Kranten over de commissie Dijsselbloem: 23 november

Dit is wat de kranten schreven over de verhoren door de commissie Dijsselbloem van 23 november.

Deze dag ging over het VMBO en gehoord werden:

  • Van Veen en Hover (commissie invoering VMBO)
  • Van Nierop, De Kruijff (leraren VMBO)
  • Engbers (schoolleider VMBO)
  • Veenstra en De Jager (procesmanagement)
  • Rosenbaum en Van Heerikhuize (speciaal onderwijs)
  • Reulen, Geelkerken, Steen (besturenorganisaties)

Trouw

Vmbo kon probleemleerlingen niet aan

Het vmbo telt veel meer leerlingen met opvoed- of leerproblemen dan beleidsmakers in de jaren negentig verwachtten. De scholen waren volstrekt niet voorbereid op de komst van die leerlingen.

Dat bleek gisteren op de derde dag van de openbare verhoren door de parlementaire onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Het vmbo ontstond in twee stappen, in 1993 en 1999, uit het lager beroepsonderwijs (lbo). Behalve de mavo werden delen van het onderwijs aan kinderen met gedrags- en leermoeilijkheden in het vmbo opgenomen.

“We rekenden erop dat het aantal van dit soort kinderen stabiel zou blijven. Achteraf blijkt dat dat aantal met 60 procent gegroeid is”, vertelde Carlo Hover. Hij was secretaris van de commissie-Van Veen, die in 1994 de grondslag legde voor het vmbo.

De speciale scholen voor deze zogeheten zorgleerlingen zagen de groei wel aankomen, aldus Nico Rosenbaum, destijds voorzitter van het overlegorgaan van deze scholen. Die scholen verzetten zich fel tegen hun opname in het vmbo uit vrees dat hun expertise zou verdampen als zij opgingen in een groter geheel. “Dat is ook gebeurd”, stelde Rosenbaum.

De pas gevormde vmbo-scholen werden overvallen door de nieuwe leerlingengroep. Zij hadden geen enkele ervaring met hen en docenten kregen ook nauwelijks begeleiding, vertelden Jaap de Kruijff en Jan van Nierop, vertegenwoordigers van twee platforms van vmbo-docenten. “Pas sinds een jaar of drie is de begeleiding in orde”, aldus Van Nierop.

“We hebben jaren geworsteld met de vraag hoe we deze kinderen moesten lesgeven”, zei directeur Bart Engbers van het Vader Rijn College, een Utrechtse vmbo-school. Daardoor zijn er kinderen op plaatsen in het mbo terechtgekomen waar ze niet pasten, gaf hij toe. De kans is groot dat die voortijdig uitgevallen zijn en werkloos thuis zitten.

Het vmbo is vooral ingevoerd om de aansluiting met het mbo en de arbeidsmarkt te verbeteren, zei Chris van Veen, in de jaren zeventig minister van onderwijs. Volgens meerdere woordvoerders is het vmbo daarin niet geslaagd. De Kruijff: “De eerste pagina’s van het rapport van de commissie-Van Veen zijn nog actueel.”


Het Financieele Dagblad

Vmbo mocht geen praktische opleiding zijn, gericht op baan

Het doel van het vmbo een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt is nooit gehaald. Dat komt doordat de praktische leerweg die gericht was op direct gaan werken na school, er nooit is gekomen.

Dit zei oud-minister Chris van Veen die gisteren op de derde dag van het parlementaire onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen werd gehoord. Van Veen was in 1994 voorzitter van de commissie die het vmbo, het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, ontwikkelde. Hij had de toenmalige staatssecretaris Tineke Netelenbos voorgesteld om in het vmbo een op de arbeidsmarkt gerichte leerweg op te nemen. Zij zag dat echter niet zitten.

Onze arbeidsmarktgerichte leerweg is er nooit gekomen , zei Van Veen. Helaas is het niet zo goed verlopen. Hij doelde daarmee op het huidige slechte imago van het vmbo, waar 60% van de basisschoolleerlingen uiteindelijk terechtkomen. Van Veen liet doorschemeren de huidige vier leerwegen in het vmbo veel te theoretisch te vinden.

Als voorzitter van werkgeversorganisatie VNO was Van Veen, onderwijsminister in het kabinet Biesheuvel (1971-1973) tot de overtuiging gekomen dat er iets moest gebeuren voor leerlingen die op school niet goed konden meekomen. De ambachtsschool bestond niet meer, de mulo was verdwenen en de mavo verkeerde in een postnatale depressie.

Voor de commissie verscheen gisteren ook een hartstochtelijk pleitbezorger van het vmbo, directeur Bart Engbers van het Vader Rijn College in Utrecht, een school met veel allochtone leerlingen. Blijf met je fikken van het vmbo af, Den Haag , zei Engbers. Hij wil dat de scholen voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de grote steden de mogelijkheid krijgen zelf hun weg te vinden.

