Dat lijkt nu weer een nieuw mantra te zijn tegen het Nieuwe Leren en voor onderwijskwaliteit, maar ik heb zo mijn twijfels. Vroeger als docent en later lang als het ware aan de andere kant van de tafel, als manager in het HBO, heb ik vele docenten van velerlei pluimage en kwaliteit meegemaakt. En ik kan niet zeggen dat de scheiding tussen beteren en minderen nou erg correleerde met wel of niet een universitaire opleiding.
Ook onder academici had je absoluut zwakke broeders en zusters: soms stronteigenwijze ongeleide projectielen met matige vakkennis, weinig didactische competenties en zelfs gebrekkige taalbeheersing. Niet zelden ook met dikke ego’s en een stuitend dedain voor niet-drs’sen. Het bestaat allemaal, helaas. In dergelijke gevallen hadden we het wel eens spottend over “aquademici”.
Daartegenover had je HBO’ers die het, na een paar jaar beroepspraktijk en bijscholingen, uitstekend deden en constructiever en creatiever functioneerden in teams en in de relatie met studenten. Wel moesten er dan soms de nodige listen uit de kast komen om die goeien een beetje normaal in te schalen…
Kortom, dat generaliseren bevalt me niet zo; is ook niet zo academisch eigenlijk. In wezen zou er veel meer moeten worden ingezoomd op de effectiviteit van het individuele functioneren en vervolgens daarnaar differentiëren in takenpakket en eventueel zelfs beloning. Maar helaas, dan kom je op moerassig terrein omdat er nauwelijks harde maatstaven en criteria zijn.
Studentenenquêtes zijn voor het beoordelen van individuele docenten niet erg geschikt. Populaire docenten zijn lang niet altijd de besten en ik heb zelfs meegemaakt dat men een notoir zwakke (maar wel aardige) Ir. hoger scoorde omdat hij “zielig” werd gevonden.
Numerieke rendementscijfers, slaagpercentages e.d., zeggen ook niet zoveel en zijn makkelijk te manipuleren (zeker als er geen landelijke standaardtoetsen o.i.d. zijn). Vroeger gaf het status als je veel onvoldoendes scoorde: moeilijk, dus belangrijk vak! Tegenwoordig leidt dat, mede onder druk van het hogere bestuur, tot tussentijdse functioneringsgesprekken…
Eigenlijk is het zo dat je meestal aan je water voelt wat de goeie en de slechte docenten zijn, maar dat dat niet echt ‘hard” valt te krijgen. En als je, qua differentiatie, toch eens wat probeert, valt men al snel over de manager en over elkaar heen, want er is snel jaloezie en men overschat bijna altijd eigen niveau en competenties.
Bijkomend probleem is dat het docentschap vele facetten heeft en dat bijna niemand goed is in alles. De een is een ster in enthousiasmerende hoorcolleges, maar zwak in toetsing en afspraken nakomen en bij een ander kan dat precies andersom zijn; zo zijn er vele varianten in de weerbarstige werkelijk-heid.
Oplossingen? Recepten zijn er (natuurlijk) niet. Dat geldt ook voor een te eenvoudig recept als meer academici + meer betalen + minder management.
Wel: kritisch blijven onderzoeken op de BON-lijn (vooral niet “gelovig” worden) en maatwerk in praktische oplossingen voor “harde” problemen. Op grond van eigen ervaring en onderzoek zou ik daarbij als hoofdlijn inzetten op: minder bureaucratische waterhoofden, beter operationeel management en vooral de docenten weer probleemeigenaren van de onderwijskwaliteit, niet als individu, maar als team.
Academici in het onderwijs
In het onderwijs zijn diploma’s inmiddels niets meer waard (1e graads, 2e graads, academicus, HBO’er; het verschil maakt allemaal geen donder meer uit). Dit is waarschijnlijk het voorland voor heel Nederland. Dan wordt er voor een baan weer gewoon op afkomst geselecteerd (want dat is het enige dat overblijft om op te selecteren), net als vroeger.
Scylla vindt blijkbaar dat niet-academici ook heel goed op het VWO les kunnen geven. Leerlingen voorbereiden op het wetenschappelijk onderwijs dat zij zelf nooit gevolgd hebben. Lesgeven aan een klas waar iedereen een hoger IQ heeft dan zij zelf hebben.
