Hoe Nederland aan zijn PISA-cijfers komt

stop_450x200_1322972_33831310.jpg

Didactief heeft een artikel waarin wordt opgemerkt dat het in Nederland de nodige moeite kost om scholen te bewegen deel te nemen aan de PISA toetsen. Cito en OCW hebben zorgen om het aantal Nee-zeggers. Het geringe aantal scholen dat meedoet werpt vragen op met betrekking tot de representativiteit van onze PISA cijfers. We zijn benieuwd naar het aantal Nederlandse scholen dat aan PISA meedoet en de manier waarop de selectie uiteindelijk tot stand is gekomen. Relevant in dit kader is ook het artikel van Prof. dr. Jan van de Craats over TIMSS 2007. Bij TIMMS 2007 was het aantal deelnemers zelfs te gering om uitspraken over de gehele populatie te doen.

4 Reacties

  1. Ik ben erg blij met het

    Ik ben erg blij met het Craatsverhaal. Niet vanwege de inhoud van deze verblijdende boodschap maar omdat ik kort geleden bij een discussie over de kwaliteit van het Nederlandse Onderwijs door mijn tegenstanders in een hoek  gedrukt werd. Het enige contra-element dat ik kon inbrengen was dat het genre vraagstukken van TIMSS erg leek op de vraagstukken waarmee de leerlingen in Nederland geoefend hadden. Maar door de informatie van Prof. Craats en zijn getallenvoorbeeld over het effect van weigerende schiolen hoef ik mij over het pareren van dit argument geen zorgen meer te maken.

  2. Een belangrijke spinn off van

    Een belangrijke spinn off van het verhaal van Craats is dat veel leerlingen opgeleukt rekenen vaak helemaal niet leuker vinden dan kaal rekenen. Alweer een mythe doorgeprikt!

  3. Er is nog iets belangrijks

    Er is nog iets belangrijks naar voren gekomen. De docenten van de eenvoudigere typen van voortgezet onderwijs staan positiever tegenover aan de praktijk gerelateerde vormen van reken- en wiskunde-onderwijs omdat de leerlingen er dan het nut van inzien. Toekomstige VWO-β leerlingen hebben meer belang bij gestructureerd rekenen. In groep 7 van de basisschool zou dus al een scherp onderscheid gemaakt moeten worden en zou een voldoende voor een transitie-examen gestructureerd rekenen basisschool-VWO een conditio sine qua non zou moeten zijn voor toelating op het VWO. Ik zie ook geen voldoende steekhoudende bezwaren tegen een rekentoelatingexamen met pen en papier en open vragen.

     

  4. Prof van de Craats valt de

    Prof van de Craats valt de oneerlijke manier aan waarop Nederland aan zo'n hoge score komt. Dat doet hij door te kijken naar de oneerlijke voordeeltjes die Nederland op het toernooi had. Het omgekeerde kun je natuurlijk ook proberen te bereiken door op voordeeltjes te wijzen die je concurrent gehad zou hebben: 'Als we de PISA-uitkomsten van Finland corrigeren op allochtone leerlingen en een schooluitval van 10 procent, dan doen we het in Nederland beter.' zegt volgens Didactief Prof. van de Grift van de universiteit van Groningen. Als we zo doorgaan wordt Nederland nog het land van de wereld waar het beste wiskunde wordt onderwezen.

Reacties zijn gesloten.