Eindexamen en studiekeus in Frankrijk 20

14 juni 2007
EINDEXAMEN WISKUNDE
In het Franse systeem weegt de wiskunde zeer zwaar en a fortiori bij de bèta’s. Ieder vak heeft een wegingsfactor die van 2 tot 9 gaat. Bij het ‘S’ eindexamen (bèta’s) is het totale aantal punten 760, hetgeen correspondeert met een theoretisch cijfer van 20 in alle verplichte vakken (tienen in Nederland), waarbij de opties die buiten het verplichte programma vallen zoals de oude talen, sport, hippologie (sic) niet zijn meegeteld. Met de hoogste wegingsfactor van 9 bepaalt de wiskunde zowat een kwart van het uiteindelijke resultaat. In dit land beschouwt men wiskunde als een neutrale intelligentietest, dat wil zeggen minimaal milieu gebonden. Daar is veel op aan te merken, maar een ander systeem heeft men tot nu toe niet uitgevonden, ook Oxford en Cambridge niet, waar minder gekeken wordt naar abstracte intelligentie (= wiskunde) en meer naar motivatie en dus meer naar subjectieve elementen. Een middelmatig cijfer voor wiskunde is heel moeilijk te compenseren met hoge cijfers in andere vakken voor het behalen van de goede vermeldingen ‘assez bien’ (= vanaf 12), ‘bien’ (= vanaf 14) en ‘très bien’ (= vanaf 16). Een ‘bien’ kan van belang zijn in het geval het een drempelwaarde is voor een bepaalde opleiding of een universitaire studie buiten je eigen ressort, zoals de provinciaal die in Parijs wil gaan studeren.

Hieronder zijn de eindexamenopgaven, waar men 4 uur over mocht doen. Het schijnt dat dit jaar de opgaven aan de makkelijke kant zijn. Deze vereenvoudiging is de algemene tendens van de laatste jaren dat op zijn beurt een polemiek in het leven roept van wat de waarde van het baccalaureaat nog is als iedereen het haalt!

KAN EEN LEZER DIT VERGELIJKEN MET HET NEDERLANDSE EINDEXAMEN?