In de jaren 90 stelden scholen reeds aanvullende eisen aan mavisten (alle vakken op D-niveau!) om te mogen starten in 4-havo. Ter illustratie: de HAVO-school waar ik mijn HAVO-diploma behaalde eiste minimaal 40 punten, in de praktijk kwam dit voor de meesten neer op vier zevens en twee zessen als ondergrens. De MAVO-school waar ik les volgde eiste een 7 in het derde leerjaar om überhaupt op D-niveau examen te mogen doen.
De meeste HAVO-scholen stellen nog steeds steeds aanvullende eisen. Het telvisieprogramma “De ombudsman” besteedde hier aandacht aan, ook het journaal ging dezelfde avond hierop in door een voorbeeld te geven van een VMBO-tl-leerlinge die met vier achten en twee negens werd geweigerd door de havo-scholen omdat ze geen examen in wiskunde had gedaan. Het is logisch dat de HAVO-school dit eist maar zij zou dan de leerlinge de kans kunnen geven om zelfstandig deze stof te bestuderen (1 leerjaar voor 1 vak inhalen kan je gemakkelijk doen in twee maanden tijd) en eind augustus of begin september deze leerlingen een test laten maken. In dat geval geef je de leerling wel een eerlijke kans. Al pleit het natuurlijk niet in haar voordeel dat zij er überhaupt voor kost om geen examen af te leggen in wiskunde, wetende dat zij de ambitie had om later nog een HAVO-diploma te behalen, ze had immers moeten en kunnen wetten dat wiskunde, al is het maar wiskunde A (in mijn tijd vond ik wiskunde A op het HAVO gemakkelijker dan wiskunde op de mavo), een verplicht examenvak is.
Volgens het ECBO (www.ecbo.nl/) stelt 94% van de ´havo-scholen` aanvullende eisen. In De ombudsman werd melding gemaakt van:
– scholen die een gemiddelde van 6,5 eisen
– scholen die een gemiddelde van 7 eisen
– scholen die voor Nederlands en wiskunde een 8 eisen
Het Sint Vitus College Bussum stelt als eis dat de leerling gemiddeld een 6,5 moet hebben behaald om voor 4-HAVO te worden ingeschreven.
De conrector van deze school, Gert van Waveren, werkte mee aan een interview en legde uit dat de resultaten van de X aantal jaren hiervoor uitwezen dat vrijwel alle leerlingen die gemiddeld lager dan een 6,5 haalden ofwel in 4-HAVO ofwel in 5-HAVO afhaakten.
Volgens hem zou de school hierbij aan het belang van de leerlingen denken maar ik acht het realistisch dat veel scholen tevens aan een ander belang denken (ik suggereer niets t.o.v. deze man zelf): hun financiële belang. Immers, de school wordt financieel beloond en gestraft naargelang het percentage leerlingen wat het diploma behaalt.
Laat ik beginnen met de meest voordehandliggende vraag te stellen. Geeft de wet aan ofdat scholen al dan niet extra eisen mogen stellen. Kijk hierbij niet alleen naar de wetten zelf maar ook naar eerder gedane uitspraken die interpretaties van de wet kunnen beïnvloeden. Zo is godslastering nog steeds bestrafbaar met een jarenlange gevangenisstraf maar zal geen Nederlandse rechter deze straf opleggen gezien de jurisprudentie van de laatste decennia.
Hopelijk is een van de forumleden juridisch onderlegd of kent een van de forumleden iemand die juridisch onderlegd is. Mogelijk zou iemand contact kunnen opnemen met een advocaat die hierin gespecialiseerd is, in de uitzending kwam zo’n advocaat aan het woord.
Wanneer blijkt dat leerlingen die gemiddeld lager dan een 6,5 hebben voor hun VMBO-tl-opleiding een zeer kleine kans hebben om te slagen, moeten we dan niet concluderen dat de VMBO-scholen niet voldoen aan de aan hen door de wet opgedragen taak: voorbereiden op het Hoger Algemeen Vormend Onderwijs?
Ik kan geen andere verklaring bedenken.
