De EducaNostra

De EducaNostra

Het ene na het andere rapport over het onderwijs ziet het licht. Volgende week komt de klap op de vuurpijl, de conclusies van het parlementaire onderzoek. Het ziet er niet goed uit voor de regenten van toen. De door-de-strot-geduwde- onderwijsvernieuwingen zijn niet alleen faliekant mislukt, ze hebben niet alleen het onderwijs om zeep geholpen, ze hebben niet alleen een hele generatie overgeleverd aan waandenkbeelden, zelfbehagen, idioterie en onbedaarlijke onnozelheid, ze hebben de huidige generatie schoolgaande jongeren overgeleverd aan de hebzucht van de EducaNostra.
Alle kenmerken van een syndicaat zijn aanwezig en ondanks de negatieve rapporten worden de gelederen gesloten, de belangen moeten veilig gesteld worden.

In het basisonderwijs is de oud- inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie benoemd als voorzitter van de PO-raad. Dé beschermengel van het nieuwe leren benoemde onmiddellijk een rasechte tegenstander van beter onderwijs als haar rechterhand. De MBO-raad riep alle hotemetoten uit ROC’s en bedrijfsleven bij elkaar om de staatsecretaris duidelijk te maken dat ze er niet moet op rekenen dat ze ook maar iets te zeggen heeft over de examinering in het MBO. De TU in Delft benoemde een oud-ambassadeur als bestuursvoorzitter, kwestie van de nodige buitenlandse connecties gaande te houden.

De EducaNostra is langzaam maar zeker te werk gegaan, daar waar het nodig was met veel geduld, of met intimidatie en karaktermoord. Dit alles om de uiteindelijke zeggenschap over de 29 miljard van het departement van onderwijs en nog eens een paar tientallen miljarden aan van de aanverwante takken van de onderwijssport.

Laten we het hebben over het “weer samen naar school” in het basisonderwijs. Om als kind mee te kunnen dingen naar een plaatsje in “het weer samen naar school” legioen, heb je een rugzakje nodig. Hoe kom je aan zo een rugzakje? Om te beginnen moet er wat mis zijn met je, ADHD’er, autist of mongoloide trekjes zijn perfecte afwijkingen. De school stuurt een signaal uit naar de onderwijsbegeleidingsdient die a rato van twaalfhonderd euro een paar testjes komt afnemen. Dan komt het kind al snel in aanmerking voor “een rugzakje”, nog even langs de verwijscommissie waarin dezelfde onderwijsbegeleidingsdienst zitting heeft en klaar is Kees. Het kind kan in zijn klasje blijven omdat het geld uit het rugzakje gebruikt wordt voor ondersteunende activiteiten. Wie voert die activiteiten uit, dezelfde begeleidingsdienst van de testjes, die bestuurd worden door hetzelfde slag dat zitting heeft genomen in de PO raad.

Laten we het hebben over de onderzoeksprojecten van gerenommeerde opleidingsinstituten. Onze overheid geeft met enige regelmaat een paar honderd miljoenen uit aan onderzoek. Instituten schrijven daar op in, de leukste zijn die met een open eind, een gegarandeerde jarenlange stroom van euro’s. Daar moet natuurlijk een prestatie tegenover staan. Nee, die wordt niet uitgevoerd door het instituut waar jaarlijks het geld wordt gedoneerd. De onderzoeken gebeuren meestal door een Zelfstandige Zonder Personeel voor een bedrag dat maar een fractie bedraagt van het bedrag dat gebeurd wordt door het instituut. O ja, vooraf moet de ZZP’er een contract tekenen waarin hij afziet van elke recht, zoniet…..ZZP’ers genoeg, ze staan in de rij.

