Een proefschrift over de onderwijsinspectie

In November 2006 is het proefschrift Toezicht en Schoolverbetering van Melanie Ehren verschenen. Zij doet hierin verslag van haar onderzoek naar de onderwijsinspectie.

Het onderzoek bevat 3 deelonderzoeken. Het eerste deelonderzoek is een analyse van de Wet op het onderwijstoezicht, die sinds 2002 de wettelijke basis voor de onderwijsinspectie vormt. Het tweede deelonderzoek gaat via interviews met en een enquete onder inspecteurs na in hoeverre de inspectie zich aan die wet houdt. De inspectie blijkt zich niet zoveel van de wet aan te trekken. Een aantal discrepanties:

  • De inspectie geeft vrijwel alleen feedback aan de directie en de intern begeleider, niet aan de leraren (terwijl dit laatste wel zou moeten volgens de wet).
  • Inspecteurs wegen meer indicatoren en kwaliteitsaspecten in de beoordeling mee dan in de wet voorgeschreven zijn.
  • Werkwijzen die volgens de wet alleen bedoeld zijn voor zwakke scholen (bijvoorbeeld verbetersuggesties geven en een verbeterplan eisen) worden toegepast op alle scholen. Bij zwakke scholen wordt daarentegen lang niet zo hard opgetreden als de wet mogelijk maakt. Feitelijk worden sterke en zwakke scholen gelijk behandeld.
    represente

Het derde deelonderzoek bevat 10 ‘case studies’, in gewone mensentaal: de onderzoekster is met de inspectie meegeweest op schoolbezoek bij 10 scholen. Helaas constateert de onderzoekster:

Het effect van toezicht kon in dit onderzoek, door de beperkte doorlooptijd van het onderzoek, nog niet worden vastgesteld. Alle scholen voeren echter nieuw beleid in, of voeren beleidswijzigingen door na het bezoek. Zij ontwikkelen bijvoorbeeld extra lesstof, of schakelen begeleiding in voor het verbeteren van het didactisch handelen.

Het gaat hier dus om ‘beleid’ en niet om betere resultaten. Ook opvallend: alle scholen wijzigen een deel van hun beleid naar aanleiding van het inspectiebezoek. Dit lijkt te maken te hebben met het bovengenoemde punt dat de inspectie haar taak veel breder opvat dan de wet doet.

De onderzoekster gaat in het slothoofdstuk ook nog in op de ‘governance’ discussie: de overheid wil het toezicht op scholen grotendeels verplaatsen van de onderwijsinspectie naar een interne toezichthouder. Hier worden in het proefschrift serieuze kanttekeningen bij geplaatst, zoals de onafhankelijkheid en de expertise van zo een interne toezichthouder.

Het verreweg interessantste deel van het proefschrift zijn de case studies. Hieruit blijkt dat de onderwijsinspectie vooral een didactiekpolitie is. Hieronder enkele citaten uit het proefschrift en mijn commentaar naar aanleiding daarvan.

Case 1

Alleen over geconstateerde zwakke punten in het didactisch handelen ontstaat discussie. De inspecteur vindt de lessen te klassikaal; er is te weinig interactie tussen leerlingen. De directeur noemt een groot aantal argumenten om duidelijk te maken dat het normaal anders gaat: leerkrachten hebben aangegeven dat het niet liep zoals ze zelf verwacht hadden; het is leerkrachten niet gelukt om ‘te doen zoals normaal’. Volgens de directeur verwachten leerkrachten dat de inspecteur rust en orde wil zien, en durven ze niet adaptief te werken in aanwezigheid van de inspecteur. De inspecteur probeert duidelijk te maken dat het niet alleen aan zijn aanwezigheid ligt, en dat leerkrachten zich deze manier van adaptief werken nog niet hebben eigen gemaakt.

Hier gaat de inspecteur echt zijn boekje te buiten.