In dat geval zou de logische conclusie zijn dat het niveau van het VMBO-tl moet worden verhoogd wat zou betekenen dat een lager percentage van de VMBO-leerlingen het hoogste VMBO-niveau kan volgen.
Klopt het dat zowel de VMBO-tl-leerlingen als de VMBO-gl-leerlingen hetzelfde examen krijgen? Betekent dat niet dat, bij een hypothetisch onveranderd niveau van het Nederlandse voortgezet onderwijs sinds de oprichting van het VMBO, de huidige VMBO-tl-leerlingen een examen afleggen wat vergelijkbaar is met MAVO-C in plaats van MAVO-D? Mogelijk verklaart dit gedeeltelijk waarom het VMBO-tl zo slecht aansluit op het HAVO*?
In ieder geval zou de logische reactie zijn om het niveau van het VMBO-tl dusdanig te verhogen dat iedereen die dit diploma behaalt een grote kans heeft om het HAVO-diploma te kunnen behalen.
Hoe belangrijk vinden we het dat leerlingen de kans krijgen om een hoger niveau van onderwijs te volgen? Vinden wij het wenselijk dat alle leerlingen die een VMBO-tl diploma bezitten de kans krijgen om 4-havo te proberen?
Of moeten we leerlingen weigeren waarvan we weten dat ze, statistisch gezien, een zeer kleine kans hebben om te slagen? Ik vind van niet, maar mogelijk denken anderen hier anders over. Zolang het VMBO-tl slecht aansluit op het HAVO moet deze morele afweging worden gemaakt.
Indien de samenleving van mening is dat elke leerling die een VMBO-tl-diploma heeft behaald moet worden toegelaten tot 4-havo dan zou de samenleving hier de logische consequentie aan moeten verbinden om de outputfinanciering hieraan aan te passen. Er kan immers gemakkelijk worden onderzocht hoeveel procent van alle leerlingen die met zo’n diploma aan 4-HAVO starten het HAVO-diploma behaalt en hoelang deze leerling daar gemiddeld aan doet. Zodoende zou je de ´HAVO-scholen` niet meer aanmoedigen om leerlingen te selecteren uit angst voor financiële straffen.
Ik vind het wenselijker dat de outputfinanciering wordt afgeschaft en worddt vervangen door een bedrag op basis van de voor de school noodzakelijke kosten (niet betalen per leerlingen, ook dat leidt tot ongewenste consequenties!) maar zolang die bestaat moeten we wel rekening houden met het feit dat het slagingspercentage onder de ene groep leerlingen (in dit geval leerlingen die een VMBO-tl-diploma bezitten) lager is dan onder de andere groep leerlingen (in dit geval de leerlingen die zijn geslaagd voor 3-HAVO). Bovendien wordt de leerlingenpopulatie van onze HAVO’s ook nog meer dan vroeger verrijkt met leerlingen die nipt op het VWO zakten en niet de kans kregen om het jaar over te doen. Food for thought: twee van onze drie astronauten (ik tel ook Lodewijk van den Berg mee (zoek hem eens op op Wikipedia, zijn geschiedenis zou voor een Hollywood-film gebruikt kunnen worden :-)) hebben een jaar overgedaan op het VWO.
*In de praktijk gebruiken de meeste mensen het lidwoord “de” voor het HAVO maar aangezien formeel het lidwoord “het” gebruikt moet worden (het Hoger Algemeen Vormend ONDERWIJS) kies ik ervoor om hier ook het lidwoord “het” te gebruiken.
Citaten uit een andere draad
Aangezien ik dit onderwerp belangrijk genoeg vind dat het een eigen draad verdient waain het uitvoerig besproken kan worden citeer ik hier eventjes twee berichten die in deze draad zijn geplaatst: beteronderwijsnederland.net/node/7140#new
De twee citaten zijn visueel onvoldoende duidelijk van elkaar gescheiden doordat de software van dit forum maximaal 1 witregel toestaat tussen deze twee citaten.
Van wms
Noodzakelijk en voldoende
“Wettelijk gezien mogen ze dat niet doen” schrijf je. Het gaat over de aanvullende eisen die HAVO’s stellen aan VMBO-T leerlingen.
