oud-Grieks nieuw leren

Als ik privaatles geef in een exact vak vallen mij soms een aantal vragen in waardoor de onderwezen persoon plotseling zelf iets ontdekt. Dat geeft bij haar vreugde en het ontdekte wordt niet gauw vergeten. Helemaal onzin is dus het nieuwe leren niet. Tot mijn schrik las ik in het periodiek Pro Parentibus van April 2007 dat zelfs het Gemeentelijk Gymnasium Leiden met iets HNL-achtig bezig is. Leerlingen van de tweede klasse krijgen daarbij oorspronkelijke teksten uit de Griekse literatuur en gewapend met met een grammatika en een woordenboek moeten zij de betekenis van zo’n tekst achterhalen. Uitgangspunt is dat dat de leerlingen door onderdompeling meer worden uitgedaagd en beter leren nadenken over het waarom van het leren van grammatika en woorden. Omdat de teksten van hoog niveau zijn (normaal worden dit soort teksten in de vijfde klasse bestudeerd)ligt er automatisch veel nadruk op het ontwikkelen van eigen strategieen. Leerlingen mogen bij het onrafelen samenwerken. Het zou m.i. een onmogelijke opgave zijn als zij niet al een jaar lang de grammatika van het zeer verwante Latijn geleerd zouden hebben. Bij de tweede module zouden (m.i) de leerlingen zich moeten voelen als Champolion die het hierogliphenschrift en het demotisch ontcijferde aan de hand van de Rosetta stone. Het vertalen van het nieuwe testament (over het leven, de werken en de woorden van Jezus de Nazareer) valt daarmee te vergelijken omdat de vertaling in een bekende taal (de Statenvertaling in het Nederlands) bekend is. Vertalen wordt een stuk gemakkelijker als je al weet waar het over gaat. Bij de eerste module moest de betekenis van inscripties ontcijfert worden.
De leerlingen moeten uiteindelijk natuurlijk hetzelfde niveau bereiken als leerlingen die deze taal op traditionele wijze leren. Om de efficiency te vergroten zouden er eigelijk hulpleraren in de klas aanwezig moeten zijn. Op een Gymnasium kun je daarvoor hogere-klassers nemen.
Het experiment is om een aantal redenen belangwekkend. Er is vaak gesteld dat intelligente gemotiveerde leerlingen het meeste baat hebben bij het nieuwe leren. Duidelijk is nu al dat een gunstiger ratio begeleider-leerling wenslelijk is dan de verhouding leraar-leerling bij klassikaal “ouderwets” onderwijs. De experimentatoren hebben een grote verantwoordlijkheid omdat mensen die Grieks in hun eindexamenpakket kiezen niet gedupeerd mogen worden. De bevindingen van leerlingen worden dan ook netjes geordend tot een basisgrammatika en er moeten toch nog veel woordjes geleerd worden. Van verandering invoeren en geen verantwoordelijkheid nemen zoals de overheid dat gewoon is is hier geen sprake. De betreffende docenten zijn nog vol vertrouwen.

19 Reacties

  1. Seger,
    Verwar je ‘zelf studeren’ niet een beetje met het ‘Nieuwe Leren’?
    Dat zijn wel héél verschillende zaken.

    • containerbegrip
      Het “nieuwe leren” is een containerbegrip. Misschien verwar ik hier “zelf opzoeken” met zelf ontdekken. Maar het gaat hier niet zozeer om zelf studeren als wel ontdekkend leren. Dat is volgens mij ook een begrip uit het Nieuwe Leren. Een paar maande geleden werd er hier op de site nog op gewezen hoe absurd het bij voorbeeld is om te verwachten dat alle leerlingen alle natuurkunde zelf kunnen ontdekken, als vele grote geesten daar millenia voor nodig gehad hebben. Sturing is dus nodig en die zit hier in de kennis van de Latijnse Grammatika. Ik kan me voorstellen dat ik het als leerling als uitdaging gevoeld zou hebben. Maar het gaat hier om een speciaal geval voor speciale (intelligente) leerlingen.
      In ontdekkend leren bij alle vakken geloof ik niet. Maar iemand door (gespreks)sturing zelf iets laten ontdekken is een beproefde Sokratische methode

      • Onderdompeling
        Dit idee van onderdompeling is nu juist de kern van het probleem in het huidige talenonderwijs op de middelbare scholen. Ook bij de moderne talen wordt deze didactische aanpak gehuldigd. Leerlingen krijgen niet een regel, maar moeten die zelf afleiden uit allerlei zinnen. Voor de meeste leerlingen – of het nu om gymnasiumleerlingen of andere leeringen gaat – is dat de minst effciënte manier om een taal te leren. De meest efficiënte manier is nu eenmaal om eerst een kapstok neer te zetten, waar je vervolgens de voorkomende gevallen aan ophangt, zodat je kennis een plek kunt geven, makkelijker aan elkaar kunt verbinden en ook weer oproepen.
        Eigenlijk worden deze kinderen geblinddoekt op reis gestuurd. De docenten die dit doen hebben zelf hun niveau bereikt door veel automatiseerwerk. De slechte examenresultaten in de talen liegen er niet om. Ook het niveau van de klassieke talen is gedaald. Sommige scholen zijn er toe overgegaan om pas in de derde klas met Grieks te beginnen. Hoogleraar Jolles over feitenkennis in Didaktief (nr. 10, dec. 2006: “‘Waarom heb je jaartallen en een canon nodig? Simpel, omdat je ankerpunten nodig hebt. Ordenen en schatten zijn de hersenfuncties die daarbij horen. Je creëert een net waarin kennis blijft hangen. In het onderwijs moet je van globaal naar verfijnd gaan. Grote dingen zoals jaartallen of letters moet je automatiseren, vastleggen in je brein; de verfijningen vallen daar dan vanzelf in.’ Voor grammatica geldt hetzelfde: het creëert de ankerpunten.

        • HNL en Talen
          Ik sluit me aan bij Fritzi. Enige jaren geleden is in Europees verband het Raamwerk Moderne Talen ontwikkeld. Hierin worden de niveaus verdeeld in 6 groepen (A1, A2 etc. t/m C2. Bij elke groep is exact vermeld wat men moet kennen. Een buitengewoon nuttig instrument. De MBO raad vond het nodig een hieraan gekoppeld portfolio te laten ontwikkelen, waarbij men met taaltaken werkt, alles op de beroepspraktijk moet zijn gericht, en de leerling alles zelf ontdekt. Wij zijn hiermee gestopt, omdat de leerlingen zelf merkten, dat ze de grammatica misten. We gebruiken nu nog wel het raamwerk en geven weer gewoon gestructureerd les. Overigens ook weer met een boek, wat niet de bedoeling was van het portfolio. Iedereen blij.

        • vreemde talen | onderdompelen
          ik kan me voorstellen dat het ‘onderdompelen’ het kern^probleem is bij talen in de middelbare scholen ; ‘eerst de kapstok en dan de praktijjk, is een andere manier om hetzelfde probleem te verwoorden ;
          de keuze is dan : kapstok of onderdompelen ;

          maar is daarmee de fundamentele aard van het probleem bloot gelegd ? ik dacht van niet ;
          een korte argumentatie hieronder ;

          hoewel omstreden, is het buiten kijf dat kinderen in hun groei van kleuter tot adolescent door perioden van meer en mindere gevoeligheid heen gaan, en dat dgl. gevoeligheden van invloed zijn op hun ‘uptake’ van buiten hen staande verschijnselen, zowel wezenlijk materialistische (de ‘natuurkunde’ van de omgevingswereld) als sociale (‘omgang’ tussen mensen, daarin begrepen taal) ;

          —> de argumentatie past niet binnen de ruimte voor commentaar ;
          zie daarvoor blog sassoc 09.04.2007 | 14:40 | > vreemde talen | vroeg beginnen ;

          ergo :
          [1]
          het (beginnend) aanleren van een vreemde taal gaat op jonge leeftijd gemakkelijker dan op middelbare school^leeftijd ; veel gemakkelijker ;
          voorbeelden : engels, televisie ; nederlandse kinderen op school, overzee ; twee-talige gezinnen ;

          [2]
          de kapstok/onderdompelen sequence is goed toepasbaar in het middelbaar onderwijs (waar het vermogen tot abstractie tot ontwikkeling komt), zeker voor kinderen met ‘exposure’ aan een vreemde taal ;

          [3]
          vroeg beginnen met een vreemde taal : al op zes jarige leeftijd, en spelenderwijs ; duidelijk afgegrensde context (spel-element) waarin die vreemde taal gedaan wordt ;
          op deze manier is er zelfs ook plaats voor een tweede vreemde taal in het basisonderwijs ;
          idioom en grammatica komen pas in het middelbaar onderwijs op hun plaats ;

          maarten sev

      • Seger,
        De oude gymnasia….en ik denk ook de huidige hadden resp. hebben een behoorlijke dosis ‘ontdekkend leren’ in hun programma.
        Of je zou me even moeten uitleggen wat het verschil is tussen studeren en ontdekkend leren.
        Het Nieuwe Leren heeft meer relatie met de vrije school of (in mindere mate ) met het Montessori-onderwijs.
        Vooral de vrije school heb ik altijd absurd gevonden, iets voor de geitenwollensokkengeneratie.
        Maar nu zal ik wel een lawine van protesten over me heen krijgen:)