Laten we het hebben over de verweving van een deel van het bedrijfsleven met het onderwijs in het MBO. Dank zij het Competentie gericht onderwijs is de beroeps praktijkvorming, stage dus, een wezenlijk onderdeel geworden van de opleiding. In sommige gevallen zelfs de helft. Leerlingen moeten twee á drie dagen per week op stage, daar staat geen enkele vergoeding tegenover, of er méér geleerd wordt dan onderdanigheid, nederigheid en koffie zetten is de vraag. Voor het zicht van de buitenwereld is de leerling verplicht om verslagen en rapporten van de stage in elkaar te googlen, die ongezien verticaal geklasseerd worden door de coach van dienst. Diploma’s worden verstrekt op basis van willekeur, natte vingerenwerk en favoritisme.

Een greep uit de misstanden, georchestreerd door de EducaNostra en dan heb ik het niet gehad over de brede school, de banden met de kinderopvang, de verstrengeling met de adviesbureaus, de relaties met educatieve uitgevers, de schakels met de ICT-maffia, de verbondenheid met de “coaching en training goeroes” en de goede verstandhouding met duurbetaalde onderwijsvernieuwingsbureautjes.

Zou Peter R. hier eens een tijdje willen induiken.

Sjeekspier

19 Reacties

  1. Rugzakjes
    binnen het basisonderwijs, zijn ondertussen aan het veranderen in loodzware vergissingen, waaronder het reguliere onderwijs kraakt.
    Mocht het speciaal onderwijs inderdaad opgeheven gaan worden, gewone juffen en enkele meesters alles moeten gaan oplossen, dan is een ding zeker.
    Kunnen ze niet.

  2. Het wordt spannend….
    Inderdaad nog maar een paar nachtjes slapen. Het rapport van Dijsselbloem komt eraan. Dan weten we wie en wat het allemaal fout hebben gedaan en waarom dat zo is.
    Of zouden we te horen krijgen wat er allemaal al is bereikt in betrekkelijk korte tijd?
    Ik ben erg nieuwsgierig of het weer een echt Calvinistisch, Nederlands rapport zal zijn: vol met zaken die fout zijn gegaan… Of een beetje Amerikaans rapport, waarbij de nadruk meestal ligt op wat er bereikt is, wat er allemaal goed gaat en hoe we door kunnen gaan met verbeteren.

    Je zou kunnen zeggen: in plaats van de rode pen om de fouten aan te strepen, de stickervellen om je aan te moedigen om vooral door te gaan met je best doen en te benadrukken dat je al heel wat weet…
    Ja, ik ben OOK erg nieuwsgierig….

    Vooral naar de toonzetting….

    • Mijn goede vriend sjeekspier
      Heeft het o.a. over de verstrengeling met de adviesbureautjes en onderwijsbegeleidingsdiensten. Moet ik uw commentaar zien in het licht van uw verbondenheid of werknemerschap met KPC?

      • Verstrengeling ??
        Nee hoor. Ik reageer gewoon als betrokken onderwijsmens. En gewoon ook met gebruik van mijn eigen naam. Ik geniet erg van de gevarieerde geluiden die er klinken als het gaat om de verbetering van ons onderwijs. Ik ben ook een echte fan van Beter Onderwijs in Nederland. Gelukkig denken we daar allemaal hetzelfde over toch? Misschien verschillen we wel iets van opvatting, als we denken over de wijze waarop die verbeteringen tot stand kunnen worden gebracht.
        Maar dat lijkt me niet erg. Integendeel het is volgens mij nodig om échte verbeteringen tot stand te brengen. …

        • Hier schrijft
          regelmatig iemand (45 geloof ik) ja wij moeten wel schuilnamen gebruiken om ons te beschermen tegen werkgevers die niet zo breeddenkend zijn als u. Maar ik dwaal af. 45 heeft het regelmatig over voederbakken en troggen enz…
          Waarschijnlijk ben ik heel wantrouwend maat toch, ik merk iets in die zin. BON heeft volstrekt andere uitgangspunten dan u en uw werkgever en de échte veranderingen waar u het steeds over hebt zijn tot nu toe desastreus gebleken, maar volgens uw opvatting blijken al de onderzoeken die dát uitwijzen niet goed te zijn uitgevoerd.

