfers die ik geef, moeten wel worden omgerekend naar studiepunten, zo hebben de beleidsmensen besloten. Dus krijgen mijn leerlingen voor hun vier toetsen correspondentie, samenvatten, vergadertechnieken en notuleren acht punten, op honderd studiepunten die zij per jaar kunnen halen. Ze halen ook twee punten per competentie voor bijvoorbeeld ’werktempo’, ’omgang met klasgenoten’, ’taalgebruik’, ’integriteit’, ’accuratesse’ of ’aanwezigheid’. Bij elkaar levert dat twintig punten op, twaalf meer dan Nederlands. Hoe de competenties gemeten worden? Niemand die het weet, want een objectief meetinstrument is er niet.

Eén van mijn mbo-leerlingen, een slimme meid met een vmbo-diploma, interviewde een buurjongen. In het verslag schrijft zij: „Ik ben opgegroeid met mijn homies… hun staan mij bij hun helpe mij… hun zijn er wanneer shit gebuerd… HUN ZIJN MIJN FAMILIE. Ik persoonluk heb meer aan mijn homies gehad dan aan mijn familie daarom zijn mijn egte homies mijn egte familie EGTE FAMILIE KIES JIJ ZELF. EN HUN KIEZE JOUW”.

Zij studeert voor secretarieel medewerker, niveau 2. Zoals een timmerman zijn hamer gebruikt, zo is taal het belangrijkste gereedschap voor secretaresses. Al gun ik het haar van harte, ik ben eigenlijk bang dat ze slaagt voor haar examen. Spellen kan ze niet, maar ze is er altijd en ze gaat hartstikke leuk om met haar klasgenootjes en met de leraren. Dus het diploma kan haar nauwelijks ontgaan.

Zonde, zonde, dat het mbo alweer niet de aandacht heeft gekregen die het verdient. Meneer Plasterk en mevrouw Van Bijsterveldt, de commissie moet onmiddellijk verder met haar werk! Mbo-leerlingen hebben net als andere leerlingen recht op kwaliteitsonderwijs. Opdat ze uitzicht hebben op een leven als succesvolle, verantwoordelijke burger.

16 Reacties

  1. Wat geeft dat nu ? Ik begrijp toch wat ze wil zeggen ?
    CITAAT

    Eén van mijn mbo-leerlingen, een slimme meid met een vmbo-diploma, interviewde een buurjongen. In het verslag schrijft zij: „Ik ben opgegroeid met mijn homies… hun staan mij bij hun helpe mij

    EINDE CITAAT

    Helaas maak ik zelf soms ook fouten, mede door de computer waar je makkelijk zinnen kan wijzigen en de spellingcontrole niet aanwezig is of indien wel aanwezig niet de foute “d” of “dt” er uit haalt.

    Gelukkig zijn er dan mensen die mij hierop wijzen, zelfs via internet en daar ben ik ze dankbaar voor.

    Als ik in het buitenland ben bij mijn vrienden, dan vraag ik altijd of ze mij willen corrigeren als ik taal-fouten maak.

    Het gevolg daarvan is, dat als ik in bepaalde landen ben, men altijd vraagt uit welke streek of stad ik kom, als ik dan antwoord dat ik uit Nederland kom, krijg ik altijd een compliment.

    Dat komt mede doordat ik steeds wordt gecorrigeerd, leren is een continu proces en fouten dienen verbeterd te worden, wel op een discrete manier natuurlijk.

    In Nederland hoor ik vaak: “ach wat geeft dat nu, ik begrijp best wat ze bedoelen” dat klopt, maar het is wel fout en als fout goed wordt, dan is het totale anarchie.

    En er heerst al totale anarchie in het onderwijs. Weekblad Elsevier openbaarde dat middelbare scholen gemiddeld een punt meer geven bij het schoolonderzoek en dan worden waarschijnlijk deze punten gegeven aan zwakke leerlingen. Dus een 4 kan dan wel eens een 6 worden met een 5 op je landelijk kan je dan nog een diploma krijgen met de nadruk op krijgen.

    Geen wonder dat de leraar Duits tijdens het laatste symposium van BON klaagde over devaluering en uitholling van zijn vak, om dan nog maar niet te praten over zijn bezemklas.

    Zoals een collega leraar van mij dan zei “Hun doen het best wel goed !!”

    • Nederlands
      Zoals een collega leraar van mij dan zei “Hun doen het best wel goed !!”

      Dan is Nederlands zeker het goeiste vak van deze collega …..