Of zie ik het verkeerd Scylla?
Slechte academici
Beste scylla,
Ook ik herken die slechte academici behalve het aspekt slechte vakkennis. In mijn ervaring ontleende deze figuren hun gedrag daar juist vaak aan. Waar echter vooral op gedoeld wordt is het werk en denkniveau en dat verschilt normaliter tussen HBO-ers en academici.
Dat werk- en denkniveau moet omhoog en dat begint bij de docent zelf. In mijn leidinggevende ervaring was het altijd een kwestie van maatwerk om “die ongeleide projectielen” tot iets te verleiden. Meestal betekende dat overigens afremmen. Met verbazing heb ik ook altijd gekeken naar de slordigheid en snelheid waarmee mensen binnen gehaald werden wetend dat je er aan vast zat. Dit vind ik nog steeds de zwakste kant van het management. Eerst iemand veel te snel binnenhalen om er dan met zijn allen over te gaan klagen en roddelen.
Qua betalen kunnen we kort zijn. Betaal je veel minder dan gemiddeld haalbaar is voor een individu op de markt, dan krijg je als belangrijkste groepen binnen je organisatie de idealisten en de mindere goden. De doorsnee werknemer passeert deze werkgever dan.
Heel negatief kan ik zijn over te veel managers. Ik sta hierbij op het standpunt dat vooral de brutale en niet echt in onderwijs geïnteresseerde doorgegroeid zijn in het onderwijs richting management. Zoals een voorzitter van het College van Bestuur stelde “je zult toch wel iets meer willen worden dan leraar”.
Corgi
onderzoek
Gedegen wetenschappelijk (tja) onderzoek toont aan dat bovenstaand buikgevoel niet terecht is. Op zijn minst bij natuurkundeonderwijs. Ik zie geen reden waarom dat voor (de meeste) andere vakgebieden anders zou zijn.
Natuurkundelessen
Het genoemde onderzoek zal niet voor iedereen goed te volgen zijn.
Ik zal het samenvatten:
In Groot-Brittannië is het natuurkunde-onderwijs op de middelbare school zwaar achteruit gegaan.
Dit komt door het samenvoegen van de natuurwetenschappelijke vakken tot 1 vak: science.
Daardoor worden natuurkundelessen steeds vaker gegeven door docenten die geen universitaire fysica-opleiding hebben gehad.
Leerlingen krijgen in de gaten dat hun docent(e) het vak natuurkunde niet beheerst en krijgen daardoor ook de indruk dat het vak erg moeilijk is.
Nederland staat hetzelfde te wachten. Ook hier worden natuurkunde, scheikunde en/of biologie steeds vaker samengevoegd tot vakken als NaSk, Science of het leergebied Mens en Natuur.
sterker nog
Het onderzoek geeft aan dat het succes van leerlingen tijdens vervolgopleidingen in eerste instantie bepaald wordt door hun eigen aanleg. Als tweede succesvoorspeller komt het opleidingsniveau van docent uit de bus. Op respectabele afstand worden deze indicatoren gevolgd door groepsgrootte, sociaal/culturele samenstelling van de groep of ervaring van de docent.
niet enkel academici, óók een academisch klimaat
Een wat gechargeerde omschrijving. Maar één academicus op een school kan helemaal niks vaak. Wellicht dat hij zelfs slechter functioneert als docenten met een mindere opleiding. Als academicus stel je prikkelende vragen een leerlingen, eis je diepgang. Dat kan moeilijk in een omgeving waar je een uitzondering bent. Als leerlingen gewend zijn aan minder eisende leraren, dan zullen ze zich niet altijd gemakkelijk aanpassen aan de sfeer bij de academicus. Ook de collega’s van die academicus werken en denken op een andere manier en ook dat kan voor grote problemen zorgen (heb ik gemerkt).