        • fan van Beter Onderwijs in Nederland
          John van Dongen schreef ergens:
          “Zelfstandig werken is meer dan zeggen “boek open en ga je gang”. ‘De pc zal straks ín de klas staan, en niet meer, ‘ver weg’ in het informatielokaal. Het nieuwe leren, met het accent op zelfstandig werken, kan een echte impuls krijgen dankzij de computer.

          Voor een docent is het belangrijkste natuurlijk dat alles gewoon werkt als gebruik van ICT wordt gemaakt. Met het Edumenu concept probeert KPC Groep, samen met haar partners hier, met succes, op in te spelen.

          ICT voor, met en door leerlingen.
          Docenten kunnen van diverse software applicaties gebruik maken om de les aantrekkelijker te maken voor hun leerlingen. Er vanuitgaande dat de meeste leerlingen inmiddels over basisvaardigheden beschikken zou een docent dan ook met zijn/haar leerlingen deze software kunnen gaan gebruiken, waardoor vakspecifieke lessen en informatie geproduceerd kan worden door de leerlingen.

          Automatisch wordt de docent coach in plaats van instructeur.”

          John van Dongen schreef ook onlangs: “Gelukkig denken we daar allemaal hetzelfde over toch?”

          Werkelijk?

          • Computer
            Een computer in de klas, daar kan ik me alles bij voorstellen. Ontegenzeggelijk hebben de beelden van de Vietnamoorlog hun impact gehad op de geschiedenis. De 20e eeuw is een eeuw van beelden geworden. Ook dat zijn historische bronnen, net zoals Homerus. Het één bekijk je, het ander lees je. Ik kan me zo voorstellen dat toekomstige eindexamens geschiedenis gebruik maken van (bewegende) beelden en niet alleen maar plaatjes en teksten.
            Maar precies daarin zit ‘m de crux.
            ICT is een hulpmiddel, niets meer en niets minder. Geen Haarlemmer olie.
            ICT kan helpen met simpele toetsen, met logische stofopbouw, met herhalingsoefeningen etc. Maar ICT kan nog steeds geen paper nakijken, waarin gedachten, conclusies, beschouwingen vorm hebben gekregen. Dat doe je door te lezen, te kijken, te schrijven en te overleggen. En dat overleg kan per mail, per msn, één of ander social network, of gewoon face2face. Maar de pc neemt hier nog steeds de docent niet weg.

            Het probleem met onderwijssoftware is echter dat men denkt dat de docent niet meer nodig is, dat hooguit een assistent volstaat om een niet-werkende muis te vervangen ofzo.
            En o wee wanneer de computers het niet doen. Hoe met het dan met het onderwijs?

          • Vergankelijke tijden
            Een jaar of 20 geleden las ik ergens dat de computerbestanden van de Vietnam-oorlog niet meer toegankelijk waren. De machines om die banden te lezen bestonden niet meer.
            Bestanden uit tekstverwerkers vóór WP51 zijn inmiddels ook onleesbaar.
            CD’s en DVD’s gaan misschien 20 jaar mee. Misschien wel 50. Waarschijnlijk is er dan geen apparaat meer dat ze kan lezen. Als je digitale bestanden echt wilt archiveren moet je alles elke 10 of 20 jaar overzetten op een nieuw systeem. Dat gebeurt natuurlijk niet.

            Het zou wel eens kunnen zijn dat ICT “dodelijk” is voor de geschiedschrijving van de huidige tijd. Niet alleen door de vergankelijkheid van de media, maar ook omdat er bijvoorbeeld nauwelijks meer brieven worden geschreven.
            Mailtjes hebben een houdbaarheid van een jaar, blogs een maand, sms’jes 10 minuten, msn 10 seconden.

            En daartegenover wordt er tegenwoordig zo idioot veel op papier gezet dat doorploegen van al die A4’tjes onbegonnen werk is.

            Heb meelij met toekomstige historici….