Ik ben aan het zoeken geweest in documenten en in mijn geheugen, maar ik kan dat wettelijke voorschrift niet vinden. Mogelijk heb ik niet goed genoeg gezocht. De andere mogelijkheid is dat voor een VMBO-T leerling het diploma wel een noodzakelijk document is maar niet perse voldoende. De ontvangende school mag nog andere voorwaarden stellen. Ook volgens de wet. Waar ik het kon vinden leek me dat dat er stond.
Klaas Wilms
Van Ben Wilbrink
Aanvullende eisen toelating
Klaas,
Ik ben benieuwd hoe dit precies zit. Ik heb de uitzending niet gezien, en nog niet teruggekeken. Ik vermoed dat scholen zich bevoegdheden hebben toegedacht die ze wettelijk niet hebben. Ik begrijp uit berichtjes hier en daar dat Van Bijsterveldt laat uitzoeken hoe het precies zit en hoe het veld omgaat met de toelating tot de HAVO. Heb jij de artikelen uit de wet bij de hand?
Als er een parallel zou zijn met de toelating tot universitaire studies, dan zou het kunnen gaan om toelaatbaarheid op basis van ieder diploma vwo, maar mogen opleidingen pakketeisen stellen, en gelden alleen voor numerus-fixusstudies bijzondere regelingen (een wettelijke regeling, met een deel vrije ruimte voor instellingen om zelf te selecteren). Zijn er HAVO’s die een numerus fixus hanteren?
stapelen
Tja, eerst wordt het vmbo-t (steeds vaker weer gewoon mavo genoemd) niveau verlaagd en daarna eist het kabinet dat er weer makkelijker gestapeld kan worden.
Veel scholen maken deze stapeling wel degelijk mogelijk, door allerlei inhaalprogramma’s in de weken na het Centraal Examen, maar vakken die je op het mavo helemaal niet had, kunnen onmogelijk succesvol in 4 havo gevolgd worden. Mijn school laat mavisten om te beginnen al allemaal een extra vak volgen om de stapelmogelijkheid open te houden, en zo zal iedere school wel naar eigen oplossingen zoeken.
Laten we niet vergeten dat ook in het verleden stapelaars niet allemaal even succesvol waren, o.a. omdat zij soms nog niet wisten wat ze eigenlijk wilden en zichzelf dan nog maar een of twee jaar op het havo parkeerden. Daarom hanteren nogal wat scholen de regel dat overstappers niet mogen doubleren in 4 havo. Ik kan me ook voorstellen dat scholen de entree-eisen voor leerlingen van andere scholen wat hoger leggen dan voor hun eigen stapelaars, juist vanwege de risico’s die stapeling met zich meebrengt.
Maar de enig juiste landelijke oplossing zou m.i. zijn dat een mavo-diploma weer zoveel inhoudt, dat je er in principe een havo mee kunt halen.
“Veel scholen maken deze
“Veel scholen maken deze stapeling wel degelijk mogelijk, door allerlei inhaalprogramma’s in de weken na het Centraal Examen, maar vakken die je op het mavo helemaal niet had, kunnen onmogelijk succesvol in 4 havo gevolgd worden.”
Dit bestrijd ik, er zijn mensen die erin slaagden om in 1 jaar tijd te slagen voor het HAVO-examen voor natuurkunde, scheikunde en/of biologie terwijl ze dit vak of deze vakken niet volgden op het MAVO. Het niveau van de vakken is voor een ietwat slimme leerling in die 4 MAVO-jaren dermate laag dat het mogelijk is om in een zomervakantie een vak in te halen en zodoende een soepele aansluiting te hebben met 4-HAVO. Zelfstudie is perfect mogelijk met de Nederlandse lesmethodes, veel leerlingen hebben overigens ook geen andere keuze (gehad) in het speciaal onderwijs aangezien ze daar niet (altijd?) klassikaal les krijgen. Ik ga hier uit van een geslaagde mavist die ook zonder al te grote moeite de havo aankan. Het is natuurlijk altijd beter om te voorkomen dat je dit soort stunts moet uithalen maar het is wel degelijk mogelijk.
