Vakcollege leidt op tot meester in ambacht

Een aantal scholen begint na de zomer met het VMBO-Vakcollege. Niet te vergelijken met de lts, zegt een directeur.
Kevin Jansen gaat al jaren met tegenzin naar school. ‘Ik zit niet graag met mijn neus in de boeken’, zegt hij, en misschien komt dat wel door zijn dyslexie. Maar nu de basisschool er voor hem op zit, heeft hij er plotseling weer echt zin in. Niet dat elke vmbo nu zo’n opkikker is voor boekenmoede kinderen, maar omdat uitgerekend in Roosendaal, waar Kevin woont, het Da Vinci College staat. En dat is een van de scholen die na de zomer beginnen met het VMBO-Vakcollege.
Kevin, 13 en de baard al in de keel, is er geweest en hij vond het prachtig. Mooie grote lokalen voor de praktijkvakken. Een voor hout, een voor metaal. Met open deuren aan elkaar verbonden, ‘zodat je lekker de ruimte hebt om te werken’. En op de open dag mocht hij meteen aan de machines zitten en er een metalen naamplaatje mee maken.
Ook zijn moeder twijfelt niet. ‘Als hij voor deze school een eind met de bus had gemoeten, hadden we hem ook gekozen.’ Alles beter dan op een gewone vmbo, waar de kinderen nog twee jaar lang vooral boeken krijgen.
Zeker vijftien vmbo’s gaan in september van start als VMBO-Vakcollege, een concept dat afgelopen zomer werd gelanceerd door de Taskforce Jeugdwerkloosheid. Joseph Dekkers, directeur van het Da Vinci College, was een van de eersten die het idee omarmden en hij staat er versteld van wat dat op zijn school heeft losgemaakt. De hele school heeft in een paar maanden een draai gemaakt naar het nieuwe onderwijs: werkend leren. Het bedrijfsleven uit de regio betaalt zelfs mee aan het onderwijs.
De ouders zijn enthousiaster dan ze in jaren geweest zijn. ‘U zult begrijpen dat ik tegenwoordig fluitend naar mijn werk ga’, zegt Dekkers.
In het huidige vmbo krijgen de leerlingen in de eerste groepen twee uur per week techniek in onderontwikkelde praktijklokalen. Beetje zagen, beetje solderen, dat is het wel. In september wordt dat in de Vakcolleges tien uur in soms prachtige lokalen. Dekkers: ‘Een metaalbedrijf hier in de buurt heeft een lokaal ingericht met up-to-date machines. En ze hebben gezegd dat ze dat over vijf jaar opnieuw doen. Een paar schilderbedrijven hebben gezegd dat ze ons van eersteklas kwasten en verf gaan voorzien.’
De Vakcolleges zijn in de ogen van Dekkers een middel tegen vele kwalen. Het technisch onderwijs wordt aantrekkelijker. Dat is nodig want sinds de lts in Roosendaal in 2000 met andere scholen fuseerde tot vmbo, is de belangstelling voor techniek gehalveerd.
Minstens net zo belangrijk is dat het onderwijs zijn negatieve uitgangspunt kwijt is. ‘We kunnen weer uitgaan van wat scholieren leuk vinden. Nu is het uitgangspunt niet hun interesse, maar de uitslag van de Citotoets. Dus wat een leerling niet kan. Je gaat naar het vmbo als je niet naar het havo mag.’ Naar het Vakcollege ga je als je er zin in hebt.
De uitval zal veel geringer worden, verwacht Dekkers. Niet alleen doordat het onderwijs leuker wordt, maar vooral doordat het beruchte gat tussen vmbo en mbo zal verdwijnen. Nu moeten leerlingen na vier jaar vmbo de overstap maken naar het mbo. Dat gaat heel vaak mis. Op de techniekopleidingen in het mbo valt in de lagere niveaus 40 procent uit.
Die overstap wordt afgeschaft. Het Vakcollege beslaat zowel vier jaar vmbo als twee jaar mbo (niveau 2 en 3). Dekkers is met enkele mbo-scholen in de buurt in overleg hoe dat op te zetten, maar één ding is duidelijk: het zal in de gebouwen van het Da Vinci College gebeuren. ‘Wij zorgen voor de controle. Wij bieden een relatief veilige omgeving. En wij zorgen voor leerwerkbedrijven.’ En dat is erg belangrijk, want veel mbo’ers, die vier dagen willen werken en één dag naar school, vallen uit als ze geen baan kunnen vinden.
De Vakcolleges worden nogal eens verheerlijkt als de terugkeer van de lts of nog erger: de ambachtschool. Dekkers moet daar niets van hebben. De lagere technische school, met zijn uniforme klassen en zijn naar binnen gerichte cultuur, lijkt in niets op zijn netwerkschool, die nauw samenwerkt met het bedrijfsleven en elke leerling een individuele route biedt. ‘Daar ging het om de middelmaat, hier gaat het erom te excelleren.’
Toen het idee voor het VMBO-Vakcollege in de zomer van 2007 werd opgeworpen, leek het nog een aardigheidje voor een specifieke groep van leerlingen met belangstelling voor techniek. Maar Dekkers ziet het inmiddels anders. ‘In 2012 werkt onze hele school met vakcolleges. Ook de afdelingen zorg & welzijn en economie.’
Met dank aan het afschaffen van de basisvorming. Die onderwijsvernieuwing dwong de vmbo’s er sinds 2000 toe hun leerlingen bijna alleen met boeken lastig te vallen. Het afschaffen ervan lijkt een groeispurt in te luiden voor nieuwe onderwijsvormen in het vmbo, gericht op werkend leren, op nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en op het samenvoegen van vmbo met mbo.