          • Dodelijk?
            Toevallig ben ik onlangs nog met een club studenten met archiefonderzoek bezig geweest. Dan blijkt juist het voordeel van de nieuwe techniek. Waar in het Amsterdams archief een vroegere archivaris allerlei statistische gegevens op papier had gezet en waar nu geen doorkomen meer aan is, blijkt het hernieuwd invoeren van deze gegevens in excel/access voor verrassend inzichten te zorgen. Juist door nieuwe technieken leren we veel nieuwe zaken met gegevens die al langere tijd beschikbaar waren.
            Nu er zo onnoemlijk veel geschiedenis wordt “geschreven” zorgen de nieuwe technieken er voor dat daar ook onderzoek naar gedaan kan worden, vooral waar het gaat om ‘het grote getal’.
            Ook de techniek m.b.t. onderwaterarcheologie zorgt voor nieuwe en soms verrassende inzichten.
            En het lineair A kunnen we ook nog steeds niet lezen.
            Ik ben er niet zo rouwig om. You win some, you lose some.
            Er moet wat te (her)ontdekken blijven.

          • “het” of “een”
            “Dan blijkt juist het voordeel van de nieuwe techniek”.

            Mag ik hiervan maken: “Dan blijkt juist EEN voordeel van de nieuwe techniek”?

            Kwestie van relativeren;-)

          • You lose some
            Ik heb geen medelijden met de huidige historici.
            Natuurlijk zijn allerlei database-toepassingen handig bij historisch en ander onderzoek.

            Maar ik heb wel twijfels bij de “bewaarbaarheid” van digitale informatie. En ik ben zeker van de vluchtigheid van veel van de huidige communicatie.
            Of dat erg is….

            Van lineair A had ik nog nooit gehoord. Op de Engelse wikipedia staan ook wat plaatjes. Onbegrijpelijk dat mensen op basis van een paar krabbels een verstandige theorie kunnen bouwen.
            Mooi vak, historicus!

          • Over de vluchtigheid
            Wat je je moet realiseren is, of het erg is dat veel informatie vluchtig is.
            Vanuit het verleden weten we, dat alleen bepaalde informatie bewust is nagelaten. Waarom vinden we bijvoorbeeld over lange tijd vooral informatie over mannelijke historische figuren, en over vrouwen veel minder? Waarom vinden we wel informatie over koningen en ridders, maar nauwelijks over het gewone volk?
            Het is een probleem dat voor historici altijd heeft gespeeld. Nu er echter zo ontzettend veel informatie wordt gevonden en gemaakt, ga je je pas realiseren dat je die info ook kwijt kunt raken.
            Is dat dan zonde?
            Misschien wel. Misschien ook niet.
            Feit is dat juist nu er veel meer bekend is over het leven van ‘de gewone man’. Want we doen met z’n allen aan geschiedschrijving. Het is alleen maar meer in plaats van minder geworden.
            Dat zo’n weblog dan vluchtig is … soit. Van de grote gebeurtenissen blijft toch wel voldoende voor ’t nageslacht bewaard.

        • Gelukkig denken we daar allemaal hetzelfde over?
          Hoe komt u erbij dat we allemaal hetzelfde denken over beter onderwijs? En als dat al zo is: hoe denken “we” daar dan over? Als iedereen hetzelfde denkt – hetgeen u heel zeker meent te weten – moet het een peuleschil zijn om dat in pakweg drie zinnen samen te vatten. Ik ben benieuwd!

          • Beter Onderwijs in Nederland
            “Gelukkig denken we daar allemaal hetzelfde over toch?”
            Ik bedoel dus: onderwijs dat recht doet aan talenten van kinderen, er het beste uithaalt en onze jeugd de nodige competenties en kennis meegeeft om te kunnen gedijen in de maatschappij.

            Ik weet overigens niets zeker, maar hoop slechts dat docenten als wij ( 20 jaar VO onderwijs voor de klas gestaan ) allemaal zouden willen dat het onderwijs optimaal aansluit bij belevingswereld en eisen van heden ten dage.