De leerlinge die in het NOS-journaal wat ongelukkig als voorbeeld werd gebruikt had van die school de kans moeten krijgen om eind augustus of begin eptember aan te tonen dat zij wiskunde voldoende beheerste. Trouwens, het is nu niet dat je ook maar enige wiskundebasis nodig hebt om in 4-havo met wiskunde A te kunnen starten. 😉
Zelfs met wiskunde B kan je in 4-VWO starten aangezien alles wat belangrijk is nog eens een keer wordt herhaald. De samenvattingen van Getal en Ruimte voor die laatste drie leerjaren van het VWO kan je gratis downloaden, bekijk ze maar eens.
Over de enige juiste oplossing ben ik het met je eens.
Ik ben zeer gecharmeerd van die speciale zomercursussen maar ik vraag me af hoeveel geld dat kost en wie dat betaalt, alleen maar omdat de VMBO-scholen zich niet houden aan de opdracht die de wetgever hun hebben gegeven: het voorbereiden op het HAVO.
Mag een opleiding onbeperkt duren?
Toch is het zinvol om je af te vragen of een opleiding eindeloos mag duren op kosten van de samenleving.
Kennelijk verwacht men in de toekomst nog eens een groot gebrek aan arbeidskrachten en immigranten uitnodigen vinden velen geen goed plan. Dan moeten er toch gewoon arbeidsjaren gemaakt worden?
selectiemissers en eindniveau
Als je leerlingen op 12-jarige leeftijd selecteert omdat je wilt dat elke leerling op een voor hem passend niveau les moet krijgen mag je niet een leerling de gevolgen van een onderschatting of een ontwikkelingsvertraging laten dragen.
Seger Weehuizen
Oei, Hinke. Hier lopen twee
Oei, Hinke.
Hier lopen twee discussies door elkaar: het stapelen en het veronderstelde probleem van een tekort aan arbeidskrachten. Laten we hier vooral geen politieke discussie voeren en volstaan met de constatering dat er meerdere manieren zijn om aan extra arbeidskrachten te geraken, ook immigratie is een mogelijke oplossing aangezien het de eenzijdige massaimmigratie is die de meeste Nederlanders niet meer wil, een Greencardachtig systeem is een heel ander verhaal. Vanzelfsprekend is ook een latere pensionering voor de werkbekwamen een mogelijke oplossing en er zou al veel gewonnen zijn wanneer iedereen die nog kan werken ook mag werken (anciënniteit, cultuur)
Ik stel voor dat we onszelf eerst de morele vraag stellen of leerlingen het recht moeten hebben om te stapelen en dat we pas dan kijken naar de praktische consequenties, dat vind ik rechtvaardiger t.o.v. de personen over wie wij nu discussiëren.
Aangezien wij de leerlingen in het zesde leerjaar en dus relatief vroeg in hun ontwikkeling al opsplitsen over de verschillende theoretische leerniveaus, nog even los van de al dan niet adequate selectiemethode (m.i. is die inadequaat) en de onrechtvaardigheid dat die kindjes niet de kans krijgen om zich voor te bereiden op dat toelatingsexamen (CITO-toets), vind ik dat de maatschappij de morele verplichting heeft om de laatbloeiers later via stapelen alsnog de mogelijkheid te geven om hun maximale potentie te kunnen benutten. Wie zijn jij en ik om de laatbloeiers dat te ontzeggen terwijl we de niet-laatbloeiers wel die kans gunnen?
Ook voor de maatschappij is het nuttig dat leerlingen die een theoretische opleiding volgen dit op zo’n hoog mogelijk niveau doen.
Wel vraag ik me af ofdat er voor bepaalde alpha- en gamma-richtingen geen quota zouden moeten worden ingevoerd en ofdat er geen mogelijkheid is om tal van opleidingen te intensiveren. Ik kies dan echter wel voor extra kwaliteit in plaats van voor een kortere studieduur.
Wettelijk
www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/kan-mijn-kind-met-een-vmbo-diploma-naar-het-mbo-of-de-havo.html
Hier vind ik de voorlichting van het ministerie. Maar om nu te zeggen dat het er duidelijk staat. Het suggereert dat de school eisen mag stellen.