  2. Sic et non
    Ja en nee.

    Ja, het CGO richt een spoor van vernieling aan in het MBO. Ja, leerlingen op het MBO hebben recht op kwaliteitsonderwijs. Ja, het voorbeeld spreekt boekdelen.

    Nee, de leerlingen van HAVO en VWO zijn niet kansrijk als ze geen goed onderwijs krijgen. Nee, het is lang niet zeker dat deze leerlingen post-Dijsselbloem mogen rekenen op kwaliteitsonderwijs. Nee, ikzelf ken schrijnende voorbeelden van teloorgang van kwaliteit op het HAVO en VWO.

    Het staat ieder vrij speciale aandacht te vragen voor een probleem dat hem of haar het naast staat. Maar zet de eigen problemen niet af tegen die van een ander. Dat heb ik bijvoorbeeld ook niet gedaan toen ik aandacht vroeg voor de positie van eerstegraders.

    Afgezien van de opmerking over VMBO, HAVO en VWO ben ik het roerend met Beertema eens. Juist in het MBO zijn heldere eindtermen van het grootste belang, omdat leerlingen daar veel houvast en structuur nodig hebben, ook in verband met hun privé omstandigheden.

  3. O Harm
    O Harm, waardevol en hooggeacht bestuurslid van BON; wat ben ik enorm blij met deze prachtige brief. Ik hoop zo dat dit geluid in nog vele andere kranten gehoord gaat worden. Laten we ze blijven bestoken met dit soort brieven. We kunnen het niet vaak genoeg herhalen:

    Mbo-leerlingen hebben net als andere leerlingen recht op kwaliteitsonderwijs. Opdat ze uitzicht hebben op een leven als succesvolle, verantwoordelijke burger.

    Onlangs ontdekte ik dat vele bedrijven geen leerlingen met een niveau 2 diploma meer aannemen. Dat geldt bijvoorbeeld al voor automonteurs en ook bij metaal en elektro gaat het die kant op. Het moet nu minimaal niveau 3 zijn, maar niveau 4 hebben ze nog liever. Waarom zou dat zijn? Zo vallen mijn leerlingen weer buiten de boot. Het is zó treurig!

    Even een vraagje buiten de orde: Is niveau 2 voor een secretarieel medewerker ooit een opleiding geweest die echt kansen op de arbeidsmarkt gaf? Mij lijkt het te laag voor vrijwel elk administratief beroep. (????)

    • Heel goed.
      Harm heeft zijn waarde bewezen met zijn adequate artikel. Hij heeft ermee aangetoond dat BON niet alleen voor het ‘hogere onderwijs’ vecht.
      Voorwaar hulde.

      Historia vitae magistra

  4. MBO
    Als oud MBO-docent wil ik alleen maar zeggen dat ik het helemaal eens ben met Harm Beertema. Hoe voorkomen we een nieuw onderwijsdebacle ? Hier ligt voor BON m.i. een belangrijke prioriteit voor de komende tijd.

    • Het is te laat voor het MBO
      Hoewel de verplichting formeel pas in 2010 ingaat, is het natuurlijk allang te laat voor het MBO. Er is een geheel nieuwe vage kwalificatiestructuur opgezet, die uit louter competenties bestaat. Verder is er een propagandamachine over ons heen gevallen die zijns gelijke in het voormalige Oostblok niet kent.

      Het enige wat nu nog zou kunnen is: haal de verplichting eraf en handhaaf voorlopig ook de oude kwalificaties.

      • Dat Hinke
        is de oplossing: laat de competentie structuur concurreren met de oude structuur; voor een periode van, zeg, een jaar of tien. Geef de docenten het roer in handen en reken ze af op maatschappelijke acceptatie en marktsucces van hun ‘produkt’. Managers en politiek moeten hun handen thuis en hun mond dicht houden; alleen faciliteren. Over tien jaar krijgen ze een nieuw evaluatiemoment.
        Met Dijsselbloem en BON achter de hand moet iets dergelijks te verwezenlijken zijn.

        • Er valt bij het MBO niets te kiezen
          De ROC’s zijn uitermate centralistisch georganiseerd. Er valt feitelijk niets te kiezen, want de opperhoofden hebben overal al lang verordonneerd dat de competenties de zegeningen van de nieuwe tijd zijn. Dat geldt voor zover ik weet, voor alle bestaande ROC’s. Er is geen concurrentie, sterker nog: er wordt steeds meer gefuseerd en samengewerkt. Ik zie nog geen nieuwe beroepsopleiding op MBO-niveau ontstaan die hiervan durft af te wijken.