(Volkskrant)

6 Reacties

  1. Voortvarend
    De directeur zegt:

    In 2012 werkt onze hele school met vakcolleges. Ook de afdelingen zorg & welzijn en economie.

    Maar de afdeling techniek begint pas komende zomer. Deze meneer heeft dus nog geen enkele ervaring met dit concept (en niemand in Nederland heeft dat), maar toch wordt de vernieuwing gewoon maar schoolbreed uitgerold. Leren de managers dan nooit?

    • vak college
      Aan de andere kant, Mark, doet het verhaal me denken aan duitse vak-opleidingen van vroeger, die prima resultaten gaven (Bayern, Württemberg ; ook wel in de franse en zwitserse Jura). Het was ambachtelijk VO. De scholen deden dat in samenwerking met (maar niet gedicteerd door) bedrijven in de Länder.
      Ik heb er in de jaren 1970/80 goede resultaten van gezien. Een dergelijke schoolse vorming hebben wij in Nederland nooit gekend.

      maarten

      • Re: vak college
        Maar kijken deze mensen van de `vakcolleges’ naar het buitenland? Ik denk het niet. Ze gaan proberen wielen uit te vinden. En als wetenschapper weet ik dat je meestal verkeerd zit: wielen uitvinden een kwestie van heel veel vallen en opstaan. Dus wil je zoiets als een vakschool invoeren: eerst heel goed naar het verleden en naar het buitenland kijken en dan voorzichtig als experiment invoeren.

        Ik ben het ditmaal wel eens met de richting van de verandering, maar ook vernieuwen in de goede richting moet je niet onbezonnen doen.

        • vak college -2-
          Ik vrees hetzelfde, Mark, ik ben het met je eens. Een vierkant wiel is niet rond, dat zou een ambachtsman wel weten.

          Ik kende de wereld van de duitse vak-opleidingen in Württemberg, maar dat is 20 jaar geleden.
          Ik weet van een enkeling (bij Philips) die geprobeerd heeft om iets dergelijks in Eindhoven op te zetten ; mislukt. Ik d8 ook dat er onder de vleugels van Stork (Fokker dus) wel eens het een en ander is geprobeerd. De Vapro deed het indertijd redelijk, maar onvergelijkbaar met, bijvoorbeeld, Gernsbach (BRD).
          Het idee van dergelijke vakopleiding is in Nederland nooit aangeslagen ; te ‘zunig’.

          Oja, de school voor instrument makers (Kamerling Onnes, Leiden) was zoiets, maar dat is lang geleden.

          Gek : de beste leerlingenschool (even goed als vakscholen in Stuttgart) was van Philips en stond in Singapore. De ervaringen, budget, historie aldaar zijn misschien nog wel op te halen. Moeten we dat proberen ?

          Die opzet zal ongetwijfeld duurder zijn dan wat VMBO-Vakcollege scholen zich nu kunnen veroorloven – als ze daar al zin in hebben.

          maarten

          • Vergissing ten goede
            Maarten schrijft: “Oja, de school voor instrument makers (Kamerling Onnes, Leiden) was zoiets, maar dat is lang geleden.”

            Volgens mij vergis je je hier ten goede. In Leiden staat namelijk de Leidse instrumentmakers School (kortweg Lis). Daar zijn altijd meer aanmeldingen dan plaatsen, onder meer door de zekerheid van een baan.

            Bovendien is deze school Vriend van BON! Meer informatie op www.lis-mbo.nl.

          • Hohoho, ook in Hilversum
            In Hilversum had Philips ook een uitstekende vakschool. Leerlingen na de LTS werden in dienst genomen en kregen twee jaar lang een betaalde opleiding. Niet op school, of te laat: inhouden op het salaris.
            Leerlingen hadden ook min of meer gewone werkdagen. Geen tijd dus om bij de straat te hangen, of bijbaantjes te nemen. Ideaal!
            Enige nadeel: Philips haalde natuurlijk wel de krenten uit de pap. Ze hoefden niet iedereen aan te nemen zoals de hedendaagse ROC’s.

Reacties zijn gesloten.