Hoe een excellente school ten onder ging

Engagement in ‘Mannen van Maasoord’, een onderwijsroman van Lein van der Wulp

Mannen van Maasoorddoor Ton Bastings

De in 2014 verschenen onderwijsroman Mannen van Maasoord, van Lein van der Wulp, past naadloos in de ontwikkeling van de onderwijsliteratuur. Vroeger lag in romans van dit genre de nadruk duidelijk op de leraar als hoofdpersonage. Denk hierbij aan auteurs zoals Ferdinand Bordewijk (Bint), Simon Vestdijk (Ivoren wachters), Menno ter Braak (Dr. Dumay verliest…) en Willem van Toorn (De toeschouwers). Tegenwoordig zien we een duidelijke verschuiving in de richting van engagement, wat zich uit in betrokkenheid van schrijvers bij maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. En het onderwijs is natuurlijk een maatschappelijke ‘bron van aanhoudende zorg’. Of eenvoudiger gezegd: voor 2000 was er sprake van lerarenromans en na 2000 kan men beter spreken van onderwijsromans.

Kellendonklezing
In de Frans Kellendonklezing 2015, die gewijd was aan engagement, noemde auteur Maarten Asscher engagement ‘een van de meest verraderlijke valkuilen in elke discussie over de betekenis en de functie van literatuur in de maatschappij’. Hij onderscheidde daarbij verschillende gradaties van engagement. De meest basale vorm is als de schrijver in hoogsteigen persoon de barricaden op gaat. Hij loopt mee in een protestdemonstratie, wordt lijstduwer van een politieke partij of wordt lid van een vereniging, zoals Anton Dautzenberg in 2011 van de pedofielenvereniging Martijn. Een meer literaire vorm wordt het als de schrijver in een opiniestuk of in een essay stelling neemt in een maatschappelijke kwestie. Polemieken en columns behoren eigenlijk ook tot dit genre. Van de derde vorm van literair engagement is sprake als de auteur in een roman actuele sociale, maatschappelijke of politieke kwesties opvoert. Ton Anbeek noemde dat destijds treffend ‘straatrumoer’ en Sander Bax ‘indirect engagement’. Middels het hoofdpersonage ventileert de auteur immers zijn mening.

Verschuiving
In die derde vorm is een duidelijke verschuiving waarneembaar als het om romans gaat waarvan de setting de school betreft. Als we naar de laatste vijf jaar kijken, zien we dat steeds meer actuele onderwijsproblemen naar voren komen. In Oorlogshond van Robert Anker (2011) levert het hoofdpersonage felle kritiek op het nieuwe leren. In Dood van een leraar van Cyrille Offermans (2011) hekelt het hoofdpersonage de laffe houding van docenten bij de invoering van onderwijsexperimenten. In Geen les meer van Marcel de Jong (2011) zijn we door de ogen van het hoofdpersonage getuige van de onderwijsvernielingen door megalomane ROC-directeuren. Het allerbelabberdste niveau van docenten komt uitgebreid aan de orde in Geachte heer M. van Herman Koch (2014) en in Een onschuldig meisje van Bernlef (2015) geven zowel de directeur als de nieuwe hoofdonderwijzer hun visie op pedagogiek en didactiek.

Mannen van Maasoord
In Mannen van Maasoord zien we hetzelfde verschijnsel. Op de achterflap lezen we immers dat deze roman ‘op de huid zit van de actualiteit’. In dit vlot geschreven en prettig leesbaar boek strijden de plot en engagement om voorrang. De plot wil ik niet verraden, maar het engagement kan met enkele voorbeelden wel nader worden toegelicht. Tussen de regels door en vooral bij monde van het hoofdpersonage, leraar Engels Stijn Valk, passeren zowat alle BON-standpunten de revue. De modernste onderwijsontwikkelingen leiden tot de ondergang van de degelijke oude school CSG Maasoord. De titel verwijst ook naar dé mannen van Maasoord, de leraren van voor de fusie. Na de fusie wordt Maasoord de onderwijsmoloch Maasoorden met zes locaties. Er komen allerlei directeuren en managers bij. Geld wordt over de balk gesmeten en gespendeerd aan onder andere studiereizen van hoger personeel naar Cuba en Australië. De nieuwe rector van de middelbare scholengemeenschap Maasoorden, Henri Koudijs, bepleit in een toespraak het nieuwe leren en instrueert zijn docenten:

‘Het personeel moest begrijpen dat de vooruitgang en verbetering van het onderwijs op Maasoorden afhing van de bereidwilligheid van elk personeelslid om de oude deskundigheid, te weten gedegen vakkennis, los te laten. De nieuwe deskundigheid van een docent was om alleen nog vanaf de zijlijn toe te zien hoe zijn leerlingen zelfstandig onderzochten wat de moderne wereld te bieden had…’ (p. 34)

Docenten werden voortaan coach genoemd en moesten, soms met behulp van een onderwijsassistent, in de onderbouw in het Open Leer Centrum 120 leerlingen begeleiden bij hun zelfontdekkingstocht. Onderwijskundige Sjors is lyrisch over de Einstein-generatie en legt zijn collega’s uit dat ‘de kennis van vandaag in de vuilnisbak van morgen ligt en dat de kennis van gisteren nu al in de prullenbak kan’. Zijn visie vat hij samen in zijn onderwijslijfspreuk ‘Van aap naar app’.