Case 2

alle leerkrachten worden ingepland voor een lesbezoek, waarbij instructiegroepen en kringen centraal staan. De directeur heeft leerkrachten gevraagd om vooral differentiatie van instructie aan leerlingen en het pedagogisch klimaat te laten zien.

Zoals we bij case 1 zagen is het belangrijk om de volgens de inspectie juiste didactiek te laten zien: deze directeur heeft het begrepen!

Ook heeft ze [de inspecteur] geprobeerd om argumenten te vinden voor een voldoende beoordeling van het cluster ‘onderwijs en leren’. Met een onvoldoende voor dit cluster zou de school immers in een intensief toezichttraject komen; terwijl ze al met een uitgebreid verbetertraject bezig is.

Genade zesje heet zoiets toch?

De interim-directeur geeft aan waar zwakke punten in het rapport scherper mogen worden geformuleerd, om het team tot verbetering aan te zetten. Ook wordt besproken hoe de inspecteur zwakke punten in de eindbespreking richting het team zal communiceren, om ervoor te zorgen dat leerkrachten zich verantwoordelijk gaan voelen voor het doorvoeren van verbetering, en deze verantwoordelijkheid bijvoorbeeld niet op de intern begeleider afschuiven.

Inspectie en directeur samen tegenover de leraren?

Ook in case 2 komen we, net als in case 1, overigens verbeteren van interactie tussen leerlingen als verbeterpunt tegen.

Case 3

De tweede dag van het bezoek wordt het concept-rapport met de directeur en adjunct directeur besproken. Volgens de inspecteur ligt er nu een mooi rapport waar de school trots op kan zijn. In de bespreking wordt de tekst van het rapport aangepast, om negatieve beeldvorming richting ouders te voorkomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om een zin over de verwachting dat er de komende twee jaar nog lage Cito-scores komen.
De inspecteur bespreekt met de directie en de bovenschools directeur welke thema’s zij, in het eindgesprek met het team, aan bod zal laten komen. Ze vraagt aan de directeur of ze, in dit gesprek, bepaalde zaken moet benadrukken, zodat de directeur ammunitie krijgt om bepaalde verbeteringen door te voeren.

Ook hier weer een de inspecteur en de directie samen tegenover de leraren en de ouders.


Ook is de school van plan om […] voor een volgend bezoek […] vernieuwende leerkrachten in te plannen voor een lesbezoek.

Net als in case 2 heeft deze school nu dus begrepen dat de inspectie een bepaalde didactiek wil zien.

Case 4

Tevens heeft de directeur alle leerkrachten op het hart gedrukt om
gewoon als anders les te geven, maar er wel voor te zorgen dat er, tijdens de lesobservatie een groepje leerlingen aan een aparte tafel instructie krijgt.

Ook deze directeur lijkt door te hebben wat de inspectie aan didactiek wil zien.

Case 5

De inspecteur wil het commentaar van de directeur op het rapport in ieder geval horen voordat de directeur het rapport met het team bespreekt, zodat ‘ik het rapport eventueel kan bijstellen en we kunnen kijken wat tactisch handig is, zonder afbreuk te doen aan de inhoud van het rapport’.

Weer een geval van inspecteur samen met directeur tegenover de leraren.

Als verbeterpunt wordt genoemd: Didactiek en aanbod groep 1 en 2. Over het aanbod mag de inspectie natuurlijk wat zeggen, maar over de didactiek hoort zij haar mond te houden.

Case 6
Als verbeterpunt wordt genoemd: Varieren in werkvormen door verder invoeren van zelfstandig werken. Over werkvormen hoort de inspectie natuurlijk geen mening te hebben.

Case 8

Een aantal leerkrachten heeft het voornemen om tijdens het bezoek zoveel mogelijk gedifferentieerd les te geven, om daarmee al de eerste resultaten van een vernieuwingsproject van de school te laten zien.