Klaas Wilms
Wettelijk = bij AMvB eventueel te stellen voorwaarden
Voorwaarden voor de toelating tot bijvoorbeeld de HAVO, ik neem aan dus ook tot het vierde jaar van de HAVO, kunnen worden gesteld bij AMvB (algemene maatregel van bestuur). Art. 27 van de Wet op het voortgezet onderwijs.
wetten.overheid.nl/BWBR0002399/TitelII/AfdelingI/HoofdstukI/1/Artikel27/geldigheidsdatum_18-10-2010
Of er voor de HAVO, cq het vierde leerjaar van de HAVO, zo’n AMvB is gesteld, vermeldt de Wet op het VO natuurlijk niet, maar er staat ook geen voetnoot hoe je daarachter kunt komen.
MBvB mbt HAVO
Het is mogelijk op overheid.nl te zoeken naar AMVB’s met HAVO in de titel of in de tekst:
wetten.overheid.nl/zoeken_op/regeling_type_AMVB/tekst_bevat_havo/datum_18-10-2010
Als dit een volledige lijst is (maar hoe kom je daar dan weer achter), dan is er GEEN AMvB die nadere voorwaarden aan de toelating tot de HAVO stelt, dus al helemaal niet voor de toelating tot het vierde leerjaar.
Maar wat is dan precies de bevoegdheid van een HAVO-opleiding om bepaalde kandidaten te weigeren? Artikel 27 geeft alleen een juridisch dichtgetimmerde riedel administratieve voorwaarden, maar niets over vooropleiding of vakkenpakketten. Evenmin art 27b, dat vooral over het burgerservicenummer gaat.
Voorlopig ben ik verbijsterd. Als er niets is geregeld over toelatingsbeperkingen, dan lijkt het mij dat een school die beperkingen niet mag stellen. Dat de wetgever niets heeft geregeld, betekent immers dat de wetgever geen aanleiding heeft gezien een nadere regeling te treffen (bij AMvB). Zonder een AMvB die een bevoegdheid geeft om nadere voorwaarden te stellen, kunnen die immers niet worden gesteld? Toch doen scholen in de praktijk niet anders, ook bij de toelating van leerlingen die direct uit het primair onderwijs komen.
Wie kan dit raadsel oplossen? Voordat de minister met haar oplossing komt?
aanmeldingen weigeren gebeurt ook in de brugklas
Populaire scholen weigeren ook leerlingen in de brugklas die op andere scholen wel zouden worden toegelaten voor hetzelfde schooltype/brugklas. Ook worden leerlingen die tussendoorkomen (om welke reden dan ook) soms geweigerd. Ik ken daar de wettelijke basis niet van. Het lijkt me dat de situatie anders is dan bij het hoger onderwijs, waar weigeren alleen mag in specifieke gevallen als numerus fixus en bij kunstopleidingen. Als er niets specifiek staat over toelating van VMBO leerlingen tot de HAVO is het nog niet automatisch dat scholen niet mogen weigeren.
Onderwijsrecht
Bij de toelating tot een school of opleiding is er sprake van een situatie met meerdere partijen die ieder hun rechten en plichten hebben. Bijvoorbeeld: de ouders van de leerplichtige leerling hebben een duidelijke plicht, maar dus ook de school waar de ouders hun kind aanmelden. Boven de leerplichtige leeftijd wordt het ingewikkelder, maar zijn de rechten en plichten ook in he recht vastgelegd (denk aan wetten en AMvB, maar ook aan jurisprudentie, en vooral aan rechten en plichten die in internationale verdragen zijn vastgelegd, bijv. dat van de Rechten van de Mens). Kortom: het gaat hier om onderwijsrecht. Ik heb daar geen verstand van, maar als ik als ouder op zoek zou gaan naar hoe een en ander in elkaar steekt, dan kom ik bijvoorbeeld terecht bij
A. Postma (1995). Handboek van het Nederlandse Onderwijsrecht. Tjeenk Willink.
Dit is alweer een wat oudere publicatie, maar het kan prima dienen op op weg te geraken. Par. 14.3 gaat over de onderwijsontvangenden. De leerling (bij minderjarigheid: de ouders) heeft een onderwijsovereenkomst met (het wettelijk bevoegd gezag van) de school. Postma bespreekt dan afzonderlijk de toelating, het volgen van het onderwijs en de examinering.
