Wie bepaalt het onderwijs?

download.jpg

Scienceguide schrijft in "Onderwijsindustrie in dialoog" dat de zich ontwikkelende internationale onderwijsindustrie in "dialoog" gaat met OECD en de Europese Commissie: "Terwijl onderwijs nog altijd als een publiek goed wordt gezien, ontwikkelt zich wereldwijd een grote onderwijsindustrie met producten en diensten voor scholen. De OECD acht de tijd rijp om die twee werelden met elkaar in gesprek te laten gaan.

Finland, de Europese Commissie en de OECD hebben de handen ineengeslagen om deze dialoog te starten. Op 19 en 20 oktober gaan in Helsinki de kopstukken uit beide werelden met elkaar in gesprek. Onder meer Eurocommissaris Tibor Navracsics zal daar aanwezig zijn om het gesprek aan te gaan over het belang van 21st century skills en pedagogiek voor de toekomst van het onderwijs."

Dit bericht bevestigt ons vermoeden dat die hele 21st century skills nooit ontstaan zijn uit de behoefte om een onderwijsprobleem op te lossen. De 21st century skills zijn een verdienmodel voor de onderwijsindustrie. Dat de EU bureaucraten zich vanuit de OECD hier nu ook mee bemoeien maakt dat van een "level playing field" tussen mensen en groeperingen die het onderwijs een goed hart toedragen en het grootkapitaal geen sprake meer is. Alle mooie woorden dat docenten belangrijk zijn, zijn niet meer dan dat: mooie woorden. Het is vernieuwen om te verdienen. De revenuen komen bij de Apples en Googles van deze wereld, de tol wordt betaald door onze kinderen, docenten en de maatschappij. 

Voor de duidelijkheid: BON heeft geen bezwaar tegen het gebruik van door commerciele partijen ontwikkeld onderwijsmateriaal, of het nu boeken en lessenaars of Smartboards en iPad's zijn. De keuze moet echter liggen bij de docent en zijn directe omgeving. Die bepaalt welke middelen wenselijk zijn en welke niet. De samenwerking tussen de Googles en de Microsofts met steun en bemoeienis van EU en OECD maakt van iets wat een gewone relatie zou kunnen zijn tussen een school en een onderwijsmiddelenleverancier, een in internationale doelstellingen en targets verweven machtsblok waar niet aan te ontkomen valt. Nu al worden landen door OECD vergeleken op basis van hun ICT-gebruik in het onderwijs. Loopt een land "achter" dan dient er gestimuleerd te worden. Het is duidelijk dat de individuele docent, de individuele sectie, de individuele school en zelfs het individuele schoolbestuur op geen enkele manier een partij is in dit geweld. Het publieke goed dat het onderwijs is, is overgeleverd aan een steenrijke en uiterst machtige industrie, die daartoe vollop de gelegenheid krijgt van de ongekozen EU-bureaucraten.

 

4 Reacties

  1. Van “Wie pepaalt  het

    Van "Wie pepaalt  het onderwijs?" zou men helemaal terug moeten gaan naar "Voor wie is het onderwijs?". Het onderwijs is een hulpmiddel voor de ouders bij het uitoefenen van hun recht en het vervullen van hun plicht (om) hun kinderen op te voeden. Daarin is onderwijs VAN de ouders. Het is echter ook VAN de overheid. Die moet immers het recht op bij het kind passend onderwijs waarborgen en zorgen dat onderwijs bijdraagt aan de welvaart en het welzijn van de inwoners van de staat. (Hoe die welvaart en het welzijn in een maatschappij gerealiseerd moeten worden is even als de verhouding tussen zeggenschap van ouders en die van de overheid in het onderwijs natuurlijk een punt van discussie.Voor de PvdA is het de overheid die alles in het onderwijs bepaalt en mag onderwijs zelfs misbruikt worden om de maatschappij te hervormen).
    Als zelfs een individueel schoolbestuur zich moet onderwerpen aan het geweld van grootkapitaal en niet gekozen Europese ambtenaren heeft de politiek voor de tweede keer haar rechten als vertegenwoordeging van de belangen van de kiezers verkwanselt. De eerste keer toen zij die schoolbesturen veel macht gaf. Nu door die schoolbesturen de macht weer te ontnemen en de ongekozen bureaukraten van Europa en het grootkapitaal laten bepalen hoe ons onderwijs er uit moet zien. Dat is dus het tweede verraad van de Nederlandse politici aan hun kiezers. Hoe is het mogelijk dat zo veel Nederlanders kiezen voor politieke partijen die er op uit zijn zichzelf machteloos te maken en kiezers keuzemogelijkheden te ontnemen?
     
  2. @jl

    @jl

    Toch even de advocaat van de duivel spelen. Wat is er mis met een cursus beautyjournalistiek van 8 bijeenkomsten met een zo op het eerste gezicht relevant programma dat waarschijnlijk geen deel uitmaakt van de reguliere opleiding journalistiek, maar waar, gezien de vele bladen en andere media die over beauty gaan, een redelijke vraag naar is en waarschijnlijk ook werkgelegenheid.

    Zou er wel een cursus sportjournalistiek kunnen worden gegeven? 

    Voor een student kan het zinvol zijn, dels voor de inhoud, maar ook om contacten op te doen. Erg belangrijk is die wereld.

    Je kunt je afvragen of het denkkader dat je er voor nodig hebt van hbo-niveau is, maar dat geldt voor belangrijke dleen van het hbo. We willen tenslotte dat 50% hoger opgeleid is.

     

     

Reacties zijn gesloten.