Terugstromen of niet?

Terugstromen of niet?

Na twaalf jaar leraar klassieke talen te zijn geweest, verliet ik tien jaar geleden het onderwijs, vooral omdat ik van een echte leraar niet wilde veranderen in een begeleider. Sindsdien werk ik als ondertitelaar van televisieprogramma´s. Omdat ik op dit werk ben uitgekeken, overweeg ik een terugkeer in het onderwijs, als leraar Engels of Nederlands.
Nederlands heb ik vroeger al twee jaar onbevoegd gegeven, Engels heb ik echt goed geleerd in mijn periode als vertaler. Dat ik nog wat bij te leren heb voordat ik een bevoegdheid Engels of Nederlands krijg, begrijp ik, al ben ik als de dood dat de commissie die dat voor me bepaalt me niet opdraagt me te verdiepen in de Engelse taalkunde of in Joost van den Vondel, maar me een Persoonlijk Ontwikkelingsplan laat schrijven.
Van de website www.werkeninhetonderwijs.nl heb ik opgestoken dat ik zelf eerst een school moet zoeken die mij als zij-instromer wil hebben. Maar de enige scholen die ik zo gek acht om iemand aan te stellen die veel geld kost aan bijscholing en die bovendien nog niet bevoegd is, zijn de scholen met de moeilijkste leerlingenpopulatie. Ik voel er weinig voor om daar mijn comeback te maken.
Overigens heb ik zowel gemaild naar bovenstaande website voor meer informatie als naar een HAVO/VWO-school die een vacature Nederlands had. In beide gevallen heb ik nog geen teken van leven mogen ontvangen. Blijkbaar is de nood bij ministerie en bij individuele scholen nog niet zo hoog dat er onmiddellijk gereageerd wordt als je als oud-leraar terug wilt in het onderwijs.
Wat denken de forumlezers die de afgelopen tien jaar nog wel in het onderwijs hebben gezeten? Is het alleen maar erger geworden en kan ik me maar beter niet aan dezelfde steen stoten of is de studiehuissoep nooit zo heet opgediend als tien jaar geleden gesuggereerd werd?

19 Reacties

  1. vraagje
    Beste Johan,

    Waarom wil je eigenlijk terugkeren als leraar Nederlands of Engels en niet weer als leraar klassieke talen? Ik weet natuurlijk niet wat die steen is waar jij je niet opnieuw aan wilt stoten.
    Overigens zijn er best scholen te vinden waar het wel meevalt met die studiehuissoep, je moet alleen even goed zoeken… 😉

    • Beste Bozbezbozzel,
      Ik wil geen leraar klassieke talen meer worden omdat ik het steeds frustrerender vond mijn leerlingen steeds maar te laten vertalen. Bij de klassieken is dat doel en methode, lijkt het wel. Ik weet dat er mensen zijn die dat moeizame vertalen en puzzelen met woorden buitengewoon heilzaam vinden voor kinderhersenen, ik hoor daar niet bij. Als het er nou nog toe zou leiden dat gymnasiasten bij het eindexamen echt kunnen vertalen, was het nog tot daar aan toe, maar de meesten bereiken dat niveau helemaal niet. Bij Engels en Nederlands hoop ik meer het gevoel te hebben mijn leerlingen ook echt iets te kunnen leren. Bovendien denk ik dan meer variatie te kunnen aanbrengen in mijn lessen.

      • terughoudende reactie
        Beste Johan,

        Wat terughoudend omdat een buitentstaander jouw keuzes niet kan en mag beoordelen…toch een vraag om beter te begrijpen waarom iemand denkt zoals hij denkt….
        Je beschrijft wat je niet wenst(e) bij klassieke talen…maar wat zou je wel willen nastreven…..wat waren je idealen/doelen die bleken niet te kunnen…..?
        Bij veranderen van vak en het behalen van een andere bevoegdheid, vrees ik inderdaad dat het zo zal gaan als je verwacht…de nadruk op jouw ontwikkeling en weinig vakinhoud. Je bevoegdheid haal je met zelfreflectie….m.a.w.: “Zoek het maar uit”-onderwijs dat in Nederlandse opleidingen voor leraren intussen de norm geworden is….

