Rinnooy Kan over onderwijs

Onderstaand artikel stond in het financieele dagblad van 2 juni 2007. Het is geschreven door Alexander Rinnooy Kan (voorzitter Sociaal Economische Raad en was en is lid Innovatieplatform) en Diederik Zijderveld (is directeur Netherlands Genomics Initiative en was plaatsvervangend secretaris vorige Innovatieplatform).

Ze weten het voor elkaar te krijgen volledig voorbij te gaan aan alle problemen in het onderwijs.
———————————————————————————————
Laat onderwijs excelleren

Individuele talentontwikkeling moet centraal komen te staan in het onderwijs. Daarbij gaat het niet alleen om de traditionele schoolse vaardigheden, maar om een breed begrip van talent. Alleen op die manier kan Nederland zijn vooraanstaande internationale positie behouden. Individuele talentontwikkeling vergt dat scholen veel meer dan nu de vrijheid krijgen om hun eigen onderwijs in te richten.

Op vele internationale onderwijsranglijstjes, waarop bijvoorbeeld taal- en rekenvaardigheden van scholieren worden vergeleken, scoort Nederland heel behoorlijk. Toch is dat geen reden om tevreden te zijn met ons huidige onderwijs. Ons stelsel is al te sterk gericht op het halen van een homogeen eindniveau. Bovendien onderwijzen wij vooral de traditionele schoolse vaardigheden. In de huidige samenleving hebben we alle beschikbare individuele talenten nodig. En daarbij gaat het niet alleen om rekenen en taal, maar ook om creatieve, artistieke, sociale, sportieve en andere talenten.

Ontwikkelen van ieders unieke talenten, naar ieders maximale mogelijkheden, moet dan ook de primaire doelstelling worden van ons onderwijs. Verschillen in talent verwijzen dan vooral naar kansen voor de betrokken individuen in plaats van naar zo snel mogelijk weg te werken onrechtvaardigheden.

Het huidige Nederlandse onderwijs, met sterke centrale voorschriften voor vorm en inhoud en een sterk centraal toezicht van de Inspectie, geeft weinig mogelijkheden aan scholen om met maximale creativiteit in te spelen op verschillen in talenten van leerlingen.

Om deze situatie te doorbreken, heeft het vorige Innovatieplatform eerder in een advies bepleit om op korte termijn experimenten te starten met tijdelijk regelarme scholen. Scholen die zulke onderwijskundige experimenten willen uitvoeren, moeten – na het indienen van een goed plan met waarborgen voor het afleggen van horizontale verantwoording aan stakeholders, zoals ouders, werkgevers en andere scholen – voor een periode van enige jaren vrijgesteld kunnen worden van veel van de bestaande regelgeving en van het doorlopende verticale toezicht door de Inspectie.

Op dit voorstel is vanuit de onderwijswereld positief gereageerd. Het is niet zonder consequenties voor de inrichting en besturing van ons onderwijs, en kan bij gebleken succes uitgroeien tot een compleet licentiemodel. Binnen zo’n model kunnen onderwijsinstellingen onder voorwaarden een licentie van de overheid krijgen om een aantal jaren onderwijs te geven. Het horizontale toezicht maakt het voor scholen mogelijk steun te zoeken en te vinden voor eigen keuzes ten aanzien van profiel, inhoud en aanpak van het onderwijs.

De centrale overheid ziet er in zo’n model op toe dat de scholen hun horizontale verantwoording adequaat geregeld hebben en kan alleen bij zeer ernstige signalen van taakverwaarlozing zelf ingrijpen. Objectieve centrale toetsen geven leerlingen inzicht in hun mogelijkheden en geven onderwijsinstellingen inzicht in hun effectiviteit.

Een belangrijk principe van het huidige stelsel heet ‘gelijke kansen voor iedereen’. Maar het huidige egalitaire stelsel zet vooral in op gelijke uitkomsten, en dat gaat gepaard met hoge lesuitval voor die leerlingen die het gemiddelde niveau niet aankunnen en met verspilling van talent voor diegenen met bovengemiddelde aanleg. Een onderwijsstelsel dat individueel maatwerk tot uitgangspunt maakt, kan veel beter tegemoetkomen aan het principe van gelijke kansen voor iedereen.

Ook in de bekostiging van het onderwijs ontbreekt elke prikkel om maximale talentontwikkeling voor leerlingen na te streven. Een aanpak, analoog aan die in het wetenschappelijk onderzoek, kan een bruikbaar alternatief bieden. In het wetenschappelijk onderzoek wordt een klein deel van het totale budget, zo’n 10 tot 15 procent, verdeeld door NWO. Kwaliteit in nationale competitie bepaalt de verdeling; internationale experts doen de beoordeling. Op analoge wijze kan een nieuw op te richten organisatie bijdragen aan kwaliteitsverhoging van het onderwijs.

Ook het toestaan van naar winst strevende scholen kan tot kwaliteitsverhoging leiden. Natuurlijk moet een dergelijk zogenaamd open bestel met waarborgen omgeven worden, maar alleen experimenten van enige omvang kunnen uitsluitsel geven. Die experimenten moeten we dan ook ruimhartig toestaan.

Het is aan het nieuwe kabinet om deze en andere veranderingen alle ruimte te geven. De weg daarnaartoe is niet het maken van nieuwe regels, maar eerst het onder voorwaarden afschaffen van veel bestaande regels, een stap die haaks staat op een traditie van gedetailleerde parlementaire bemoeizucht met het onderwijs en alleen al daarom veel inspanningen zal vergen.

In Nederland bestaat grote aarzeling om met zaken van waarde te experimenteren. Onze conclusie is nu juist dat het onderwijs te belangrijk is om er niet mee te experimenteren. Die experimenten worden mede gerechtvaardigd door maatschappelijk vertrouwen in de passie en professionaliteit van zovelen die in het onderwijs werken, en die ruimte zoeken om ook hun eigen talenten maximaal in dienst te stellen van de toekomst van hun leerlingen.
———————————————————————————————-

27 Reacties

  1. NWO
    Uit het stuk van Rinnooy Kan:

    Ook in de bekostiging van het onderwijs ontbreekt elke prikkel om maximale talentontwikkeling voor leerlingen na te streven. Een aanpak, analoog aan die in het wetenschappelijk onderzoek, kan een bruikbaar alternatief bieden. In het wetenschappelijk onderzoek wordt een klein deel van het totale budget, zo’n 10 tot 15 procent, verdeeld door NWO. Kwaliteit in nationale competitie bepaalt de verdeling; internationale experts doen de beoordeling. Op analoge wijze kan een nieuw op te richten organisatie bijdragen aan kwaliteitsverhoging van het onderwijs.

    En vergelijk dat eens met de beschrijving van NWO door Maarten Huygen (zie hier) onder de titel: ‘De Nederlandse wetenschap wordt tot slaaf gemaakt van de politiek’.

  2. Ook een leuke ….
    ….. is deze zin: “Natuurlijk moet een dergelijk zogenaamd open bestel met waarborgen omgeven worden, maar alleen experimenten van enige omvang kunnen uitsluitsel geven. Die experimenten moeten we dan ook ruimhartig toestaan.

    Uiteraard geven de heren nog niet een eerste aanzet over de waarborgen die hiervoor zouden moeten komen. Dat is schijnbaar veel te gedetailleerd voor deze “grote denkers”.

    • En deze dan

      In Nederland bestaat grote aarzeling om met zaken van waarde te experimenteren. Onze conclusie is nu juist dat het onderwijs te belangrijk is om er niet mee te experimenteren.

      De heren hebben de afgelopen jaren op Mars doorgebracht denk ik. Misschien moet Ad eens met Alexander gaan praten….

      • Rinnooy Kan als proefdier
        Onze conclusie is nu juist dat het onderwijs te belangrijk is om er niet mee te experimenteren.
        Vervang in deze zin voor de lol nu eens het woord ‘onderwijs’ door ‘mensen’ (Ja inderdaad, schriftgeleerden, dat hebben die heren NIET gezegd). Dat geeft een aardig idee van de kwaliteit van hun argumenten. Belangrijke dingen, daar moet je lekker mee experimenten OMDAT ze belangrijk zijn.

        • gewoon goeroe taal
          Kantelen, paradigma shift. Klinkt allemaal even diepzinnig. Revolutionaire eye – openers. Daar behoor je helemaal niet verder over na te denken. Daar wil je BIJ horen. Je wilt je verheven voelen boven het klootjesvolk dat niet durft te experimenteren met belangrijke dingen.

          En aangezien geen hond meer enig logisch denkvermogen bezit zijn er altijd voldoende sukkels die daar achter aanlopen. De enige bedreiging voor die mensen is een club zoals de onze, maar gelukkig hebben ze in alle geledingen alle vakmanschap al lang en breed geinfiltreerd met de zotte term professionaliteit, hetgeen weinig meer is dan de doelen en methodes van je baas volgen. Liefst gekleed volgens de juiste dresscode.

          Ik heb laatst in een wachtruimte van een arts voor het eerst van mijn leven het magazine quote doorgebladerd. Geeft in 30 seconden een volledig beeld van de leegheid van de professionele omgeving. En mijn verbijstering: al die vreselijke jongetjes en meisjes op de foto werden geacht aantrekkelijk te zijn voor de lezers van dat periodiek. En ik had een instant gierende hekel aan werkelijk alle figuren die daar werden opgevoerd (in reclames voor de nieuwste gadgets, danwel in verhalen over ledigheid).

          Ik dwaal af: wat ik bedoel is dat er een rijke wereld van newspeakers is ontstaan die met volledig misplaatst vertrouwen denken overal de ultieme wijsheid over te bezitten

          • Economie van de praatjesmakers
            En toch lijkt het te kunnen: een economie die geheel op praatjesmakers drijft. Uitsluitend mensen die onnodige troep en onnodige kletspraatjes aan elkaar verkopen. De handel (in lucht, maar ook in artikelen) is voor mij dan ook een groot mysterie.
            Iemand moet er toch voor zorgen dat de electriciteit geleverd wordt, het brood gebakken, het huis gerepareerd, de tram op tijd op de halte? Hoe werkt dat in vredesnaam in ons land?

          • Neem nutsbedrijf X
            (Stel X is de Eneco). Dat ik dit kan posten is een bewijs van de aan mij geleverde electriciteit (ook een bewijs van een internetprovider die braaf zijn werk doet).
            Ondanks het feit dat die nutsbedrijven zich bezighouden met waanzinnige zaken als het sponsoren van voetbalclubs, heb ik gewoon electriciteit in huis.
            Waarschijnlijk is het gewoon drie keer zo duur als eigenlijk nodig.

            Waarschijnlijk kunnen we, als we al dat overbodige management eruit schoppen, voor dezelfde lump (-braak) sum (-kots) drie keer zo veel leraren aanstellen.

          • Re: economie van de praatjesmakers
            Dankzij de technologische vooruitgang (wat overigens geen natuurverschijnsel is, wat sommigen schijnen te denken; maar iets dat te danken is een aantal beta’s) is er eigenlijk maar werk voor een paar procent van de bevolking. Het vervelende is dat die grote groep waar geen echt werk voor is die paar procent die wel nuttig werk doet voor de voeten loopt.

          • Zoiets zal het wel zijn….
            Het lijkt mij dan het beste om alsnog de Markerwaard droog te leggen en daar een geheel gesubsidieerde samenleving te stichten, waar uitsluitend praatjes aan ingezetenen van de nieuwe polder mogen worden verkocht. Een polder vol van adviesdiensten, implementatiewerkgroepen, raden, lichamen, task-forces, coaches, SLO’s en ander drieletterig eigentijds onheil. Ze krijgen geld om zich uitsluitend met elkaar en vooral niet met de rest van het land te bemoeien.
            Sorry voor deze borrelpraat, maar ik heb er net een op en hij smaakt goed,

          • Zucht..
            Rinnooy Kan sluit za a.s het onderwijsdebat op de VU af met als thema “De maatschappij van vandaag”. Ik weet nu al dat ik mijn tijd beter zal kunnen gebruiken dan er heen te gaan. Al was het maar om een borrel te drinken..

          • Jammer van die Markerwaard
            Ik stel nogmaals Schiermonnikoog voor; alle communicatielijnen verbreken; marinefregatten als blokkade; inspraak-pijplijn naar de leeglopende gasbel van Slochteren.

  3. Rinnooy Kan / Talentontwikkeling
    Ik val een beetje laat in deze draad binnen; leesachterstand…

    In de huidige samenleving hebben we alle beschikbare individuele talenten nodig. En daarbij gaat het niet alleen om rekenen en taal, maar ook om creatieve, artistieke, sociale, sportieve en andere talenten.

    Het gaat steeds makkelijker (en saaier) worden om de verhalen van dit soort types door te prikken, maar het eerste wat bij mij op kwam was dat het bedrijf Google zijn werknemers ik geloof iets van 20% van de werktijd vrijlaat om aan eigen dingen te werken. Zonder enige bemoeienis en resultaatverplichting, vooral bedoeld omdat hier vaak nieuwe ideeën en diensten voor het bedrijf uit voortkomen.

    En eigenlijk doen wij dat ook allang bij leerlingen: ze hebben naast contacturen al decennia veel vrije tijd, vooral in de vorm van schoolvakanties. Dat waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden, ook dus hun “creatieve, artistieke, sociale, sportieve en andere talenten”, daar steken veel leerlingen allang massa’s tijd in. Of ze verdienen wat bij bij gebrek aan betere tijdsbesteding, of hangen in hun vrije tijd nog even lekker achterover, om geen energie te verspillen zolang ze, door het kiezen van bijvoorbeeld verkeerde vervolgopleidingen of tegenvallende banen, nog niet ontdekt hebben waar het heen moet.

    Dat hele idee van die bemoeienis met individuele talentontwikkeling van Rinnooy Kan; het is echt hopeloos. Typisch iets voor bobo’s: het willen beheersen van andermans creativiteit en het daardoor juist in de weg gaan staan, in plaats van mensen naast hun vaste verplichtingen gewoon de ruimte geven om het zelf te doen als ze daar zin in hebben. Maar stel je voor, mensen iets zelf laten doen; wat zou er dan nog over zijn om te besturen?

    • Talenten ontwikkelen?
      Stel je ontwikkelt alle talenten gedurende een aantal jaren. De talentarmen leren wat bij; de talentvollen leren veel bij.
      Na afloop heb je alleen maar de spreiding tussen talentarmen en talentvollen vergroot. Dat zal Rinnooy wel niet willen.
      Waarschijnlijk bedoelt hij dat de bedrijven talentvollere vissen uit de vijver willen vangen en dat verkoopt hij met mooie ethische praatjes.

      • Goed laten inwerken
        en dan moeten concluderen……deze man wil terug naar de jaren vijftig. Alleen de talentvollen of diegene die beschikken over veel “talenten” in de betekenis van het oude testament moeten alle kansen krijgen om zich te ontplooien. Dit ruikt niet alleen naar spruitjes maar ook nog naar de door D66 geroemde “derde weg”.

    • Notenkrakerplatform
      Helaas, wij zijn onlangs weer een nieuw platform rijker, het Notenkrakerplatform:
      ‘Het Notenkrakerplatform is een samenwerkingsverband bedoeld om de talenten van kinderen te leren zien en te helpen vormen binnen het regulier onderwijs.’

    • Elke leerling een talent
      Ik vind toch ook iets positiefs in het stuk van Rinnooy Kan.
      Talenten ontwikkelen is in principe positief.
      Stel dat je op het vwo (bijvoorbeeld) naast het gewone programma elke leerling zou kunnen verplichten zich binnen minstens één vakgebied extra te ontwikkelen. Zelfstandig, maar goed en kritisch begeleid. Eventueel met de mogelijkheid jaarlijks een andere keuze te maken.
      Een beetje zoals dat bij profielwerkstukken gaat. Ook daar gaan leerlingen zelfstandig, maar wel met een stok achter de deur, en structureel begeleid aan de gang. Leerlingen hebben daar vaak plezier in èn het werk heeft diepgang.
      Ik zou zoiets naast het gewone programma wel zien zitten.
      Helaas zal de wal het schip wel keren, want begeleiding kost meer dan gewoon uurtjes lesgeven.
      Maar het idee blijft aanlokkelijk.

      • Geen talentontwikkeling op school
        Wie geïnteresseerd is in b.v. wiskunde of sterrenkunde kan hierover boeken lenen uit de bibliotheek (zo deed ik het vroeger).
        Daar is geen begeleiding voor nodig en men kiest precies die onderwerpen die men boeiend vindt en alleen dan wanneer men er tijd voor heeft (b.v. in de vakanties).
        Ik zou er niet blij mee geweest zijn als ik op de middelbare school gedwongen werd extra lessen wiskunde te volgen. En aan een technasium moet ik al helemaal niet denken.

        Wie slecht is in talen moet daar extra energie in stoppen. Dit staat dus haaks op talentontwikkeling: voor die vakken waar men weinig talent voor heeft, moet men zich extra inspannen.

        Ik ben het helemaal eens met de redenering van EM70: ik wil zelf bepalen wat ik aan extra’s doe. Daar hoeft een ander zich niet mee te bemoeien.

        • Extra’s zelf bepalen
          Naar mijn idee zorgt het onderwijs ervoor dat de onderwerpen die leuk en interessant zijn automatisch verwateren tot iets wat niet meer leuk en interessant is. Zodra onderwijzers en -gogen en -kundigen een onderwerp uit gaan benen en didactisch verantwoord in lesschema’s voor een zo groot mogelijk publiek vertalen is voor de meeste leerlingen en docenten de lol er al grotendeels af. Onderwijs is daardoor per definitie (vaak) niet leuk. Het baant paden door het kennisbos die door grote groepen kenniswandelaars worden platgetreden.
          Waar ik van geniet is het afdwalen van de gebaande paden; zelf, zonder betweterige gids, met vallen en opstaan zoeken van doorgangen; en het daardoor ontstane gevoel op eigen kracht iets geleerd te hebben.
          Goed onderwijs heeft de wijsheid om selectief te zijn en niet alle talentontwikkeling te annexeren.

          • @Hendrikush: te algemeen
            Nu ken ik u als een man die niet van flauwekul houdt. Maar nu moet u uw op één na laatste zin nog eens nalezen zonder dat u weet dat u zelf de auteur bent.
            Waar ik van geniet is het afdwalen van de gebaande paden; zelf, zonder betweterige gids, met vallen en opstaan zoeken van doorgangen; en het daardoor ontstane gevoel op eigen kracht iets geleerd te hebben.
            Dan zou dit ook van een bevlogen HNL-adept afkomstig kunnen zijn, en vertaald kunnen worden als:
            Waar ik van geniet is het loslaten van een gecontroleerd curriculum, zonder leraar, (met alleen een coach), zelf helemaal opnieuw het wiel uitvinden; en het daardoor ontstane gevoel op eigen kracht iets geleerd te hebben.
            Ongetwijfeld bedoelde u dat helemaal niet, maar je kunt het zonder veel moeite zo interpreteren.
            Wat ik hier van leer is dat de vernieuwers appeleren aan instincten die we allemaal wel hebben.

          • Vrije denken
            De genoemde zin viel me ook op. Ik herken het ook bij mezelf. Het heeft alles te maken met de wil om dingen te weten, met honger naar kennis. Ik denk dat dat in iedere mens zit en dat iedereen ook behoefte heeft aan een zeker vrij denken.
            Tegelijkertijd.
            Bij alle leeractiviteit gaat het in fasen. Een fase waarin je je in het onderwerp orienteert. Het kan belangrijk zijn om daar even de tijd voor te nemen. Na orientatie begin je een idee te krijgen van wat je wel en wat je niet wilt/kunt met het onderwerp van je studie. Dan komt verdere doordenking, bij wiskunde vooral een proces van abstraheren en expliciteren. Definities bedenken en weer onderuit halen en uiteindelijk verwerk je alle nieuwe kennis.
            Een en ander is mijn interpretatie van het (enige) didactische model, dat ik nog regelmatig hanteer. OSAEV staat voor orienteren, sorteren, abstraheren, expliciteren en verwerken. Daarin zit een redelijk deel “vrij denken” en het model is al een jaar of dertig minstens.

            Kortom: ik denk dat zelf ontdekken en vrij leren van geen kanten kenmerken, laat staat eclusieve kenmerken van HNL zijn. Bij BON onderijw gaat het om dosering en een inbedding in structuur. Heeeeel wat anders dan de zoek het zelf maar uit met je maatjes en je coach, dei HNL voorstaat.

          • Voordat
            je zover bent dat je op eigen kracht zaken kunt aanpakken heb je een (jaren)lange scholing nodig. De basisvaardigheden vind ik een taak voor goed onderwijs en het resultaat van goed onderwijs is het vermogen om op eigen kracht kennis te vermeerderen.
            Dus geen flauwekul in het onderwijs maar een scherp geformuleerd en gecontroleerd curriculum.