Een van de duidelijkste voorbeelden van indirect engagement legt Van der Wulp de auctoriale verteller in de mond als die het heeft over een vluchtelinge van Iraanse afkomst die op de administratie werkt:

‘Eenmaal wettelijk toegelaten, had ze al zoveel Nederlands opgepikt, dat menig volgeling van Geert Wilders zijn taalniveau aan dat van haar had kunnen optrekken. Of anders minimaal iets op had kunnen steken van haar zuiverheid van denken.’ (p. 250)

En natuurlijk is er zoals in veel onderwijsromans ook een overspelig directielid. De zelfingenomen bestuurder Egbert Litjes is alleen in het weekend bij zijn vrouw in Vlissingen. Die geeft hem dan alle gelegenheid om uit te rusten van zijn doordeweekse liefdesavonturen met collega’s. Zijn voornaamste geliefde is Madelief en als reserve heeft hij de veel minder eisende Marieke achter de hand. Hoewel Madelief ‘dik tevreden was met de rol van veel bereden bijwagen’, dringt zij er steeds vaker bij Egbert op aan om hun verbintenis te bezegelen met nageslacht. Om de aandacht daarvan af te leiden, trakteert Egbert haar op verre reizen. Uiteraard op kosten van de school.

Uit alles wordt duidelijk dat Van der Wulp het onderwijs van zeer nabij kent. Zijn beschrijving van bijvoorbeeld de sectie Nederlands, het nakijken van examens en de gebruiksaanwijzing van deuren van bepaalde lokalen verraadt dat we hier te maken hebben met een ervaringsdeskundige. Als men vervolgens bedenkt dat Lein van der Wulp al bijna veertig jaar lesgeeft op een havo/vwo-school, komt ook het fenomeen sleutelroman om de hoek kijken. Van der Wulp zwijgt hierover in alle talen, maar misschien dat zijn (ex-)collega’s hier uitsluitsel over kunnen geven.

Maarten Asscher citeerde in zijn lezing voor de vierde en hoogste vorm van engagement Frans Kellendonk: ‘voor iedere roman moet het Nederlands opnieuw worden uitgevonden’. Taal en onderwerp bevruchten elkaar en versmelten tot een klassieker die bepalend is voor de cultuur van een volk. Die spaarzame combinatie is, voor wat de onderwijsliteratuur betreft, in onze letteren voorbehouden aan Bint van Bordewijk.

15 reacties op Hoe een excellente school ten onder ging

  1. Een goedgeschreven boek dat mij deed beseffen dat het middelbaar onderwijs in mijn tijd (zeg zo’n 25 jaar geleden) gelukkig nog wel van gedegen kwaliteit was.
    Drang naar steeds maar weer vernieuwen leidt niet altijd tot verbetering; dit boek toont dat maar weer eens op een hilarische en ironische manier aan. En marktwerking in het onderwijs: misschien een goed idee op papier, maar wij blijven mensen en de graaiers en machtswellustelingen onder ons komen altijd bovendrijven.
    Laten we weer teruggaan naar het stampen en opdreunen. Misschien vervelend, maar zeer effectief!

    Het boek van Lein van der Wulp leest vlot weg en bijna elke zin is knap geconstrueerd zodat je als lezer na de laatste bladzijde versuft achterblijft met de gedachte “hoe heeft het zover kunnen komen”?
    Niet Adriaan van Dis met weer een boek over zijn verleden, had de Libris Literatuurprijs moeten winnen, maar Lein van der Wulp met zijn roman over het verontrustende heden in het onderwijs. Zijn boek is namelijk minstens net zo goed, misschien zelfs beter, en verdient het om gelezen te worden.
    Vakwerk Lein!

  2. K.E. van der Laan // 30 mei 2015 om 22:04 // Beantwoorden

    Fantastisch boek. Moet u lezen.

  3. Bastings had nog toe moeten voegen: Een boek dat krachtig genoeg is om de verdwazing in het onderwijs een halt toe te roepen. Een boek ook, waar je vreselijk om moet lachen,al is het allemaal om te huilen.