Engbers is tegenstander van het centraal vmbo-examen, want dat betekent dat de school wordt beheerst door een examenregime dat de leerling geen stap verder helpt. Hij bepleit verdergaande Cito-toetsen voor in het vmbo zoals die bekend zijn van de basisschool. Want hij vreest dat het centrale examen wordt gebruikt als afstraffing , terwijl hij meer heil ziet in reparatie .

Engbers zegt dat op zijn school er niet meer dan vier vakken echt toe doen: taal, rekenen, burgerschapsvorming en bewegen. Hij vindt het nietszeggend leerlingen met een cijferlijst en diploma weg te sturen. Ze moeten roc-proof worden, zegt hij. Dat betekent dat ze op het Regionaal Opleidingen Centrum hun mannetje moeten kunnen staan.

Bij veel leerlingen van Engbers is de situatie thuis een probleem. Op straat worden ze gediscrimineerd. Op school zijn ze van harte welkom. Engbers: Op onze kleurrijke school kunnen ze via een stage de link naar de witte wereld tot stand brengen. We willen dat voor onze leerlingen de arbeidsmarkt in beeld komt. Velen van hen doen niet mee aan de Nederlandse samenleving. Die leven op de tiende etage als in een dorp in het Rif-gebergte.


Martin Sommer in de Volkskrant
‘Tineke Netelenbos chanteerde lom-scholen bij ontstaan vmbo’

Tineke Netelenbos, staatssecretaris van Onderwijs tijdens het eerste kabinet-Kok, dreigde de voorzitter van de belangenvereniging voor lom-scholen telefonisch met het verdwijnen van werkgelegenheid als hij niet wilde meewerken aan de totstandkoming van het vmbo. Dat heeft Nico Rosenbaum, die eind jaren negentig het Werkverband SVO lom-scholen leidde, vrijdag gezegd voor de parlementaire commissie Onderwijsvernieuwing.

Het einde van de eerste week openbare verhoren van de onderzoekscommissie bracht vuurwerk. In de ochtend had Rosenbaums vroegere collega-bestuurder Van Nierop gezegd dat het ministerie van Onderwijs de lom-scholen chanteerde.

Hij legde uit dat Netelenbos eind jaren negentig bezig was met de inrichting van het vmbo. Daar moesten een aantal schooltypes in samensmelten, waaronder de mavo, het lager beroeps onderwijs, en ook de lom-scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden.

De belangenvereniging, Werkgemeenschap SVO lom-scholen, voelde daar niets voor. Men vreesde dat de expertise van de lom-scholen zou wegvallen. Voorzitter Rosenbaum vertelde hoe hij op zijn school in Utrecht gebeld werd door de staatssecretaris. Zij zei hem dat hij de enige was die weigerde aan het vmbo mee te doen. De bonden hadden ingestemd, net als de schoolbesturen van de andere schooltypen. Alleen de lom-scholen lagen dwars. Als Rosenbaum niet meewerkte, zei Netelenbos, zou alles op losse schroeven komen staan. ‘Dan zou zij de werkgelegenheid en het salaris van mijn mensen niet kunnen garanderen. Ik ben daar toen onderdoor gegaan.’ Na enige aarzeling sprak ook Rosenbaum, net als Van Nierop, van chantage.

Volgens Rosenbaum werd zijn vrees over de zorg voor zijn lomschoolleerlingen bewaarheid. Door het ‘warme bad’ van de kleine lomscholen, haalden tweeduizend kinderen per jaar het staatsexamen mavo. Na de integratie kwamen ze ‘in het koude bad’ van het vmbo terecht.

Toen kwam er, aldus Rosenbaum, van bijzondere zorg voor kinderen met leermoeilijkheden niets meer terecht.


2 Reacties

  1. Vader Rijn College
    “Voor de commissie verscheen gisteren ook een hartstochtelijk pleitbezorger van het vmbo, directeur Bart Engbers van het Vader Rijn College in Utrecht, een school met veel allochtone leerlingen. Blijf met je fikken van het vmbo af, Den Haag , zei Engbers. Hij wil dat de scholen voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de grote steden de mogelijkheid krijgen zelf hun weg te vinden.”

    Hij spreekt voor zichzelf, omdat hij zich op zijn school inzet om de problemen het hoofd te bieden.
    Toch houdt hij een onverstandig pleidooi, omdat hij niet alleen van zijn eigen situatie kan uitgaan.

    • Vader Rijn berucht om Natuurlijk Leren
      Leerlingen die van dit college afkomen zoeken naar een vervolgopleiding waarbij de eerste vraag is of daar les wordt gegeven, of dat ze het zelf moeten uitzoeken………………………..

Reacties zijn gesloten.