Verder is een academische opleiding geen voldoende voorwaarde om een goede docent te zijn, maar voor mn VWO is het wel een noodzakelijke voorwaarde (hoge uitzonderingen daargelaten)
scylla en charibdis
De homerische kunst is om tusse scylla en charibdis door te varen: dat lukt je helaas niet. OF je beschikt over een criterium waarmee je leraren kunt beoordelen (in jouw geval je ‘water’), OF je beschikt niet over een dergelijk criterium. In dat laatste geval -bite the bullet- moet je je eigen conclusie serieus nemen en ook daadwerkelijk toegeven dat er niet zoiets bestaat als DE goede of DE slechte docent. Maar dat wil je niet, want je vertrouwt op je eigen oordeel. Daar zit ‘m echter de kneep: hoe controleer jij je ‘water’? Jezelf wel eens op een fout betrapt? Wel eens bij je zelf te rade gegaan en nagedacht over de vraag: wat hebben al die docenten met elkaar gemeen, wat maakt ze tot goede docenten? -Als zelfs je water niet te systematiseren is, dan past het zwijgen: dan blijkt dus dat we het echt niet weten. Misschien is het wel zo dat de verschillen tussen docenten zo groot zijn, dat ze nauwelijks te categoriseren zijn (leve de verschillen en laat ‘m dus als vakman z’n gang gaan).
De volgende vraag: hoe weet je dat het aantal slechte academische docenten (in procenten) groter is dan het aantal slechte docenten dat niet academisch geschoold is? Dat er slechte (academische) docenten bestaan, is geen nieuws. En alleen als er noemenswaardige verschillen tussen de werknemers in het onderwijs zijn is het de moeite waard om er op te wijzen. Waarom noem je de academici hier expliciet?
Goed, de slotsom: als er dus geen duidelijke maatstaf is behalve het ‘water’, juist dan is het heel verstandig om het oude vertrouwde diploma-systeem te hanteren. De traditie is hier onze houvast. Als het beoordelen van leraren zo lastig is, waag je er dan niet aan!
En slecht personeel is van alle tijden. Daar hebben we dan weer leerlingen voor om die er zo snel mogelijk uit te werken (grapje).
De academicus hoort TRADITIEGETROUW thuis in het onderwijs. Dat er -in alle bedrijfstakken- ook slecht personeel bestaat, heeft daar niets mee te maken.
Diplomabeloning bestaat nergens
In welke normale baan buiten het onderwijs wordt je beloond alleen op grond van je diploma? Nergens!
Diplomabeloning
Mijn vader, destijds bij TNO, verdiende meer OMDAT hij gepromoveerd was
Diplomabeloning bestaat vrijwel overal
Diplomabeloning is meestal iets indirects.
Een voorwaarde om een bepaalde baan te krijgen is vaak dat je een bepaald diploma hebt. Of een bepaald ‘werk- en denkniveau’ zoals je tegenwoordig in advertenties ziet (in de praktijk toon je meestal aan dit te hebben door een bepaald diploma). Aan de baan zit dan de beloning vast.
Vroeger was dit in het onderwijs ook zo. Om op HAVO-VWO les te mogen geven moest je 1e graads bevoegd zijn. Als je op HAVO-VWO les gaf kreeg je schaal 12. Op deze manier was er indirecte diplomabeloning in het onderwijs, net als in de rest van de maatschappij.
Dit systeem is in het onderwijs verlaten. Nu krijgt iedereen die geen manager is schaal 10 (of in de toekomst: een nog lagere salarisschaal).
Ahum,
Ahum, in welke abnormale baan doet het er uberhaupt niet toe of je een diploma hebt?
Wat is eigenlijk het probleem: waarom is de academicus eigenlijk de gebeten hond?
diploma vereist
Beste Simon,
Om jezelf te reproduceren en in de politiek zijn geen diploma’s vereist.
Corgi
Geen tegenvoorbeelden 😉
Wist niet dat jezelf reproduceren tegenwoordig een bezoldigd ambt is… en politicus is, vanzelfsprekend, geen ambt (’t is een roeping 😉
Beter onderwijs door academici
Natuurlijk kan je met recht beweren dat een afgestudeerde docent niet per definitie een betere docent is.
Je kunt echter WEL zeker weten dat iemand die inhoudelijk te licht is NOOIT een goede docent kan zijn (wat zou zo iemand, die dan alleen nog maar een fijne kindervriend kan wezen, dan in vredesnaam aan onze kinderen moeten leren?)
Welk niveau moet een docent dan minstens hebben?
Dat hoort altijd ruimschoots boven het niveau van de lesstof te liggen. Dus in de eenvoudiger schooltypen heb je geen universitair geschoolden nodig. Maar toch in ieder geval mensen die boven hun leerlingen uitsteken.
In het VWO lijkt mij voor de hand te liggen dat je de intellectuele voorsprong van de docent op de leerling alleen maar kunt handhaven als je academici aanstelt. Zelfs dan heb je soms al te maken met kinderen, die slimmer zijn dan jijzelf. Wanneer echter de halve klas slimmer is dan de docent wordt het bespottelijk. De eersten die dat doorhebben zijn de kinderen; daarna de ouders. Op de langere termijn zal een school daarmee zijn VWO-leerlingen kwijtraken.
In het sprookje van de Nieuwe Kleren van de Keizer hadden de kinderen het ook eerder dan de volwassenen door dat de keizer in zijn blootje liep.
Signaal naar de kinderen
Wat voor signaal geven we kinderen als we zeggen dat er geen verschil is tussen HBO-ers en academici?
Dat kennis er niet toe doet! En dat leren niet loont. Dat maakt ze niet ambitieus om optimaal te presteren.
Mijn ervaring is dat inhoudelijke kennis door mijn VMBO-T derecteur geheel ter zijde wordt geschoven. Als het alleen maar leuk moet zij nen er rust in de tent moet zijn kun je misschien maar beter jongerenwerkers gaan werven. Die zijn vast lekker met het groepsproces bezig.
Geen leraar met vakkennis maar jongerenwerker voor de klas
En dat is precies hetgeen er gebeurt. Vooral in de sector techniek is het heel ‘gewoon’ om een zgn. leraar te vinden die zelf lts. bakker is, daarin gesjeesd -ja mensen dat kan- en een groep jongeren voor de metaal op moet leiden. Pure minachting voor het onderwijs en verwaarlozing van de jeugd. Ik ken jongeren die hun ‘leraren’ smeekten hen iets te leren om beter op hun stageplek te kunnen functioneren, maar dit werd niet gehonoreerd.
leerlingen slimmer dan de docent
Er spelen twee dingen: de hogere opleiding die een docent zou moeten hebben (zelf academisch gevormd als je leerlingen voor de universiteit moet opleiden), maar ook iets wat ik toch maar gewoon IQ wil noemen. Ik heb ervaring als opleider in de pabo wereld en inde 2e graads opleidingen.
M.n. bij het basisonderwijs viel me op dat veel leerkrachten intellectueel relatief zwak zijn. ALs ze wat ervaren zjn, dan lukt het rekenen wel en de taal en aardrijkskunde ook, maar op verrassende vragen van leerlingen wordt niet goed gereageerd. Ze begrijpen vaak niet waarom kinderen die vragen stellen. De huidige basisschool leerkracht was vroeger zelf een gemiddelde basisschool leerling. DAt hij nu voldoende extra kennis heeft is in mijn ogen onvoldoende om ook een goede leerkracht (leer-rolmodel) te zijn.
Als je 2e graders aan het VWO laat lesgeven, dan hebben die docenten iha een lagere opleiding gehad dan de leerlingen waar ze aan lesgeven, zijn ze iha minder slim dan hun leerlingen. Ook hier, wellicht halen ze ruim voldoende voor hun eigen toetsen, maar ik heb het veel te vaak gezien dat de antwoorden en vragen van de toetsen de inhoudelijke toets der kritiek van geen kanten konden doorstaan. Kinderen krijgen zo geen wiskundeles maar de interpretatie van leraarx van wat hij denkt dat wiskunde is (daarbij geholpen door een rampzalig boek). Dát is het probleem.
Tenslotte:
Dit is een commentaar van het type van dik hout. Geen nuancering en relativering tov de vele uitzonderingen die er zijn en die ik ken. Maar toch…
Slimme kinderen op de basisschool
Ik vind het bovenstaande verschijnsel op de basisschool geen groot probleem mits de leerkracht minimaal zelf kan spellen en rekenen. Heb jij de pech aan een school les te geven met allemaal kindjes van professoren, dan zal onvermijdelijk een zeker percentage van je klantjes intelligenter zijn dan jijzelf.
Ik ben intellectueel beslist verder gekomen dan de juffen van mijn basisschool, maar dat zoiets er van zou komen had ik als kind zeker niet in de gaten door het overwicht en de veel grotere ervaring van die juffen.
Voor kinderen tot 12 jaar lijkt dit mij dus niet zo’n probleem.
Wanneer de meester of de juf zelf niet kan spellen of rekenen verandert dat natuurlijk.