Samen trommelen op de studiedag!

Met het nieuwe schooljaar in aantocht moet ook de onderwijs-manager zich weer eens het hoofd gaan breken over de vraag hoe het personeel een zinnige studiedag aan te kunnen bieden zonder dat een en ander ontaardt in vèrgaande joligheid achterin de zaal.
Het IsisQ5 Magazine ( ja ik heb die naam ook niet verzonnen ) voor onderwijsmanagers biedt daarvoor een handig uitneembaar katern met 75 tips voor een geslaagde studiedag. Geheel in de stijl van het competentieleren dienen de leervragen voor deze dag door de deelnemers zelf te worden geformuleerd, en er dient ook een extern deskundige te worden uitgenodigd. Vreemde ogen dwingen blijkbaar, maar niet altijd, want ik herinner mij nog een studiedag waar zo’n extern deskundige van een duur onderwijs-adviesbureau ( “ja ik heb toch zeker wel een half jaar voor de klas gestaan” ) ons allemaal een rieten boodschappenmandje verstrekte, waarin wij vervolgens onze leervragen moesten deponeren of iets dergelijks. Niet te veel aan terug denken, want anders zit ik zó weer bij de bedrijfsarts.
Ruim van te voren komen in de personeelskamer “flip-overvellen” te hangen, met een dikke viltstift aan een touwtje, en dan gaan we reageren op prikkelende teksten. Op de dag zelf zal er bij binnenkomst een muziekje te horen zijn, dat “geeft een welkom gevoel en stemt positief”. Er zal een café-opstelling zijn, en de tafels zullen zijn bekleed met wit horeca-papier. En: “een bakje pinda’s op tafel maakt het beeld compleet”! Dat wordt veel en copieus gratis vreten. Tussen twee haakjes: uit onderzoek is trouwens gebleken dat zich in zo’n bakje pinda’s na enkele uren gemiddeld vijftien verschillende soorten sporen van urine bevinden.
Vervolgens mogen we gekleurde rondjes plakken bij dingen die we leuk vinden. Waar ik me ook bijzonder op verheug is het kennismakingsrondje: “iedereen laten vertellen wanneer hij/zij welk laatste compliment heeft gekregen en van wie”. Even diep nadenken dus.

Er gaan op zo’n dag trouwens veel complimenten uitgedeeld worden door het management, ongeacht of het aangedragen idee nu zinvol is of niet. Zo adviseert ons het magazine. Er zal ook veel beweging zijn, buiten het gewone gewiebel en geschuifel met stoelen en het gespeel met mobieltjes om: “veel laten lopen”; zo hebben de deelnemers ook geen tijd om hun achterstallig correctiewerk af te handelen. Nog een fantastisch en vernieuwend idee: organiseer workshops! Na de lunch komt er een energizer. Leuk! Er komt, ter verhoging van het enthousiasme, ook een verbindende hart-activiteit: samen zingen en trommelen! Pak al je zorgen in je plunjezak en fluit, fluit, fluit! Jippie !

De laatste tip uit het blad is een beetje vreemd: “organiseer geen studiedagen meer, maar huur liever een trainer in voor een groep van 15 enthousiaste collega’s “. Dat schijnt beter te zijn dan een team waarbij de helft van de aanwezigen geen zin heeft in zo’n dag. Hoe kan dat nou toch? Flauw hoor.

7 Reacties

  1. Geen studiedag meer: mag dat eigenlijk?
    Ikzelf heb een bloedhekel aan studiedagen en alles wat daarop lijkt, maar mogen schoolleiders studiedagen eigenlijk zomaar schrappen, of organiseren voor maar een deel van de docenten?

    Is er eigenlijk een verplichting dat scholen aan scholing van hun docenten moeten doen en hoe luidt die? Wet BIO?

    Zelf wil ik natuurlijk gewoon tijd om zelfstandig mijn lessen beter te maken. En dat is iets anders dan het mijzélf beter moeten maken.

    • scholing van docenten
      Ik geloof dat er in de nieuwe CAO staat dat 10% van de uren van de docent aan ‘professionalisering’ moet worden besteed. (Weet iemand de details?) Ik geloof ook dat daar niet in staat dat de docent die 10% zelf kan invullen. Voor dat laatste zou ik een groot voorstander zijn 🙂

    • studiedagen
      In de CAO VO staat nu nog dat 10% van de jaartaak (met evenredigheid bij minder en maximalisering bij meer dan de volledige jaartaak) voor scholing bestemd is. Het is niet helemaal duidelijk waaraan je die 10% mag/moet besteden. Dat moet in het taakbeleid van de school worden vastgelegd. Bij ons is het volgende vastgelegd:
      maximaal 30% mag door de directie ingevuld worden, Studiedagen ed.
      maximaal 40% mag gaan naar nascholing die door de docent zelf is aangevraagd.
      De rest, dus minimaal 30% is voor het bijhouden van het vak.
      Wij zijn daar wel tevreden mee. Ik heb ook wel eens gehoord van scholen waar ze de scholing helemaal gebruiken voor het ontwikkelen van een nieuw vak. Of voor projecten want daar leer je als docent zoveel van.
      Het is een beetje een grijs gebied wat scholing precies inhoudt. Het zou me ook niet verbazen als de VO-raad bij de CAO-onderhandelingen met het aanbod komt om niet meer zoveel aan scholing te doen en dan meer lessen te gaan geven. Dat heet dan werkdrukvermindering.

      • Scholing; zo zit dat dus
        Aha, zo zit dat dus; duidelijk verhaal, bedankt.

        Wat mij blijft opvallen, is dat het verbeteren van het onderwijs dat je geeft, en daar is het tenslotte allemaal om te doen, vaak op een verknipte manier in zo’n CAO of wet BIO is vastgelegd. Ik hoef, behalve vakkennis, vaak helemaal niets nieuws te leren om mijn werk beter te doen; ik hoef alleen maar m’n handen vrij te krijgen om die dingen uit te gaan voeren die ik als verbetering voor ogen heb. Het zit ‘m vaak gewoon in het zelf ontwikkelen van beter les- of toetsmateriaal. Daar heb ik helemaal geen scholing voor nodig, maar tijd. Ik wil die tijd, als men mij niet vertrouwt, desnoods ook wel op school besteden, als ik daar dan maar met rust gelaten word.

        Juist die dingen die je aan jezélf moet verbeteren, is mijn ervaring tenminste, zijn dingen waar je in de loop van het schooljaar vanzelf tegenaanloopt. Onhandige lichaamstaal, iets nieuws op een klas loslaten zonder ze daar goed op voorbereid te hebben; dat soort zaken. Omdat je vooral ook zélf last hebt van je eigen fouten, ga je vanzelf wel zoeken naar oplossingen. Dat is ook de lol ervan: dat je daar zelf de controle over hebt. Dus voor zover ik mezelf moet verbeteren, leent zich dit slecht voor planning en formele, georganiseerde vormen van scholing.

        Ik moet, ook in dit verband, steeds denken aan die zin die ik pas in het NRC las, van die huisarts die na z’n pensionering niet mocht doorwerken maar dat toch onverzettelijk deed: “als ze aan mijn vak komen, dan ga ik trappen.”

      • correctie
        Dat van die 10% staat niet meer in de CAO. In vorige CAO’s stond het wel. Meestal zal dat nog in het taakbeleid staan omdat 2/3 van het personeel er mee eens moet zijn als die bepaling verdwijnt. Scholen die het taakbeleid niet goed op orde hebben, zouden wel eens een probleem kunnen hebben en zijn wellicht aan de willekeur van de directie overgeleverd.

    • Samen bijspijkeren.
      Scholing is geregeld in de CAO-VO 2006-2007, die per 1 juli 2007 afliep. Omdat geen opzegging aangemeld werd, blijft deze CAO van kracht. In de regeling wordt inderdaad de wet BIO aangehaald onder hoofdstuk scholing op pag 83.

      De OMO CAO 2006-2007 noemt 11%. Zie onder E4 punt 5 pag 25. De wet BIO komt in het stuk niet voor.

      De oude CAO VO 2003-2005 is BIO-tekst vrij. Afspraken in bijlage VII onder 7a, pag 90.

Reacties zijn gesloten.