De inspecteur bespreekt zijn bevindingen uit de lesobservaties met de directeur, en geeft tips over het verbeteren van het didactisch handelen van leerkrachten. Deze tips geeft hij ook aan leerkrachten tijdens lesobservaties.

De inspecteur heeft wel door dat hij fout zit getuige het volgende.

De directeur vraagt aan het begin van het gesprek of alle punten uit het gesprek in het rapport komen, zodat hij geen aantekeningen hoeft te maken. Volgens de inspecteur is dat zeker niet het geval: ‘want wij mogen helemaal geen aanbevelingen geven’

Als verbeterpunten worden o.a. genoemd: minder antwoordgestuurd leerkrachtgedrag en leerlingen meer laten samenwerken. Ook hier bemoeit de inspectie zich weer met didactiek.

Case 10
Ook hier weer didactiek als verbeterpunt: extra aandacht aan variatie in werkvormen en onderwijs afstemmen op leerlingen.

————————————————–
Bovenstaand artikel moet gelezen worden als een boekbespreking. De conclusies die hierboven getrokken worden uit het in het proefschrift zijn dan ook voor rekening van de auteur van bovenstaand artikel en weerspiegelen niet automatisch de conclusies van de auteur van het proefschrift.

30 Reacties

  1. Something is rotten in the state of Denmark
    Goed dat dat nu zo open naar buiten komt.

    Overigens: zijn de opmerkingen die in het stukje hierboven staan jouw opmerkingen Mark, of heeft de onderzoekster vergelijkbare conclusies getrokken? Zijn het óók haar conclusies?

    • @1945
      Wat is er mis in Denemarken en wat heeft dat met de toestand hier te maken?
      Toro

    • Hier gaat het proefschrift over
      Hier gaat het proefschrift over: In dit proefschrift wordt een onderzoek beschreven naar (indicaties
      voor) effecten en neveneffecten hiervan op het (Nederlandse) basisonderwijs. Het onderwijstoezicht
      is gekozen als object van onderzoek omdat er over de effecten en neveneffecten van onderwijstoezicht nog weinig bekend is.

      De opmerkingen van mark79 zijn, lijkt mij, helemaal voor zijn rekening, want het proefschrift gaat ergens anders over.
      Belangrijk is in dit kader de volgende opmerking (blz. 11, pdf): Deze nadruk op kwaliteit is niet altijd zo gelegd. Volgens Mertens (2002) zijn de taken, in de 200 jaar van het bestaan van de inspectie, veranderd van beleidsontwikkeling naar meewerken aan de uitvoering van onderwijs, en vervolgens naar handhaving. De laatste vijftien jaar is het accent, volgens Elte en Scholtes (2001), steeds meer te komen liggen op de prestaties en het management van de school. De aanleiding voor deze verschuiving ligt, volgens hen, in de afname van centrale sturing door de overheid, waardoor er meer nadruk is komen te liggen op de eigen verantwoordelijkheid van scholen voor kwaliteitsbewaking en kwaliteitsverbetering. De inspectie moet rekening houden met deze eigen verantwoordelijkheid door het toezicht zoveel mogelijk af te stemmen op verantwoordingssystematieken en kwaliteitszorgsystemen in scholen.

    • Conclusies
      Het is een klassieke boekbespreking, de conclusies zijn dus voor mijn rekening. Ze komen niet overeen met wat de onderzoekster uit hetzelfde bronnenmateriaal concludeert. Ik zal een disclaimer toevoegen.

      De schuingedrukte tekst staat letterlijk zo in het proefschrift. Vreemd genoeg trekt de onderzoekster eigenlijk geen conclusies uit de case studies. Dit kan komen doordat zowel de inspectie als de scholen de tekst hebben mogen wijzigen.

      • Vraag
        Dit kan komen doordat zowel de inspectie als de scholen de tekst hebben mogen wijzigen. Waar staat dat ?

