Personeelsbeleid en het welzijn van de onderwijsgevende

Telkenmale verbaas ik mijzelf over het dubbele karakter van de discussies binnen het onderwijs. Het lijkt zo te zijn dat onderwijs discussies alleen acceptabel zijn als het onderwijs of de leerling er op vooruit gaat. Het welzijn van de onderwijsgevende is hieraan volledig ondergeschikt. Niet in de laatste plaats zijn het vooral ook de onderwijsgevende zelf die dit vinden en elkaar dienovereenkomstig corrigeren. Mede hierdoor staat deze beroepsgroep erg zwak in de onderhandelingen over o.a. de arbeidsvoorwaarden met de huidige arbeidsvoorwaardenvoorstellen in het HBO als resultaat hiervan. Of je behoudt je salaris maar dan moet je er meer voor gaan doen of je blijft hetzelfde doen en dan lever je in.
Onderwijskundig heeft, in mijn beleving, competentieonderwijs niets te maken met projectonderwijs of het wel of niet overdragen van kennis in een of andere lesvorm. Competentieonderwijs is alleen maar het veranderen van de outputnorm terwijl projectonderwijs en lessen gaan over de vorm. In mijn artikel meten is weten heb ik al uitgelegd dat ik dit competentieonderwijs een verbetering vind omdat we de synthese tussen kennis, attitude en vaardigheden, nu in de norm opnemen. De discussie over de vormen is echter volledig dominant geworden. Het is echter het te verwachten tekort aan personeel{vergrijzing} en de relatieve daling van het onderwijsbudget die de wenselijkheid van deze vormen bepaalt, niet de onderwijskwaliteit. De enorme downgrading van het onderwijs, a.g.v. deze gevoelde noodzaak tot bezuiniging, openbaart zich in de groepsterreur van het projectonderwijs en het weg bagatelliseren van de kenniscomponent.
Hierdoor heb je immers veel minder personeel nodig, dit zowel in aantal als in kwaliteit en tevens heb je dan minder gebouwen etc nodig. Een zegen voor de exploitatiebegroting dus. Verder wil men dan nog ten behoeve van de exploitatie, binnen de huidige bezetting, geld gaan verdienen op de markt met dienstverlening met een hoop op spin-off naar de onderwijsuitvoering toe. Tja onze nationale voetbalgrootmeester zou het dan waarschijnlijk gaan hebben over een gemis aan basiskwaliteiten en ik ben eigenlijk ook wel benieuwd wat mevrouw Kroes hiervan vindt.
Deze onzuivere discussie over vormen en competenties wordt nog versterkt door de kansen voor het management die uit het een en ander voortkomen. Zij kunnen zich binnen deze ontwikkeling,, als ondernemers gaan gedragen hetgeen hun op zijn minst meer aanzien en machtsgevoel geeft en dit alles met een ambtelijke bescherming.
Een van de meest desastreuze gevolgen van dit alles is in iedergeval een totale verwaarlozing van het personeelsbeleid. Maar ja, deze klacht gaat dan misschien wel weer teveel over het welzijn van de huidige en vooral ook toekomstige onderwijsuitvoerende en daar willen we het niet over hebben toch!

