BON over de onderwijsafspraken van het coalitieakkoord

"File:Besprekingen Centraal Akkoord in SER gebouw in Den Haa vlnr Perquin (middens, Bestanddeelnr 927-6254.jpg" door Bert Verhoeff / Anefo wordt gelicentieerd onder CC0 1.0

BON ziet een aantal goede bedoelingen en wenselijke doelstellingen in de onderwijsparagraaf van de coalitieafspraken. Wie kan er nu tegen zijn dat de onderwijskwaliteit omhoog moet en de basisvaardigheden in het bijzonder? Ook de versterking van de kwaliteit van de lerarenopleidingen met aandacht voor effectieve vakdidactiek en de specialisatie jonge kind of oudere kind is een goede, zelfs noodzakelijke doelstelling. Te lang is dit onvoldoende serieus genomen, zelfs ontkend. Ook andere genoemde punten als de rol van het praktijkonderwijs, het borgen van de academische vrijheid, het aanpassen van het BSA, het stoppen met het ‘studievoorschot’ en de herinvoering van de basisbeurs, en het belang dat investeringen zoveel mogelijk direct naar de klas gaan en niet verdwijnen in een lumpsum zijn mooie doelen.

Andere afspraken hebben een meer maatschappelijk karakter. Zo hebben de Voor- en Vroegschoolse Educatie en de rijke school veel maatschappelijke consequenties. Wat is het effect op de bestaande verenigingen, voor welke kinderen is dit een uitkomst, hoe verhoudt dit zich tot een evenwichtig onderscheid tussen opvoeding en scholing? Allemaal vragen die relevant zijn, maar wat verder af liggen van onze primaire doelen.

We missen een visie op het lerarentekort en de rol van de leraren. Fijn dat de lonen voor het primair onderwijs verhoogd zijn, maar in het voortgezet onderwijs is er een langdurige trend, begonnen bij de HOS nota, van steeds minder academici en eerstegraads leraren in een wereld waar er steeds meer academici van de universiteiten afkomen. Daar lijkt geen aandacht voor te zijn.

Het is een document vol mooie vergezichten, maar het ontbreekt aan een analyse van de huidige situatie. Hoe is het gekomen dat ons onderwijs zo sterk achteruit gegaan is, dat er nu al heel lang een kwalitatief en kwantitatief lerarentekort is, dat de overheid kennelijk onvoldoende in staat is om tijdig bij te sturen? Zolang deze vragen niet beantwoord worden is steeds opnieuw extra middelen ter beschikking stellen zinloos, en werkt het wellicht zelfs averechts. Wat in decennia is afgebroken kan niet in één regeringsperiode worden opgebouwd. BON pleit daarom voor het aanpakken van het meest noodzakelijke: het op orde krijgen van de onderwijskwaliteit in basisvaardigheden. De kennis daarvoor is aanwezig.

 

 

 

 

 

 

 

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter