MBO: het lege rugzakje

Een onderwerp waarover ik weinig op de website van BON tegenkom zijn leerlingen met leerproblemen. Er lopen tegenwoordig allerlei kinderen rond in het onderwijs met afkortingen als ADHD, ASS, PDD-NOS en leerstoornissen als dyslexie. Vaak kinderen met een normale intelligentie maar daarnaast een afwijking waardoor ze niet helemaal in de normen van het onderwijs passen en wat extra hulp nodig hebben. Vroeger werden ze vaak voor ‘dom’ versleten, en ik heb als ouder nog verschillende keren tegen dit soort vooroordeel bij onderwijzend personeel moeten vechten… Maar daar gaat het nu niet over, en ik heb ook veel leerkrachten ontmoet die het wel snapten. Het is in ieders belang om te zorgen dat deze kinderen toch zo goed mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij, zodat ze niet in uitkeringenland of de sociale werkplaats hoeven te belanden.

In mijn eerste blog had ik al gemeld dat mijn zoon bij zijn MBO-ICT opleiding extra hulp nodig had. Hij dreigde een schooljaar te verknoeien, onder andere omdat het op zijn stages niet goed ging. Om te zorgen dat hij daarbij beter begeleid kon worden en alsnog zijn MBO diploma kon halen heb ik samen met de school besloten om daarvoor leerlinggebonden financiering aan te vragen – het ‘rugzakje’.

De geschiedenis van deze procedure is verbazend.

Om die begeleiding te krijgen moet je bij de ‘Commissie voor Indicatiestelling’ en het ‘Regionaal Expertise Centrum’ (REC) zijn. Op aanraden van een andere zorginstelling ben ik eerst naar de organisatie ‘MEE’ gestapt. Dat is een club die is opgericht om mensen met een handicap te helpen zig een weg te kappen door het bureaucratische woud van de zorg. Inderdaad was daar een aardige mevrouw die ons de weg heeft gewezen en heeft geholpen de formulieren in te vullen, en daarin de juiste toverwoorden te gebruiken. Het formulier was in juli de deur uit, ook de school deed zijn best, er werd door de leraren een stapel papierwerk ingevuld en eveneens opgestuurd. Met een beetje geluk zou mijn zoon in september begeleid kunnen worden.

Dacht ik. In augustus kwam er een brief van het REC dat de aanvraag op een wachtlijst was geplaatst. Nee, u leest het goed, niet mijn zoon, maar de aanvraag. Ik voelde er weinig voor om te wachten, het zou mijn zoon zeker nog een jaar school gekost hebben. Ik heb zelf maar een bevriende onderwijskundige benaderd met de vraag of zij niet wat hulp kon bieden. Dat kon, tegen een redelijk tarief, en de school ging hiermee akkoord. Mijn zoon begon aan zijn nieuwe stage, en dankzij de begeleiding liep dat uitstekend.

In oktober volgde weer een brief dat de aanvraag in behandeling was genomen. Na twee maanden niets gehoord te hebben, maar eens bellen en emailen. Nee het was nog niet goed, de school moest meer gegevens aanleveren. Die heeft dat snel gedaan. Uiteindelijk, na negen maanden, kwam er een positieve beslissing.

Overigens met de vermelding dat de school verplicht was de zorg in te kopen bij de instellingen die bij het REC waren aangesloten – de beruchte gedwongen winkelnering. Instellingen waarin ik geen enkel vertrouwen meer had na deze geschiedenis. De stage van mijn zoon was bijna afgerond, nog een examen en hij zou zijn diploma hebben. Het was dus inmiddels helemaal overbodig. We hebben nog geprobeerd of we van het toegezegde budget de door mijzelf betaalde hulp vergoed konden krijgen, maar dat kon natuurlijk niet.

Onlangs sprak ik de leraar die de aanvraag vanuit de school geregeld heeft. Ook de school heeft geen cent gezien voor de extra inspanningen. Ik begreep dat dit in meer van deze gevallen zo afloopt. Ondertussen waren er veel duurbetaalde uren in deze bureaucratie gaan zitten. Uren van de school, van de mensen van MEE, van mijzelf, en wie weet hoeveel uren bij het REC. Bij mijn werk heb ik met de Russische bureaucratie te maken, maar die zijn vlot en vriendelijk vergeleken bij de ‘Commissie voor Indicatiestelling’ en het ‘Regionaal Expertise Centrum’.

Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik het mij kon veroorloven om zelf hulp te betalen. Veel ouders kunnen dat niet en zijn volkomen afhankelijk van deze haperende ambtelijke molen. Het is duidelijk dat ook de betrokken leerlingen en scholen hiermee niet geholpen zijn. Ik heb al eerder gemerkt dat ‘zorgleerlingen’ niet erg welkom zijn bij veel scholen. Ik heb verschillende keren met mijn zoon moeten ‘leuren’ bij scholen, wat op zich schandalig is. Maar ik begrijp nu waarom. ‘Weer samen naar school’ is een loze kreet.