Het failliet van het cgo op het MBO

Vandaag in Het Schoolblad het derde artikel in een reeks over het MBO.
Deze keer over het competentiegericht onderwijs.
Voor BON-forumleden staat er weinig nieuws in. Het Schoolblad bevestigt nog eens wat op dit Forum al vele jaren uitvoerig wordt bediscussieerd: het failliet van dat soort onderwijs.
Het feit dat het “van bovenaf is opgelegd”. De enorme papierwinkels die geproduceerd moeten worden door leerlingen en leraren. De onoverzichtelijke warboel die het onderwijs met cgo is geworden “Een gewone dakbedekker heeft maar liefs zeven richtingen”. De pogingen om wat zaken bij te plamuren “Begin september stelde de Commissie Kwalificeren en Examineren al voor de structuur te versimpelen, wegens ‘niet te onderschatten uitvoeringsproblemen'”.
In een kadertje wordt er gewag van gemaakt dat het opvallend is dat docenten en medewerkers zich lang niet altijd vrij voelen om zich kritisch uit te laten over hun opleiding en instelling.

En wat blijkt dan verderop? Terwijl Coen Free, directeur van het Koning Willem I College in Den Bosch de oude mbo/havo-opleiding in ere wil herstellen., blijkt Gertrud Visser, secretaris onderwijszaken bij werkgeversorganisaties VNO-NVW/MKB eigenlijk de zaak zo willen houden. Ze komt met de bekende mantra dat het allemaal wel beter kan, maar lijkt het bij cosmetische veranderingen te willen laten. Ze geeft ook kritiek op het hbo dat klaagt over de kwaliteit van de instromers ” Ik hoor bijvoorbeeld klachten over het aantal contacturen op het hbo”
En De Froe merkt op dat het bedrijfsleven een veel te grote vinger in de pap heeft oa in die kwalificatiedossiers.
Het voornemen van dit kabinet om het bedrijfsleven meer bij het onderwijs te betrekken, zou wel eens tot een verdere verslechtering van het onderwijs kunnen leiden.

Overigens. Ik hoor nu bijna dagelijks van leraren die van universitaire en hbo-opleidingen afkomen of daar nog bezig zijn, hoe zij zuchten en steunen onder het tijdrovende competentiegedoe dat hen van hun eigenlijke ontwikkeling afhoudt. Ze verdrinken in een ongelooflijk grote papierberg, ze hebben begeleiders die niets van hun vak afweten en die hen voortdurend voor de voeten lopen.

Er is geen vooruitgang. Het wordt alleen maar erger.

4 Reacties

  1. Andere belangen
    Hoewel het logisch is om het bedrijfsleven te betrekken bij de inhoud (en ev.de examinering) van het beroepsonderwijs, moet je er voorzichtig mee zijn.

    Het bedrijfsleven bestaat sowieso niet. Elk bedrijf is anders en elk bedrijf heeft zijn eigen voorkeuren en eisen. Daarnaast zijn bij de contacten met ‘het bedrijfsleven’ de grote bedrijven oververtegenwoordigd. Het midden- en kleinbedrijf kan zich namelijk helemaal niet permitteren tijd te steken in het bedenken van onderwijskwalificaties. Vaak huren ook die grote bedrijven daarvoor onderwijskundigen in. ‘Die hebben er tenminste verstand van’ denken ze.

    Ook is het zo dat een bedrijf logischerwijs eerst aan het eigen belang moet denken, terwijl scholen het algemeen belang en het belang van de leerling voorop zouden moeten stellen. Tenslotte overheerst bij ‘het bedrijfsleven’ nogal het korte-termijndenken, vaak in reactie op wat ze met individuen ervaren. Hoe dan ook: het bedrijfsleven kenmerkt zich helaas nogal vaak door klagen, zonder met concrete en realistische alternatieven te komen. Inmiddels zit ik al sinds de jaren ’70 in de branche en ook toen was de klacht al dat ze ’tegenwoordig geen hamer meer kunnen vasthouden’.

    • Hoog of laag springen
      Hinke,

      Een aardig voorbeeld van hoe ‘het bedrijfsleven’ niet bestaat: op de werkvloer van ‘het bedrijfsleven’ kan de klacht zijn dat de jongelui tegenwoordig geen hamer meer kunnen vasthouden, terwijl ze daar aan de top juist blij mee zijn omdat die jongelui binnen het bedrijf wel de kunstjes leren die voor hun dagelijkse werk nodig zijn. Dat geldt ook voor universitair opgeleiden: klachten over de sinds de tachtiger jaren korter opgeleide doctorandussen waren er vooral op de werkvloer, terwijl het idee van de verkorting van de studieduur vooral vanuit het bedrijfsleven zelf kwam. Op bestuurlijk niveau was men ook tevreden met die nieuwe korter opgeleide doctorandussen, die binnen het eigen bedrijf natuurlijk wel verder opgeleid moesten worden, maar dat was van meet af aan juist de bedoeling. Ik heb dit voorbeeld op het forum al eerder genoemd, en zal het nog wel eens herhalen. Het illustreert hoe de belangen van diverse groepen sterk uiteen kunnen lopen, ook van de hoge versus de lage echelons binnen ‘het bedrijfsleven’.

      • een reden te meer
        om ‘het bedrijfsleven’ zo ver mogelijk weg te houden van ‘het onderwijs’

        • loden last
          Het lijkt mij dat je bij een vakopleiding tot loodgieter de leerlingen niet al te lang bezig moet houden met het gieten van lood. Op een of andere manier zullen ingrijpende veranderingen in de manier waarop een beroep wordt uitgeoefend toch terug te vinden moeten zijn in de vakopleiding. Splendid isolation wordt anders een loden last.
          Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.