Tenenkrommende toekomst

Naar aanleiding van de discussie over het competentie-onderwijs in het MBO stel ik mij het volgende voor.
Opa spreekt met de kleine Bernard (7 jaar oud). ‘Wat wil jij later worden, kereltje?’
‘Brandweerman, opa’
‘Dat gaat niet, ventje, dat bestaat niet meer’
‘Banketbakker dan misschien? Elke dag taartjes, opa!’
‘Neen, mannetje, dat is er óók niet meer’
‘Wat kan ik dan wél worden, opa?’
‘Eerst ga je naar de basisschool, en daarna word je Deelnemer. Als alles goed loopt ben je na een tijdje Beginnend Beroeps Beoefenaar, of anders misschien Professional’
‘Dát wil ik, opa, Beginnend Beroeps Beoefenaar!’
‘Goed je best doen dan maar, jongen. Lust jij wel een dropje?’