          Wel heb ik de afgelopen jaren gemerkt dat onze traditionele opleiding (dit jaar is het laatste jaar) ook veel leerlingen vanuit andere plaatsen aantrok; bewust kiezend voor niet-competentiegericht. Helaas is die keuzemogelijkheid nu ook voorbij.

      • hoe onwerkbar zijn die oude kwalificaties
        In het stuk van Beertema lees ik dat de minitieuse kwalificaties in de praktijk ook veel problemen opriepen.
        Is dat ook jouw ervaring, of ligt dat aan de manier waarop een ROC daarmee omgaat. Want, welke hekel ik ook aan compedingesten heb, afvinkslijsten en tabellen tot 3 cijfers achter de komma, maken het onderwijsleven ook niet gelukkiger.

        • Problemen en rampen
          Er zijn problemen en rampen. De minutieuze kwalificaties van weleer gaven problemen, het CGO veroorzaakt een ramp.

        • Oud MBO kende vele problemen
          Ik ben de laatste die zal ontkennen dat er op het MBO ‘oude stijl’ grote problemen waren. De minutieuze kwalificatieformuleringen verschilden erg per opleiding. Ik weet dat verpleging en verzorging daarin bijvoorbeeld wel héél erg ver ging. In de technische vakken leek dat minder, bovendien maakten veel scholen gebruik van de externe examens van hun kenniscentrum. Als je dan ook de boeken van het kenniscentrum gebruikte was je wel ongeveer ‘gedekt’.
          Over de boeken die ons kenniscentrum (Kenteq) maakte, was ik zeker niet altijd enthousiast. Het taalgebruik was veel te moeilijk voor onze laag niveau leerlingen. Ook hadden ze wat mij betreft veel kritischer kunnen kijken naar de noodzakelijkheid van al die vaktheorie. Wat in ieder geval beter had gemoeten is de aansluiting van de vaktheorie bij de praktijk. Die stonden bij het oude systeem vaak erg los van elkaar. Als e.e.a. dan ook nog door verschillende docenten gegeven wordt, dan is de verwijdering een feit.
          Een ander groot probleem in het oude én het nieuwe MBO is de schooluitval. We krijgen zéker bij techniek enorm veel jongeren in de lage niveaus binnen, die eigenlijk gewoon niet willen werken; niet na hun opleiding, maar het liefst ook niet tijdens de opleiding. Ze zijn gewoon niet echt gemotiveerd om dit beroep te gaan uitoefenen. Voor de oorzaken daarvan zou een gehele discussie op touw gezet kunnen worden. Dat laat ik dan nu maar even achterwege.

          • Dat laatste is toch niet zo moeilijk,
            dat is die groeiende groep, die op de basisschool al buiten de boot valt, omdat ’t rijke Nederland te zuinig is om die kinderen goed te begeleiden. Binnen het VO wordt de motivatie alleen maar minder.
            Weinig discussie nodig.
            Toch?

  5. Hulde 2
    Ook ik wil Harm feliciteren met zijn schrijven. ik ben nu zo’n 13 jaar werkzaam in het MBO (niveau 1 t/m 4) en heb ondertussen al diverse veranderingen meegemaakt.
    Ik vraag me nog steeds af waarom het CGO moest worden ingevoerd. Men zegt dat vanuit het bedrijfsleven de roep naar verandering is gekomen. Ik vraag me af waarom. Was de aansluiting op de beroepspraktijk en de houding/gedrag van de student destijds dan echt zo erg ?
    Zijn de werknemers/werkgevers van nu die o.a. in de MKB-sector werkzaam zijn en die het traditionele onderwijs hebben meegemaakt, dan a-competent (bah, vies woord) of functioneren ze niet naar behoren ? Ik weet bijna zeker dat ze competenter zijn dan de komende afgestudeerde studenten.
    Helaas kregen wij als docenten destijds te weinig tijd om (meer) praktijkopdrachten te schrijven. We werden lastig gevallen met bureaucratische rompslomp.
    Maar nu worden we in het CGO nog meer lastig gevallen met allerlei onnodig papierwerk en taken. En niet alleen wij, maar ook de student. En dus het gevolg zal zijn ………(3 keer raden).

    • Ik hoorde
      laatst iemand uit het bedrijfsleven foeteren op het CGO. “vroeger konden ze geen hamer vasthouden, nu wel, maar ze weten niet waar hij voor dient” Beter kan je de onzin van competentiegericht onderwijs niet samenvatten. Alhoewel ik Netelenbos ook wel goed vond. “Ja maar ze kunnen nu wel goed debatteren, ze zeggen bijna geen euh.. meer. En daar moeten we trots op zijn”

Reacties zijn gesloten.