        Of je als docent Nederlands of Engels wel je “ei” kwijt zou kunnen….? Misschien dat collega’s in die vakken daar iets over kunnen zeggen. Ik vraag het me af – als docent in geen van die vakken – of je je voldoening in de eerste plaats kunt laten afhangen van een vak en wat daarbij zou kunnen horen….want: de setting waarin (met alle beperkingen en mogelijkheden van dien) blijft dezelfde..!

      • Vertalen
        Zelf vertalen is en blijft voor veel leerlingen inderdaad ploeteren, maar daarop volgt lezen. Dat zie ik als het belangrijkste doel. Het naderhand bespreken van het met veel ploeteren vertaalde stuk, en kijken hoe mooi het is verwoord en hoe subtiel de auteur manipuleert. Ik houd de ploeterfase veelal buiten mijn klaslokaal: dat doen ze zelf thuis, en in de les bespreken we het stuk. (Stukje, meestal)

        In de les vertalen we ook weleens samen een nieuw stuk. Want het geploeter wordt veel minder geploeter als je aan de hand genomen wordt. En van rolschaatsen aan de hand van papa leer je nog steeds beter rolschaatsen dan wanneer je op de bank blijft zitten.

        Maar dit terzijde. Wat jij wil en vindt is jouw goed recht. Ik raad je wel aan je bevoegdheid voor klassieke talen te verzwijgen, of een school te zoeken zonder gymnasiumafdeling, anders word je in no time toch ingezet op het vak dat je niet meer wilt geven.

        Over je vraag: zoals Bozbezbozzel al zei: het is even zoeken, maar er zijn scholen waar de vernieuwingsdrift grotendeels aan voorbij is gegaan.

        Op mijn (traditionele) school zijn de afgelopen jaren voor Nederlands overigens een paar tweedegraders aangenomen die op kosten van de baas mochten studeren voor een eerstegraads bevoegdheid, en een zij-instromer vanuit het bedrijfsleven met ‘ir’ voor zijn naam. Je bent volgens mij niet per definitie veroordeeld tot de vernieuwingsgerichte scholen. Het lerarentekort is overal. En de toekomstige dubbele bevoegdheid voor Nederlands EN Engels kan je ook aantrekkelijker maken.

        Ik zou dus rustig zoeken (via meer kanalen dan alleen de ‘zij-instroomwebsite’: reageer gewoon op vacatures. Er staat tegenwoordig bijna standaard bij ‘ook mensen die (nog) niet bevoegd zijn worden uitgenodigd te reageren’). Zoek rustig naar een school die past bij jouw stijl. Veel succes!

    • Nah
      Laten we niet wegzakken in al te erge negativiteit: een gezond kritische houding is nodig en kan leiden tot grote frustratie over de malaise in het huidige onderwijs, maar ik zou zelf nooit iemand afraden (terug) het onderwijs in te komen of iemand aanraden het onderwijs te verlaten. Het beroep heeft ook erg mooie kanten en voor de minder mooie hebben we juist goeie mensen nodig die samen met ons ten strijde trekken.

      • Ik raad bovengetekende…
        …dus wel af om het onderwijs in te gaan en neem een slecht advies liever niet voor mijn rekening.

          • Hals…..
            …zit er nog middenin, overigens met veel plezier, maar heeft zijn vesting wel dichtgetimmerd.

          • Dit forum
            Jazeker, maar ik begrijp je wellicht verkeerd. Op dit forum komen mensen bijeen die streven naar beter onderwijs, als ik het goed heb. Voor mij impliceert dat dat degenen die hier schrijven daar kennelijk nog enig heil in zien. Jouw advies aan Johan Bel doet mij anders vermoeden. Maar misschien mis ik gewoon iets.

          • Nu denk ik toch echt….
            ..dat je een vrouw bent, terwijl ik toch steeds dacht dat classica een man was, ondanks de vrouwelijke uitgang a.