  4. Guido Schuring // 1 juni 2015 om 08:46 // Beantwoorden

    Ik kon me helemaal inleven in de hoofdpersoon, omdat mijn ervaringen tijdens 40 jaar voortgezet onderwijs grotendeels overeenkomen met die van Stijn Valk en omdat mijn school grote gelijkenis vertoonde met de CSG Maasoord. Helaas herinner ik me mijn ervaringen met iets minder ironie. Verplichte literatuur voor onderwijsgevenden!

  5. Hilde van Dijk // 1 juni 2015 om 22:20 // Beantwoorden

    Het is een onthullend boek, goed geschreven, bij tijd en wijle hilarisch, maar schrijnend als je bedenkt dat dit soort dingen echt gebeuren. Managers die blind hun verkeerde koers blijven volgen. Het gaat ten koste van het onderwijs aan jonge mensen, ten koste van docenten met het hart op de juiste plaats. Ik hoop dat zo veel mogelijk mensen die in die sector werkzaam zijn het lezen!

  6. Tineke Bekkering // 2 juni 2015 om 09:18 // Beantwoorden

    Prachtig, geestig en , helaas , voor velen in het onderwijs zeer herkenbaar boek. Niet alleen fijn voor leraren om te lezen, maar ook voor ouders en leerlingen. Voor iedere manager zou dit boek verplicht moeten zijn!

  7. Plaats Mannen van Maasoord van Lein van der Wulp bovenaan uw boekenverlanglijst voor in de vakantie. Wedden dat uw strijdlust in september weer helemaal terug is.

  8. w. de haan van gellecum // 9 juni 2015 om 16:20 // Beantwoorden

    Fascinerend boek. Een kwart eeuw materiaal verzameld, de Mannen van Maasoord is een prachtige pleister op de wonden van de schrijver.

  9. Paula Camijn // 10 juni 2015 om 20:57 // Beantwoorden

    Het onderwijs in Nederland is kreupel. Al jaren stijgt de werkdruk,zijn er miscommunicaties tussen directie en werkvloer en moet er elke 4 jaar een vernieuwing doorheen.

    Gelukkig staat er een nieuwe generatie leerkrachten op. Die samen een ander onderwijssysteem willen en neerzetten. Juist zij zouden dit boek moeten lezen. Mannen van Maasoord is uit het leven gegrepen. Geschreven door een docent met 40 dienstjaren op zak.
    Het is een intiem en tragisch inkijkje wat er gebeurd is met ons onderwijs. Wat er gebeurt wanneer de leiding geen gehoor geeft aan de werkvloer. Wanneer het middenkader klem zit en het ook niet weet. En niet geleerd heeft er daar mee om te gaan.

    Hoop, wanhoop, administratie en automatenkoffie. De geur van de docentenkamer. Alles komt voorbij.

    Kruip in de huid van Stijn Valk en dompel je onder in het echte onderwijs in Nederland.

  10. Daan van der Haar // 22 juni 2015 om 22:36 // Beantwoorden

    “Mannen van Maasoord”is een vlot geschreven roman, vol humor. Ik heb het in één adem uitgelezen. Heel veel van wat er beschreven wordt, zoals de invoering van een hiërarchisch bestuurssysteem en een snelle opstapeling van z.g. “onderwijsvernieuwingen”, herken ik uit mijn eigen onderwijspraktijk.
    Dit verhaal is exemplarisch voor de onderwijsontwikkeling in Nederland rond 2000. Docenten – die niets meer in te brengen hadden – waanden zich in een surrealistisch onderwijslandschap. Overleven is dan alleen mogelijk met een flinke dosis humor.

