‘Basisscholen niet klaar voor invoering passend onderwijs’

De Algemene Rekenkamer rapporteert dat veel basisscholen niet klaar zijn voor de invoering van passend onderwijs volgend jaar augustus. Op moment van schrijven is het rapport zelf nog niet te vinden op de website van de algemene rekenkamer.

In haar reactie schrijft de minister onder andere: "Een ander element dat in het rapport naar voren komt, is de beeldvorming over passend onderwijs bij leraren en de extra belasting die zij door de invoering verwachten. Er is zorg dat er veel meer leerlingen in de klas komen die extra ondersteuning nodig hebben en dat leraren daarvoor onvoldoende zijn toegerust. Dit zijn signalen die zowel ik, als de schoolbesturen serieus moeten nemen. Daarom zijn met de sectororganisaties afspraken gemaakt over verdere professionalisering van leraren, o.a. over het beter omgaan met verschillen tussen leerlingen."

BON meent dat deze professionalisering een illusie, een papieren oplossing is. Daar waar in het verleden leerkrachten met een speciale opleiding voor relatief kleine klassen van kinderen met een leer- of opvoedingsprobleem stonden. zouden nu wat professionaliseringscursussen moeten volstaan voor leerkrachten die zelf nooit hebben gekozen om juist aan deze kinderen les te geven, laat staan voor de grote groepen waarvan in het reguliere basisonderwijs sprake van is. Daarnaast dwingt deze situatie de leerkracht voor een groot gedeelte af te zien van klassikaal onderwijs en dat inzichzelf impliceert al dat de meest efficiente en effectieve vorm van onderwijs onmogelijk wordt gemaakt.

In plaats van deze vorm van passend onderwijs in te voeren zou het veel beter zijn als de overheid klassikaal gestructureerd onderwijs zou propageren. Hierdoor ontstaat een rustiger leeromgeving, waardoor kinderen met concentratieproblemen beter tot leren kunnen komen. Voor kinderen zonder specifieke concentratieproblemen geldt dat overigens evenzeer. 

Update: het rapport van de Algemene Rekenkamer vindt u hier als bijlagen:

Deel 1 rapport

Deel 2 rapport

Reactie minister

Reactie PO-raad

14 Reacties

  1. In het rapport staat

    In het rapport staat onverbloemd dat kleinere besturen een hogere rentabiliteit hebben dan middelgrote en grote schoolbesturen. Je hoeft niet zelf het buskruit uit te hebben gevonden om daar een simpele conclusie aan te verbinden. Kijken of besturen en toezichthouders dat ook kunnen. 

     
  2. Het is nog nooit ‘klaar’

    Het is nog nooit 'klaar' geweest voor die illusie, want het model is in zichzelf al onwerkbaar. Klassikaal onderwijs was bedoeld om een groep leerlingen tegelijk te onderwijzen (centen, weet de overheid wel?). Het was echter alleen affectief als de groep van ongeveer 30 leerlingen redelijk homogeen was.

    Zodra we leerlingen in die klas hebben die qua leren toch erg buiten de boot vallen, kan de klassikaal lesgevende leraar weinig meer beginnen. Hij heeft daar simpelweg de tijd niet voor om zulke leerlingen optimaal onderwijs aan te bieden. Dat betekent dus dat er hulpkrachten moeten worden ingezet; die hulpkrachten gaan die leerlingen die qua leren buiten de boot van de redelijke homogene groep, vallen, uit de klas halen teneinde hen te 'begeleiden' met een extra leerprogramma. Deze leerlingen zullen nooit meer de rest vand e klas kunnen bijbenen: want de rest van de klas gaat ook verder intussen. Die leerlingen zijn dus voortdurend afhankelijk geworden van die extra begeleiding die slechrs een FRACTIE van de tijd beschikbaar heeft in vergelijking met de FULL-TIME leraren die zo'n kind op het speciaal onderwijs zou hebben!

    Het systeem deugt niet, maar ideologen willen het toch want op papier klinkt het fraai. Dat is de makke!

    Want leren is 'voor iedereen gelijk'; aldus de totaal wereldvreemde leuze.

    En wie worden het slachtoffer?!

    Juist die weerloze kinderen! Die weerloze kinderen die zogenaamd geholpen zouden worden door die 'passend leren' ideologen. Mijn walging zit zo diep dat ik er geen woorden voor heb.

  3. Politiek en bestuurders

    Politiek en bestuurders willen zoveel mogelijk "gelijkheid", zo veel mogelijk beheersbaarheid, zo veel mogelijk voorspelbaarheid. Dat is de reden dat die waanzinige schaalvergroting is doorgevoerd: liever één UvA/VU-universiteit in Amsterdam dan 6, liever één hbo-raad dan tig hbo opleidingen. Vandaar ook de"stroomlijning" om langstudeerders zoveel mogelijk te voorkomen, vandaar de nadruk op "studeerbaarheid". Men wenst één lopende band van instituten en binnen de instituten en opleidingen één uniform docentenkorps (tiems). Allemaal bedacht vanuit de nepwetenschap van managementsstudies. Maar uiteindelijk is de wereld niet overal gelijk en die realiteit die zal ergens in het systeem geïncorpereerd moeten worden. Omdat managers daar niet mee om kunnen gaan, het is tenslotte een intellectueel beperkte groep mensen, leggen ze het probleem bij de leraar in de klas. Als ze het niet kunnen handelen, dan roep je iets over professionalisering en gooi je wat grijpstuivers naar de bijscholingsindustrie. Iedereen blij.

     

    Ik vind het een gotspe dat de heersende klasse uniformiteit voor hun eigen span of control organiseert, maar tegelijkertijd van de uitvoerders verwacht dat die alles op maat kunnen regelen, onderwijl wel voldoend aan alle geschreven en ongeschreven voorschriften en procedures.

  4. Je kunt toch niet tegen zijn?

    Je kunt toch niet tegen zijn?

     

    “Vooral de volgende voorstellen die op de conferentie besproken werden, zijn van belang:

     

    • Inclusief onderwijs dat de mens centraal stelt, is goed voor zowel leerlingen met als zonder specifieke behoeften ten gevolge van beperkingen of andere redenen. Inclusief onderwijs bereidt studenten voor op het leven en werken in een maatschappij gekenmerkt door diversiteit.

     

    • De politieke wil en vastbeslotenheid van alle betrokken partners is nodig om diepgaande, systematische veranderingen door te voeren. Dit vereist het samenbrengen van visie, kennis en vaardigheden en een wettelijk raamwerk, zodat een rechtvaardig en uitmuntend inclusief kwaliteitsonderwijs op alle niveaus geïmplementeerd kan worden binnen het reguliere onderwijs. De hele maatschappij moet betrokken worden bij, en deelnemen aan deze onderwijshervorming.” 

    www.european-agency.org/publications/flyers/madrid-international-conference-conclusions/Madrid-Extracts-NL.pdf/view (European Agency for Development in Special Needs Education). Als we de EU niet hadden, zouden we beleidsloos zijn, www.european-agency.org/agency-projects, dat moeten we niet willen met zijn allen.

     

    De volgende 'edulingo'-woorden breng ik in: 'mens centraal', 'diversiteit', 'politieke wil en vastbeslotenheid', 'rechtvaardig', 'kwaliteitsonderwijs', 'de hele maatschappij moet betrokken worden..'. Je mag een joker inzetten als je het even niet meer weet.

  5. De Nederlandse centjes

    De Nederlandse centjes

     

    "Finally, the way of funding can influence the development of inclusive education as well.  Meijer's study into the financing of special needs education (1999) shows a direct input funding model for special schools, in which more learners in special schools leads to more funds, leads to less inclusion, more labelling and rising costs. Pupil-bound budgeting, on the other hand, also seems to have some clear disadvantages. At times, regular schools are eager to have pupils with special needs (and their budgets), but they prefer learners (and their budgets) who are considered to be ‘easy to fit in’.

     

    The study concludes that the most attractive funding option in support of inclusive education is a strongly decentralized system where budgets for supporting learners with ‘special needs’ are delegated to local institutions (municipalities, districts, school clusters). In the Netherlands discussion is taking place on the need to replace pupil-bound budget with an alternative funding model."

    www.european-agency.org/country-information/netherlands/national-overview/financing – last modified Mar 26, 2010, uit: Meijer, C.J.W. (1999) Financing of Special Needs Education. Middelfart: European Agency for Development in Special Needs Education, zie ook www.inklusion-online.net/index.php/inklusion/article/viewArticle/56/60 .
     