        Het onderzoek probeert een bijdrage te leveren aan de kennis over de werking van toezicht. Daar gaan dus ook de conclusies en aanbevelingen over. Vanwaar dan bovenstaande suggestie ?

        • Antwoord
          Op pagina 80 (laatste 2 regels) staat:

          De case-beschrijvingen zijn voorgelegd aan betrokken inspecteurs en scholen. Door
          hen voorgestelde tekstwijzigingen zijn in de onderstaande beschrijvingen doorgevoerd.

          Dus inderdaad hebben zowel de inspectie als de scholen de tekst mogen wijzigen.

          • Logisch
            Logisch dat de casebeschrijvingen zijn voorgelegd, het gaat toch over hun handelen ? Maar vanwaar dan je suggestie vreemd genoeg trekt de onderzoekster eigenlijk geen conclusies uit de case studies. Dit kan komen doordat zowel de inspectie als de scholen de tekst hebben mogen wijzigen. ? Ze zou toch wel conclusies kunnen trekken uit haar case studies ? Maar het onderzoek ging niet naar het functioneren van de inspectie, zoals ik al een aantal keren betoogd heb.

  2. Re Inspectie: allemaal ontslaan
    Laat ik nou denken dat het de taak van de inspectie is om te controleren of kinderen op school wel iets leren? Maar nee, ze bemoeien zich alleen maar met het ‘hoe’, en dat nog op een zeer onverstandige en eenzijdige manier.
    Conclusie: wat ze behoren te doen, doen ze niet en waar ze zich niet mee moeten bemoeien, daar steken ze hun neus in.
    Vonnis: opheffen, deze organisatie. Iedereen, behalve de kantinemedewerksters en de WC-juffrouw ontslaan. De directie moet voor straf drie maanden rolstoelen duwen in een verzorgingstehuis.
    Vervolgens moet de inspectie opnieuw opgericht worden, nieuwe mensen met vakkennis (weggepeste leraren bijvoorbeeld) in dienst nemen en gaan doen wat ze altijd al had behoren te doen: controleren of er inhoudelijk goed wordt lesgegeven door bevoegde mensen, en of er orde en rust in zo’n school heersen.
    Bij deze solliciteer ik als nieuwe directeur.

    • @S.Stevin
      Goed plan man!
      Mijn steun bij je sollicitatie als nieuwe directeur heb je.
      Kennelijk wemelt het er nu van de pedagoochelaars, die zelf nooit voor de klas hebben gestaan.
      Bij mijn opleiding voor de onderwijsbevoegdheid (1976 UT, naast ir) ergerde ik me ook al groen en geel aan de boekenwijsheid waarmee dat soort figuren je probeerde te indoctrineren. Maar ja ik wilde die lesbevoegdheid erbij hebben, dus…

    • @S. Stevin, solliciterende voor directeur
      Vraag van de sollicitatiecommissie: Hoe gaat uw kwaliteitszorgsysteem er uit zien ?

      • Kwaliteit
        Kwaliteit kan je laten beoordelen door aantoonbaar goed opgeleide mensen. Dus een rekenles laat je beoordelen door iemand die zelf kan rekenen, een scheikundeles door iemand die zelf boven het gedoceerde niveau staat, etc.
        De kwaliteit van ‘orde en rust’ kan iedereen die niet volstrekt geschift is uitstekend beoordelen.
        Het woord ‘kwaliteitszorgsysteem’ duidt op infectie door de ‘mennetsment’-cultuur en zou in mijn organisatie zoveel mogelijk vermeden worden. Over kwaliteit echter mag volop gedebatteerd worden. Mits het niet ten koste van de inspecties gaat.

  3. Erg mistig en onwetenschappelijk
    mark79 introduceert het proefschrift van Melanie Ehrens als volgt: In November 2006 is het proefschrift Toezicht en Schoolverbetering van Melanie Ehren verschenen. Zij doet hierin verslag van haar onderzoek naar de onderwijsinspectie.