  11. Paul van der Laan // 19 juli 2015 om 22:51 // Beantwoorden

    Wie Mannen van Maasoord leest, ontkomt er niet aan, te constateren , dat de geschiedenis van rector Henri Koudijs en zijn paladijnen om te lachen is als die niet zo triest zou zijn. En toch valt er in dit boek veel te lachen! Horatius zei al, dat er geen enkel bezwaar tegen is om lachende de waarheid te zeggen: ridentem dicere verum. En de waarheid is in deze tragikomische roman nooit ver weg, ook al meldt de auteur – niet zonder ironie, zou ik denken – dat ‘Elke overeenkomst met gebeurtenissen uit het verleden of met bestaande personen berust op zuiver toeval’. Lein van der Wulp slaagt er met meesterlijke ironie in, de o zo bekende strijd tussen de theoretische strevingen van de moderne onderwijsmanager voor wie alles anders moet, en de op de praktijk gestoelde inzichten van de onderwijsgevenden gestalte te geven: onderwijskundige luchtfietserij, zogeheten plannen van aanpak, gedoemd tot mislukking, versus de nuchtere ervaringen van de mannen en de vrouwen die er echt verstand van hebben, maar die ondertussen wel tegen elkaar worden uitgespeeld. Het begint er al mee, dat na een fusie het knusse Maasoord tot een veelkoppige moloch Maasoorden verwordt, met de uitstraling van een meubelboulevard. Komisch is de beschrijving van de machtswellustige haantjes die aan het hoofd van de verschillende units en teams gesteld zijn – de zogenaamde moothoofden – machtswellustig op één na, die niet in de sporen van Koudijs wenst te treden en die tenslotte dan ook, ondanks zijn populariteit bij het voetvolk, het onderspit moet delven. Onder dat voetvolk bevindt zich een luis in de pels: Stijn Valk, docent Engels, die zich permanent en onverzettelijk middels treiterige e-mails magnifiek jegens zijn meerderen te weer stelt tegen elke nieuwe onzinnigheid die het management verzint – lijnstructuur, keuzewerktijd, Open Leer Centrum, en tegen wie Koudijs en de zijnen geen echt verweer hebben. Dit kan natuurlijk voor Maasoorden nooit goed aflopen!
    Magistraal is het einde van Henri Koudijs, die als farao letterlijk het toneel verlaat, zoals hij zich ook als manager in zijn functie had opgesteld – een farao aan het hoofd van een legertje unit-volgelingen. Populair was Koudijs al vanaf het eerste moment van aantreden niet: bij zijn eerste optreden wordt de man, voor wie alles opeens anders moet, een schoolleider die uitsluitend in hiërarchische, verticale structuren denkt, direct op subtiele wijze geschoffeerd door Mijnheer Verhulst, de conciërge, neergezet als het prototype van de eigenzinnige, maar uiterst sympathieke medewerker die de feitelijke spil is van het hele schoolgebeuren.
    Een briljant boek, waarin realisme en fictie niet van elkaar te onderscheiden zijn, aantrekkelijk qua stijl en verteltempo en bij vlagen van een hoogst hilarisch gehalte. De situaties zijn zeer herkenbaar, natuurlijk stellig voor onderwijsmensen, maar in algemene zin ook voor eenieder die in een organisatie werkt waarin mensen met elkaar tot een resultaat moeten komen, maar waarin de bevlogen onbezonnenheid van leidinggevenden voor de nobele aspiraties van de uitvoerenden een ernstige barrière vormt.
    Ik schroom niet de woorden te herhalen die de H. Augustinus van Hippo lang geleden opving vanuit een raam dat hij passeerde: Tolle, lege! Pak op en lees!

  12. Hoe een school ten onder kan gaan aan haar managers. Een heerlijk, humoristisch boek, in alle treurigheid die plaatsvindt. Mooi voor iedereen die te maken heeft met managers die meer praten dan luisteren!

  13. Heb het boek in ‘één’ ademtocht uitgelezen. Eenmaal begonnen moést en zoú ik weten hoe het verder ging en af zou lopen. Dit kwam in niet geringe mate door de bekendheid met het thema, de door Lein beschreven problematiek van wat zich afspeelde op de school, omdat ik veel daarvan van dichtbij had meegemaakt en al is mij, naar Leins zeggen, het nodige leed bespaard gebleven, ik heb er toch het nodige van meegekregen. Het lezen was daarom voor mij een vorm van een literaire legpuzzel: bij elk volgend hoofdstuk vielen er steeds meer stukjes op hun plaats en werd het verhaal herkenbaarder, al heb ik de bizarre afloop door mijn met pensioen gaan, gelukkig net gemist. Het is echter toch vooral de bijzonder aangename, soepele, zeer talige, vlotte, met veel humor doorspekte schrijfstijl van Lein die zijn boek het lezen waard maakt. Een echte aanrader dus!

  14. Een aanrader voor iedereen met het hart op de goede plaats voor goed onderwijs. Mannen van Maasoord is een perfecte handleiding voor hoe het niet moet. Zeer leesbaar en vlot geschreven. Ironisch en weloverwogen taalgebruik. Indringende problematiek. Hoe een uitstekend functionerende school door machtsmisbruik en het negeren van de werkvloer naar de afgrond gedreven werd.

  15. Leo Rademakers // 16 maart 2016 om 15:46 // Beantwoorden

    Mag ik na en naast al deze lovende woorden – volkomen terecht, want het is inderdaad een heerlijk herkenbaar boek voor leraren die al enige tijd in het vak zitten – als docent Nederlands toch één kritische opmerking plaatsen? Het boek zou nog enorm aan kracht gewonnen hebben als Van der Wulp een goede redacteur gehad had, die hem had behoed voor alle stijl- en taalfouten. Naast het feest der herkenning was het boek voor mij toch ook een bron van ergernis daardoor…

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd.


*