1040 uur van de baan

Kip_450x200_1387164_10580358.jpg

Het kabinet heeft vandaag besloten om de 1040 urennorm voor het voortgezet onderwijs af te schaffen. Het is niet meer nodig dat leerlingen 1040 uur per schooljaar daadwerkelijk les krijgen. Staatssecretaris Dekker meent dat die urennorm niet meer van deze tijd is en niet meer past bij onderwijs op maat. Een leerling die goed is in wiskunde hoeft geen 3 uur per week wiskundeles te krijgen, maar kan in plaats daarvan wellicht college's volgen bij het hoger onderwijs. Ook gaan de schotten tussen de jaren verdwijnen, het ene jaar kan 900 uur les worden gegeven, het volgende jaar 1100 uur. Iedere leerling zou eigenlijk onderwijs op maat moeten hebben, aldus Sander Dekker.

BON merkt op dat de 1040 uur is vastgelegd omdat scholen met hun onderwijstaak een loopje namen toen de urentabellen uit de regelgeving verdwenen. De 1040 urenregel was echter geen goede oplossing voor dat probleem: ophokuren waren het gevolg. Het lijkt er echter op dat de staatssecretaris het afschaffen van deze regel ziet als een volgende stap op weg naar het einde van klassikaal onderwijs en een verdere inzet op de illusie van onderwijs op maat. Tegelijkertijd blijven de staatssecretaris en de minister onbevoegd gegeven lessen gewoon toestaan mogen scholen dat gewoon stiekem blijven doen. BON vreest voor minder lessen, gegeven door minder bevoegde docenten en organisatorsch wellicht alleen nog maar goed te implementeren als docenten weer als 'coach' in plaats van als vakleraar worden ingezet. BON meent dan ook dat het loslaten van de 1040 uur alleen verantwoord is als de school kan garanderen dat alle lessen gegeven worden door bevoegde docenten: minder lessen van hoge kwaliteit zijn veel beter dan 1040 uur van slecht onderwijs. Nu lijkt echter zoals zo vaak het slechtste van twee werelden samen te komen: geen harde urennorm en ook geen controle op bevoegdheid. Beide aspecten zijn geheel in lijn met de wensen van de schoolbesturen en hun raden. 

Dit alles zorgt voor meer flexibiliteit op school, volgens Dekker. Volgens ons is het vooral meer flexibiliteit voor de schoolbesturen en meer flexibiliteit door docenten: meer flexwerkers die zich zowel inhoudelijk als arbeidsrechterlijk volkomen flexibel dienen te voegen naar de eisen van de besturen. Aardig detail: flexibiliteit bij besturen duidt op dat men kan doen wat men wil. Flexibiliteit bij docenten dat men buigt voor de wensen en oekazes van managers en besturen.

8 Reacties

  1. Een bekend verschijnsel in

    Een bekend verschijnsel in het onderwijs: stupiditeit stapelt zich op stupiditeit.

    Toen onderwijs is verworden tot een soort aanwezigheidsplicht, kwam de vraag: is die aanwezigheidsplicht nog wel zinvol?? Inderdaad werd de aanwezigheidsplicht steeds zinlozer.

    Want de totale vrijblijvendheid werd de onderwijsnorm (klinkt karikaturaal, maar was werkelijk zo in de praktijk).

    Nu zou je denken dat de oplossing  is: terugkeer naar de niet-vrijblijvensheid van de lesuren!

    Maar nee hoor. De vrijblijvendheid dient blijvend te zijn, waardoor men tot de "oplossing" komt om minder  uren ook wel accdeptabel te vinden.  

    Het schip was toch al lek, dus wat extra gaten, dat hindert niet.

    De onderwijsvernieuwers zijn helemaal de weg kwijt, en in hun kielzog dus ook de overheid. Extra lesuren zouden extra rendement kunnen geven; maar dat schijnt voor vernieuwers al een erg wezensvreemde gedachte te zijn.

  2. @moby
    @moby
    Je gaat nog steeds uit van stupiditeit. Eerlijk gezegd geloof ik daar niets van. Het kan geen toeval zijn als onderwijsvernieuwers de laatste dertig jaar consequent de verkeerde keuzes maken. De oorzaak moet gezocht worden in een combinatie van perverse prikkels, stalinistisch fanatisme en dom kuddegedrag. Alleen dat laatste is stupiditeit te noemen.

  3. Het is helemaal niet zo dat

    Het is helemaal niet zo dat de urennorm wordt afgeschaft. Was het maar waar. De urennorm wordt alleen verlaagd tot gemiddeld 1000 uur per jaar (in het examenjaar 700 uur). We komen dus van de regen in de drup. Aan de essentiële bezwaren wordt weinig gedaan: het moet niet gaan om de kwantiteit maar om de kwaliteit. De scholen blijven opgezadeld met overbodige bureaucratie voor het verantwoorden van de urenaantallen. En zoals de redactie terecht constateert wordt er nog steeds niets gedaan aan de onbevoegd gegeven lessen.

  4. In feite verandert er

    In feite verandert er helemaal niets. Het aantal uren over 4/5/6 jaar gaat in totaal 80 omlaag (dat is zo ongeveer 2%) en er mag "geschoven" worden met uren tussen de verschillende jaren (maar dat zal zeer waarschijnlijk vrijwel geen school doen: de ruimte om te schuiven is er simpelweg niet). Maar zoals in het NRC artikel staat

    In het regeerakkoord hadden VVD en PvdA al afgesproken dat ze de 1040-urennorm zouden moderniseren.