        • de ‘oude’ gymnasia
          ik heb (jaren geleden) op zo’n ‘ouderwets’ gymnasium gezeten ; ontdekkend leren ? welnee, studerend leren, dat wel ;

          we leerden de vakken op de ‘ouderwetse’ (klassikale) manier, we deden niet aan ‘ontdekkend leren’ ; of het moest zijn dat we, na de grammatica’s, griekse en latijnse klassieken lazen en vertaalden in de klas (best heel moeizaam) ; net zo frans, duits, engels, nederlands, geschiedenis ; niks minimale boekenlijsten ; zelf schrijven, poezie incluis ;
          de bèta vakken idem ; de praktika natuurkunde, scheikunde, biologie ontwikkelden zich op dezelfde manier – parallel aan de theorie ; de lessen natuurkunde en biologie waren exemplarisch in didactisch opzicht, en altijd ondersteund door praktika, waarnemen, het vrije veld ; het ging met veel moeite, veel inspanning, veel theorie en praktijk ;

          het nieuwe leren, HNL, is het (nieuwe) gelegenheidskindje van de onderwijs^regelaars (‘hoe regel ik alles binnen het toegewezen budget, hoe regel ik iets extras’) ;

          HNL heeft afgekeken – wat ironie ! – bij het bijzonder onderwijs ; de nieuwe kleren van de keizer, zeg maar ;
          maar HNL heeft geen fundamentele band met het onderwijs van montessori of de vrije scholen ; de aan deze soorten onderwijs ten grondslag liggende ideeën hebben een aanzienlijk fundament in hun pedagogische en didactische principes ; de resultaten van deze onderwijs^soorten (bijvoorbeeld in de scores van oud-leerlingen in hun vervolgopleiding of in hun later leven) wijzen in die richting ;

          maarten sev

      • @ Seger. Ja maar Socrates stuurde zó..
        …door zijn vraagstelling, dat je je kan afvragen in hoeverre er nog sprake was van ‘zelf ontdekken’.
        Geef toe, hij deed het voorkomen alsof je het zelf ontdekte, maar dat was natuurlijk niet het geval.
        Valt nog wel iets te zeggen Seger, over je vergelijking met het NL.
        Om kort te gaan: vergelijk je geen appels met peren? Of liever: 14 k.goud met kermisgoud?

    • Zelf ontdekken
      Welke radioactieve stoffen zijn gevaarlijk? Welke chemische stoffen zijn giftig? Niemand mag dit doen zonder strikte randvoorwaarden.
      Welke grammaticale regels gelden in deze taal? Welke formules beschrijven deze beweging? En dat kan zonder randvoorwaarden wel?
      Zijn bedreigingen voor de gezondheid erger dan bedreigingen voor de gedachtenwereld?

      • Scherp
        Scherp Hendrikush, dat zijn nu de argumenten die door HNL vergeten worden. Ja krijg je dan hooguit, daar moet de leerling zelf om vragen.
        Volgens mij is hij/zij dan al dood of op een verkeerde manier bezig. En we weten allemaal verkeerd aangeleerd is moeilijker te veranderen dan iemand iets nieuw aanleren

  2. Grieks en HNL
    Seger, experimenten als deze gebeuren op meer gymnasia. Als toevoeging aan wat hieronder al aan commentaar is opgeschreven: ik heb een vermoeden dat e.e.a. niet alleen is gebaseerd op de wens om tot beter onderwijs te komen, maar dat e.e.a. ook voortkomt uit ordeproblemen in de betreffende jaarlagen (niet voor niets gaat het vaak om 2e en 3e klassen). En met hulptroepen uit de bovenbouw kan “ouderwets” onderwijs natuurlijk ook versterkt worden.

    Ik vermoed verder dat met de toenemende populariteit van de gymnasia, de klassieke talen het niet gemakkelijker zullen krijgen. Dat zijn immers vaak niet de vakken waar het bij de nieuwe aanwas het meest om te doen is. Het verbaast mij dus niets dat die vakken het eerst aan het experimenteren slaan. Als leerling zou ik het zelf afschuwelijk hebben gevonden, maar ja, dat is “n=1”. Ben benieuwd naar de uiteindelijke resultaten.