Voor het basisonderwijs regelt de wet een en ander over de leeftijd bij toelating. Voor het speciaal onderwijs ligt de beslissing bij het bevoegd gezag (art. 32 lid 1 ISOVSO), onder voorwaarden.
vv
Onderwijsrecht 2
NB: het gaat om geschiktheid voor het volgen van het betreffende onderwijs. Ik interpreteer dat zo dat het gaat om geschiktheid in absolute zin, dus niet of voor twee beschikbare plaatsen Jan en Marie ‘geschikter’ zijn dan Piet. De wet staat mijns inziens vergelijkende selectie niet toe, want de wet zwijgt hierover. Dat Leo Prick op het laatste BON-congres heeft betoogd dat het VO rekbare maatstaven hanteert, is in dit licht interessant. Er kan een uitvoerige filosofische boom worden opgezet wat die geschiktheid inhoudt; in ieder geval is het een voorspelling dat het onderwijs binnen redelijke tijd met gunstig gevolg kan worden doorlopen, waar dus een bepaalde waarschijnlijkheid bijhoort, zeg dat de kans tenminste 80% is dat de voorspelling juist is. Dit is allemaal behoorlijk complex, ouders die gaan procederen hebben er een hele kluif aan, vandaar misschien dat ik geen voorbeelden ken van juridisch aanvechten van weigeringen tot toelating op basis van vermeende ongeschiktheid.
Postma gaat hier niet in op de tussentijdse instroom, zoals die van de mavo-gediplomeerde in het havo. De vraag is evenwel: is in juridische zin deze situatie vergelijkbaar met die van de toelating tot het eerste leerjaar; of is dit vergelijkbaar met bv. de aansluiting mavo (vmbo-t) met mbo?
vv?
Onderwijsrecht 3
Van vmbo-t doorstromen naar ???? Naar mbo? Of naar havo-4?
Het probleem dat ik hier zie, zonder er een oplossing voor te zien, is het volgende:
De gedachte bij de wetgever is kennelijk dat de weg van vmbo-t naar havo een ‘stapeling’ is, terwijl dat van vmbo-t naar mbo de ‘natuurlijke’ onderwijsloopbaan zou zijn. In de tijd van Tineke Netelenbos (optuigen vmbo) was Jo Ritzen minister van onderwijs en fel tegen het stapelen. Ritzen was een rechtlijnige denker, en had er evident geen oog voor dat het om de dooie dood niet makkelijk is om in je onderwijsloopbaan altijd meteen maar de goede keuzen te maken. Hoe dat ook zij, hij nam de mogelijkheden weg om een onhandige keuze nog te kunnen corrigeren. Dat beleid is nu wel wat versoepeld, maar de oude en veelbegane weg van mavo naar havo is nog bij lange na niet even begaanbaar als in het verleden.
Gekoppeld aan de buitengewoon onhandige positionering van het mbo in het onderwijsstelsel (ik verwijs maar weer naar Jan van Ravens voor dit onderwerp, in La Niña), komen de voorlijke vmbo-t afgestudeerden in een spagaat terecht: wil je uiteindelijk naar het hbo, dan kun je de lange weg (4 jaar) via het mbo kiezen, of de korte (twee jaar) via de havo. Zowel vanuit het belang van de leerling bezien, als vanuit dat van de samenleving, lijkt het mij evident dat de vmbo-t – havo – hbo route enorm veel sneller, doeltreffender en goedkoper is.
Dan begrijp ik dus niet dat het ontvangende havo in deze situatie stringente geschiktheideisen zou mogen stellen. Wat ik wèl begrijp is dat het ontvangende havo extra zal moeten investeren in deze vmbo-t abituriënten, maar dat mag de samenleving toch verwachten? Laat de VO-raad de financiering uitonderhandelen met OCW.
Ik kom hier met het onderwijsrecht van Postma niet verder, maar er moeten toch in het recht sterke aanknopingspunten zijn om er bovenstaande praktische redenering aan op te hangen.
