Beste mede-BONners,
Uit mijn tijd bij het Museon kan ik me een plaatje herinneren van een welgeproportioneerde dame, waaronder de titel van dit bericht prijkte: Vergeet vorm, ga voor inhoud! Ik kan me ook herinneren hoe toepasselijk dit motto was voor het museumwereldje, waar de meeste tijd, geld en aandacht gaan zitten in uiterlijke schijn, terwijl de kerntaak – het beheer van collecties – veronachtzaamd wordt. Bang voor inhoud heeft de directie van het museum een niet-wetenschapper tot hoofd gebombardeerd van de enige inhoudelijke afdeling, de onderzoekstaken afgestoten en de academische staf tot ‘manager’ gedegradeerd – een prettig overzichtelijk en vertrouwd verschijnsel in de ogen van een ieder die zelf slechts over vage kwalificaties in die richting beschikt.
Herkenning? Ja, in het onderwijs spelen vergelijkbare problemen. Ook daar loopt een zelfbenoemde kaste van managers rond die neerkijkt op inhoudelijke expertise. Onder het motto Ik ben generalist hoeven deze managers – vinden ze zelf – nergens verstand van te hebben terwijl ze de inhoudelijke mensen wel mogen koeioneren met ad hoc prestatienormen. En terwijl in de museumwereld de inhoudelijke ontwikkeling van tentoonstellingen meer en meer een zaak is van externe commerciële bureaus, drukken in het onderwijs de uitgevers een steeds groter stempel op de manier waarop kennis aan onze jeugd wordt doorgegeven. Uitgevers maken niet alleen boeken maar ook toetsen, interactieve leeromgevingen en ga zo door. Ja, ook de docent wordt zo slechts nog een soort manager, wat op zijn beurt weer het gemorrel aan scholingseisen en salarissen rechtvaardigt. Zo is voor de heersende kliek de cirkel weer mooi rond.
Maar we zijn hier toch zelf bij? Waarom laten we dit alles onder onze ogen gebeuren? Een deel van het antwoord op die vraag is, meen ik, dat mensen met inhoudelijke kwalificaties doorgaans minder geïnteresseerd zijn in macht dan mensen die die kwalificaties ontberen. Academici, bijvoorbeeld, geven in het algemeen liever gewoon les dan dat ze tot het management toetreden. Een ander deel van het antwoord zou kunnen zijn dat onderwijsmensen – net als bijvoorbeeld het personeel in de gezondheidszorg – te netjes zijn om echt een vuist te durven maken. Bij menigeen zit er toch iets in de weg wat ‘geweten’ heet.
Wat mij betreft vat de titel van dit stukje het probleem daarom goed in grote lijnen samen: Op verschillende manieren en op verschillende niveaus is het steeds de inhoud die onder druk staat. Maar daarmee hebben we ook een deel van de oplossing in handen, namelijk knokken voor inhoud en wel op alle fronten tegelijk: in schooldirecties, bij het opstellen van scholingseisen, het gebruik van uitgeversmateriaal en ga zo maar door.
Concreet zou ik graag het volgende zien:
-schud nodeloze, remmende scrupules af;
-maak serieus werk van het principe dat iedereen die les geeft op minstens één niveau hoger moet hebben gestudeerd dan degenen aan wie les gegeven wordt;
-stel aan een ieder die leiding geeft de inhoudelijke eis dat hij of zij op een niveau is afgestudeerd, vergelijkbaar met dat van degenen aan wie leiding gegeven wordt;
-maak niet voetstoots gebruik van diensten van uitgevers maar investeer in de ontwikkeling van eigen materiaal;
-creëer meer mogelijkheden voor verdere ontplooiing van docenten, door bijvoorbeeld promotieplaatsen en post-doc aanstellingen aan te bieden.