    En omdat het in het regeerakkoord staat moet voor de schone schijn deze non-verandering ingevoerd worden.

  5. Ik denk dat voor categoriale

    Ik denk dat voor categoriale gymnasia de verlaging van de norm van 1040 naar 1000 een opluchting en een verbetering zal zijn. Maar op die scholen is het dan ook zoals de redactie het hierboven zegt: er is daar al veel meer sprake van eerstegraads docenten en vaak klassikaal onderwijs. Overigens kun je je afvragen of duizend uren niet nog steeds aan de hoge kant is. Ik denk dat ik er zelf onder voorwaarden wel voor zou zijn om zowel de lesuren voor de leerlingen als voor de docenten gelijkttijdig met pakweg 10 procent te verlagen, bij (op z'n minst) gelijkblijvende maandsalarissen voor de docenten welteverstaan. Wat minder kwantiteit, wat meer kwaliteit. Voordeel van zo'n maatregel: het kost de overheid geen extra geld.

    Waarom het niet zal gebeuren:

    1) de onderwijsbewindslieden willen gelijktijdig als flink en als vernieuwend overkomen, en het verlagen van de uren conflicteert met flink.

    2) het verlichten van de werkdruk van docenten zou een erkenning zijn van de te hoge werkdruk, en fouten toegeven, dat ervaren veel politici helaas als gezichtsverlies.

    3) als docenten minder mogen gaan werken voor hetzelfde salaris, haalt de regering de woede op de hals van selectief jaloerse burgers die denken dat docenten een heerlijk lui leventje hebben met die lange vakanties.

     

  6. I.  Als het verlichten van de

    I.  Als het verlichten van de werkdruk en andere terugdraaïingen in het onderwijs niet plaats vindt omdat veel ervaren politici daardoor gezichtsverlies lijden moeten die politici uitgerangeerd worden en daarvoor zal BON of een aantal van haar leden de politieke arena inmoeten. Dat kan door een partij over te halen de standpunten van BON over te nemen en voor die partij stemmen te werven of door een eigen partij op te richten. Zoals politici denken dat leerlingen slechts kunnen leren door een groot deel van hun tijd op een school door te brengen denken veel BONners nog steeds dat je glijk krijgt zodra je je gelijk hebt aangetoond. Politici noch BON zal zo beter onderwijs kunnen realiseren.

    II.  Het hameren van BON op lesbevoegdheid roept bij mij enige irritatie op. Lesbevoegdheid houdt in dat er een instantie is die controleert of iemand aan bepaalde eisen voldaan heeft en die hem, zo dat het geval is, die bevoegdheid toewijst. Dat kan in principe gebeuren door de school waar iemand les geeft, door de school waar iemand opgeleid wordt om aan die eisen te voldoen of door een van beide losstaande instelling. Er zijn mensen die vinden dat de bevoegdheid verleend kan worden zodra iemand voldoende weet van het leervak dat hij gaat onderwijzen. De rest is dan bijzaak. Anderen vinden een goede didaktische scholing daarvoor verreweg het belangrijkste. Maar weinigen koppelen de juiste verhouding van leervakkennis en doceerkennis aan het niveau en de geaardheid van de opleiding waarop zal worden lesgeven. Het zou verhelderend werken om bij het gebruik van het woord bevoegdheid eerst te beschrijven wat men daar mee bedoelt. Duidelijk is dat de schrijvers van dit becommentarieerd nieuwsbericht een coachdiploma niet gelijk stelt aan een lesbevoegdheid. Maar voor de schoolbesturen ligt dat anders.
    III.  Als een school voldoende belang zou hebben bij goede leerresultaten zou een lesbevoegdheid verleend kunnen worden door de school waar een leraar lesgeeft. Bevoegdheidsverlening en het geven van een vaste aanstlling zouden dan samenvallen. Maar zo lang indrukwekkende cognitieve resultaten voor scholen niet voldoende belangrijk zijn om goede leraren goed te betalen kan van zo'n bevoegdheidsregeling geen sprake zijn.
    Het is natuurlijk moeilijker om leraren op hun bekwaamheid te beoordelen als er niet meer klassikaal door een vaste docent voor een bepaald vak les gegeven wordt. Door alleen maar bevoegde leraren aan te stellen kan men de risico's van het aanstellen van onbekwamen verminderen.
    V.  Het is mooi dat de staatssecretaris VWO-leerlingen via de universiteiten een kans wil bieden om aan echte wiskunde te proeven. Maar dat zou alleen voor de hogere klassen kunnen gelden. En ook in de onderbouw zitten leerlingen die baat hebben bij een ander soort wiskunde.
  7. In het onderwijs kunnen de

    In het onderwijs kunnen de spelregels te pas en te onpas worden veranderd. Dat en dat "is niet meer van deze tijd" heet het dan. Waarom is het voetbal zo populair ? Omdat daar de spelregels praktisch niet veranderen. Wat was ik trots toen ik na jaren de buitenspelval begreep en die begrijp ik nog steeds. Voetbal is leuk, onderwijs niet.

Reacties zijn gesloten.