Alweer blijkt
dat de theorie en de praktijk niet hetzelfde blijken te zijn. De problematiek is des te eenvoudiger. Het niveau van de oude MAVO blijkt hoger te liggen dan het niveau van het huidige VMBO TL ( theoretische leerweg). Waar vroeger de bovengemiddelde MAVO bij opstroming naar HAVO een ‘gemiddelde’ HAVO leerling bleek te zijn met een redelijke kans van slagen, geldt dit niet voor de huidige VMBO TL leerling. Ondanks alle waarschuwingen vanaf de werkvloer bij het onderbrengen van de MAVO in het VBO ( de docenten zagen dit probleem al veel eerder dan alle onderwijsdeskundigen samen) werd de MAVO in het VBO geschoven. Het opstromen naar de HAVO is voor de ontvangende school een lastig probleem, uiteindelijk publiceren ze graag hoeveel leerlingen geslaagd zijn zonder zittenblijven om de kwaliteit van hun school te benadrukken. Dan is de oplossing snel gevonden in het bijstellen van de ‘opstroom-eis’ naar boven.
Kortom, het probleem is ontstaan door het gedaalde niveau van de ouwe MAVO tegenover VMBO TL. Alle docenten die in VBO en MAVO les hebben gegeven weten dit al heel lang. Maar ja, dat is de werkvloer…
Ik heb de indruk dat dit
Ik heb de indruk dat dit klopt maar vergeet niet dat ook in de jaren 90 het verdergaan op de havo enkel werd toegestaan voor de betere gediplomeerde mavisten. Het verschil is dat de eisen toen minder streng waren en dat er al een voorselectie was doordat er op veel mavo-scholen een voorwaarde werd gesteld om op D-niveau examens te mogen doen.
Amsterdam-West
In de nrc handelsblad van woensdag 20 oktober, blz. 7:
Artikel van Ahmed Marcouch en Metin Celik, onder de titel Havo houdt de deur dicht voor vmbo‘ers. En dat is tragisch, want
Met nog het volgende stukje informatie ( bewerkt door moderator J.J. gelieve cynische opmerkingen naar andere reageerders achterwege te laten)
Ben, hoe houdt die school de
Ben, hoe houdt die school de deur dicht voor VMBO’ers?
De meesten hier hebben geen abonnement op de NRC en die editie ligt nu ook nergens meer in de winkels. Met Google vind ik het artikel niet.
Stelt deze HAVO onredelijke eisen aan gediplomeerden van het VMBO?
Hoe houdt het havo de deur dicht?
Bart,
Het artikel, voor abonnees (zoek een abonnee in je kennissenkring (ik heb jou de tekst al toegestuurd)):
archief.nrc.nl/index.php/2010/Oktober/20/Overig/07/Havo+houdt+de+deur+dicht+voor+vmbo%27ers
Aparte scholen
Vroeger werd er gezeurd over aparte scholen voor MAVO en HAVO. Die moesten dus tot megascholen fuseren. Nu zien we de volgende stap: zeuren over aparte gebouwen voor MAVO en HAVO. De oplossing wordt vast wat we van Seger over Venlo hebben mogen vernemen: 1 grote campus aan de rand van de stad waar alle leerlingen bij elkaar zitten. Nog meer schaalvergroting.
Hier een reactie van de NKO,
Hier een reactie van de NKO, de Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders: www.nko.nl/resources/nko/repository/documents/De%20overgang%20VMBO%20-%20HAVO-4%20websiteversie.doc
Toelatingseisen scholen
Ik heb gegoogled met de zoektermen “havo toelating vmbo”. Op de eerste pagina die google geeft staan tal van scholen die transparant aangeven wat hun toelatingsbeleid is. Sommige scholen zijn hier zeer redelijk in en eisen slechts een gemiddelde van 6,5 en een vakkenpakket wat aansluiting geeft (voldoende vakken, wiskunde, twee vreemde talen). Op de eerste pagina van Google (zoektermen: havo toelating vmbo) stond ook een link naar het Zwijsencollege in Veghel (school voor enkel havo en VWO) die categorisch weigert om leerlingen aan te nemen voor het profiel natuur&techniek: www.zwijsencollege.nl/index.php?pageID=1864
Nu kan zo’n leerling gelukkig via het staatsexamen zonder extra tijdsverlies instromen in een exacte studierichting maar het is toch buitengewoon vreemd dat een school categorisch weigert om een leerling met een VMBO-diploma toe te laten tot één profiel van de havo-opleiding, ongeacht voor welke vakken die leerling is geslaagd en met welke cijfers. Ik ben benieuwd hoe de rechter zou oordelen indien een ouder een advocaat zou inschakelen.
onnodig profiel?
