Waarom competenties boven basiskennis in het hbo?

door Gerard Verhoef

De Nederlandse versie van Wikipedia meldt over het begrip Bildung onder andere:

Bildung is een begrip dat wordt toegeschreven aan de Duitse geleerde en diplomaat Wilhelm von Humboldt (1767-1835). Voor het woord bestaat geen goede Nederlandse vertaling en het wordt daarom vaak onvertaald gelaten in de literatuur. Bildung zou eventueel vrij vertaald kunnen worden met ‘zelfontplooiing’. Ook algemene vorming (Bildung) versus beroepsvorming (Ausbildung) geeft goed weer wat er wordt bedoeld, namelijk: algemene vorming is voor de elite en beroepsvorming voor het gepeupel. In het standenonderwijs van de negentiende eeuw betekende dit dat het gymnasium bedoeld was voor de elite, de hbs voor de middenstand en ambachtsschool voor de werkende klasse.

NHL-Hogeschool te LeeuwardenDe meest opmerkelijke passage hier is wat mij betreft de tegenstelling tussen beroepsonderwijs en algemene vorming. Bildung hoort duidelijk niet thuis in het beroepsonderwijs. In de lijst van competenties van een willekeurige hbo-opleiding (onderzoeken, ondernemen, ontwerpen, communiceren en professioneel handelen) vinden we Bildung dan ook niet terug. Wellicht zijn deelaspecten ervan te vangen onder de kopjes die te maken hebben met ‘ethisch juridisch en maatschappelijk verantwoord handelen’ binnen de competentie ‘professioneel handelen’, maar het is marginaal. Het hbo levert beroepsbeoefenaars op die de beroepsvaardigheden beheersen, die goed kunnen samenwerken, dynamisch en ondernemend zijn. Dat is tenminste de bedoeling.

Het beroepsonderwijs dient goed aan te sluiten bij de beroepspraktijk, en die beroepspraktijk, zo wordt vaak gezegd, verandert snel. Laten we er gemakshalve van uitgaan dat dit juist is, dat de beroepen waarvoor we in het hbo opleiden inderdaad snel veranderen. Dan is de vraag hoe je daar als hbo-opleiding mee om moet gaan. Het lijkt aannemelijk dat de opleiding daar dan ook snel op moet aansluiten, maar hoe voor de hand liggend wellicht ook, het is een onmogelijk en onwenselijk uitgangspunt. Onwenselijk omdat studenten nooit allemaal in exact dezelfde beroepspraktijk terecht komen. Sommige bedrijven lopen voorop in de veranderingen, er zijn bedrijven die kiezen voor een ander tempo of voor
een andere strategie. De met de modernste middelen opgeleide student komt wellicht helemaal niet terecht in de meest moderne bedrijfssituatie.

Ook is de koppeling tussen opleiding en starterswerkplek niet een op een. Veel studenten komen op een plaats terecht die niet geheel aansluit bij de gekozen studie, misschien wordt een leraar Nederlands wel journalist en raakt een beoogd journalist verzeild bij een webwinkel voor boeken. Maar vanuit de opleiding is het natuurlijk ook volkomen onmogelijk om dat brede scala aan snelle vernieuwingen telkens in het curriculum in te passen. Er ontstaan, meer dan nu al het geval is, opleidingen met een ernstige variant van ADHD.

Op een directe manier aansluiten bij het beroepenveld is onmogelijk.

Het is duidelijk: op een directe manier aansluiten bij het beroepenveld is onmogelijk. Iedere afgestudeerde moet, bij zijn of haar eerste baan, door het bedrijf moeten worden ingewerkt in de methoden en technieken die gangbaar zijn. De vraag is wat je als hbo dan wél moet aanleren? Ik pleit voor een fikse dosis aan het beroep verwante basiskennis, liefst gebaseerd op een diepgaande theoretische grondslag. Die theorie verandert namelijk niet zo snel en nieuwe methodes en technieken kun je beter leren vanuit een grondige theoretische kennis. Daarnaast zal de nieuwe werknemer later in situaties terechtkomen waarbij hij zijn eigen normen en waarden moet kunnen spiegelen aan wat er van hem als beroepsbeoefenaar wordt verwacht. Om daarop goed voorbereid te zijn, is het van belang de cultuur en geschiedenis van onze maatschappij goed te kennen. Het gaat dan niet alleen over de beroepscultuur en -geschiedenis, maar vooral ook om meer algemene cultuur en geschiedenis: de veronderstelling is dat de beroepen zo snel veranderen dat alleen een goed gewortelde boom kan meebewegen en beschutting bieden tegen gebakken lucht.

Of je een dergelijke inbreng in het hbo-curriculum nu per se Bildung moet noemen, weet ik niet. Voor je het weet, gaat het met het woord ‘Bildung’ dezelfde kant op als met dat vermaledijde ‘excellent’. Het lijkt me buitengewoon zinvol als beroepsopleidingen niet te eng naar het beroep kijken, maar de studenten voorzien van kennis en kunde die duurzamer is en breder inzetbaar dan alleen bij de laatste ontwikkelingen en dan nog in een beperkt vakgebied. Dat levert stevigere en autonomere beroepsbeoefenaren op en een minder zenuwachtig en daardoor beter beroepsonderwijs. Tenslotte 
is dat ook allemaal in het
 belang van de afnemende bedrijven die als geen ander
 in staat zijn 
om de stevige beroepsbeoefenaar de laatste snufjes van hun organisatie bij te brengen. Gewoon in ‘just in time training on the job’. Dat is heel iets anders dan een opleiding.

Wat is de huidige praktijk van een bij uitstek snel veranderend beroepenveld, zoals een hbo-mediaopleiding? Daar wordt, vaak in de vorm van projecten en beroepsproducten, de nadruk gelegd op beargumenteren waarom een bepaald concept kansrijk is of niet. Trends worden gevolgd en doelgroepen worden onderzocht. Dat moet natuurlijk ook en het sluit ook aan bij de beroepspraktijk. Voorts wordt er veel meer dan in het relatief recente verleden aandacht besteed aan de taal, een juist gebruik van Nederlands (en Engels). Ook worden de ‘ins en outs’ van Twitter, Facebook en Instagram etc. vanuit bedrijfsperspectief bestudeerd en is er ruim aandacht voor buitenkant en binnenkant van online-media. Over de praktische inrichting van dat onderwijs kun je veel zeggen, maar het gaat mij om een meer fundamentele zaak.

In de opleiding zijn ‘media’ al te vaak losgezongen van de geschiedenis en de cultuur van de maatschappij. Als inhoud aan de orde is, dan zijn de voorbeelden bijna altijd recent: “Wat doet Apple met zijn nieuwste website?” en “Waar zijn jongeren tussen de 18 en 35 in geïnteresseerd?”. Het zou zo’n verrijking zijn als studenten zelf en natuurlijk ook de opleiding eens aandacht besteden aan de ontwikkeling van de Europese Unie, de jeugdopleiding van Ajax ten tijde van Sjaak Swart, de oorzaken en gevolgen van de internationalisering voor taal en cultuur en de relatie tussen Mozart en zijn vader en de tijgermoeders uit China.

Dat gebeurt te weinig en het is wel heel gemakkelijk om te concluderen dat de studenten te braaf zijn zoals Jet Bussemaker met haar wens tot competente rebellen lijkt te willen zeggen. Want Bussemakers competente rebellen zijn helemaal geen rebellen: zij rebelleren volgens van te voren vastgestelde lijnen die garanderen dat ze geen studievertraging oplopen en hun werkjes conform de vastgestelde afvinklijstjes inleveren. Bij de competenties staat dan ergens een vinkje bij rebellie.

Grahame Lock (†) heeft op een BON-symposium een zeer verontrustend verhaal gehouden. Zijn betoog was dat niemand belang heeft 
bij werkelijk goed opgeleide medewerkers 
en burgers: te goed opleiden is inefficiënt
 en daardoor te duur vanuit het heersende managementparadigma. Als ik zijn inzichten verdisconteer in dit betoog, wordt de vraag prangender: waarom heeft het hbo gekozen voor competenties en niet voor Bildung?

1 reactie op Waarom competenties boven basiskennis in het hbo?

  1. Seger Weehuizen // 11 december 2014 om 14:48 // Beantwoorden

    Naar aanleiding van dit stuk heb ik nog eens de lezing van Lock op het BON-symposium doorgelezen. Ik heb mij daarbij afgevraagd of ik het fout inzag toen ik dacht dat de onderwijsverloedering begonnen is toen de PvdA erkende dat niet alle arbeidersleerlingen geschikt waren voor het gymnasium en daarom maar alle gymnasiumleerlingen op het niveau van de arbeidersjeugd gebracht moesten worden. Dat was de tijd dat de PvdA mocht experimenteren met de middenscholen en haar zin kreeg toen de basisvorming werd ingevoerd. De tijd dat Bildung werd opgeofferd om ongelijkheid in aanleg te compenseren en de onderwijswereld werd erdoor verzwakt. In wat er later gebeurde en nog steeds gebeurt heeft hij zeker gelijk.

    Als de eisen in het onderwijs omlaag gegaan zijn en de gemiddelde intelligentie van de schoolgaande generaties niet lager is dan die van de voorafgaande generaties, volgen zeer veel leerlingen, vooral op het vwo, onderwijs dat beneden hun niveau ligt. Vaak zal dat niet opvallen omdat afvinken en het maken van scripties het zicht daarop verduistert. Ook wanneer proefwerken te gemakkelijk zijn valt dat niet direct op, want veel leerlingen passen hun werklust aan. Maar er zouden veel leerlingen moeten zijn die in kortere tijd dan nu het geval is kunnen leren wat van hen verwacht wordt.

    De tijd die daardoor gewonnen kan worden zou op basis van vrijwilligheid voor door de ouders zelf betaalde algemene ontwikkeling gebruikt kunnen worden met onderwijs in het schoolgebouw waarin ook de normale lessen gevolgd worden. Dat ‘zelf betalen’ zal wel noodzakelijk zijn omdat het voorgeschreven onderwijs dan efficiënter gegeven zou moeten worden, dus door goede leraren in plaats van goedkope coaches. Die goede leraren worden betaalbaar omdat de leerlingen voor het voorgeschreven programma minder uren op school doorbrengen.

    Jammer natuurlijk voor kinderen met ouders die arm zijn of geen geld over hebben voor verrijkende lessen, maar bij een reddingsoperatie op zee laat men ook niet alle drenkelingen verdrinken omdat ze niet allemaal gered kunnen worden. Zou BON zich niet voor zo’n onvolkomen reddingsactie kunnen inzetten?

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd.


*