        • Er zijn positieve ontwikkelingen Hals
          In de wiskunde zeker. De minister wil, mede op advies van de HBO raad, in het wiskunde programma van de nieuwe profielen, meer aandacht besteden aan solide wiskunde. Het verleuken is dus op de terugweg.

          Ik vind dat buitengewoon goed nieuws. Inhoudelijk belangrijk, maar ook belangrijk in het politiek bestuurlijke machtsspel.

          Ik denk dat er mogelijkheden zijn om als docent als voorloper te functioneren: voorloper in de richting van goed en degelijk onderwijs. Lang niet op alle scholen, maar nu is het wel de tijd dat de verandering begint. Als die een beetje door zet, dan kun je als goede docent in een goede positie terecht komen.

          Verder: ondanks alle ellende heb ik enorm veel plezier met mn studenten. Inderdaad ik zit op een bevoorrechte positie op dit moment, maar ik zou echt geen beroep weten dat voor mij plezieriger zou zijn.

          Tenslotte: ik heb ooit, in een grijs verleden op de eerste BON ALV opgeroepen tot een applaus voor het bestuur, omdat datgene dat men toen begon voor mij persoonlijk en professioneel van enorm belang was. Dankzij BON kan ik nu een bijdrage leveren aan beter onderwijs op een niveau dat ik in mijn eentje of met directe collega’s nooit of te nimmer had kunnen bereiken. Het betekent dat ik mijn boosheid kan omzetten in constructieve activiteiten en werkelijk een bijdrage kan leveren. Dat alleen maakt werken in het onderwijs voor mij gemakkelijker. Wat er op mijn eigen werkplek ook zou dreigen, welke onderwijs misvattingen er ook zouden worden ingevoerd, ik ben niet langer machteloos, maar kan via een ander kanaal tegengas geven.

          Voor mij maakt dat het allemaal buitengewoon spannend. Wat dat aan gaat heb ik nog nooit met zoveel voldoening kunnen werken.

          Als straks die rekenconferentie een succes wordt en bij een deel van de scholen voor veranderingen zorgt, dan hebben we voor veel kinderen iets bereikt. Prachtig toch?
          Ik zei het al eerder: het klinkt dramatisch, maar dat is het ook.

          • Mooi betoog 45…
            Natuurlijk roeien we met de riemen die we hebben.
            En reken maar dat mijn leerlingen goed leskrijgen!
            Maar de perspectieven zijn uiterst somber, omdat het Nieuwe Leren overal geinfiltreerd is, de kennisoverdracht op grote achterstand staat en de lerarenopleidingen niet van het ene op andere moment op orde zijn gebracht.
            Stel dat vandaag alles beter wordt, dat stroomt toch een tsunami van slecht opgeleiden het onderwijsveld binnen en zijn we…hoeveel jaar verder?……voordat het ook daar weer beter wordt?
            Jij, als wiskundige, kan dat wel uitrekenen, 45. Want ook dat is realistisch rekenen!
            Nee, ik steek mijn kop niet in het zand.

          • Dank Hals
            Altijd fijn te horen dat je mn betoog waardeert. Maar toch even verder. Ik kan het niet uitrekenen. De wiskunde heeft bij dergelijke moeilijke realistische onderwerpen weinig nut. We zijn heel goed om samen met de boys van de fysica een karretje op Mars te zetten, iets minder goed, maar ook best knap zijn we in het doorrekenen van weersmodellen, maar de wiskunde is niet erg goed in staat om door te rekenen hoe de menselijke toekomst er uit gaat zien. Zelfs niet op het gebied van onderwijs.