Met het profiel Natuur&gezondheid kan men in het VWO haast tot alle studierichtingen worden toegelaten waarvoor het de bedoeling was om het profiel natuur&techniek te eisen. Als dat ook geldt voor het HBO lijkt mij het voorschrift niet onredelijk. Maar dat iets nooit zou mogen vind ik verwerpelijk.
Seger Weehuizen
Onvoldoende informatie maar ik vrees het ergste
Wel, het hangt ervan af ofdat die toegelaten leerlingen de vrijheid krijgen om in het profiel “Natuur en gezondheid” wiskunde B en wiskunde D op te nemen.
Aangezien er dan nauwelijks verschil is met het profiel “Natuur en techniek” vraag ik me af ofdat die leerlingen die keuzevrijheid krijgen.
Verder ontneem je die leerlingen de kans om wiskunde D te volgen wat toch best een kwalijke zaak is aangezien het programma van wiskunde B flink is ingekort en wiskunde D juist is opgericht om hiervoor te compenseren.
Bij wiskunde B wordt een hoop weggelaten wat toch best wel essentieel is. Dat die meetkunde flink is ingekort is tot daar aan toe, dat is vooral nuttig als intellectuele oefening maar niet zo zeer nodig voor de meeste (vervolg?) studies.
Er ontbreken een flink aantal essentiële zaken, ook wanneer je wiskunde D volgt naast wiskunde B:
Wegens limiet van post aanvulling op vorige post
Leerlingen die van die VMBO-tl van het Zwijsencollege te Veghel via het HAVO van dezelfde school stapelen naar het VWO van weer dezelfde school (niet onrealistisch en meestal gewenst) mogen ook niet het profiel “Natuur en techniek” volgen aangezien ze voor de instroom op het VWO enkel het profiel “Natuur en techniek” van het HAVO toestaan. De vraag is wederom ofdat die stapelaars op het HAVO de kans krijgen van die school om wiskunde B en wiskunde D te kiezen maar waarom zou die school dat wel toestaan terwijl die school het niet toestaat om het profiel “Natuur en gezondheid” te kiezen? Wat zijn dan nog de verschillen tussen beide profielen? Ik ga ervan uit dat de school haar motief voor deze vrijheidsbeperking is dat zij het slagingspercentage wil opkrikken.
Ik erger me eraan dat op 11-jarige leeftijd op een onprofessionele wijze de leerlingen worden verdeeld over de scholen voor middelbaar onderwijs* en dat vervolgens de VMBO-tl-ers niet de kans krijgen om fatsoenlijk te stapelen wanneer ze toevallig in de verkeerde gemeente wonen. Op zich kan de leerling die hiaten wel zelf opvangen, gelukkig maar, maar het deugt niet.
Dat de meeste havo’s ervoor kiezen om matig strenge tot zeer strenge eisen te stellen (gemiddelde van 7,2 , acht voor wiskunde, Nederlands en Engels), duidt dat erop dat het VMBO-tl onvoldoende voorbereidt op 4-HAVO of is dit eerder een gevolg van het feit dat de gemiddelde VMBO-tl-er iets minder intelligent is dan de gemiddelde havist?
*Korte toelichting.
De leerlingen krijgen geen kans om zich op eigen kracht voor te bereiden op de CITO-toets, sommige vragen van de CITO-toets bieden twee mogelijke antwoordopties (hier reeds aangetoond) waardoor de toets een kanselement bevat en de strengheid waarmee de scholen voor middelbaar onderwijs kiezen uit de groep leerlingen hangt mede af van het aantal plaatsen en het aantal leerlingen, niet enkel van de kwaliteiten van de leerlingen zelf.