    • Ordeproblemen
      Nemen toe met het kwadraat van het aantal leerlingen in een klas: 2 keer zoveel leerlingen geeft (bijna) 4 keer zoveel mogelijke interacties tussen leerlingen en 4 keer zoveel mogelijkheden tot wanorde.
      De oplossing voor ordeproblemen is: het aantal leerlingen in een klas reduceren; en niet om je energie als docent te besteden aan ordehandhaving inplaats van aan kennis/vaardigheids overdracht.

    • Negatieve gevolgen communicatieve aanpak
      Een goed overzicht van de vooronderstellingen achter taalmethodes en hun falen, presenteert professor Wilfried Decoo (universiteit van Antwerpen/Brigham Young University, U.S.A.) in het artikel “Het bioritme van taalmethodes: een les in relativering.” Een enkel citaat: “Onderzoekers wijzen er in dat verband ook op dat een communicatieve aanpak, die onvoldoende plaats ruimt voor taalanalyse en zorgvuldigheid, ernstige negatieve gevolgen heeft op de voorbereiding op het hoger onderwijs – zoals b.v. Torunn Lehmann aantoont in haar doctoraat met de sprekende titel Literacy and the tertiary student: why has the communicative approach failed? (1999).” Het artikel uit Romaneske (2003) staat hier.

      • Decoo
        Een kanjer deze Belgische professor. Heeft destijds meegewerkt aan de methode Eventail; ongetwijfeld niet innovatief genoeg voor de Hollandse vernieuwers. Een man die de problemen van taalverwerving bij een moderne vreemde taal haarscherp doorziet. Mooie, o zo juiste woorden wanneer hij zegt:”Jarenlange praktijkervaring en een dosis gezond verstand kunnen in de meeste gevallen precies voorspellen wat wetenschappelijk onderzoek zal bevestigen. Maar nieuwe opdringerige methoden luisteren zelden eerst naar leraren”.

    • apologia sententiae meae
      ad Fritzi/Kafka: De leerlingen hebben al een jaar Latijn gehad; ze hebben besef van grammatikale structuren en ze weten dus dat ze naar grammatikale regels moeten zoeken. Zoals je in de wiskunde zelf een soortgelijk vraagstuk maakt. Ik acht het echter zeer goed mogelijk dat hier het rendement VOOR HET VAK ZELF te laag is.
      ad Hals: Zelf zou ik er niet op gekomen zijn omdat het vertalen van klassieke teksten met de kennis van de betreffende grammatika al erg moeilijk is en veel vindingrijkheid vraagt.
      ad Hendrikush: Ze leren pas een nieuw stukje grammatika nadat de ontdekkingen doorgesproken en zo nodig bijgesteld zijn. Welke bedreigingen voor de gedachtenwereld?
      ad EM70: Of het hier gaat om docenten met ordeproblemen weet ik niet. Ook ik wacht met spanning op de resultaten. Duidelijk is dat Gymnasia nu refugia zijn voor ouders die goed onderwijs zoeken en dat sommige ouders of kinderen de klassieke talen dan maar voor lief nemen.
      ad Fritzi-2: Ik geloof niet dat Champollionnetje spelen op zich een slechte voorbereiding voor de universiteit is. Ik denk dat er bij dit experiment wel degelijk veel taalanalyse zal plaats vinden. Maar er moet natuurlijk wel goede begeleiding zijn en alleen dat al maakt het uit kostenoverwegingen onmogelijk dat deze lesmethode universeel wordt. En nogmaals, ze leren hier geen Chinees of Japans maar een aan Latijn verwante taal met een aan Latijn verwante grammatika.

      • Over de verwantschap tussen
        beide grammatica’s laat ik het oordeel aan de klassici.

      • Bedreigingen
        van simplificaties en onjuiste methoden. Wantrouw opmerkingen tussen leerlingen zoals “dat doe je zó …” en “oh, nou snap ik het (wel) …”. Vooral bij mijn vakken zijn dat vaak trucjes die incidenteel werken maar die geen algemene geldigheid hebben.
        Ook vragen als “Waarom doe je dat zo?”; “Kan het ook anders/slimmer?”; “Wat heb je nu gesnapt?” moeten aan de orde komen.
        En daar is iemand voor nodig die verstand van het vak heeft,.

Reacties zijn gesloten.