    Maar het gaat over:
    In dit onderzoek wordt geprobeerd een bijdrage te leveren aan de kennis over de werking van toezicht. Onderzoek naar effecten en neveneffecten van toezicht is complex. Van Dijk (2003) geeft aan dat er legio definitie- en aggregatieproblemen zijn, en omschrijft hoe empirische metingen en valideringen worden bemoeilijkt door praktische bepalingen en oncontroleerbare omstandigheden. Dat verklaart wellicht waarom er nog weinig bekend is over (neven)effecten van toezicht. Beschikbaarheid van robuuste, wetenschappelijk gevalideerde, modellen van gedragsbeïnvloeding door toezicht bieden, volgens hem, echter een belangrijke sleutel voor de inrichting van een effectief (toezichts)model.

    En dat is heel wat anders. Dat mark79 er zaken uit wil halen die in zijn visie passen, prima, maar zeg dat dan wel duidelijk. Zo wordt het allemaal erg mistig en onwetenschappelijk.

    • Maar het is volkomen herkenbaar
      Mark79 haalt die 10 voorbeelden er uit. Die geven een beeld van de ‘binnenkant’ van de inspectie dat volledig klopt met het beeld wat ik, en vele anderen, al jaren van de buitenkant hebben.
      Wel of niet wetenschappelijk, daar mag u van mij van vinden wat u wilt. Wel of niet WAAR, dat is waar het mij om gaat.
      Dat het nuttig effect van de inspectie (of toezicht, als u dat liever heeft) NUL is, dat wist ik zonder proefschrift ook wel. De hedendaagse toestand van ons onderwijs is daar het directe uitvloeisel van.

      PS. het nuttig effect van die inspectie is niet NUL, nee, het is NEGATIEF.

      • Nuttig effect van de inspectie?
        Nul effect? Was het maar waar.
        Aan de ene kant is dat niet waar omdat de inspectie wel degelijk slecht funtionerende scholen weet op te sporen en aan te wijzen.
        Aan de andere kant loopt de inspectie goed functionerende scholen voor de voeten door niet alleen beleid waarmee optisch snel valt te scoren extra aan te dikken (de hype van de invoering van ICT, die nu naar ik meen te zien, eindelijk wat begint af te vlakken) maar ook door voor de troepen uit te lopen met “onderzoeken” waarin er impliciet vanuit wordt gegaan dat “vernieuwing” goed is. Ik heb zo’n inspectierapport waarin nieuwe leervormen werden geïnventariseerd al op dit forum ter sprake gebracht. Dat overzicht zat goed in elkaar, het gaf veel inzicht, maar tussen de regels door klonk toch wel erg veel sympathie door voor dat geknutsel met het nieuwe leren. Zo jaagt de inspectie zowel naïeve als berekenende schoolleiders op. En zuchten uiteindelijk de leraren onder deze (over)last.

      • Nuttig effect negatief ?
        Uw zoekbewerking – “nuttig effect negatief” – heeft geen overeenkomstige documenten opgeleverd.

        En u had iets met natuurkunde gedaan ?

        U bedoelt waarschijnlijk “een negatief effect”. Maar dat wordt in het proefschrift juist onderzocht.

    • Waar gaat het onderzoek over
      Kijk eens in de samenvatting Adios. Daar staat:

      Met dit proefschrift is dan ook getracht de kennis over de werking van Nederlands onderwijstoezicht, specifiek het toezicht op het basisonderwijs, aan te vullen. De volgende vraag stond daarbij centraal: Wat zijn indicaties voor effecten van onderwijstoezicht en welke kenmerken van scholen en van toezicht dragen daaraan bij?
      De Wet op het onderwijstoezicht, die medio 2002 werd geïmplementeerd, vormde het uitgangspunt van het onderzoek.