          • Zeker zelf bepalen
            Veel leerlingen komen er niet toe om zelf allerlei goede boeken te gaan bestuderen. Dat deed ik ook niet uit mezelf in die tijd.
            Maar veel leerlingen vertellen mij dat ze in de onderbouw geen of nauwelijks uitdaging tegenkomen.
            Waarom dat niet gecombineerd op de manier die ik voorstel? Veel vrijheid, zelf uitzoeken, vallen en opstaan, op eigen kracht leren.
            En dus juist niet de -gogen een onderwerp laten uitbenen. Niets paden banen. Maar wel een stimulans in de vorm van een begeleider met wie ze regelmatig moeten overleggen, en aan wie ze trots hun vorderingen mogen vertellen.
            Zoals ik al zei, bij profielwerkstukken gaat het vaak zo, en evenvaak tot ieders tevredenheid.

            Of is het doel van BON ervoor te zorgen dat onderwijs alleen maar saaie eenvormigheid bestaat? Zodat daarbuiten het ware leven zich kan ontplooien?

          • Zelf bepalen
            Als ik over al die dingen die ik als kind buiten school zelfstandig uitprobeerde en uitzocht regelmatig met een begeleider had moeten overleggen, dus over voornemens en vorderingen, dan was de lol er, althans bij mij, snel afgeweest. En tot op de dag van vandaag werkt dat zo; daarom heb ik ook zo de pest aan POP’s e.d.

            HNL’ers (en H2SO4, ik heb het dus uitdrukkelijk niet over jou) zouden graag claimen dat ik kennelijk op school niet Nieuw kon leren terwijl ik dat kennelijk liever wel gewild had (plezier in zelf dingen uitzoeken), maar dat is dus niet zo: het klassikaal-frontale model vond ik prima en hoewel het huiswerk vaak veel en dus zwaar was, heeft het zijn nut zeker gehad.

            Maar als het op school te makkelijk was geweest, zou ik natuurlijk ook “meer uitdaging” willen hebben gehad. Maar voor mij zijn dat toch twee gescheiden werelden. School, een opleiding, is iets waarvan ik als scholier/student verwacht dat ik ergens aan moet voldoen (“eindtermen”) zodat ik weet waar ik tegenaan moet werken (uitdaging) en niet iets wat vrijblijvend uitgaat van mijn “beginpunt” en waarbij iedereen zijn eindtermen zelf bepaalt.

            Eigenlijk wel typisch dat HNL bepaalde domeinen cliamt die nogal persoonlijk en mij dus ook heel dierbaar zijn (zelf ongebaande paden begaan, zelfreflectie) en die ik dus absoluut niet in een gecontroleerde omgeving (planning, voortgangsrapportage) en al helemaal niet groepsgewijs wil uitleven. Kortom, HNL is een inbreuk op de privacy. En klassikaal-frontaal houdt dus een gepaste afstand.

          • Ik zie de tegenstelling
            niet.
            Volgens mij zijn we het grotendeels eens. Ik houd ook niet van POPpen of POP’s of wat het meervoud ook is.
            En in mijn opzet zouden leerlingen ook niet van tevoren hun hele route hoeven plannen. Geen dichtgetimmerde plannen van aanpak. Maar wel stappen zetten.
            Veel leerlingen zijn volgens mij niet uit zichzelf erg nieuwsgierig, althans niet in die zin dat ze uit zichzelf iets diepgaand gaan uitzoeken. Er is toch niets tegen als we hen daarbij een handje helpen?
            Verder ben ik erg voor klassikale lessen, waarin je als docent stuurt, bijvoorbeeld door vragen te stellen die denkwerk vereisen en door onverwachte zijsprongen te maken. Ik hoop altijd dat ze daar een meer flexibele geest van krijgen.
            En daar hoort ook een serie serieuze eindtermen (brrrr…) bij, op een hoger niveau dan nu het geval is.

            HNL is voor mij een zo vage kreet, dat ik me er ook niet tegen wil afzetten. Voor omarmen is ook geen aanleiding, om dezelfde reden.
            Die inbreuk op de privacy vind ik overigens wel een aardig argument.

Reacties zijn gesloten.