     

  6. Cor Meijer de onderzoeker is

    Cor Meijer de onderzoeker is tevens directeur van de 'European Agency for Development in Special Needs Education'.

     

    Het megalomane verhaal eromheen: ec.europa.eu/health/ph_determinants/life_style/mental/docs/ev_20090929_co33_en.pdf, en www.european-agency.org/news/news-files/cor-meijer.pdf 

     

    Een slim technocratisch organogram (OCW zit er in; nergens wordt over parlementaire goedkeuring gesproken, wel over 'Representative Board Members'): www.european-agency.org/about-us/organisation:

     

    "We have a distinctive structure. This is firstly because of the people involved in the Agency – National representatives nominated by the Ministries of education in each of the member countries from the policy (Representative Board members) and practitioner levels (National Co-ordinators) who share a common understanding of key issues in special needs education and who work together to provide authoritative perspectives on special needs education in their country."

     

    "Representative Board Members are appointed by their countries to act as the political level National representatives within the Agency. They are responsible for representing their country's interests in the Agency by ensuring their country's needs are accounted for in the Agency's activities."

     

    "The day-to-day management and implementation of our work is carried out by the Staff members under the direction of the Agency Director and in close co-operation with the National Co-ordinators."

     

    Een kritisch artikel uit 1995: www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/414153/1995/06/17/Speciaal-onderwijs-discussie-gaat-voorbij-aan-praktijk.dhtml

     

    En wat willen de ouders met de vrijheid van onderwijs? Wat is in het belang van het kind? Joehoe?

     

     

     

     

  7. Maanziek

    Maanziek

    Monitor is een latijns woord dat als werkwoord terug te in monare dat verwant is met en ongeveeer hetzelfde betekent als het Nederlandse woord manen, waarschuwen, ter waarschuwing in herinnering brengen.  Een monitor is dus iets dat zowel waarschuwt, in herinnering brengt alsook adviseert. Sommige Latijnse scholen in Nederland hadden vroeger een monitor, maar die was waarschijnlijk niet elektronisch. Met monitor bedoelt de ministerin mogelijk  een maanconclusie, een maanpersoon of een maancommissie. Wij mogen daarbij natuurlijk geen enkele associatie hebben met  het Engelse woord lunatic, maanziek.

    Wat mij in de brief van hare excellentie opvalt is dat zij inhaakt op “de uitdaging waar veel schoolbesturen voor staan”. Overgang naar “passend onderwijs” wordt door haar gezien als een omvangrijke logistieke actie die met een beperkt budget verwezenlijkt moet worden. En o ja, de leraren, die simpele zielen,  zijn onvoldoende toegerust, moeten nog een beetje geprofessionaliseerd worden en leren omgaan met verschillen. Geef ze wat uitleg want ze denken dat ze alle probleemleerlingen in hun klas zullen krijgen. Het komt heus allemaal goed mensen!

    Met verhalen over modernisering en flexibilisering  jaagt de ministerin de leraren op de kast dan dat ze hen gerust stelt. “Moderniseringen” in het onderwijs zijn synomiem met extra werk en extra verplichtingen zonder salarisverhogingen en je gedeisd houden en flexwerkers zijn bij besturen populair omdat je als bestuurder zo makkelijk van ze af komt.

    En dan nog iets: In het onderwijs zijn veel veranderingen doorgevoerd die veel extra energie en tijd van de docenten gevorderd hebben en die later in nogal wat gevallen weer ongedaan gemaakt zijn omdat het daarbij om de zoveelste modernisering bleek te gaan die geen verbetering maar een verslechtering was. Zo’n verloop heeft staatssecretaris Sander Dekker als woordvoerder van de ministerin buiten beschouwing gelaten. Maar de leraren zijn terecht bezorgd dat nog een keer als proefkonijn moeten fungeren.

  8. @sympathisant 23u42

    @sympathisant 23u42

    "who share a common understanding of key issues".

    Who share common interests! 