      Het proefschrift gaat echt alleen maar over onderwijstoezicht, niet over toezicht in het algemeen. Meer specifiek gaat het over het toezicht van de Nederlandse onderwijsinspectie op het basisonderwijs. Het proefschrift karakteriseren als ‘onderzoek naar de onderwijsinspectie’ lijkt mij dan ook juist.

      • Je probeert in je eigen straatje te komen/blijven
        Het proefschrift karakteriseren als ‘onderzoek naar de onderwijsinspectie’ lijkt mij dan ook juist. Dat ben ik dus niet met je eens, en je bespreking gaat ook heel ergens anders over dan waar het proefschrift over gaat.

        • Boekbespreking
          Adios, kijk eens op wikipedia wat een Book review is. Lees ook eens (bijvoorbeeld) de New York Times Book Review. Dan zie je dat een book review over het algemeen niet geacht wordt een getrouwe weergave te zijn van het boek, maar dat het boek meer een aanleiding is tot persoonlijke bespiegelingen over het onderwerp (of een deelonderwerp) van het boek. Je kritiek slaat dan ook nergens op: het is zoiets als zeggen dat een fictieboek geen waargebeurd verhaal vertelt.

          • Ik ben niet de enige
            die zich afvroeg wat dit is, 1_1_45 deed dat ook. En ik had het onderwerp al ingebracht, dus je had daar op kunnen voortborduren en kunnen aangeven dat je een “book review” ging geven. Prima!
            Het is geen “proefschrift over de onderwijsinspectie”. De vlag dekt de lading dus niet. Dat is mijn probleem.

          • Mark is de enige
            Pet af, Mark. Voor je uithoudingsvermogen.
            Ik hoop je te kunnen bijstaan met dit soort klussen na m ’n vakantie (juni, zonder PC) en voel me enigszins schguldig. Na het huwelijk van m’n dochter (volgens haar moeder, mijn vrouw dus, en haarzelf is dat het huwelijk van de eeuw) op 14 juli. Tot die tijd schilder ik m’n huis als het niet regent, en denk aan BON. (Het moet met onderwijs te maken hebben).
            Willem Smit

          • Mark is de enige (2)
            Vergeet te melden dat ik een tijdje geleden een Engelse versie van mythe 5 (PISA) naar twee Duitse PISA-critici (Jahnke en Bender) stuurde hetgeen tenslotte leidde tot het eervolle verzoek een bijdrage aan een tweede anti-PISA-boek te leveren. Dus er komen nog zes weken (deadline 1 september) bij, maar daarna kun je weer op me rekenen.
            Willem Smit

        • Onderwerp proefschrift
          In de exacte wetenschappen komt het vaak voor dat een geleerde met een experiment iets wil onderzoeken; vervolgens vindt hij al dan niet wat hij zoekt, en vervolgens publiceert hij daar over. In zijn experiment treedt een onvermoed en ogenschijnlijk onbelangrijk neveneffect op. Dat neveneffect wordt door een andere wetenschapsman, of door hemzelf, opgemerkt, en na enig nadenken blijkt nu juist dát veel meer betekenis te hebben dan het oorspronkelijke doel van het experiment.
          Zo zijn belangrijke ontdekkingen vaak tot stand gekomen. Men vindt vaak iets waarnaar men helemaal niet zoekt. Zouden die wetenschapsmensen zich nu beperkt hebben tot de oorspronkelijke ‘bedoeling’ van het experiment, dan zouden veel belangrijke dingen nooit ontdekt zijn.
          Daarom is het mij compleet worst wat het ‘onderwerp’ van dit proefschrift is. Het gaat erom wat er in staat, en semantische discussies over het ‘onderwerp’ zijn verloren tijd, vooral voor Mark79.

          • compleet worst
            Helemaal eens met die laatste 2 zinnen, beste Stevin. Er zijn nogal wat discussies op deze site die daarover struikelen.
            Willem Smit

          • Meer dan worst alleen
            Het ligt er aan wat “wij” willen / kunnen met dat proefschrift.