          • Belevingswereld?
            “Gelukkig denken we daar allemaal hetzelfde over toch?” Ik bedoel dus: onderwijs dat recht doet aan talenten van kinderen, er het beste uithaalt en onze jeugd de nodige competenties en kennis meegeeft om te kunnen gedijen in de maatschappij.

            Ja, zo lust ik er nog wel een paar. Dit is zo ongeveer dé omschrijving van onderwijs. Het vervelende is alleen dat op veel scholen die competenties naar voren zijn geschoven als zo ongeveer “alles wat je nodig hebt want kennis veroudert snel”. Oftewel: de kennis die nodig is als basis is voor de toekomst is in die scholen sterk op de achtergrond gedrukt. Onder meer door onderwijsvernieuwers die alle heil zagen komen van de computer.

            Ik weet overigens niets zeker, maar hoop slechts dat docenten als wij ( 20 jaar VO onderwijs voor de klas gestaan ) allemaal zouden willen dat het onderwijs optimaal aansluit bij belevingswereld en eisen van heden ten dage.

            Waarom zou onderwijs optimaal moeten aansluiten bij de belevingswereld en eisen van heden ten dage? Onderwijs moet – dat schrijft u zelf – de leerlingen juist alles meegeven wat ze nodig hebben om te kunnen gedijen in de maatschappij. En ze gedijen pas in de toekomst zelfstandig in die maatschappij. Dan moet je dus niet aansluiten bij de eisen van heden ten dage, maar bij die van de toekomst. En het gekke is: met een degelijke basiskennis zullen de leerlingen het in de toekomst juist beter doen dan de kinderen die alleen maar hebben gepowerpoint en ge-POPt. Althans, dat denkt een docent zoals ik (6 jaar HBO/MBO onderwijs voor de klas gestaan, daarvoor 15 jaar in andere bedrijven gewerkt).

            En nog even over die belevingswereld: zelf geef ik geen les aan pakweg 14-jarige jongens, maar ik weet wel ongeveer waaruit hun belevingswereld bestaat. Namelijk uit harde muziek en plaatjes van blote dames. En of je daar nou een lesje natuurkunde op wilt aanpassen ….. ?

          • Eigenlijk hoop ik dat niet
            Dat ‘aansluiten bij de belevingswereld’ bedoel ik dan.
            En dan heb ik het niet over die archaïsche docent. Daar wil ik niet naar terug.
            Maar een docent is er nou net voor leerlingen over de grenzen van hun eigen belevingswereld te laten kijken. Andere invalshoeken, nieuwe gezichtspunten. Waarom altijd maar games, als een boek ook een mooie tijdsbesteding kan zijn? Niet altijd maar google; probeer eens een vakinhoudelijk deskundig iemand te raadplegen. Geen knip-en plakwerk; probeer je eigen gedachten eens op een rij en op papier te krijgen. Geen virtueel biologielab; ga eens met je poten in de sloot staan.

            Als ik zo om me heen kijk, in onze huidige maatschappij, dan lijkt de eis van die maatschappij me duidelijk. Er is een groot tekort aan VAKINHOUDELIJK geschoolde krachten. We zijn goed in praten óver, maar niet (steeds minder) in werken mét.
            Als NL een kenniseconomie moet zijn, dan moeten we de basis – kennis – weer op peil krijgen. Dát zijn de eisen van deze tijd.

    • In elk geval zeker niet spannend,
      gewoon verder pruttelen en polderen, waarschijnlijk
      wat meer prutsen en kolderen.
      Het verschil tussen witte en zwarte basisscholen wordt in elk geval alleen maar groter. Dijksma kan zelfs ’n lichte aanzet om dat aan te pakken vergeten. Ik noem dat de Moloch. Scherpt geeuwend ’n nagel, toch?
      Dijsselbloem is allang niet interessant meer.
      Kinderen zijn belangrijker.

Reacties zijn gesloten.