Curriculum.nu: van voltooid verleden tijd naar toekomende tijd

Kasteel Almere is het Curriculum Nu (Onderwijs 2032) van Almere
"File:Kasteel Almere 2a.jpg" by own work by M.P. Tillema is licensed under CC BY 2.5.

Al jarenlang sleept het proces van de curriculumvernieuwing zich voort. In 2014, zes jaar na het vernietigende rapport van de commissie Dijsselbloem, presenteerde de commissie Schnabel Onderwijs 2032. Er moesten leergebieden komen, vakinhoudelijke kennis werd van ondergeschikt belang geacht en er moest aandacht besteed worden aan de 21st century skills. Een goede analyse van de onderliggende problematiek is er nooit gekomen, leraren werden genegeerd bij het opstellen van de plannen en vervolgens verdween Onderwijs 2032 tijdelijk van het toneel. In 2018 volgde de wederopstanding onder de naam Curriculum.nu en de procedure herhaalde zich. De leergebieden waren gebleven en de adviezen van de leraren werden opnieuw nauwelijks gehoord. In 2020 werd de Wetenschappelijke Curriculumcommissie ingesteld die de minister van adviezen ging voorzien. In het voorjaar van 2022 heeft de commissie geadviseerd om de 21st century skills achterwege te laten en dat advies heeft minister Wiersma in zijn nieuwe plannen overgenomen. Volgens minister Wiersma is Curriculum.nu voltooid verleden tijd.

 

Maar wat zijn de plannen voor de toekomende tijd? De minister noemt in zijn plannen drie onderdelen. Ten eerste wil hij toewerken naar periodiek curriculumonderhoud. De minister pleit voor klein en gericht onderhoud zonder daarbij het grotere geheel uit het oog te verliezen. De “onderhoudsmonteurs” zijn deskundigen uit de onderwijspraktijk die zelf voor de klas staan en uit de wetenschap.

Ten tweede moet het accent liggen op de basisvaardigheden taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. (Over de laatste twee onderdelen is inmiddels de nodige discussie ontstaan.) De minister benadrukt de noodzaak van effectieve lesmethoden en voldoende goed toegeruste leraren.

Als laatste kiest de minister voor een andere aanpak. De minister wil gebruik maken van het werk dat al verricht is maar hij kiest wel voor een kleinschaligere aanpak. Ook op dit punt is steun van deskundigen uit het veld onontbeerlijk: experts, vak- en beroepsverenigingen zullen goed betrokken worden bij de ontwikkeling van het nieuwe curriculum. Er worden geen bouwstenen ontwikkeld maar er wordt meteen gestart met het bijstellen van examenprogramma’s. Voor de urgente vakken Nederlands, moderne vreemde talen, wiskunde, bètavakken en maatschappijleer in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs is al een start gemaakt met de vakvernieuwingen.

 

In mei heeft minister Wiersma zijn Masterplan Basisvaardigheden gepresenteerd. Er moet extra tijd en ruimte voor kwalitatief goede leraren komen, zij moeten zelf kunnen kiezen voor effectieve leer- en ontwikkelmiddelen, er moet een goede aansluiting zijn tussen scholen en partners in de omgeving (zoals bibliotheken en culturele instellingen), er moet goed toezicht gehouden worden op de aanpak van de verbetering van de basisvaardigheden en de opdracht aan de scholen over het curriculum moet duidelijk omschreven zijn. De 21st century skills zijn verdwenen en voltooid verleden tijd geworden.

In de uitwerking over de aanpak schrijft de minister dat er basisteams komen die de scholen gaan ondersteunen met kennis, extra handen en hulp op school. De reacties op de komst van de basisteams zijn verdeeld. Het is nog onduidelijk welke praktische oplossingen de basisteams gaan bieden. Scholen zijn meer gebaat bij goed opgeleide leraren die voldoende tijd hebben voor hun werkzaamheden.

Tot slot: in augustus heeft de minister de Menukaart verbetering basisvaardigheden gepubliceerd. Scholen kunnen subsidie krijgen om het onderwijs in de basisvaardigheden te verbeteren. Zij moeten dan een keuze maken uit de mogelijkheden die vermeld staan op de Menukaart. Oude bekende SLO blijkt opnieuw de hofleverancier te zijn van de methodes op de menukaart. (Aanvankelijk verscheen er een versie met vele verwijzingen naar publicaties van SLO maar enkele uren later al was er een aangepaste versie zonder alle verwijzingen naar SLO.)

Het lerarentekort vormt een groot probleem bij de uitvoering. Het is mooi dat de minister pleit voor een goede facilitering van de leraren. Dat betekent dat leraren minder lessen aan kleinere klassen gaan geven en dat de leraren meer tijd hebben om de leerlingen beter te begeleiden.. Daar is echter niets van te zien in de laatste CAO’s. Het aantal lessen per week wordt niet verlaagd en de maximale grootte van een klas is ook niet vastgelegd. In de nieuwe CAO voor het vo is de mogelijkheid om uren op te sparen en in te zetten als verlofdagen zelfs verdwenen. Deze keuzemogelijkheid was voor de leraren juist een goede gelegenheid om op piekmomenten de werkdruk beheersbaar te houden.

De voortvarendheid van minister Wiersma verdient waardering: na jaren sukkelen met Onderwijs 2032 en Curriculum.nu wordt er nu voor een praktische aanpak gekozen. Laten we hopen dat de facilitering van de leraren ook zo voortvarend aangepakt wordt.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter