Volgens de oude examenregeling geslaagd, nu een her

Dochter J. (vwo speciaal onderwijs) heeft een vier voor wiskunde A en moet dus een her doen. Volgens de oude regeling zou ze in een keer geslaagd zijn. Zelf is ze zwaar verontwaardigd: wat moet ze eigenlijk met die wiskunde, ze wil toch Engels gaan studeren. Zelf denk ik dat ze wel een stapje harder had kunnen lopen voor dit vak ook al heeft het haar voorkeur niet, en dat ze het dan waarschijnlijk best had kunnen redden. Jammer dan. Op grond van mijn bescheiden waarneming denk ik wel dat de nieuwe examenregeling er in het speciaal onderwijs harder inhakt dan in het reguliere onderwijs. Op de school van J. schijnen er veel meer leerlingen dan voorheen een her te moeten doen. Wellicht een kwestie van een wat meer eenzijdige begaafdheid bij die leerlingen. Een oplossing heb ik er niet voor, maar misschien toch een aandachtspuntje voor de heren/dames beleidsmakers.

7 Reacties

  1. Maar wat zie je nu als

    Maar wat zie je nu als probleem? Een dochter met VWO niveau, maar slechte prestaties op wiskunde? Of de wat strengere regeling waardoor ze nu aan hogere (en naar mijn idee reëlere) eisen moet voldoen?

    Ik kan me wel voorstellen dat de school er nooit zo hard aan getrokken heeft. De nieuwe regels komen dan niet onverwacht, maar ze komen toch hard aan.

    Ikzelf vind het geen rare eis dat een VWO-diploma een goede algemene ontwikkeling garandeert. Daarbij hoort zowel taal als wiskunde. Als ze Engels op de universiteit wil studeren kiest ze ook nog voor een wetenschappelijke opleiding, waarbij zeker ook wiskunde wordt voorondersteld.

  2. Nee, voor J. Is het geen

    Nee, voor J. Is het geen groot probleem; ze is al weer aan de studie en ze zal het wel redden. Misschien is het zelfs een goede leerschool want op de universiteit zal het haar ook niet komen aanwaaien. Maar er zijn (waarschijnlijk overal maar zeker) in het speciaal onderwijs vaker leerlingen met een grote begaafdheid op een bepaald terrein die helemaal niet kunnen presteren op een ander terrein. Voor hen is het erg jammer. Of de route mbo – hbo – universiteit voor hen een begaanbare weg is, is de vraag. Het zijn soms van die studieuze types die ik niet zo op een mbo zie zitten.

  3. Ik kom er net achter dat op

    Ik kom er net achter dat op het rooster van J. het afgelopen jaar maar twee lesuren wiskunde A per week hebben gestaan. Kan iemand met ervaring in 6 vwo mij zeggen of dit normaal is? Ze had bijvoorbeeld wel vier uur Frans en geschiedenis, drie uur Nederlands etc.

  4. De school van mijn dochter is

    De school van mijn dochter is kennelijk geen uitzondering. Uit de notitie "Wiskunde in de bovenbouw van havo en vwo" van Kees Hoogland en Peter van Wijk (APS)   www.onderwijsraad.nl/upload/publicaties/639/documenten/apsnotitie-wiskunde-bovenbouw-hv.pdf:   

    "Het aantal lesuren wiskunde in de bovenbouw havo en vwo is internationaal vergeleken zeer laag. In de afgelopen 20 jaar is het aantal lesuren wiskunde op het rooster zeer sterk afgenomen met 30% tot wel 50%. Zo was een rooster met 4 of 5 lesuren wiskunde per week tot 2000 normaal. Nu is dat vaak 2 of 3 lesuren per week."

    Even afgezien van andere nadelen hiervan is dit toch wel een sneue ontwikkeling bij een nieuwe uitslagregeling waarbij je minimaal 5 moet hebben voor wiskunde, of ligt het aantal uren wiskunde inmiddels weer hoger? En hoe is de relatie tussen het examencijfer en het aantal uren wiskunde dat leerlingen hebben gehad?

     

  5. Ik sta wel te kijken van dat

    Ik sta wel te kijken van dat geringe aantal uren.

    De basisschoolleerkracht werd altijd zoet gehouden (m.b.t. het vernieuwde rekenen) met de gerusstelling dat de factor 'tijd' cruciaal was. Hij zou verontrust kunnen raken bij het constateren van een gebrekkige vooruitgang in groep 8 b.v., maar de tijd in het vervolgonderwijs zou veel wonden gaan helen.

    En nu zie ik hoe daar maar een paar uurtjes beschikbaar blijken te zijn. Afknapper van jewelste. Zijn we nu alweer voor de mal gehouden??

    Steeds moesten wij horen hoe de leerlingen het 'denksysteem' achter het rekenen onder de knie moesten krijgen. Als die kinderen eenmaal wisten welk 'denken' achter dat rekenen zat, zouden zij bijna vanzelf goed leren rekenen want ze hadden de achtergronden doorgrond. De tijd in het vervolgonderwijs zou voor verdere vervolmaking gaan zorgen.

    Die gedachtengang blijkt dus weer niet te kloppen. Wie bedenkt die onzin toch? Dat kan alleen maar een 'intellectueel' zijn  die zich wel heel ver van de werkvloer bevindt. Je zou bijna gaan spreken van een 'pseudo'intellectueel.

  6. De notitie van APS gaat

    De notitie van APS gaat specifiek over de bovenbouw; hoe het in de onderbouw met de aantallen lesuren voor wiskunde zit weet ik niet. Ook kan niet direct gezegd worden dat er door leerlingen minder tijd besteed moet worden aan wiskunde. De studielast voor wiskunde A in de tweede fase van het vwo bedraagt 520 klokuren. Als er minder wiskundelessen op school worden verzorgd, dan zullen leerlingen dus meer thuis moeten doen. Mijn dochter had het CM/EM-profiel, en voor haar is wiskunde best lastig (maar ook weer niet ondoenlijk). Dan is het niet fijn als je voor een fors deel op jezelf bent aangewezen.

  7. “Dan is het niet fijn als je

    "Dan is het niet fijn als je voor een fors deel op jezelf bent aangewezen"?

    Onderwijskundigen zullen dit bestrijden. Het is fijn als leerlingen voor een groot deel op zichzelf zijn aangewezen want zó leren ze de zelfstandige studiehouding die op het hbo/wo van hen verlangd wordt.

    (Ik ben het daar volledig mee oneens; op eigen kracht leren zwemmen is ook een misdaad)

Reacties zijn gesloten.