‘contextrijk leren’ in Den Haag

Onderstaand artikel stond in Het Financieele Dagblad van 11 maart 2007.

Een VMBO school laat zijn leerlingen 10 weken per jaar stage lopen en voert verder ‘contextrijk onderwijs’ in. De begeleiding van de stages wordt gedaan door HBO-studenten voor wie dat weer de stage is. Over enkele jaren zijn er in Nederland als het zo doorgaat alleen nog maar stagaires en managers.
===========================================================
Bedrijfsleven opent deur voor vmbo’ers

Ten minste tien Haagse bedrijven zullen in mei een convenant tekenen met een Haagse scholengemeenschap om in totaal vijf keer per jaar ruim 200 leerlingen op te nemen als stagiairs. Zo veel vmbo-leerlingen zo vaak op stage bij bedrijven in de omgeving is niet eerder vertoond.

Onder de deelnemende bedrijven bevinden zich woningcorporatie Staedion en het beursgenoteerde detacheringsbedrijf DNC.

‘Onze leerlingen leren door te zien en te doen. Ze leren met hun handen. Die moet je niet 32 uur per week in een klas zetten’, zegt Karel Bun, directeur van de Scholengroep Den-Haag Zuid-West, het voormalige Terra College. Onder de groep vallen drie vmbo-scholen en één lyceum, in totaal 1100 leerlingen, maar met ‘onze’ bedoelt Bun in dit geval alleen de vmbo’ers. ‘Deze leerlingen worden door ons opgeleid voor het middelbaar beroepsonderwijs, maar 30% haalt het tweede jaar daarvan niet. Als je weet dat een aantal kinderen beter meteen kan gaan werken, moet je ze beroepsvaardigheden leren.’

Om die reden heeft de groep besloten om op de vmbo-scholen het onderwijs vanaf augustus helemaal om te gooien. Er wordt ‘contextrijk leren’ ingevoerd. ‘We willen laten zien waar ze het voor doen’, zegt Bun. ‘Elk jaar delen we in vijf gelijke delen en daar plakken we een thema op, zoals “zorg voor ouderen” of “onderhoud in en rond het huis”. Alle vakken die de leerlingen volgen gaan over dat thema. Bovendien sturen we de leerlingen ieder blok twee weken op stage.’

Dat betekent een vertienvoudiging van het aantal stage-uren. Tot nu toe lopen de leerlingen zestig uur stage in de laatste twee jaar van hun opleiding.

Bun: ‘Met 200 leerlingen loop je wel risico. Daarom hebben we een samenwerking met studenten van de Hogeschool Den Haag, voor wie dit weer hun stage is. Als er problemen worden gemeld, bijvoorbeeld een leerling die ruzie maakt, garanderen wij dat er binnen twee uur iemand komt die het oplost.’

Een van de bedrijven die zich hebben gecommitteerd stageplekken te leveren, is de grootste Haagse woningbouwvereniging Staedion. ‘Na de moord op Hans van Wieren op het Terra College hebben we gezegd dat we onze verantwoordelijkheid moeten nemen’, zegt Henk Jagersma, directeur van Staedion. ‘Nu zitten veel van die jongeren met een gat tussen hun opleiding en de arbeidsmarkt. Dat gat moeten we kleiner maken.’

Staedion heeft veel verschillende werkzaamheden in de aanbieding, vertelt Jagersma. Leerlingen kunnen mee met het onderhoudsbedrijf, of op de administratie werken. ‘Voor een deel is het leren op tijd te komen en met twee woorden te spreken, maar we willen ze ook ontwikkelen. Zodat ze ontdekken hoe leuk het arbeidzame leven kan zijn, maar dat je daar wel wat voor moet doen.’

Bij DNC, ofwel De Nederlanden Compagnie, een detacheerder op het gebied van financiën, juridische zaken, ict en managementondersteuning, gaan de leerlingen ook mee met de professionals naar de klanten.

‘Dat hoeft niet per se in Den Haag te zijn’, denkt Koos de Vink, directeur. ‘Wij zullen zelf het vervoer regelen, het is een kwestie van flexibel inrichten.’

Hij realiseert zich dat de veertig stagiairs een belasting kunnen vormen voor zijn bedrijf. ‘Daarom hebben we er ook een hr-medewerker voor vrijgemaakt. We moeten energie in iets stoppen waarvan we op voorhand niet weten of er ook wat uitkomt’, zegt hij. ‘We realiseren ons heel goed dat het niet alleen maar toppers zullen zijn, maar wij zien het als opstapje. Mochten ze geïnteresseerd zijn, dan zouden ze zelfs kunnen instromen bij ons in de opleiding.’

Bun hoopt nog meer dan de huidige tien Haagse bedrijven bij het project te betrekken. Bun: ‘Uit onderzoek blijkt dat een gymnasiumleerling bereid is 60 kilometer te reizen naar de school van zijn keuze. Een vmbo-scholier kiest zijn school vaak om de hoek. Door ze in de wijk te laten werken, ontwikkelen ze binding met hun wijk. Zo hebben ze op school een speeltoestel gemaakt voor een speelplaats. Dat is nooit kapotgemaakt.’
==============================================================