Roept u maar!

We zitten hier op school

om lekker veel te leren

en in 2032

kan iedereen programmeren

Ik moest denken aan de befaamde sneldichter Willy Alfredo die bij zijn optreden met ‘roept u maar’ mensen uitnodigde om een woord te roepen waarop hij dan ter plekke en direct een rijmpje fabriceerde, toen ik het antwoord las van Sander Dekker op kamervragen van Tanja Jadnanansing (PvdA).

Jadnanansing had gevraagd of het juist was dat op het vmbo 14% van de leerlingen functioneel analfabeet is en wat de staatssecretaris daaraan ging doen. Uit het antwoord van de staatssecretaris blijkt niet dat hij hier een gevoel van sterke urgentie mee heeft. Ja er gebeurde al een en ander, maar het was niet voor niets dat de commissie #onderwijs2032 ook vond dat Nederlands een belangrijke plaats in het basisonderwijs blijft innemen, ook in 2032.

Het “roept u maar” van de staatssecretaris heeft inderdaad een visiedocument opgeleverd. en ja, daarin staat ook dat taal belangrijk is, maar het is bovenal vaardig, aardig en waardig met voldoende ondernemersvaardigheden en programmeren om om een quasi moderne vlag te kunnen hijsen op een basisonderwijs dat bezwijkt onder maatschappelijke taken, tegengaan van obesitas en extremisme, tot mooie ideaalbeelden van passend onderwijs en leerlingen die mediawijs moeten worden. Een basisonderwijs dat niet meer in staat is om kinderen fatsoenlijk te leren lezen, schrijven en ook rekenen.

Beste staatssecretaris: we kunnen niet wachten met het oplossen van dit probleem tot 2032. Het is ook niet zo dat dit pas vorige week bekend werd; het speelt al tientallen jaren en niet alleen in het vmbo. Ook op universiteiten en hogescholen wordt taalonderwijs gegeven dat deels thuishoort op de basisschool. Het is tijd om de urgentie van de problemen in te zien. En dat zijn geen problemen over onvoldoende programmeerkennis van onze kindertjes.

Maar ja, vaardig, aardig en waardig klinkt zoveel leuker dan één op de zes kinderen analfabeet.

Dus …

We zitten hier gezellig en we zitten hier oké