Corgi

9 Reacties

  1. denkfout
    Als oud-competentietrainer erger ik me al enige tijd aan de invulling van het begrip competentie. Een competentie is een houdings- of gedragselement dat iemand boven op de reeds verworven kennis en vaardigheden heeft teneinde in een beroepssituatie de functie naar behoren uit te voeren. Competenties zijn: plannen en organiseren, sensitiviteit, initiatief, flexibiliteit etc. Soms overlappen competenties vaardigheden bijv. luisteren en schrijven en leidinggeven.
    Vaak wordt het begrip competentie onterecht ingezet als vaardigheid bijv: een marketingplan schrijven, een balans op kunnen maken, een communicatieplan schrijven. Men noemt dit beroepscompetenties wat in feite een catradictio in terminis is. Dit zijn echter alle vaardigheden die alleen met voldoende kennis aangeleerd kunnen worden.
    Competentie betekent volgens de Van Dale: bekwaamheid, geschiktheid. Veel scholen en opleidingen gebruiken de term in deze betekenis dus de combinatie van kennis houding en gedrag. Maar dat is onjuist. Het geeft niettemin aan dat velen niet eens weten waar ze het over hebben of niet weten wat ze ingevoerd hebben.
    Je kunt dus pas competenties beoordelen – veel competenties zijn moeilijk trainbaar – als de te beoordelen persoon gedegen kennis bezit van een onderwerp en de vaardigheden die daarbij nodig zijn. Competenties zijn een soort slagroom op een toetje. En aangezien de meeste scholen – vooral in het beroepsonderwijs – de kennis hebben weggesneden en ook een deel van de vaardigheden, heeft competentiegericht leren geen enkele zin. Sterker nog, het zal averechts werken. Competenties horen bovendien bij functies en niet bij beroepsgroepen tenzij ze zeer algemeen geformuleerd zijn en dan zegt een competentie weinig of niets.
    Een arts moet alles weten van het lichaam (kennis) en hij moet weten hoe hij snijdt, hecht en spuit (vaardigheden). De competenties zouden kunnen zijn: stressbestendigheid, plannen en organiseren, luisteren, klantgerichtheid, schrijven, empathisch vermogen, organisatiesensitiviteit. Dit is echt de oorspronkelijke definitie van het sociaal-psychologisch begrip Competentie. De arts in kwestie zal uiteindelijk een competente (taalkundige uitleg) arts zijn.

    • denkfout
      Beste Presley,
      Begrijp ik het goed als ik denk dat een competentie de synthese is tussen kennis,vaardigheden en attitude met een duidelijke synergie ofwel de som{competentie} is groter dan de delen{kennis,vaardigheden en attitude}. Verder zit ik met de vraag of de delen substitueerbaar zijn. Ik krijg vaak de indruk dat in HNL dit wel verondersteld wordt terwijl ik juist denk dat ze alle drie aanwezig moeten zijn met maximaal wat accent verleggingen.
      Corgi

    • typfout
      catradictio in terminis? dat kent google niet hoor. Ik heb altijd geleerd ´contradictio in terminis´.

      • Google als de maat der dingen
        Vreemd dat u Google hier bij haalt. Ik had het in het woordenboek nagekeken. Ik vind dat onbegrensde vertrouwen in wat een zoekmachine voor ons van het internet plukt eigenlijk nogal gevaarlijk. Elke idioot kan iets op het internet zetten, en Google kan daar dan naar wijzen.
        Het zou wat anders zijn als u verwees naar een (geautoriseerde) digitale versie van een woordenboek.

        • Google is niet gek
          Google “zegt” zelfs bij het zoeken naar catradictio in terminis: “Bedoelde u: contradictio in terminis” ? Aardige man die Google en slim ook.

          • Google is en niet gek en niet peer reviewed:
            maar wel is Google lekker rijk, en hebben ze (in amerika) een mooi kantoorgebouw met zwembad.

            Overigens, als google eerst moet vragen of het een ‘contradictio’ betreft, dan is google niet slim: google zou hebben moeten weten dat dat het bedoelde woord is. Een woordenboek komt niet eens op het idee om iemand die schier onzinnige woorden gebruikt bij het stellen van een vraag (catradictio?!) fatsoenlijk van dienst te zijn. Heerlijk, zo’n eigenwijs elitair woordenboek. Evenwel, bij VanDale, dat durf ik te wedden, hebben ze vast en zeker geen zwembad in het oude kantoorgebouw…

          • Slimme leerling
            Een slimme leerling vraagt aan de meester: “mister bedoelt u misschien contradictio ?”
            Een eigenwijze leerling zegt: “he, het is contradictio”.

          • Wijsheid in pacht
            Het gaat mij erom dat we niet moeten doen of G. de wijsheid in pacht heeft. Maar dat had u denk ik allang begrepen.

Reacties zijn gesloten.