            Omdat ik niet voor “wij” kan spreken doe ik het voor mezelf.

            Ik ben niet verrast door wat de inspectie hoe doet op een school. Wat dat aangaat geeft het rapport me niets nieuws, enkel bevestiging van wat ik al meende te weten.
            Maar in onze queste gaat het niet om gelijk hebben (dat is zo evident dat het flauw is), maar om gelijk krijgen. En dan scheelt het nogal of een officieel proefschrift concludeert dat de ionspectie een labekakkerige club van kool en geit sparende mannetjes is, of dat dat proefschrift er officieel niets over zegt.

            De eerste situatie kunnen we gebruiken, de tweede is door tegenstanders gemakkelijk te parreren: daar gaat het niet overm u moet het proefschrift niet oneigenlijk gebruiken etc.
            Het helpt ons niet als we verwijzen naar een casus in een proefschrift die door de promovenda zelf niet is gebruikt om tot (evidente mar schokkende) conclusies te komen.

          • Helpt niet of wel
            Dat de promovenda de overduidelijke conclusies niet trekt is misschien voor ons wel beter. Als 1 van ons een onderzoek naar de onderwijsinspectie gedaan zou hebben, dan kunnen onze tegenstanders makkelijk roepen dat we bevooroordeeld zijn en geen representatief beeld geven. Dat is nu heel wat moeilijker.

            Het onderzoek gaat overigens absoluut wel over de werkwijze van de onderwijsinspectie, laat je door Adios niets wijsmaken.

          • Verantwoording I
            Het onderzoek gaat overigens absoluut wel over de werkwijze van de onderwijsinspectie, laat je door Adios niets wijsmaken. Ik maak niemand iets wijs, maar mark79 wil of kan mij blijkbaar niet begrijpen.
            Ik heb het proefschrift van Melanie Ehren ingebracht aan de hand van een artikel in NRC Handelsblad Van Martine Zuidweg, getiteld: De inspecteur komt: poetsen! Anderhalve dag later komt mark79 met zijn stuk: “Een proefschrift over de onderwijsinspectie”. 1_1_1945 stelt als eerste de vraag: Overigens: zijn de opmerkingen die in het stukje hierboven staan jouw opmerkingen Mark, of heeft de onderzoekster vergelijkbare conclusies getrokken? Zijn het óók haar conclusies? En ik zat met dat stuk in mijn maag want in mijn beleving ging het proefschrift helemaal niet over het functioneren van de onderwijsinspectie. Laat ik aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat ik hier bedoel. Zie Verantwoording II.

          • Verantwoording II
            Het gaat over de APK-keuring. Iedereen weet dat je je auto na een APK-keuring pas weer mee krijgt als deze is afgemeld. Zolang die afmelding niet plaats vindt kan een controleur langs komen om na te gaan of de keuring goed gedaan is (toezicht op de APK-keuringen). Nu wil ik door onderzoek een bijdrage leveren aan de kennis over de werking van dit toezicht.

            Wat ik graag wil weten is of APK-stations beter werken door het bezoek van de controleurs en of hun manier van werken ook beinvloed door het optreden van deze controleurs. En nog belangrijker: neemt de verkeersveiligheid toe door dit toezicht ? Je mag dus stellen: een ingewikkeld onderzoek. Maar het gaat hier dus niet over het functioneren van de controleurs, wel kan ik door de opzet van mijn onderzoek in de keuken kijken en wat ik daarover opschrijf laat ik natuurlijk lezen voor publicatie. Het onderzoek gaat immers niet over hun handelen.

            Als dan iemand anders dat wel gaat doen, en dat niet zegt (de disclaimer is later toegevoegd), gaat hij mijn insziens onwetenschappelijk te werk. Dat verwijt ik mark79, hij haalt er die zaken uit die hem passen. Maar dat is geen “boekbespreking”.

Reacties zijn gesloten.