            Ik denk dat het ontzettend belangrijk is hoe mensen zich gedragen. Als er mensen zijn die op de wagen willen springen, dan kan het hard gaan. Het mooie namelijk is dat het geven van rekenonderwijs met behulp van traditionele methoden wel eens gemakkelijker kan zijn dan het geven van rekenonderwijs met realistische didactiek. Dus dezelfde juffen die het in mijn ogen nu niet goed doen omdat ze opgezadeld zitten met een onwerkbare didactiek, die kunnen wel eens stukken effectiever worden als ze simpelweg weer gewoon rekenen mogen gaan geven. Daarmee is niet meer dan een begin gemaakt, maar het is toch geweldig om aan zo’n begin mee te werken. Historisch bijna Hals. En dan hoeft er nog niet eens een universele 180 graden ommekeer plaats te vinden. Ik zou al blij zijn met een paar kleinschalige duidelijke voorbeelden en een olievlekwerking. Wat in 30 jaar naar de knoppen is gegaan heeft toch wel 15 jaar nodig om gerepareerd te worden. En laat 15 jaar nu precies een schoolgeneratie zijn.

          • Hoop doet leven….
            ..schreef Vasari al in de Italiaanse Hoog-Renaissance.
            Hij maakte een verslag van de ‘gouden tijd’ waarin hij leefde en beschreef de levens van zijn beroemde collega’s, zoals Rafaël en Michelangelo. Waarom?
            Om aan de generaties na hem troost te bieden.
            ‘Want na ons’, zo schreef hij, ‘komt er ongetwijfeld een tijd van neergang. En moge de mensen, die na mij komen, troost putten uit mijn verslag. Want na een tijd van neergang, zal er ook weer een tijd komen dat alles beter gaat.’
            (Hij deelde de geschiedenis in als een mensenleven: het kind zijn, de puberteit en de volwassenwording.)
            Ik en met mij velen hebben de neergang meegemaakt.
            Een nieuwe bloei zal ik niet meer meemaken, want het zal eerst nog veel slechter gaan (zie boven) en bovendien zal de restauratie vervolgens te veel tijd nodig hebben.

    • Bedankt…
      …voor de reacties tot nu toe. Ik zal de gestelde vragen beantwoorden. De steen waar ik me niet twee keer aan wil stoten omvat zo´n beetje alles wat me destijds niet beviel aan het leraarschap, maar vooral de ideologie van het zelfstandig werken. Die heeft zich sindsdien overal zo´n beetje verspreid, al begrijp ik uit classica´s reactie dat ze ook nog weleens met de hele klas samen vertaalt. Mijn ideaal van vroeger was om met mijn eigen enthousiasme mijn leerlingen mee te slepen naar een hoog niveau. Dat enthousiasme raakte ik in de loop der jaren kwijt en het niveau werd er ook niet beter op.
      Als ik nu in een ander vak wil terugstromen, ben ik bang op een moeilijk vmbo te moeten beginnen omdat daar de nood het hoogst is en ik niet meteen eerstegrader zal zijn. Maar misschien valt dat dus mee.
      Overigens heb ik net het stuk van Marita Mathijsen in de NRC van zaterdag gelezen over de universitaire lerarenopleiding Nederlands van de UvA. Als ik moet doen wat daarin staat om aan een extra bevoegdheid te komen, zal er van een comeback geen sprake zijn, dat weet ik wel.

      • Ideaal
        “Mijn ideaal van vroeger was om met mijn eigen enthousiasme mijn leerlingen mee te slepen naar een hoog niveau.”

        Mijn huidige collega, een man van 55, is een wandelend voorbeeld van precies dit zinnetje. Het bestaat wel degelijk nog. Het niveau is echter inderdaad wel lager, puur vanwege het lagere aantal contacturen. Maar wat hij in die contacturen doet, daar is hij volledig vrij in (en ik dus ook, alleen nog niet ervaren genoeg om echt de bevlogen meeslepende leraar te zijn. Dat komt nog wel.)

        Overigens hebben we een collega geschiedenis die ook echt nog de bevlogen leraar is van vroeger. Al zijn lessen zijn klassikaal. Altijd.

        Het bestaat nog wel degelijk, maar wel in de marge. De nieuwe generatie leraren heeft veelal te weinig vakinhoudelijke bagage om op deze manier te werk te kunnen gaan. Voor hen is zelfstandig werken een verademing. Voor de leerlingen echter is die enkele leraar die nog op de traditionele manier werkt een verademing, en ze koesteren je erom.

Reacties zijn gesloten.