over sturen en bijsturen

Vroeger waren er genoeg leerlingen/studenten die interesse hadden in beta en techniek.
Die belangstelling was er van LTS tot aan het niveau van de (technische) universiteit,
Maar wat is er gebeurd?

Wiskunde werd versuikerd. Geen echte wiskunde meer maar een quasi geintergreerd prakje. Vanaf dat moment daalde de belangstelling voor het vak sterk.
Dat moet mensen opgevallen zijn en wat gebeurt er? In een poging het tij te keren komt er nog meer suiker op de wiskunde.

Techniek moest ook voor meisjes. Dus schone handen techniek, techniek geintegreerd in van alles en nog wat. De interesse voor techniek zakt in als een plumppudding. De reactie: meer suiker door de techniek.

Scheikunde en natuurkunde moest leuker. Ook toegankelijk voor mensen die er geen interesse in hebben. Gevolg: de belangstelling loopt terug. Sturings reactie: we verzinnen allerlei combinatie gedrochten als ANW. Gevolg.. de belangstelling loopt nog verder terug

Taal moet onderwezen worden met een grotere nadruk op communiceren dan op grammatica, literatuur en spelling. Gevolg… taalvaardigheid nadert het nulpunt. De actie: laten we het opleuken. We doen rap in plaats van gedichten. Powerpoint in plaats van essays. Gevolg: de taalvaardigheid loopt verder terug. Actie: taal moet leuker, dichter bij het kind, dichter bij het toekomstig beroep (taal voor timmerman, taal voor verzorgende, dan worden de kinderen wel gemotiveerd). Gevolg: de verloedering gaat exponentieel bergafwaards.

Kinderen zijn onrustig in de klas. Hebben plots allemaal adhd (de diagnose mbd wordt even plotseling opzij gezet, dat mbd is ingevoerd als eufamisme voor een kind dat niet wil luisteren). Wat gebeurt er: we zetten die drukke kinderen in groepjes en geven ze ongestructureerde opdrachten in rumoerige omgevingen. Elke tien mninuten een andere werkvorm. Gevolg: geen enkele vorm van concentratie is nog mogelijk. Oplossing: we verklaren dit probleem als een voordeel en noemen het multinogwatleren. Gevolg: de gemiddelde klas telt meer gedragsstoornissen dan dat er kinderen in zitten. Actie: laten we de scholen verplichten ook de ergste vorm van gedragsgestoorden op te nemen. Laten we iederwijs met nog minder structuur aanbieden.

Ik zie een onrustbarende lijn in de ontwikkelingen. Laten we linksafgaan stuurman, lijkt me wel leuk. Pas op kapitein, links is die ijsschots. Hhhmmm Kijk uit stuurman, het gaat niet goed zo… we sturen niet links genoeg.

And suicide is painless
It brings so many changes
And you can take or leave it if you please.

3 Reacties

  1. wiskunde in contexten
    Tja, die wiskunde-in-contexten… Die contradictio in terminis, omdat wiskunde het juist NIET van contexten moet hebben maar van ABSTRACTIE: in de concrete
    context de abstracte onderliggende structuur ontwaren en die expliciet maken. Het huidige onderwijs in de wiskunde is een belediging en miskenning
    voor al die kinderen die dat vermogen tot abstraheren gewoon van nature hebben. Het maakt het kinderen onmogelijk hun vermogen tot abstractie te ontwikkelen
    en te leren genieten van de schoonheid van wiskunde, die juist niet in die contexten schuilt. Met ‘dank’ aan de onderwijs-gogen die ons wiskunde-onderwijs hebben
    verminkt op grond van een als gevolg van eigen beperkingen ontstane, en nu op alle kinderen geprojecteerde, aversie tegen wiskunde. Bah!

    • En ik dan?
      Ik behoor tot de groep van pré-mammoetleerlingen aan wie het wiskunde-onderwijs bijna geheel voorbij is gegaan. Op de Mulo A-met-wiskunde bestond de wiskunde vooral uit sommen. Ik kon het wel, maar ik snapte er absoluut niet de relevantie van. Leuk vond ik het al helemaal niet. Ik herinner me van algebra dat ik bladzijden sommen moest maken die allemaal een variatie waren op het eerste rijtje.
      Op de MMS die daarna volgde was er geen wiskunde. Het was voor mij een opluchting. Pas achteraf krijg ik het vermoeden dat ik veel meer een exacte instelling heb dan zich heeft kunnen ontwikkelen. Misschien had mij méér contekstgebonden wiskunde kunnen wel kunnen motiveren. Misschien heeft geslacht hier ook iets mee te maken. Echt ik heb het gevoel dat ik iets leuks en belangrijks heb gemist doordat mij niet het geschikte onderwijs is aangeboden. En dat nog wel in de goede oude tijd.

      Overigens: over de rest van het onderwijs dat ik heb genoten, was ik zéér tevreden. Veel talen, veel vertalen, veel algemene kennis: ik profiteer er nog dagelijks van.

      • Alle vakken hetzelfde
        Wat je nu ziet in het onderwijs is dat alle vakken op elkaar beginnen te lijken. Het is allemaal erg talig (maar niet taalkundig), het draait voornamelijk om ‘communiceren’. Wiskunde is geen wiskunde meer, Frans geen frans meer; het is allemaal 1 grote communicatiebrei.

        Leerlingen met talent voor wiskunde of vertalen zullen dat nu dus nooit ontdekken (en dus gaat iedereen rechten, bedrijfskunde of psychologie studeren).

        Een betere situatie is als volgt.
        Leerlingen die geen talent voor wiskunde hebben kunnen na een aantal jaar wiskunde A gaan doen waarin ze ‘af zijn’ van de wiskunde die ze niet kunnen en een paar handige dingen voor ‘het latere leven’ leren. Net zo kunnen leerlingen die niet goed in talen zijn alle talen (behalve de essentiele Engelse taal) laten vallen.

        Wat we nu doen is het wiskundeonderwijs afstemmen op degenen die geen wiskunde kunnen en het talenonderwijs afstemmen op degenen die geen talent (en interesse) in taal hebben.

        In de eerste jaren van de middelbare school zul je een aantal vakken moeten volgen waar je niet goed zult blijken te zijn. Dit is nu eenmaal zo (en heeft ook nog vormende waarde).

Reacties zijn gesloten.