     

  9. Onze beide kinderen zitten in

    Onze beide kinderen zitten in het speciaal onderwijs (al jaren) en ik zou er weer voor kiezen, als dat zou kunnen. Onze overweging: ze voelen zich daar wel gelukkig en we willen niet dat ze zich in de vormende jaren van hun leven doodongelukkig voelen in het reguliere onderwijs. De onderlinge tolerantie ten aanzien van verschillen tussen leerlingen is er groot, tenminste op de scholen van mijn kinderen. Denk niet dat de populatie op zo'n school homogeen is: de verschillen qua onderwijsbehoefte in een klas kunnen gigantisch zijn. Het is er echt niet ideaal en er is zeer veel onbehagen in het speciaal onderwijs, zowel bij leerlingen als ouders: de kwaliteit van onderwijs laat soms zeer te wensen over. Ik ben overtuigd van de aanzuigende werking van het speciaal onderwijs, en dat grenzen gesteld worden aan de groei ervan is nodig. Hopelijk heeft de Wet Kwaliteit Speciaal Onderwijs inderdaad een kwaliteitsverhogend effect, zodat leerlingen vlotter en op een hoger niveau door het speciaal onderwijs stromen, en dat het rondpompen van leerlingen in het speciaal onderwijs wordt voorkomen. Het lijkt me dat dat de overheid al veel geld zou schelen.

  10. Dat is nog een realistisch

    Dat is nog een realistisch rekenen van de Rekenkamer!

  11. @ Karin Eigenlijk best een

    @ Karin Eigenlijk best een flauw filmpje, vind ik zelf. Misschien is het ook goed om kennis te nemen van: www.ncoj.nl/factsfigures/onderwijs/2013/fc2013_onderwijsbehoeften.php. Is het algemene beeld nu werkelijk dat leerkrachten in het regulier onderwijs tegenwoordig gemiddeld met meer speciale kinderen te maken hebben dan voorheen? Uit persoonlijke waarneming kan ik overigens zeggen dat er leerlingen zijn voor wie de gang naar het speciaal onderwijs heeft geleid tot onderpresteren of het volledig verzanden van de onderwijscarriere. Pas s.v.p. op met het verwijzen van kinderen naar het speciaal onderwijs.

  12. Kersje,

    Kersje,

    In het traditioneel onderwijs waarin ik vele jaren heb gewerkt, was het verwijzen naar het speciaal onderwijs een hoge uitzondering. En het KON een hoge uitzondering zijn, omdat dit traditioneel onderwijs het aanleren van vaardigheden hoog in het vaandel had staan, in combinatie met elementen als rust, ijver en discipline.

    In die situatie hadden wij leerlingen die school 'leuk' vonden, althans wij bleven maar groeien terwijl de gemeente steeds de leerlingenaantallen bij de prognoses naar beneden bijstelde. Wij maakten het tegendeel steeds waar. Kwestie van mond-op-mond-reclame en zeker GEEN kwestie van ronkende teksten in reclame-achtige voorlichtingsboekjes.

    In het traditioneel klassikale onderwijs kunnen VEEL leerlingen binnen de boot blijven, en zelfs zonder dat zij etiketten hoeven te krijgen.

    De zwakte van het vernieuwende onderwijs was daarin gelegen dat juist steeds meer leerlingen buiten de boot vielen.  Maar in plaats van het erkennnen van een mislukt systeem, moest het systeem overeind blijven en bedacht men talloze 'medische' indicaties voor die leerlingen die NIET konden functioneren in dat vernieuwde systeem!

    Dat is wat er aan de hand was en is. De mislukkingen van de vernieuwers worden verdoezeld door ouders wijs te maken dat hun kind lijdt aan een syndroom of een hersenprobleem. Het is echt walgelijk dat hooggeleerde heren dit allemaal zo hebben gewild en gedaan, over de hoofden van de kinderen!

    Hun zogenaamde macro-verhalen gaan helemaal voorbij aan het echte kind.

  13. Ik geloof u, Moby. Het

    Ik geloof u, Moby. Het realistische rekenen, weinig aan memoriseren doen, de groepjes tegen elkaar geschoven tafeltjes, het verplicht samenwerken, de tijdrovende projecten volgens pseudo-wetenschappelijk stramien die zelfs op het vmbo moeten worden gedaan: het is tegen het belang van veel speciale kinderen.

Reacties zijn gesloten.